MORGENSTER - hoofdstuk 17

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

MORGENSTER - hoofdstuk 17

Bericht door Lucky Eye » vr 29 sep 2017, 07:05

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.




MORGENSTER

Hoofdstuk 17

'Vertel me eens over die dag,' klonk de ietwat hese, haast fluisterende stem van Jocelyn Harper. Het was de zoveelste vraag die zij die zondagmiddag aan de jongeman tegenover haar stelde. Toen zij aangekomen was had Edith haar begroet op de oprijlaan. Een vriendelijke, joviale begroeting zoals altijd omdat ze elkaar al heel lang kenden en dat ook privé. Ze had een stukje spanning gevoeld bij Edith. Ze begreep heel goed dat ze zich zorgen maakte over Richard, haar cliënt die zij straks zou ontmoeten. Heel bewust had zij Max, toen hij deze afspraak met haar had gemaakt, ervan weerhouden om dingen over de jongen te vertellen. Het was heel goed bedoeld van hem maar liever wist ze vooraf niets van haar cliënten, wilde ze zich zelf een beeld van hen vormen. In de woonkamer had ze kennis gemaakt met Richard. Hij had zich verontschuldigd voor het feit dat hij niet opstond om haar de hand te drukken. Goede manieren, zo concludeerde ze. Ze was bij hem gaan zitten en had een cafeïnevrije cappuccino gekregen. Richard dronk water, zo zag ze. Max was in de tuin met Stan, zo vertelde Edith haar, en straks zou de jongste van de twee broers met Nancy en Nathan de stad gaan bekijken. Tijdens het gesprek dat ze daarna met Richard aanknoopte − een gesprek over alledaagse dingen − moest ze de nodige moeite doen om ervoor te zorgen dat Richard haar bij haar voornaam noemde. Hij bleef haar maar steeds mevrouw noemen.

Toen Max en Stan binnenkwamen viel het haar meteen op dat Richards jongere broer helemaal niet op hem leek. Groter verschil was haast niet mogelijk. Richard was smal en klein waar Stan groot, en breed was. Handen als kolenschoppen had hij, zo bemerkte ze toen Stan haar de hand drukte en daarin iets te hard kneep. Buiten klonk er op dat moment de claxon van een auto en Max zei Stan dat dat Nancy en Nathan waren om hem op te halen. Even gleed er toen een waas over het gezicht van de jongen, zo bemerkte Jocelyn, en heel even zocht hij oogcontact met zijn broer.

'Het is goed, Stan. Zo hadden we het toch afgesproken?'

'Ja. Maar wil je niet liever dat ik hier bij jou blijf?'

'Nee. Het is goed dat jij de stad gaat bekijken. Dit is ons nieuwe thuis en je zult je hier moeten kunnen redden en daarom is het goed dat je met Nancy en Nathan gaat kijken hoe Monterey er uit ziet. Je hoeft helemaal niets te onthouden. Dat heb ik je gezegd. Vandaag ga je gewoon kijken. Zo hadden we het afgesproken. Weet je nog?'

'Ja. Het is goed. Ik ga.'

En weg was de jongen geweest. Ondanks dat grote lijf van hem was hij toch soepel en snel, zo oordeelde Jocelyn. 'Maak je je zorgen om hem?' vroeg ze toen Stan weg was.

'Ja. Stan is bijzonder. Wat hij precies heeft weet ik niet. Maar hij kan slecht leren. Nou ja … ik bedoel dat hij niet kan leren op het niveau dat leeftijdgenoten dat kunnen. Hij zal een achterstand hebben.'

'Maar hij is niet dom.'

'Nee. Bijzonder. Een beter woord om Stan te omschrijven is er volgens mij niet.'

'Richard en ik,' zo mengde Max zich in het gesprek, 'hebben afgesproken dat Stan nadat hij hier gewend is zal worden getest in de veilige omgeving van dit huis dat voorlopig het thuis van de jongens zal zijn.'

'Heel goed. Ik heb het gevoel dat er heel veel in hem zit maar dat dat nooit goed is aangeboord.'

Richard was verbaasd. Het was precies zijn mening. Ook hij had altijd gedacht dat als Stan goed begeleid was geweest hij tot veel meer dingen in staat was dan dat hij nu kon. 'Op grond waarvan denk je dat?'

'Zijn ogen. Toen jij hem zo-even herinnerde aan jullie afspraak, had ik de kans in zijn ogen te kijken. Hij heeft heel heldere ogen. Ogen die schrander zijn. Die openstaan voor dingen die hem op de juiste manier aangereikt worden.'

'Ja. Dat laatste is heel belangrijk.'

'Zeker weten! Eigenlijk geldt dat voor ons allemaal. We floreren het best als we dingen op de juiste manier aangereikt krijgen. Vind je niet, Max?'

'Ja. Helemaal mijn idee. Waarom denk je dat ik elk jaar zoveel tijd besteed aan onze nieuwe leerlingen?'

'Ik maakte maar een grapje, Max. Ik weet dat het een van jouw stokpaardjes is. Maar … nu gaan we iets anders doen. Ben je er klaar voor, Richard?'

'Ja.'

Ze was nog niet meteen begonnen omdat ze eerst het een en ander moest voorbereiden. Ze zette twee stoelen tegenover elkaar neer. Sloot de gordijnen en stak kaarsen aan. Ook gebruikte ze altijd wierook. Meestal patchouli: een heerlijke geur die ervoor zou zorgen dat ze niet ging zweven. Ze moest glimlachen om die omschrijving. Heel veel mensen dachten dat het hocus pocus was wat ze deed maar dat was grote flauwekul. Het was aards. Ze vroeg alleen maar, kreeg antwoorden en ging daarmee verder. Nieuwe vragen. Nieuwe antwoorden en zo steeds verder. Het enige wat ze deed was het naar boven halen van herinneringen die in iemands geheugen waren opgeslagen maar niet meteen beschikbaar. De resultaten waren meestal enorm verrassend voor degene die tegenover haar zat. Ze vroeg Max hoe zijn muziekinstallatie werkte. Toen hij de afspraak maakte had ze hem al gevraagd of het apparaat een USB-aansluiting had en dat was het geval geweest. Dat scheelde haar CD's meenemen. Max legde haar het een en ander uit en daarna stak ze de meegebrachte USB-stick in de ingang. Ze bediende de toetsen en zocht de map die ze vanavond wilde gebruiken. Vrijwel meteen daarna begon de muziek zachtjes te spelen. Ze wees Richard op een stoel en vroeg of hij daar wilde gaan zitten. De jongen kwam moeilijk overeind. Het was duidelijk dat hij pijn had. Ondanks de pijnstilling die volgens Edith erg sterk was, had hij nog pijn. Maar, zo dacht ze, is het alleen maar fysieke pijn? Richard ging tegenover haar zitten en op zijn verzoek bracht Edith hem een kussen die ze achter zijn rug deed en een flesje met water. Ze zag aan zijn gezicht dat het kussen ervoor zorgde dat hij beter zat. De muziek kabbelde rustig verder. Muziek om bij te relaxen. Muziek als achtergrond. Ze ging zitten en begon met haar uitleg. 'Probeer je zoveel mogelijk te ontspannen, Richard. Als het voor jou goed voelt mag je je ogen sluiten maar je mag ze ook open houden.' Ze wist dat hij ze open zou houden in het begin. Hij voelde zich nog niet genoeg op zijn gemak om zich volledig over te geven. 'Als je je slaperig gaat voelen, is dat heel gewoon. Je hoeft je niet te verzetten. Je mag slaperig zijn en gapen, als je dat wilt, omdat je toch wel antwoord zult geven op de vragen die ik stel. Bovendien geeft gapen een stuk ontspanning en als jij ontspannen bent, zal ik beter in staat zijn om aan te voelen welke kant ik op moet.' Een wat vage omschrijving, zo wist ze, maar ze had nooit een betere tekst kunnen vinden voor wat ze bedoelde en daarom bleef ze deze gebruiken. 'Dat wat ik doe staat nergens beschreven. Het is mijn invulling van mijn vak. Collega's zullen vraagtekens zetten bij hoe ik dit doe maar voor mij werkt dit goed. Begrijp je dat, Richard?'

'Ja.'

'Wat is je volledige naam?'

'Richard Maynard Donahue.'

'Op welke datum ben je geboren?'

'2 januari 1989.'

'Je woont hier in Monterey heb ik begrepen maar waar kom je vandaan?' Het antwoord kon ze niet goed verstaan maar er opnieuw naar vragen deed ze niet. 'Welke kleuren vind je mooi?'

'Groen is mijn favoriete kleur maar rood en blauw vind ik ook mooi.'

En zo ging ze een tijdje verder. Allerlei heel gewone vragen. Vragen om de jongeman die tegenover haar zat ietsjes beter te leren kennen voordat ze met hem het diepe insprong. Ook om hem te laten wennen aan haar stem. Te pogen hem zover te krijgen dat hij als in een automatisme zou antwoorden. Te reageren zonder dat hij zou gaan nadenken. 'Waarom heb je Edith en Max gevraagd bij ons gesprek aanwezig te zijn?'

'Omdat ze mij de afgelopen tijd tot een enorme steun zijn geweest. Zij kennen mijn levensverhaal en hebben daar heel erg mooi op gereageerd door hulp te bieden aan Stan en mij.'

Er volgden nog vele vragen en antwoorden. 'Zijn er geheimen in jouw leven?'

'Ja.'

Dit was een voor haar belangrijke vraag geweest. Met de wijze waarop het antwoord gegeven werd wist ze dat ze op het juiste punt was aanbeland. Mensen die geheimen hadden zouden dat onder normale omstandigheden meestal ontkennen of op z'n minst twijfelen alvorens antwoord te geven maar het antwoord van Richard was meteen en zonder enige aarzeling gekomen. Ze richtte haar ogen op hem en zag − als tweede teken dat ze juist zat − dat hij zijn ogen nu wel gesloten had. Het leek alsof hij in slaap gevallen was. Ze zag zijn ademhaling diep in zijn buik. 'Naar welk moment in jouw leven wil je teruggaan, Richard?'

'Het moment dat Stan bij mij thuis werd gebracht door zijn moeder.'

'Zij bracht hem bij jou ouders thuis. Begrijp ik dat goed?'

'Zij bracht hem bij ons.'

Een vreemd antwoord, zo vond Jocelyn. Het was niet een gewoon "Ja" maar een herhaling van dat wat zij gesteld had.

Max hoorde heel duidelijk dat Richard opnieuw niet de term "ouders" gebruikte of bevestigde. Het was een gewoonte van de jongens en Max begreep, zeker na de uitleg die Richard gegeven had daarvoor, het heel erg goed. Wel vroeg hij zich op dat moment af of hij Jocelyn daarvan toch op de hoogte had moeten brengen maar die vraag beantwoordde hij daarna ook heel snel met een duidelijk "nee". Jocelyn had bijna geen enkele informatie over Richard willen hebben. Het was haar manier van werken. Ze wilde het allerliefst iemand volledig blanco tegemoet treden. Voor haar de manier om volledig open te staan voor degene die zij tegenover zich had.

'Vertel me eens over die dag.'

Richard had de stem van Jocely vanaf het begin heel mooi gevonden. Er klonk liefde in, zo had hij voor zichzelf bepaald. 'Het was een koude dag. Winter. Een strenge winter.'

'Hoe weet je dat?'

'Ik had die middag nadat ik thuisgekomen was een sneeuwpop gemaakt. Een sneeuwbal rond ons huis gerold tot ik weer terug was in de voortuin. Daarna een kleinere bal net zolang heen en weer gerold die als hoofd bedoeld was. Maar hij was te zwaar. Ik kon hem niet tillen.'

'Hoe oud was je toen, Richard?'

'Zes.'

'Ga verder, alsjeblieft.'

'Ik ging naar binnen en vroeg haar of ze me wilde helpen.'

'Wie?'

Richard herhaalde de zin die hij eerder had uitgesproken.

Jocelyn was even van haar stuk gebracht. Ze begreep het niet. Ze draaide zich om en keek Max en Edith aan en haalde tegelijkertijd vragend haar schouders op. Max maakte met zijn lippen en mond, zonder enig geluid daarbij te maken, het woord "moeder". 'Je vroeg het je moeder,' probeerde ze in de richting van Richard.

'Ik vroeg het haar.'

Vreemd. Waarom niet gewoon "Ja" zeggen? Waarom niet gewoon "moeder" gebruiken? 'Wat zei ze tegen je?'

'Dat ik niet zo moest zeuren. Die bal was voor haar veel te zwaar en ik moest het hem maar vragen als hij thuiskwam.'

'Je moest het aan je vader vragen. Zei je moeder dat?'

'Ze zei dat ik het hem maar moest vragen als hij thuiskwam.'

Geen rechtstreeks antwoord. Opnieuw een herhaling van dat wat hij eerder gezegd had. De jongen kon het niet over zijn hart krijgen om zijn vader en moeder als zodanig te benoemen. Niet eens in een eenvoudig "Ja" op haar vragen. 'Vertel verder als je wilt.'

Richard was boos. Hij voelde de woede die hij die middag had gevoeld weer helemaal terugkomen. Raar. Het was zoveel jaar geleden inmiddels maar het voelde alsof hij terug in de tijd was gegaan naar die dag, dat moment. Hij kon de kou in zijn handen, omdat zijn handschoenen kletsnat geworden waren, nog heel goed voelen. 'Toen hij thuiskwam vroeg ik hem of hij me wilde helpen. Hij had geen tijd voor me. Hij zei dat we moesten eten en dat hij dan naar een vergadering moest. Ik wilde dat hij me zou helpen, ging voor hem staan op het pad en wilde hem tegenhouden. Met een simpel armgebaar duwde hij me van het pad in de sneeuw. Ik schreeuwde en krijste. Rende naar hem toe en begon hem te slaan. Ik riep dat hij nooit tijd voor me had. Dat hij nooit met me speelde. Dat hij … ' Richard opende zijn ogen, hapte naar adem en sloot heel voorzichtig zijn linkerarm om zijn borstkas.

'Rustig aan, Richard. Je doet het heel erg goed.' Jocelyn zag een flikkering in zijn ogen die ze als "gevaarlijk" typeerde. Maar ondanks de heftige uitbarsting van de jongeman tegenover haar was ze heel rustig gebleven. Ze wist dat zoiets kon gebeuren. Emoties van vroeger konden ook in het heden nog heel heftig gevoeld worden en dat was bij Richard ook gebeurd nu. Naast dat zijn ogen wild in zijn hoofd stonden, zag ze ook dat hij zweette en dat de vuist van zijn linkerhand, die nu weer in zijn schoot lag, gebald was. 'Neem even de tijd om tot rust te komen. Laat alle spanning los. Ontspan je spieren. Ga niet meteen verder met je verhaal. Laat alles van je af glijden. Geef de heftige emoties in je de tijd om te bezinken. En daarmee bedoel ik niet dat je ze moet onderdrukken. Nee, die emoties mogen er zijn. Maar realiseer je heel erg goed dat het opgeroepen emoties zijn. Ze zijn niet de werkelijkheid. Jij en ik gaan heel bewust terug naar jouw verleden met een bepaald doel. Dat doel hebben we vooraf bepaald. Het moment dat Stan bij jou thuis werd gebracht. Daar zijn we nog niet aangekomen. Neem de tijd ervoor. En als je je weer rustiger voelt, dan kunnen we verder gaan. Jij geeft dat aan. Heb je dat begrepen, Richard?'

'Ja.' Hij was heel blij dat ze hem had onderbroken. De woede van toen voelde zo echt. Hij was boos geweest. Heel erg boos en hij had, onnozel genoeg, een poging gedaan hem aan te vallen. Opgekropte woede had er achter gezeten. Kinderlijke woede. Maar wel heel erg sterk en heftig. Was dit de eerste keer geweest dat hij hem te lijf was gegaan? Dat hij hem had aangevallen? Toen hij het nog een keer allemaal in alle rust aan zijn geestesoog liet voorbijgaan had hij het idee dat het zo moest zijn geweest. Er moest meer voorgevallen zijn. Het kon niet anders dan een opeenstapeling van gebeurtenissen zijn geweest die hem zover had gekregen dat hij overgegaan was tot het uiten van zijn boosheid op die gewelddadige manier. Langzaamaan kwam hij weer tot rust. Even wachtte hij nog maar toen sloot hij zijn ogen weer. Driemaal ademde hij rustig in en uit voordat hij weer het woord nam. De herinneringen waren er meteen weer. 'Hij sloeg me van zich af. Terwijl ik op de grond lag schopte hij naar me. Hij raakte me hard en het deed vreselijk pijn.'

Edith, zittend op de bank naast Max, sloeg een hand voor haar mond en haalde haar arm door die van haar man. Dit was vreselijk. Eerder had ze al zoveel narigheid gehoord en nu opnieuw. Ze zag hoe Max bezorgd naar haar keek en knikte naar hem ten teken dat alles goed was met haar. En dat was het ook. Ze zou blijven zitten waar ze zat. Al was het alleen maar ter ondersteuning van Richard.

'Zij kwam naar buiten en beukte op hem in. Beschermde ze me? Toen ze hem het huis in had geduwd kwam ze terug. Ze trok me uit de sneeuw omhoog en zei me dat het niet handig was van me hem aan te vallen. Ik schudde haar hand van me af. Ik was nog steeds woest, rende naar de grote sneeuwbal en in een mum van tijd sloopte ik hem helemaal. Ik weet niet waar de kracht vandaan kwam maar er bleef heel weinig van die grote sneeuwbal over. "Ga naar binnen," zei ze me toen ik klaar was en hijgde. "Hang je jas op, wanten op de radiator, was je handen". Alles wat ze zei deed ik. Na mijn ontlading voelde ik me leeg. Toen ik aan tafel ging zitten begonnen ze te kibbelen. Hij wilde niet dat ik zou eten. Ik had straf verdiend. Zij was het niet met hem eens. Ik sloop weg en ging naar boven. Ik had nog wel iets … ' Even was hij helemaal weg. Hij merkte dat hij niet meer praatte. Stil. Maar niet achter zijn ogen. Daar zag hij beelden maar … het was hem niet duidelijk. Het was vaag. Hij probeerde het te begrijpen maar … het lukte niet. 'Ik had nog wel iets in mijn broodtrommel,' maakte hij uiteindelijk de zin af omdat hij niet langer wilde nadenken over dat wat hij miste. Ik hoorde hen nog heel lang ruziën en moet toen in slaap zijn gevallen.'

'Neem even een kleine pauze, Richard. Wil je wat drinken?'

Richard opende zijn ogen, knikte en pakte met zijn linkerhand het flesje water dat naast zijn stoel stond. Met zijn tanden trok hij het tuitje van de sportdop eruit en dronk wat van het water.

Jocelyn stond op, en liep in het halfduister naar de bank. 'Alles goed met jullie?' fluisterde ze.

'Ja,' sprak Max op fluistertoon terug.

'Maar het is wel heel erg aangrijpend,' gaf Edith uiting aan haar gevoelens.

Tot de volgende keer…



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, juni 2017
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten