MORGENSTER - hoofdstuk 16

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

MORGENSTER - hoofdstuk 16

Bericht door Lucky Eye » vr 22 sep 2017, 08:52

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



MORGENSTER

Hoofdstuk 16


Richard werd wakker van een geluid dat hij in eerste instantie niet herkende. Toen hij het even op zich had laten inwerken, wist hij het te plaatsen: het zachte gesnurk van Stan. Hij draaide zijn hoofd in de richting van het andere bed en op dat moment overvielen allerlei emoties hem. Hij voelde zich opgelucht dat het Edith en de anderen gelukt was om Stan veilig hierheen te brengen. Blijdschap omdat de arts, waar Stan na aankomst op het vliegveld heen had gemoeten, hem ook weer had laten gaan; er was dus niets ernstigs met hem aan de hand. En naast die blijmoedige gevoelens was er ook verdriet; verdriet dat zich liet kennen door de tranen die langzaam uit zijn ooghoeken liepen. Hoe zou alles nu verder moeten? De avond ervoor had hij uitgebreid met Max gepraat. Eerst in de slaapkamer en later ook nog aan tafel waar hij maar heel erg weinig van het heerlijke eten dat Anna had gemaakt op had gekund. Een knoop in zijn maag had hem verhinderd er echt van te kunnen genieten. Noch Anna, noch Max had er iets van gezegd dat hij maar zo weinig had gegeten. Hij had hun liefde en bezorgdheid echter wel gevoeld. En dat laatste voelde rot. Hij wilde niet dat anderen bezorgd om hem waren. Hij had zich altijd zelf kunnen redden! Was altijd sterk geweest! En nu … nu kon hij dat eventjes niet. En wat als ze er ooit achter zouden komen? Wat dan? Moest hij zijn plannen om zich in Monterey te vestigen nu al opgeven of … of toch maar eerst wachten en aanzien wat ervan zou komen. In elk geval zou hij niet te veel moeten loslaten. Voorzichtig moeten zijn met dat wat hij vertelde. Het voelde hartstikke goed om van je af te kunnen praten maar … Nee. Niet alles zouden ze mogen weten.

Hij knipte het lampje naast zijn bed aan en draaide daarna zijn hoofd weer in de richting van zijn broer. Hij lag er rustig bij en sliep diep. Berty de beer zat in de stoel bij het raam waar Max eerder had gezeten en op het tafeltje stond de grote, houten kist met Stans verzameling stenen. Richard glimlachte. Ineens sloeg Stan toch zijn ogen open.

'Hé, Rich! Ben je wakker?'.

'Ja. Heb ik je wakker gemaakt toen ik het licht aandeed?'

'Weet niet,' zei Stan en viel stil. 'Maar het was echt geweldig, man! Ik heb walvissen gezien en in een vliegtuig gezeten! Ik mocht naast de piloot en heb ook mogen sturen!'

'Echt?'

'Ja, man!' Stan sloeg het dekbed weg en liep om de bedden heen om bij Richard op de rand van diens bed te gaan zitten. 'Het was echt zo mooi! En Nick heeft me heel goed geholpen. We zijn eerst naar zijn huis geweest en daarna naar het natuurreservaat. Hij heeft me heel veel mooie dingen laten zien.'

'Leuk, Stan,' antwoordde Richard terwijl hij zijn broer, die gekleed was in een witte wijde short en wit T-shirt, goed in zich opnam. Het waren ongetwijfeld geleende spullen maar dat deed er niet toe. Anna had, ergens in de loop van de dag, zijn eigen kleren opgehaald maar vanwege zijn arm droeg hij nog steeds een geleend pyjamajas. 'En hoe vind je het hier?'

'Leuk!'

'Het was al erg donker zeker toen jullie hier aankwamen.'

'We waren laat. Hebben nog iets gedronken. Zijn toen snel gaan slapen. Eerst heb ik gedoucht maar niet hier. In een andere badkamer. Ze hebben er wel zes, zei Edith! Wie heeft er nou zes badkamers!'

'Het is een groot huis, Stan. En er hebben hier heel veel verschillende mensen gewoond.' Op het moment dat hun gesprek opnieuw stil viel, keek Richard zijn broer heel goed aan. Hij zag de blauwe plekken op zijn armen en op zijn gezicht, het blauwe oog dat nog grotendeels dicht zat, een wond in zijn hals. Verdomme! Waarom had hij Stan niet kunnen helpen dit keer? Maar nu moest hij sterk zijn voor Stan! Hij mocht niet huilen hoewel hij dat heel erg graag wilde. Hij pakte de hand van Stan beet en vroeg: 'Gaat het goed met jou? Zei de dokter nog iets bijzonders over jou?'

'Ze hebben foto's gemaakt maar alles was goed. Ze hebben nieuwe pleisters geplakt maar dat hadden Nick en Edith ook al gedaan.'

'Je bent sterk, broer!'

'Ja.'

'Ik ben eventjes niet zo sterk als ik wel zou willen maar dat komt wel weer goed.'

Er werd op de deur geklopt. Stan wilde snel terug naar zijn bed gaan maar Richard hield hem tegen door zijn hand stevig vast te houden, en riep zachtjes: 'Binnen'.

'Alles goed hier?' vroeg Max die zijn hoofd om de hoek van de deur stak.

'Ja. Ik was wakker geworden,' zei Richard, 'van het snurken van Stan.'

'Ik snurk niet,' verweerde Stan zich.

'Echt wel!' plaagde Richard hem met een brede glimlach op zijn gezicht.

Max keek de broers aan en moest glimlachen. Dit zag hij graag. Ze lachten en dolden met elkaar en dat was een goed teken. 'Ik heb mijn uurtjes slaap erop zitten. Iemand zin in een vroeg ontbijt?'

'Ja!' riep Stan en stond op van Richards bed. Maar toen Richard niet reageerde keek hij hem aan en zei: 'Jij niet?'

'Nee. Ik ga nog even wat slapen. Maar ga met Max mee en eet wat. Je hebt het nodig. Je bent nog in de groei.'

Max haalde een badjas uit de kast en reikte die de jongste van de twee broers aan. 'Kom, Stan,' moedigde hij de jongen aan toen hij toch enige twijfel op diens gezicht meende te bespeuren, 'laat me maar eens zien hoeveel honger je hebt.' En dat zorgde ervoor dat Stan met hem meeging.

Het leek goed te gaan met Stan, zo overdacht Richard, toen hij weer alleen was. Hij had in elk geval zijn eetlust nog.

* * *

Tegen zes uur werd Richard opnieuw wakker. Het was nog niet licht buiten. Stan lag nu op zijn linkerzij van hem afgedraaid. Dit keer snurkte hij niet. Richard glimlachte en drukte op de knop van de bel naast zijn bed.

'Goedemorgen,' fluisterde Max toen hij de kamer binnenkwam. 'Meneer, heeft gebeld?'

Richard moest glimlachen. 'Ja. Ik moet naar het toilet en heb nu wel zin in wat eten.'

'Kom, dan help ik je,' zei Max en zorgde ervoor dat Richard zonder al te veel pijn uit bed werd geholpen. 'Gezien Doornroosje in het andere bed lijkt het me beter om van een ander toilet gebruik te maken. Vind je niet?'

Richard was het met hem eens en daarom maakte hij even later gebruik van het toilet in de hal. Toen hij klaar was, liep hij met Max naar de keuken.

'En hoe vond je broer het hier?'

'Hij was enorm verbaasd over het aantal badkamers.'

Max schoot in de lach. 'Gisteravond ook al,' zei hij. 'Edith vertelde hem het een en ander over ons huis en hij kreeg ogen als schoteltjes toen hij het aantal slaap- en badkamers hoorde.'

'Ons wereldje is altijd klein geweest,' zei Richard terwijl hij aan tafel ging zitten.

'Wat wil je eten?'

'Hebben jullie muesli in huis?'

'Zeker wel. Fruit en honing erbij?'

'Graag.'

Even later zaten ze elk met hun ontbijt voor zich aan tafel.

'Weet je dat je uiterlijk helemaal niets lijkt op Stan.'

'Ja. We hebben beiden zwart haar maar verder is er geen enkele overeenkomst, hè?'

'De haarkleur is dan wel gelijk maar … er zit toch ook duidelijk een verschil in. Het heeft te maken met de glans erin. Tenminste … zo zie ik dat. Toen ik Stan gisteravond voor het eerst echt zag was ik enorm verbaasd. Nou is het natuurlijk niet altijd zo dat broers of halfbroers op elkaar lijken maar vaak zie je toch wel iets dat overeenkomt maar bij jullie twee heb ik dat nog niet kunnen ontdekken.'

'Verder zoeken heeft ook geen zin. Ik heb het vaak genoeg gehoord dat er tussen ons beiden geen gelijkenis is. Ik… ' Richard viel stil. Hij nam een nieuwe hap van het eten in zijn kom en zei, toen hij dat goed gekauwd en doorgeslikt had: 'Als ik op een van hen lijk dan is het op… op haar. Stan lijkt het meest op hem. Maar dat is alleen maar lichamelijk. Zij is slank en hij breed. Een echte gelijkenis is er ook met hen niet volgens mij. Tenminste … het is mij nooit opgevallen.'

'Stan is groot. Breed in de schouders en enorm sterk, lijkt me.'

'Dat is ook zo. Een partijtje stoeien met hem leidt er steevast toe dat ik verlies en dat is al heel wat jaren zo. Ik ben dan wel zijn grote broer maar al jaren een flink aantal centimeters kleiner. En voorlopig zal dat alleen nog maar meer worden want ik vraag me af wanneer hij stopt met groeien.'

'En een eetlust!' sprak Max, grote verbazing leggend in zijn stem.

'De onkostennota zal straks erg hoog zijn, zo denk ik.'

'Onkostennota?'

'Nou ja … ik heb wel wat geld natuurlijk en ik kan best wat teru… '

'Richard! Houd op! Je weet heel goed wat Edith en ik daarvan denken.'

'Ja maar … '

'Nee! Geen woord meer over dat onderwerp. Jullie zijn hier te gast en gasten breng je helemaal niets in rekening.'

'Sorry. Ik weet eigenlijk niet waarom ik daar telkens weer over begin.'

'Ik wel. Je bent altijd gewend geweest om voor alles te zorgen. Je hebt altijd baantjes gehad om geld te verdienen zodat jij en Stan ook leuke dingen konden doen. Zelfs toen je klein was, zo vertelde je, deed je al boodschappen voor iedereen in de buurt om iets te verdienen. En dat onafhankelijk willen zijn, dat zit er nog steeds in. Heel goed op zich maar, zoals Edith en ik al eerder hebben gezegd, nu is het tijd voor iets anders.'

Richard haalde zijn neus op. Niet omdat hij verkouden was maar omdat er even weer emoties naar boven kwamen. 'Ja. En ik weet dat ik daarvan gebruik moet maken op dit moment. Ik ben een wrak. Ik kan helemaal niets.'

'Je kunt genoeg, Richard, maar alles wel heel erg gedoseerd.'

Richard kon het alleen maar beamen. Daarna kwam een vraag die te maken had met het onderzoek dat Max wilde opstarten. 'Dat onderzoek … dat is gericht op Stan, nietwaar?' Een knikje van Max was voldoende voor hem om door te gaan. 'Hoe werkt zoiets? Weet je dat?'

Snel maakte Max zijn mond leeg. Hij vond het fijn om te vertellen. 'Eerst gaat het alleen maar om bureauwerk. Saai werk, eigenlijk. In dit geval gaan ze ongetwijfeld beginnen met zijn geboortedatum en –plaats. Dat is iets wat we weten, nietwaar?'

Ja. Dat was een vaststaand feit, zo overdacht Richard.

'En dan gaat het verder. Personen zoeken, naar gebeurtenissen en dat is vaak niet meer achter het bureau. Er moeten mensen gevonden worden die zich de moeder van Stan weten te herinneren. En door gesprekken kom je dan in de juiste richting.'

'En dat is het vinden van Stans moeder.'

'Dat is het uitgangspunt.'

Een bijzondere opmerking, vond Richard. Het voelde alsof er een "maar" zou volgen maar ook toen hij erop wachtte kwam het niet. 'Maar… ,' gaf hij toen zelf de voorzet.

'Edith noemde het eerder een puzzel. Maar het is heel anders dan een cryptogram of kruiswoordraadsel. Daarbij zoek je naar antwoorden die precies in de lege vakjes passen en ook nog eens overeenkomen met dat wat de maker van de puzzel heeft bedacht.'

'En bij zo'n onderzoek is dat anders.'

'Ja. De werkelijkheid kan anders zijn dan dat wat wij denken dat het is.'

'Klinkt cryptisch.'

'Ja. Je gaat zoeken maar soms kom je heel andere dingen tegen als je gaat graven. Het is net als met echt graafwerk. Je steekt je schep in donkere aarde maar weet niet wat er onder het oppervlakte ligt.'

'Met andere woorden, de uitkomst van zo'n onderzoek kan verrassend zijn.'

Max vond dat een prima verwoording. 'Precies, zo is het.'

'En dan?'

'Begrijp ik hieruit dat je restricties wilt verbinden aan het onderzoek?'

'Ik weet het niet. Ik weet niet of het altijd goed is om de waarheid te weten. Soms … kan die verwarrend zijn, teleurstellend of noem maar op … Kan toch?'

'Ja. Maar voor mij, en dat is natuurlijk heel persoonlijk, zou ik het toch heel fijn vinden om de waarheid te weten. Ook al is die wellicht niet dat wat ik ervan heb verwacht.'

'Stel … stel je vind Stans moeder. Wat dan? Word ze hem dan gepresenteerd zoals in zo'n tv-show waar de lang verloren persoon ineens vanachter een gordijn verschijnt?' vroeg Richard naar de bekende weg want hij wist dat Max dat nooit zo zou doen.

'Nee. Meer hoef ik eigenlijk niet te zeggen. Nee, is duidelijk. Misschien moet ik er "nooit" van maken en dat woordje dan gevolgd door heel veel uitroeptekens. Niet mijn stijl. De onderzoekbureaus die ik in ga schakelen rapporteren aan mij. Aan mij alleen. Ik rapporteer te zijner tijd, als er antwoorden zijn, aan jou. Als ik de moeder van Stan vind en zij wil contact met hem, dan beslist Stan daarover. En ik zeg heel bewust dat hij erover moet beslissen. Ik weet dat jij vaak beslissingen voor Stan moet nemen.'

'Hij heeft daar moeite mee.'

'Dat heb ik opgemaakt uit dat wat je mij over hem hebt verteld. En het is prima dat jij veel dingen voor hem wegneemt. Maar in dit geval zou ik echt zijn antwoord willen weten. En alleen met zijn antwoord ga ik dan verder. Ik ga niet om hem heen.'

'Duidelijk. Bedankt, Max. Ik … ik zeur.'

'Nee, je wilt duidelijkheid. En dat is belangrijk. Zijn er verder nog beperkingen die je wilt inbouwen in het onderzoek?'

'Nee … ik weet het gewoon niet … ik … ik wil je niet beperken. Ik geef jou de vrije hand. Je mag over alle tussenliggende stappen de beslissingen nemen.'

'Maar … als ik in gewetensnood kom over het een of ander. Wat dan?'

'Ook dan neem jij de beslissingen. Overleg eventueel met een ander maar niet met mij. Ik wil tijdens het onderzoek het liefst helemaal niets weten.'

'Dank je voor je vertrouwen in mij, Richard.'

'Heel iets anders. Heb je al een afspraak kunnen maken met mevrouw Harper?'

'Ja. Ze komt morgenmiddag. Zou Stan er bij moeten zijn?'

'Nee! Echt niet!' klonk het paniekerig. 'Sorry, dat klonk heel erg stom maar ik wil gewoon niet dat hij erbij is. Hij … '

Max begreep dat Richard zocht naar woorden. 'Zeg het op je eigen manier, jongen. Dat is de juiste manier.'

'Nu hij hier is, wil ik dat hij door niemand meer herinnerd wordt aan daar waar wij vandaan komen. Nooit meer! Hij moet het achter zich kunnen laten en dat zo snel mogelijk. Gewoon door het niet meer te benoemen.'

'Denk je niet dat hij misschien wel eens behoefte heeft om daarover te praten?'

'Dat zou kunnen,' verwoordde Richard de twijfel die in hem opgekomen was door de vraag van Max, maar hij voegde er meteen aan toe: 'Maar dan komt het uit hem zelf en dan is het goed. Dan geeft hij aan dat hij erover wil praten en dan kan dat. Maar als hij bij mijn gesprek met mevrouw Harper zal zijn, dan kan het zijn dat hij dingen hoort die niet goed voor hem zijn.'

'Heb je het idee dat hij zou kunnen gaan twijfelen over zijn eigen herkomst?' opperde Max.

Even moest Richard nadenken. 'Ja. Bijvoorbeeld dat. En dat wil ik niet.'

Max nam een hap brood en overdacht dat wat hij zo-even gehoord had. Maar al heel snel wist hij dat zijn mening er niet toe deed. Richard wist het beste hoe je met Stan moest omgaan, zo concludeerde hij. Richard had een jarenlange ervaring hoe om te gaan met zijn broer en was daarin dus de ervaringsdeskundige. 'Je hebt gelijk en kunt er verzekerd van zijn dat wij onze uiterste best doen om het verleden te laten rusten.'

'En als het een keertje niet lukt,' zo vond Richard een middenweg, 'is dat ook niet zo erg. Het kan toevallig eens ter sprake komen of hij kan binnenkomen terwijl jij en ik met elkaar praten of zo. Dan breien we het met elkaar wel weer recht.'

Max beaamde dit en inwendig juichte hij van pure blijdschap omdat Richard heel duidelijk het woordje "we" had gebruikt. Voor hem voelde het als een doorbraak. Het was niet langer "Richard tegen de rest van de wereld" maar de jongen had met dat kleine, tweeletterige, woordje heel duidelijk aangegeven dat hij het gevoel had ondersteund te worden. Een gevoel dat eindelijk geland was.

Tot de volgende keer…



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, juni 2017
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten