Wollig (deel 2)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Amexic
Berichten: 156
Lid geworden op: wo 10 jun 2015, 20:14
Vul het getal in: 123
Locatie: Antwerpen

Wollig (deel 2)

Bericht door Amexic » ma 14 aug 2017, 21:57

Wollig (deel 2)

Kurt zal reeds te ontbijten toen ik arriveerde. Om half acht ten laatste diende ik aan tafel te zitten om tijdig aan m'n consultatie te kunnen beginnen.
'Kom er bij zitten.' nodigde hij me uit. Dankbaar ging ik in op z'n aanbod. Ik voelde dat ik snel m'n draai zou vinden al bevond ik me nog op onbekend terrein.
'Wat staat er op je programma vandaag?' vroeg hij.
'Eerst consultatie doen en dan weet ik het nog niet. De omgeving wat verkennen denk ik.'
'De tochten die we gepland hebben vandaag zijn eigenlijk verkenningstochten. We maken het de eerste dag niet te zwaar. Iedereen moet wat acclimatiseren, weet je.
Je kan even goed bij één van onze tochten aansluiten in plaats van alleen op pad te gaan.'
'Om hoe laat vertrekken jullie?'
'Meestal tussen negen en half tien. Ach ja, het is je eerste keer. 'k Zal het even uitleggen. Je maakt de avond tevoren je keuze en schrijft je in via het touch screen.
Een halve dagwandeling is altijd licht, vaak geschikt voor buggie's en oudere mensen, een halve dagtocht voor de betere stappers. Een dagwandeling is niet zwaar maar je dient een picknick te maken. De dagtocht is voor de goede stappers en eist soms een goede fysiek en geen hoogtevrees. Ik leid deze voormiddag de halve dag wandeling en doe na de middag de tocht. Je kan gerust bij me aansluiten.' Dirk en een paar gidsen voegden zich bij ons. Dirk ging zowel voor als namiddag mountainbike initiatie leiden. Als laatste schoof ook Eric aan tafel.
Ze reageerden lacherig: 'Goed gelopen jongen? Hoeveel had je er?'
'Veertien.'
'Wat dapper, zo vroeg in de morgen. Wat een mens soms lijden moet. Op dat uur heb ik me nog eens goed omgedraaid.' lachte Marcel.
'Dat ziet er slecht voor jou de volgende dagen.'
'Wanneer vertrek je?' vroeg Eric aan Dirk, met een uitgestreken gezicht de plagers negerend.
'Kwart na negen verzamelen, vertrek ten laatste om half tien.'
'Ik rij mee deze voormiddag, zie ik wel zitten. Dan ben ik al een beetje opgewarmd tegen de fietstocht van namiddag.'
'Je kan gerust met ons mee gaan mountainbiken. Laat je niet paaien door de wandelgidsen.' richtte Dirk zich tot mij. Heb je al eens in de bergen gefietst?' richtte Dirk zich tot mij.
'Nog nooit gedaan.'
'We gaan vandaag op verkenning. Je kan op geen betere manier de omgeving leren kennen. Ben je wat sportief?'
'Valt mee.' probeerde ik voorzichtig. 'Ben terug beginnen volleyballen, probeer wat te joggen om de conditie op peil te houden... 'k Probeer zo veel mogelijk de fiets te gebruiken. Eigenlijk ontbreekt het me dikwijls aan tijd.'
'Je kan dus fietsen, goed. Vandaag doen we het heel rustig en probeer ik de mensen de beginselen van fietsen in de bergen aan te leren. Als je het eens wil proberen is het vandaag de geschikte moment.'
'Hoe geraak ik aan een fiets?'
'Je kan er eentje huren aan personeelsprijs. Gewoon vragen aan de receptie. Neem zeker iets te eten mee en zeker een liter drinken.'
'Een bidon kan je van mij hebben.' kwam Eric er tussen, dan hoef je het gewicht niet in je rugzak op te bergen. Die heb je toch bij?'
Dat beaamde ik en ging voor de bijl.
Op de valreep tegen negenen bood zich nog een patiënt aan die ik geduldig goede raad gaf over een futiliteit. Ik spurtte de consultatieruimte uit, dringend naar het toilet, trok sportieve kledij aan, dumpte een banaan in de belachelijk lege rugzak , huurde de fiets, helm inbegrepen en stond even later, net op tijd, met de gehuurde fiets bij de vertrekkensklare groep.
'Hier.' Eric bood me een maxi bidon van één liter aan zoals afgesproken.
Dirk legde de tocht uit en gaf instructies. We waren met vijftien deelnemers, twee dames toch. Ik zette me achteraan en tot mijn opluchting bleek uit de eerste contacten met de 'sportievelingen' dat ik niet de enige 'blue' van het gezelschap was. We volgden een afwisselend op-en-af-parcours door het bos. Gelukkig beheerste ik de techniek van het schakelen, ik had zelf een koersfiets thuis.
Ik hoorde om me heen het geknars van verkeerd schakelende derailleurs en bedacht dat ik zo slecht niet eens was. Ik miste het lef om in de afdaling voluit te gaan, knerpend grind schrikte me af. Daarom diende ik telkens de opgelopen achterstand tijdens een volgend klimmetje in te halen.
Dirk hield halt in het volgende dorp. 'Vanaf hier begint de klim. Onderschat het niet: het blijft klimmen. We rijden ieder op eigen tempo naar boven. We pauzeren aan de verbruiksgelegenheid.'
De lange onverharde weg klom gestadig. Een kopgroep van een man of tien gleed van me weg, dit waren de profi's, getrainde wielertoeristen. Enkel mindere goden als ikzelf lieten ze voor ons uit rijden. Wat een geluk dat ik op eigen tempo kon rijden en mezelf niet hoefde forceren om bij de groep te blijven.
Eric kwam vanuit de achtergrond naast me rijden terwijl ik dacht dat hij met de groep vooruit reed. Ik zweeg, me concentrerend op m'n ademhaling. Het bleef maar klimmen. Tenslotte dwong dorst me een drinkpauze in te lassen. 'Even stoppen.' zei ik. Gulzig dronk ik van Erics drinkbus. Al fietsend durfde ik het niet uit schrik het evenwicht te verliezen. Eric stopte naast me en dronk een teug van de zijne. We arriveerden op de plaats van afspraak waar de kopgroep uitrustte.
'Goed gewerkt.' Eric hief een hand op en ik beantwoordde zijn high five.
'Ik ben gewoon content dat ik er geraakt ben.'
Ik diepte een banaan op uit m'n rugzak.
'Krijg je honger van hé.
' 'k Ben nogal hongerig van aard.'
'Ik vertrek nooit zonder banaan.' Hij taste ook in z'n rugzak en toonde me een groot exemplaar.
'Wat een grote.'
'Als ik mag kiezen, ga ik voor groot. Bananen geven je energie. Ik zal hem maar opeten want soms vergeet ik hem en kom ik met een zwarte thuis.'
'Is me gelukkig nog nooit overkomen.'
Hij glimlachte zuinig, voor zich uit turend.
'Voorzichtig tijdens de afdaling.' gaf Dirk de groep mee voor hij zelf met de 'die hards' uit het zicht verdween. Eric gleed met de snelle jongens mee. Ik zelf deed m'n best, samen met een paar bange wezels om in de bochten niet te veel snelheid te verliezen door te veel in de remmen te gaan. Genot won het na een tijd van angst. Men wachtte beneden op de laatsten.
'Nu volgt er een leuk technisch stukje.' meldde Dirk. De ervaren mountainbikers zetten zich best vooraan. Ik plaatste me uiteraard achteraan.
'Ga gerust voor.' zei iemand terwijl ik me op de laatste plek ging positioneren.
'Ik ben niet technisch. Ik wil laatst.'
De man reed dus voor me. Greppeltjes tijdens de afdaling dwongen me regelmatig van de fiets. Ik wilde er niet over springen en over de kop gaan. De net als mij onervaren man voor me miste er een, verloor de controle over de fiets en landde plat op de buik in zompig grasland. Als eerste kwam ik bij hem. Hij zag erg bleek en had zich duidelijk pijn gedaan. Er zat een klein gaatje in z'n kunststoffen T-shirt. Ik controleerde zijn borstkas op gebroken ribben. 'Niets ergs.' stelde ik vast. Het gaatje zat net ter hoogte van een tepel. Een twintig centimeter lange schram liep over de onfortuinlijke tepel en verklaarde de oorzaak van het gaatje.
'Ik kan me voorstellen dat dit pijnlijk is. In het hotel zal ik het ontsmetten.'
In het hotel ging iedereen zijns weegs, ik ontfermde me over de nog altijd ongelukkige kerel.
'Best eerst douchen raadde ik de man, die Carl heette, aan. 'We spreken hier aan de bar af, ik ga eerst hetzelfde doen.'
Ik bracht een klein verband aan over de beschadigde tepel. 'Gaat anders schuren. Gelukkig is het goed afgelopen.'

Om één of andere reden kiezen mensen een vaste plaats aan tafel. min of meer toevallig nam ik opnieuw plaats bij Kurt en kreeg weer gezelschap van het duo Dirk en Eric.
'Deze namiddag wordt het iets pittiger. Heb je zin voor een vervolg?' daagde Dirk me uit.
'Ik denk dat ik me overlever aan Kurt.' scheepte ik hem af. Ik had iets plagerig in zijn stem opgemerkt.
'Wat vond je er van? Is het voor herhaling vatbaar?' volharde Dirk.
'De beklimming bleef maar duren. Ik ben blij dat ik boven geraakt ben. Gelukkig kwam deze sympathieke jongeman naast me rijden.' Ik keek naar Eric. 'Ik kon zelf niet harder.' antwoordde die met een uitgestreken gezicht.
Ik zou hem geloofd hebben, mocht het hele gezelschap niet in de lach geschoten zijn.
'Eric kan altijd harder.' maakte Dirk me wijs. 'Je kent hem nog niet, hij is een echt beest.'
'Ik geloof je, hij heeft een mooi onderstel.' gooide ik er uit.
'Klokkenspel?' vroeg Marcel, een nieuw gezicht aan tafel, alsof hij me niet verstaan had.
Ze barstten in een lachsalvo uit, net als vanmorgen.
Ik deed geen moeite om te verduidelijken dat ik het over z'n benen had. Eric zat er onbewogen bij.
' Eric rijdt competitie.' verklaarde Dirk. Vaak rijden er haantjes mee, echte wielrenners denken ze van zichzelf. Die laat hij dan voorsprong nemen...'
'Jullie kennen elkaar al langer?'
'We zijn voor ons derde jaar samen hier. Geweldig om zien hoe hij dan het gat toe rijdt en ze het nakijken geeft.' ging Dirk verder.
'Ik reed competitie bij de junioren.' verbeterde Eric. 'Zo'n groot talent ben ik niet. Af en toe een koers gewonnen, meer niet. Om er je beroep van te maken, moet je echt goed zijn.
Moeilijk ook om het te combineren met m'n studies, dus heb ik er mee gekapt. Ik train 's zondags wat met vrienden. Er zitten geen verplichtingen aan vast, veel leuker.'
'Je hebt mooie fietsbenen, je ziet gewoon dat je veel fietst.'
'Is dat zo?' vroeg hij ongeïnteresseerd.
'Hoeveel heb jij er straks?' richtte hij zich tot Dirk.
'Zes.'
'Dacht het dat het er meer zouden zijn.'
'Jij?'
'Achttien ingeschreven.'
'Mooie groep.'
'Even de Berninapas doen, rustig aan en kijken welk vlees we in de kuip hebben.'
'Morgen zullen het er minder zijn.'
'Denk ik ook.'
Kurt eiste m'n aandacht op door de namiddagtocht uit te leggen. 'Altijd regenkledij meenemen in de bergen.' maande hij me aan. 'drank, wat eten en altijd een warme trui...'
Een half uur later stond ik gerugzakt en met bergschoenen aan zonnecrème te smeren op m'n niet aan zo veel ultraviolet licht gewende huid.
Gesprekken trokken zich onderweg op gang in de ontspannen sfeer van natuur en wandelen op een bergpaadje. De alpenweiden waren nu, begin juli op z'n mooist.
Tegen vijven kwamen we terug 'thuis'. Iedereen trok zijn wandelschoenen uit bij de ingang en met de schoenen in de hand stapte ik tot aan de bar. 'Ik trakteer.' zei één van de gasten, Stefan, waarmee ik onderweg kennismaakte. 'Drink je er één van me?' Ik accepteerde. Dat trakteren was een grapje want we verbleven in een all-in waar ook ik als personeel van mocht meegenieten. We trokken met onze pint naar het terras. Ik besefte toen nog niet dat hangen in de ligstoelen enkel een activiteit voor na de inspanning zou worden. Ongedwongen wisselden we van gedachten over allerlei onderwerpen. Ik vermeed te praten over het werk en over mijn taak in het hotel. De man had zelfs niet door dat ik bij het personeel hoorde. Hij zou dat wel ontdekken mocht het nodig zijn. De zon deed deugd maar na een tijd herinnerde mijn gloeiende neus en voorhoofd me er aan dat ik me slechts bij het vertrek insmeerde. We verbleven op 1800 meter hoog in en een prachtig meren gebied en al de rest lag daar boven. 'Nog eentje?'
Nee, dank je, ik ga douchen voor ik helemaal verbrand ben.'
'Dan ik ga eens kijken of ik mijn vrouw kan vinden.' antwoordde Stefan.
De groep racefietsers kwam net binnenrijden toen we op stonden. Ze waren allen uitgedost in wielertenue en reden een symbolische ereronde op het rondpunt voor de ingang van het hotel.
We salueerden beiden ter begroeting. Ik herkende geen Marc in de groep wegens zijn vermomming: helm, zonnebril en onbekende outfit.
Na de lekkere douche, controleerde ik op de kamer m'n e-mail en beantwoordde er een paar. Het was een pest, meer en meer. Ik moest mijn werk thuis loslaten en zou dat ook doen de volgende dagen. Voorlopig had ik niets om handen tot ik bij etenstijd weer dezelfde van de weinige mensen die ik voorlopig kende opzocht. Het personeelsrestaurant mocht basic ingericht zijn, het lekkere eten kwam uit dezelfde keuken als dat van de gasten. Ik had grote honger na een dag in de bergen. Ik luisterde naar ieders belevenissen: hoe de Morteratsch gletsjer gekrompen was tegen vorig jaar, de domme vragen die een rare vrouw onderweg gesteld had, de nieuwe uurregeling van het openbaar vervoer...
'Je bent aan het dromen.' maakte Eric me wakker. 'Heb je al plannen voor morgen?'
'Nog niet.'
'Fiets je morgen met mij mee, koersfiets, het is voor een hele dag?'
'Moet ik dat nu beslissen?'
'Liefst vanavond nog. Je moet een lunchpakket bestellen. Kan jij je fiets morgen missen?' richtte Eric zich tot Dirk.
'Geen probleem, ik ben de hele dag met de mountainbike weg.'
'Er zijn geen racefietsen te huur maar je ziet hoe gemakkelijk dit is opgelost. Moet je nog nadenken?'
'Beslist.' zei ik. 'Je maakt het toch niet te zwaar hé.' Ik had thuis een racefiets in de garage staan die ik in de zomer af en toe van stal haalde. Van fietsen in de bergen had ik weinig kaas gegeten.
'We klimmen licht naar Maloja, dalen de pas af, dan rijden we tot Soglio, een prachtig gelegen dorpje. Bedoeling is over de grens Chiavenna te bereiken.'
'Daar weet ik niets mee; ik wil kunnen inschatten hoe zwaar het wordt.'
'Je hebt vandaag bewezen dat je uit de voeten kan met de mountainbike, dan ga je het morgen ook aankunnen. De Malojapas moet je terug omhoog geraken. Dat lukt je wel, hij is nergens steil. Je zweet kom ik natuurlijk niet afvegen.'
Na m'n avondconsultatie die opnieuw weinig werk opleverde, dronk ik een pintje aan de toog en keek wat in het rond.
'Hé, hier zit je. Ik zocht je want ik ben iets vergeten te vragen. Heb je fietsschoenen, zal wel niet?' Het was Eric.
'Nee, die heb ik niet.'
'Dacht ik. De fiets heeft natuurlijk klikpedalen. Welke schoenmaat heb je?
'Tweeënveertig.'
'Zo klein? Wat een geluk, moet ik zeggen, ik had je grotere voeten toebedeeld. Ik heb een reservepaar bij voor als ze nat worden.
Ik heb een drieënveertig, zou moeten lukken. Kom je even passen?'
Ik dronk m'n halve pint leeg en Eric troonde me mee naar z'n kamer op de eerste verdieping.
'Waar zit jij?'
'Ook op 't eerste, de 114, helemaal aan de andere kant.'
De deur gaf toegang tot een klein gangetje met gedeeld sanitair, rechts toilet, links douchecabine en drie kamerdeuren. De linkse van de drie was de zijne.
Een tafel, een kast en een bed, meer kon op het kleine kamertje niet staan.
'Ga zitten. Hij wees naar de stoel en gaf me het paar fietsschoenen.'
Ze waren zoals verwacht ruim maar sloten goed aan. Ik deed enkele stappen.
Hij zat op bed en keek toe.
'Goedgekeurd.'
'Neem ze maar ineens mee.'
'Ik ga ze even op m'n kamer gooien. Drink je er nog eentje beneden? 't Is te vroeg om te gaan slapen.'
Hij volgde me en gleed m'n kamer mee binnen, ze keurend. 'Televisie, sanitair op de kamer en nog een tweede bed ook. Je hebt een streepje voor.'
'Volgens mij heb ik een gewone gastenkamer.' zei ik, wachtend om de deur in het slot te doen.
We zetten ons met een drankje in het salon waar plaats vrijgekomen was. Voor het eerst kon ik hem spreken zonder de aanwezigheid van ander gezelschap.
De iris van z'n ogen zou blauw kunnen geweest zijn, als je goed keek zaten er een okerkleurige tinten tussen.
Hij keek altijd serieus uit die ogen, met een ietwat verwonderde blik. Hij sprak met een uitgestreken gezicht. Ondeugend of berekend mysterieus?
'Wat studeer je?' wilde ik weten.
'Ben afgestudeerd. Vorige week. Lichamelijke opvoeding.'
'Al afgestudeerd? Dat verrast me. In ieder geval proficiat. Werk aan het zoeken of reeds gevonden?'
'Ik begin halftijds in september, vervangingscontract, zo gaat dat meestal.'
'Je laatste grote vakantie.'
'Dat denk ik niet. Ik sta wel in het onderwijs hé.'
'Vergat ik even gelukzak.'
'En jij?' We waren vertrokken voor de rest van de avond. We hadden tot in de late uurtjes kunnen doorgaan.
'Ik heb morgen een zware dag voor de boeg. Ik ga het niet te laat maken.'
Hij glimlachte fijntjes. Hij keek vragend observerend en spottend tegelijk. Hij intrigeerde me.
Twee kleine rimpels tekenden zich af op zijn voorhoofd als hij iets ernstigs kracht bij wilde zetten. Zijn fijne rechte bovenlip droeg enkele verdwaalde sproeten. Sproeten waaierden overvloedig uit van zijn neus tot over zijn kaken. Er waren er heel donkere bij. Ze zaten tot op z'n oogleden. Donkere gestroomlijnde wenkbrauwen begonnen tamelijk zwaar en eindigden op een smal streepje.
Ooit bezat hij waarschijnlijk blond haar, vermoedde ik. Uniek waren z'n oorschelpen waarvan de antihelix een bijzondere plooi vormde.
'Wat zit je naar me te staren.'
'Je hebt mooie oren.'
'Je bent de eerste die me zoiets komt te vertellen.'
'Ik zeg wat ik zie.'
'Jij hebt zeker...'
'Wat heb ik zeker?'
'Moet ik nog verzinnen.'
Onze lege pint was het sein om onze kamer op te zoeken.
We wensten elkaar goeienacht.
Laatst gewijzigd door Amexic op di 15 aug 2017, 16:40, 1 keer totaal gewijzigd.

Gesloten