En toch.............deel 10

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

En toch.............deel 10

Bericht door Hans Bernard » wo 29 apr 2015, 06:52

En toch.................


Deel 10


Pa zat al rechtop in zijn stoel en opende zijn mond, om Tijn te waarschuwen niet zo met de deuren te slaan, maar voor hij ook maar een woord kon uitbrengen, beet Tijn hem toe zijn mond te houden en goed naar hem te luisteren.
In een stortvloed van woorden, waar hij het allemaal vandaan haalde wist Tijn niet, smeet hij hem zijn optreden, zijn hatelijkheden, zijn absoluut ondraaglijk gedrag, zijn gewelddadige uitingen en zijn liefdeloze omgang met hem, voor de voeten. Pa zat totaal overdonderd in zijn stoel.
“Als je mij nog een keer zo behandeld, op wat voor gebied dan ook, dan ben je mijn vader niet meer. Ik vraag je niet om mijn homoseksualiteit te begrijpen, maar wel te respecteren dat ik anders ben dan jij. Kun je dat niet, dan lijkt het mij beter dat ik het huis uit ga. Ik word 18 en dan gaan en te staan waar ik zelf wil.”
Doodse stilte in de kamer. Tijns moeder zat lijkbleek in een hoek van de bank. Zij verwachtte ieder moment dat pa zou losbarsten. Ze zat al klaar om in te grijpen. Pa kende zijn eigen kracht niet, er zouden ongelukken gebeuren.
Het bleef echter stil. Dan stond pa op en liep zonder een woord te zeggen de kamer uit. Even later hoorden ze de voordeur en de deur van de garage. De auto werd gestart en pa reed de oprit af.

Ma stond op uit de bank en viel Tijn om de hals: “Wat heb ik jou in de steek gelaten. Ik had pa zijn gedrag moeten stoppen maar ik durfde niet. Hij heeft mij ook bedreigd,” riep ze half huilend. “Kun je het me vergeven?”
“Als je er eerder tegen in opstand was gekomen en het niet zover had laten komen, was dit allemaal niet gebeurd ma. Je hebt je eigen kind niet eens in bescherming genomen tegenover die bruut.”
Tijn duwde haar van zich af. Hij was ontzettend teleurgesteld in zijn moeders houding. Het zou nog wel een tijd duren, voor hij ze vergeven kon dat zij steeds de kant van pa had gekozen en hem nooit had beschermd tegen zijn gewelddadig optreden. Zij had er voor moeten zorgen dat pa zijn handen thuis hield.
“Laat dan nu maar zien dat je achter me staat,” zei hij. “Ik reken erop dat je me in mijn plannen steunt. Ik ga naar boven, het is voor dit moment genoeg geweest. Zorg er maar voor dat pa me met rust laat want ik sta niet voor mezelf in.”
Toen hij de trap opliep, voelde hij zich zowat gesloopt. Hij plofte neer op bed. Hoe eerder hij het huis uit was hoe beter.
Niet veel later viel hij van vermoeidheid in slaap.


Versuft krabbelde Ward overeind. Voorzichtig betastte hij zijn neus. Het bloeden was gelukkig opgehouden. Toch zou hij maar even naar zijn neus laten kijken want hij vermoedde dat die door de klap was gebroken. Tjonge wat was hij geschrokken. Hij had altijd gedacht dat Tijn een echt mietje was maar nu had hij ondervonden dat de kerel een harde rechtse had. Eigenlijk had hij wel respect voor zijn optreden, al was hij er zelf de dupe van geworden. Voor het eerst voelde hij spijt over het plaatsen van die foto's. Het was toch ook een misselijke grap om iemand zo te kijk te zetten.
“Wat is er met jou gebeurd?” Ann de Glas, die ook op weg naar huis was, boog zich bezorgd over Ward.
“Och, ik liep in gedachten tegen de poort aan en aangezien mijn neus niet bepaald de kleinste is werd hij de klos. Ik vermoed dat hij gebroken is.”
Ann, die zo haar eigen idee had over de gebroken neus, zei maar niets.
“Zal ik je even naar de eerst hulp brengen?”
“Als u dat wilt doen, dat zou wel heel fijn zijn.” Ward klaarde helemaal op. Hij genoot van haar oprechte bezorgdheid.
Even later stapten ze samen het ziekenhuis binnen. Ann had intussen naar Ward thuis gebeld en daarna naar huis om te melden, dat zij wat later zou zijn. Ze had snel bedacht dat als zij bij Ward zou blijven, ze mogelijk nog wat te weten zou kunnen komen over die fotokwestie. Het verhaal had ook in de lerarenkamer de ronde gedaan maar het fijne wist ze er niet van.
Ze waren aan de beurt en Ann liet Ward alleen de behandelkamer ingaan. Hij was oud en wijs genoeg vond ze. Maar bij de deur keerde hij zich om: “Wilt u alsjeblieft meegaan?”
Ann glimlachte. Hoe stoer hij zich ook voordeed, hij bleek ook maar een klein hartje te hebben.
De dokter had snel zijn conclusies getrokken maar keek wel erg bedenkelijk toen Ward hem vertelde onlangs een ongeluk te hebben gehad en daar een hersenschudding aan overgehouden te hebben.
“Dan is het zaak, jongeman, dat je je erg rustig houdt de eerste tijd. Maar dan wil ik nu toch een eerlijk antwoord. Hoe kom je aan die gebroken neus?”
Ward twijfelde en de arts vervolgde:”Het is heel belangrijk dat ik de echte oorzaak weet.”
Na enige aarzeling kwam de waarheid toch boven tafel: “Iemand heeft mij een klap recht in mijn gezicht gegeven.”
“Dan wil ik je graag over een paar dagen terugzien. Maak maar een afspraak met mijn assistente.”
Ward en Ann kregen een hand. Het consult was hiermee ten einde.
Nadat er een nieuwe afspraak was gemaakt, bracht Ann Ward thuis.
Bij het uitstappen vroeg Ward: “Kan ik deze week nog een gesprek met u hebben?”
“Dat kan altijd maar ik moet nu echt naar huis,” zei Ann, “kom maandag maar even langs dan kijk ik in mijn agenda en maken we dan een afspraak.”
Met een dankjewel voor alle moeite, stapte Ward uit de wagen en groette haar toen ze wegreed. Hij zocht zijn sleutels en stapte binnen, blij dat hij volgende week zijn hart zou kunnen luchten. Die klap van Tijn was dus ook ergens goed voor geweest.

Tijn werd wakker van het piepen van de slaapkamerdeur en zag op zijn wekker dat het bij tienen was. .
Zijn moeder keek om de deur. “Hoe is het met je?” vroeg ze zachtjes.
Tij bromde maar wat, dat zoveel betekende als: 'het gaat'.
“Wil je wat eten, ik heb zuurkool?”
Hij had wel honger maar geen zin in warm eten.
“Maak alsjeblieft maar wat boterhammen met kaas,” zei hij.
“Is pa al thuis?”
“Nee hij is nog niet thuis,” zei ze bezorgd.
“Laat hem maar in zijn sop gaarkoken. Hij zal wel bijdraaien.”
“Ik ga boterhammen voor je maken en ben zo terug,” zei ma.

Tegen middernacht hoort Tijn de auto van pa de oprit oprijden. Een paar minuten later ging de keukendeur open en dicht. Het bleef stil in huis. Geen opgewonden stemmen, geen geruzie, geen verwijten over en weer.

De volgende morgen verscheen pa aan het ontbijt, mompelde iets van “Goede morgen” en zei verder niets meer. Tijn voelde dat er iets veranderd was. Hij keek vragend naar ma, die hem echter beduidde zijn mond te houden. Zelfs zijn broertje was de rust zelve.
Toen pa klaar was en aanstalten maakte om op te staan, keek hij naar Tijn en zei:
“Kom, voor je naar boven gaat, eerst naar de kamer want ik wil met je praten.”
Dan stond hij op en liep de keuken uit.
“Jij opschieten, je spullen pakken en naar school,” zei ma tegen haar jongste.
Zo gauw die de keuken uit was, keek ze naar Tijn en zei zachtjes: “Maak je niet druk, ik denk niet dat je bang hoeft te zijn dat pa nog tegen je tekeer zal gaan. We hebben gisterenavond een lang gesprek samen gehad en dat is goed geweest. Meer kan ik nu niet zeggen. Ga maar gauw, want hij zit natuurlijk op je te wachten. Ik kom ook zo.”
Pa zat aan de tafel en wees op de stoel tegenover hem.
Tijn ging zitten en keek pa aan. Hij zag er moe en grauw uit.
“We wachten even tot ma er is.”
Meteen ging de deur open en kwam ze binnen.
Pa stak van wal, zo gauw zijn vrouw zat.
“Ik wil niet meer tegen je te vechten,” zei hij tegen Tijn. “Ik weet het allemaal ook niet meer. Vroeger luisterde kinderen naar hun ouders en nu moeten wij maar naar jullie pijpen dansen. Alles mag tegenwoordig en dat moeten we maar gewoon vinden. Als ik mijn vader niet gehoorzaamde sloeg hij me bond en blauw. Ik heb wat slaag gehad. En zie, nu sla ik mijn eigen zoon.”
Tijn luisterde met stijgende verbazing.
“Met de vader van Jurre heb ik daar gisterenavond een heel gesprek over gehad. Ik begin te begrijpen dat geweld niets oplost, eerder erger maakt.”
Hij stopte en zuchtte diep.
Tijn wist niet wat hij hoorde.
Dan pakte pa zijn zakdoek, snoot zijn neus en vervolgde: “Ik wil geen geweld meer maar ik weet niet of ik, als ik kwaad word, mezelf in de hand kan houden. Ik denk ook dat we nog niet toe zijn aan samen onder een dak te leven. Je bent oud en wijs genoeg om op je zelf te gaan wonen. Misschien is het beter dat je het huis uitgaat. Let wel, je bent hier altijd welkom maar ik kan het nog niet aan, je dagelijks om me heen te hebben. Ik ben bang dat we dan weer ruzie krijgen.”
“Dat hoeft toch niet,” zei Tijn zachtjes.
“Zal ik eerst een kopje koffie zetten?” vroeg ma, ook niet goed wetend wat ze nu moest zeggen. Ze ging de kamer uit en liet de twee alleen.
Tijn vroeg zich intussen af of hij pa nu niet moest vertellen van de plannen om een tijdje bij Eveline te gaan wonen. Het leek hem verstandig dat niet te doen, dat kon hij beter overlaten aan school.
Hij hield zich in en zei: “Waar moet ik dan naar toe en hoe moet ik dat betalen?”
“Dat is iets van latere zorg maar wij zullen je daarin steunen. Belangrijk is wat jij er van vindt om ergens anders te gaan wonen?”
Ma kwam binnen met de koffie en mengde zich nu in het gesprek: “Kijk jongen, wij hebben tijd nodig om alles wat er gebeurd is te verwerken. Het feit dat jij anders bent dan we gehoopt hadden, geeft spanning. We moeten onszelf kunnen zijn en niet voortdurend ruzie maken. Pa bedoelt niet dat je voorgoed het huis uit moet maar voor een tijdje en als het dan beter gaat kom je gewoon weer hier wonen als je dat wilt.”
Tijn keek naar pa, die bevestigend knikte en toevoegde: “Denk er maar rustig over na, bespreek het op school met je mentor en laten we dan samen beslissen.”
Bij het woordje school schoot Tijn verschrikt overeind, hij had al lang op school moeten zijn.
“Ik bel wel even dat je later komt,” zei ma.

Het was stil in huize Stevens. Eveline staarde door het keukenraam naar buiten en dronk van haar kopje koffie. Dat was zowat het enige waar ze wat van opknapte. Ze miste haar jongens zoals ze Milko, Jurre en Tijn noemde. Het was ook zo akelig stil in huis. Ze had tot het laatste toe stiekem gehoopt dat Tijn nog een poosje zou mogen blijven. Maar ook dat was niet gebeurd. Ze merkte ook aan Milko en Elfi dat ze hun vrienden misten met als gevolg dat die twee ook veel rustiger waren. Ze zuchtte en zag op tegen een lange dag alleen.
Ze riep zichzelf echter tot de orde en probeerde iets te bedenken waarmee de haar tijd kon vullen.
Eerst maar de tafel afruimen. Het was al bijna half elf en de ontbijtboel stond er nog. Met tegenzin begon ze aan de afwas. Bij het laatste bordje ging de deurbel. Wie zou dat zijn?
Ze trok snel haar schort uit, keek gewoontegetrouw in de spiegel of haar haren goed zaten en haastte zich om open te doen. Verbaasd keek ze haar bezoekster aan. Op de stoep stond de moeder van Tijn.

“Kom erin,” nodigde Eveline de moeder van Tijn binnen.
“Kom ik niet ongelegen?” aarzelde Tijns moeder.
“Nee hoor, u bent van harte welkom.”
“Hebt u zin in een kopje koffie?” vroeg Eveline toen ze aan de keukentafel zat.
“Graag,” antwoordde Tijns moeder.
Eveline schonk een kopje koffie in en pakte uit de keukenkast de koektrommel.
De twee vrouwen dronken stilzwijgend hun koffie.
Dan begon Tijns moeder te praten. Eerst aarzelend maar al gauw kwam er een waterval van
woorden en stortte ze bij Eveline haar hart uit. Wat Eveline er uiteindelijk van begreep was dat zij hadden moeten trouwen omdat ze in verwachting was van Tijn, die toen niet gewenst was. Pa nam hem nog altijd kwalijk dat hij de oorzaak was van hun overhaaste huwelijk. Daaruit vloeide de slechte verhouding voort tussen die twee. Tijns moeder had tranen in haar ogen en Eveline sloeg troostend een arm om haar schouder. Ze had het met haar te doen.
“Hoe is het nu met uw man?” vroeg ze.
Opnieuw volgde een onsamenhangend verhaal, waar ze toch wel uit kon opmaken dat hij er nu anders over dacht en wilde proberen zijn leven te beteren.
“Dan zijn we toch op de goede weg, niet?” zei Eveline.
“Ik hoop het, oh ik hoop het zo,” zei Tijns moeder.
“Nee, bedankt, maar ze wilde geen koffie meer, ze wilde nu naar huis want haar man wist niet waar ze was.” Ze keek enigszins angstig alsof ze verwachtte dat hij wel boos zou zijn omdat ze zonder iets te zeggen de deur was uitgegaan. Eveline had medelijden met de vrouw en hoopte dat haar man ook voor haar wat gezeglijker zou worden.
“Kom en nu flink zijn,” zei Eveline tegen zichzelf en besloot eerst boodschappen te gaan doen.



Hier eindigt dit verhaal.......... onaf, en toch........?
Of het nog eens een vervolg zal krijgen.............?
Ik weet wel, dat ik me vertild heb aan dit verhaal.
En toch........ligt het me na aan het hart.

Hoe zal het gaan met Milko, Jurre en Tijn, de drie vrienden?
En blijven Jurre en Tijn bij elkaar?
Zullen Eveline en Hans elkaar vinden?
En zal Ward inderdaad een ommekeer in zijn leven maken?
Vragen die op de plank blijven liggen.


Ik dank Oliver voor de mogelijkheid die ik heb gehad om hier verhalen te publiceren.
Dank aan mijn proeflezers voor hun steun en goede adviezen.
Uiteraard gaat mijn grootste dank naar jullie, de lezers van mijn verhalen.
Er komen helaas geen verhalen meer.
Misschien dat iemand nog eens verzucht: “En toch......... is het jammer dat hij hier niet meer schrijft.

Het ga je goed.

Hans.

Gesloten