Geluksvogels deel 10

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Wimmie
Berichten: 144
Lid geworden op: wo 01 jan 2020, 23:09
Vul het getal in: 123

Geluksvogels deel 10

Bericht door Wimmie » zo 26 nov 2023, 08:54

Geluksvogels, deel 10.

De week na de première is een gewone en drukke week. Ik moet twee keer trainen, we repeteren één keer met de band en ik heb gewoon mijn lessen. En het bijbehorende huiswerk. Ik ben heel blij dat ik gemakkelijk leer en dat ik ook goed in staat ben samen met Luc te studeren. We maken best vaak ons huiswerk samen en hebben besloten als we dat doen soms ook bij elkaar te blijven slapen. Dat lijkt ons een goede gewoonte. Op zaterdag heb ik een belangrijke wedstrijd. Zo belangrijk dat Lucas besluit een keer te komen kijken. Ik geef aan dat ik dat hartstikke leuk vind maar dat gezien het feit dat we een open boek zijn, we dat wel in de gaten moeten houden. Of we moeten accepteren dat mijn team het weet.

“Wat vind jij, Lucas, wordt het tijd het daar te vertellen, want dan is het handig als jij er bij bent.”
“Ik weet het niet. Als wij binnenkort op onze school het toneelstuk gaan opvoeren dan zijn er ongetwijfeld teamgenoten van jou die dat zullen zien en bij de nabespreking zullen zijn. Misschien is het goed eens met je trainer af te spreken om te praten over jouw coming-out daar. Per slot van rekening heb je beloofd te zijner tijd iets over het toneelstuk waar je voor repeteerde en waardoor je trainingen moest missen te vertellen, misschien is dit het moment. Maar ik zou eerst met de trainer afspreken.”
Ik mail mijn trainer dat ik graag snel na een training met hem wil praten. Hij kiest voor de eerste training in de week. Na afloop gaan we even in de kantine zitten. Hij vraagt me wat ik wil bespreken. Ik leg hem de hele situatie uit. Hij is heel erg benieuwd naar het toneelstuk en vraagt of hij een keer mag komen kijken. Uiteraard mag dat, wellicht kan dat als we op onze school optreden. Ik beloof dat met de rector te bespreken als we daar over overleggen. Wat mijn vraag betreft hoe hij aankijkt tegen een coming-out zegt hij dat ik daar niet benauwd voor moet zijn. Iedereen weet van hem dat hij gay is en met een man is getrouwd. Dat is nog nooit een probleem gebleken. Dus lijkt het hem goed naar aanleiding van de gehouden première het team er meer over te vertellen. We spreken af dat ik dat na de tweede training zal doen. Dat maakt het voor Lucas ook makkelijker er zaterdag bij te zijn.

Ik vind het best wel spannend, als ik na de tweede training die week in de kleedkamer de aandacht vraag. De trainer blijft er bij, nadat hij gevraagd heeft of het team daar problemen mee heeft. Het team reageert: waarom zouden we?
Ik vertel dat ik beloofd het iets te vertellen over het toneelstuk waar ik voor repeteerde en waar ik soms een training door miste. Ik vertel dat ik dat samen met mijn bandgenoot, die ook toneel speelt, mag doen na een uitgebreide casting en dat het een verhaal is over twee jongens die elkaar vinden. Dat ik al eerder ontdekt had dat ik gay was en bovendien dat ik al jaren verliefd was op de jongen met wie ik nu dat stuk speel, maar het er met hem niet over durfde te hebben. En dat voor hem hetzelfde gold. Dat we toen we het stuk samen speelden en daarin moesten zoenen, we al zoenend van en bij elkaar ontdekten dat we dat niet zomaar in een rol deden, maar dat we dat allebei heel graag wilden. En dat we sindsdien samen zijn. Dat ik het nu vertel omdat mijn vriend zaterdag naar de belangrijke wedstrijd wil komen kijken en het dan handig is dat zij het weten, omdat als wij samen zijn veel mensen dat gewoon aan ons zien, ook al zitten we helemaal niet aan elkaar.
Als ik uitgesproken ben kijk ik rond. “Ik wil graag weten of er nu voor jullie iets verandert. Of ik nog dezelfde Andrea ben als voordat ik jullie dat vertelde.” Als ik dat gezegd heb schieten een paar jongens in de lach. “ik heb je net niet zien veranderen. En daarvoor trouwens ook niet”, zegt de aanvoerder van het team. “Jij bent onze spits en ik hoop dat je gay of niet, nog veel doelpunten gaat maken. Dus niet te veel seks voor de wedstrijd want dat put je uit, weet ik uit ervaring.” Nu begint iedereen te gniffelen, want iedereen kent zijn vriendin wel. Ik kijk nog eens rond. “Als er iemand moeite mee heeft dat ik gay ben zou ik het graag willen weten. Dus als je het moeilijk vindt het nu in de groep te zeggen, je kunt me altijd appen, kunnen we er misschien over praten. Als ik iets kan uitleggen zal ik dat graag doen.”
Het blijft verder stil. Een paar jongens reageren. Eentje reageert door te zeggen: “Voor mij is het geen probleem, Andrea, ik voetbal samen met je en ik hoef je niet te kussen. En samen douchen doen we al jaren en in die tijd dacht je vooral aan Lucas (zo heet je vriendje toch?) en had je weinig interesse in ons.”
Nu schiet iedereen weer in de lach. De trainer zegt: “En nu snel douchen en wegwezen, het volgende team heeft de kleedkamer zo nodig!”

Zoals altijd fietsen we als groep weg en haakt er steeds iemand af als die een zijstraat in moet. Tot mijn geruststelling is er niets veranderd. En ook deze kogel is door de kerk: mijn voetbalteam weet het nu ook. Thuis app ik direct naar Lucas met het nieuws.
En dus is Lucas zaterdag bij de belangrijke voetbalwedstrijd. We hebben een sterke tegenstander. Die was vorig jaar kampioen in onze pool, dus we moeten wel laten zien wat we kunnen. Ik scoor twee keer, maar ook de tegenstander weet twee keer te scoren. We lijkt met gelijkspel de wedstrijd te eindigen. Best een resultaat om tevreden te zijn. Tot vlak voor het eind een teamgenoot weet door te breken. Ik ren naar voren en probeer een vrij plekje te vinden. Dat lukt en ik probeer zo hard mogelijk richting doel te spelen. En dat lukt. Het staat 3-2. En helaas voor onze tegenstander, na 2 minuten blaast de scheidsrechter het eindsignaal van de wedstrijd en hebben wij gewonnen.
We gaan bijna uit ons dak van vreugde. De keeper van de tegenstander komt mij feliciteren. Heel sportief. Als we naar de kleedkamer gaan wenk ik Lucas. Dat hebben we afgesproken: hij gaat mee om zich aan mijn teamgenoten voor te stellen.
“Jongens, dit is mijn vriend Lucas. Jullie zien hem misschien wel vaker, nu jullie weten dat wij wat met elkaar hebben. En dat is dan weer het voordeel van een jongen als vriend hebben en geen vriendin: die kan niet mee naar de kleedkamer, maar een jongen wel.”
Een aantal teamgenoten lopen naar Lucas toe en stellen zich voor. Dan volgt iedereen, inclusief onze trainer. Die voegt tot algehele hilariteit nog toe: “Zorg wel dat Andrea in conditie blijft, want zo winnen we nog eens onverwacht een wedstrijd.”
Na de wedstrijd fietsen we samen weg, ik fiets naast Lucas en we kijken elkaar tevreden aan. “Goed gegaan, Andrea, zowel de wedstrijd als mijn kennismaking. Je hebt leuke teamgenoten.”

We hebben intussen het aanmeldingsformulier voor de regionale talentenjacht als band ook gemaild naar het contactadres en dat onze muziekleraar gemeld. We hebben nog niets gehoord maar onze muziekleraar heeft beloofd het voor ons in de gaten te houden.

De week daarna, op maandag na de lessen, hebben we een gesprek op school met de regisseur van ‘Verstoppertje’ , de rector, mijn moeder en Lucas’ vader.
Er moet gesproken worden over onze mogelijkheden om het stuk te spelen, op scholen, maar soms ook in zalen waar iedereen kaartjes voor kan kopen. Dat biedt scholen, maar ook anderen, de mogelijkheid kennis te maken met het stuk.
De regisseur legt uit dat het de bedoeling is om op vrijdag naar zalen bedoeld voor scholen te gaan. Dan kunnen we daar aansluitend op zaterdagavond nog een voorstelling geven voor anderen, afhankelijk van waar we spelen. Als we op een school zelf spelen dan zal het beperkt blijven tot die school. Als we in een zaal spelen waar scholen dan naar toe komen kunnen we twee dagen achter elkaar spelen, op vrijdag voor één of meer scholen en op zaterdag voor wie maar een kaartje wil kopen.
Voor onze school betekent dit dat wij van tijd tot tijd een vrijdag niet op school zullen zijn. De rector pakt er de roosters bij en hij heeft het overzicht met de vorderingen van Lucas en mij er bij gehaald. Hij vergelijkt de vakken met onze vorderingen en zegt dan dat hij er geen enkel probleem mee heeft als wij om en om een vrijdag de lessen missen. Wordt het vaker dan zal er iets rond de gemiste lessen geregeld moeten worden. Maar gezien onze resultaten heeft hij er alle vertrouwen in dat het zal lukken. Hij heeft wel één voorwaarde: onze school moet in het begin in de reeks voorstellingen worden opgenomen.
Lucas en ik kijken elkaar aan. Ik zie aan Luc’s zijn gezicht dat ik het wel weet. “Wat ons betreft is dat geen probleem. Vroeg of laat moet het toch en wij zijn in het stuk onszelf. En op je eigen school starten heeft ook wel iets. Als het te realiseren is, vinden wij een start hier uitstekend.”
De rector reageert: “Dat regelen wij dan wel. Ik kan en wil alle kanten op. Maar ik zou het niet kunnen verteren als jullie eerst een aantal andere scholen hebben bezocht voordat jullie hier zouden komen.”
Onze regisseur antwoordt: “Geen probleem. Dat gaan we plannen.”
Hij wil nog wel een bevestiging van onze ouders dat zij akkoord zijn. Lucas’ vader reageert dat hij dit als nuttig ervaart en er van overtuigd is dat ons schoolwerk er niet onder zal lijden. Mijn moeder geeft aan dat ze blij is dat wij aan een dergelijk belangrijk project kunnen bijdragen.
De regisseur belooft binnenkort met een planning van dagen te komen zodat wij daar rekening mee kunnen houden.
Als wij vertrekken zegt de rector nog eens dat de school alle medewerking zal verlenen mits onze schoolresultaten daar niet onder lijden, maar dat hij er alle vertrouwen in heeft dat dit niet nodig is. Daarom raadt hij ons aan hulp te vragen als we denken dat dit nodig is.

In de loop van de week (verder voor ons een normale week) ontvangen wij het schema van de regisseur. Er blijken al 5 voorstellingen op te staan. In zijn mail schrijft hij dat er veel belangstelling van scholen is. Dat komt ook omdat de studenten orthopedagogiek het helemaal zien zitten en zelf scholen zijn gaan benaderen. Dat betekent wel dat er een soort wachtlijst ontstaat. En dat misschien de vraag komt of wij 3 vrijdagen in de maand naar een school zouden kunnen gaan.
En wat een verrassing: de eerste school waar wij optreden is onze eigen school. Over twee weken. Ik lees de email eerder dan Lucas, want als ik het gezien heb bel ik Lucas. Die is net als ik blij verrast. Eigenlijk vinden we het wel een heel goed idee op onze school te beginnen: een kritischer publiek zal er niet zijn omdat daar heel veel jongeren ons kennen, van onze band ‘De Afstanden’ en de schoolfeesten waar we hebben opgetreden. Als we daar positief doorheen komen zullen andere scholen gemakkelijker zijn. Tenzij je scholen hebt waar heel veel tegenstand zou bestaan tegen homo’s, maar wij vragen ons af of die scholen het toneelstuk wel zullen aanvragen.
We laten de regisseur weten dat we heel blij zijn met deze keuze. Hij vraagt terug of wij nog willen repeteren voor die tijd. Wij vragen hem of hij het nodig vindt. “Als jullie er geen behoefte aan hebben hoeft het van mij ook niet. Jullie zitten heel goed in het stuk en ik heb er alle vertrouwen in.”
Lucas reageert: “Wij ook!”

Dan is het wachten op die vrijdag. Wij hebben de voor ons de normale drukke weken. Voor mij het voetballen, de band en het schoolwerk. En natuurlijk op de eerste plaats: Lucas! Voor Lucas mij, de band en het toneel. Lucas is op school weer begonnen met toneel. Zonder een rol voor de volgende voorstelling, maar gewoon voor de andere oefeningen, zoals improvisatie.
Met de band gaat het steeds beter. We hebben inmiddels een bevestiging gekregen van de regionale talentenshow. We zijn geselecteerd en horen wel wanneer wij voor opname worden verwacht. Alles zal tevoren worden opgenomen en daar mogen we helemaal niets over vertellen, anders is de lol van de serie uitzendingen eraf. Wij repeteren dus door en denken weer aan nieuwe nummers. Ik denk aan nummers van gIANMARIA, een Italiaanse rapper die uiteraard in Nederland niet bekend is maar die wel prachtige nummers heeft geschreven en gezongen.
Dan komt de vrijdag dat wij ‘Verstoppertje’ op school gaan spelen. Dat zal in de aula zijn, waar een podium is. De affiche van het stuk hangt al twee weken op een aantal plaatsen op school. Het decor wordt vrijdag heel vroeg opgebouwd en wij zullen het stuk om 9 uur gaan spelen. Dat is voor ons een nieuwe tijd om te spelen en best wel vroeg. En ’s middags zullen wij het weer spelen.
Alle groepen 4en 5 HAVO en 4, 5 en 6 VWO zijn uitgenodigd, oftewel, moeten verplicht aanwezig zijn. Omdat onze foto’s en namen als spelers op de affiche staan hebben al flink wat mensen ons naar het stuk gevraagd. Wij hebben afgesproken er niets over te zeggen. We zeggen alleen: ‘kom vrijdag, dan weet je wat je nu vraagt. En daarna mag je mij vertellen wat je er van vond. Want dat wil ik heel graag horen’.

Als het 9 uur is zit de aula knap vol. Er zijn niet alleen leerlingen van onze school. Ik heb geregeld dat degenen die bij mij op toneel zitten en uiteraard ook heel benieuwd zijn naar wat ik de tijd dat ik er niet was heb gedaan er ook bij mogen zijn. En mijn voetbaltrainer is er. Dat betekent dat er onbekenden van allerlei leeftijden op de eerste rij zitten, op voor hen gereserveerde plekken. Vanuit de coulissen zie ik dat ze er allemaal zijn, inclusief mijn regisseur!
Dan is het negen uur. In de zaal gaat het licht uit. Lucas en ik nemen onze plek in en als wij zo ver zijn gaat een beetje licht aan en wij beginnen. Het loopt lekker. Lucas en ik zitten goed in het spel, wij spelen naar ons idee opnieuw de sterren van de hemel. De zoenscenes zijn intens, wij willen met name onze klasgenoten, die er uiteraard allemaal zijn, laten zien hoe het tussen ons zit. Het hele stuk blijft het muisstil. Niemand lacht hoorbaar. Als aan het eind het licht uitgaat en een tijdje uitblijft zodat wij ons achter de coulissen terug kunnen trekken, blijft het muisstil. Als het licht dan weer aangaat en wij teruglopen naar het podium blijft het ook eerst stil. Tot iemand begint te applaudisseren en dat applaus lijkt niet op te houden. Lucas en ik hebben afgesproken dat we maar 2x teruggaan, daarna sterft het applaus uit en komen de studenten die het gesprek gaan begeleiden naar voren en vragen ons er bij te komen. Doordat zij meteen beginnen zich voor te stellen en met het gesprek beginnen, krijgt de zaal de kans niet meer om met applaus te komen. De studenten beginnen met wat algemene vragen. Dat is de afspraak. Vragen naar wat het stuk wil zeggen en wat ze daarvan vinden. Het gesprek komt al heel snel op homo zijn en het pesten van jongens en meisjes die homo zijn of waarvan men denkt dat ze dat zijn. En het waarom van dat pesten en wat het met degenen die gepest worden doet.
Er worden wat cijfers genoemd en je ziet dat de zaal ervan schrikt: 8% van de homo- en 6% van de biseksuele mannen en 10% van de homosexuele vrouwen heeft ooit een zelfmoordpoging ondernomen. Nog duidelijker: zelfmoordpogingen onder lesbische, homo- en biseksuele jongeren komen 4,5 keer vaker voor dan onder heteroseksuele leeftijdgenoten. Van transgenderpersonen heeft maar liefst 21% een poging gedaan.

Op de vraag wat men hiervan vindt blijft het even stil. Dan reageert iemand uit mijn klas “Dat had ik niet gedacht, daar schrik ik echt enorm van. Dat betekent, als ik er zo over nadenk, dat pesters de kans lopen degene die zij pesten, het slachtoffer, zeg maar, richting zelfmoordpoging te sturen. Als je als pester dat achteraf merkt, doe je dat dan gemakkelijk af of zit je daar behoorlijk mee?”
Een van de studenten vertelt dat in Frankrijk 8 maanden geleden ophef is ontstaan over de zelfmoord van een 13-jarige jongen. Hij zou zichzelf van het leven hebben beroofd nadat hij was gepest op school. Vier kinderen van zijn school zijn aangehouden vanwege het treiteren. Zij kunnen tot tien jaar cel krijgen, als gevolg van een nieuwe Franse wet. Er wordt aan toegevoegd dat Margrite Kalverboer, de kinderombudsvrouw er onlangs voor heeft gepleit om ook in Nederland pesten strafbaar te maken.
De zaal reageert geschokt. “Wordt er op deze school volgens jullie gepest?” wordt de zaal uitgedaagd.
Het blijft lang stil. Dan zegt een leraar: “Ik weet via een e-learning die ik heb gevolgd over dit onderwerp dat er best wel lastige problemen zijn. Vast ook op onze school. En wat moet je dan doen, als leraar, of als leerling? In die e-learning ging het bijvoorbeeld over een leerling die z’n lunch op het toilet opeet, geen aansluiting zoekt met andere leerlingen en soms spijbelt omdat hij zich schaamt voor zichzelf. En wat kun je betekenen voor een leerling die met zichzelf in de knoop zit en zichzelf beschadigt? Ik vind het moeilijk, te meer daar ik niet weet hoeveel invloed ik kan hebben op de pesters die ik meestal niet eens ken!”
Een meisje, een populair klasgenootje van Lucas zegt hij mij later, vertelt dat zij de documentaire ‘Eindeloos Gepest’ heeft gezien, het verhaal van de 14-jarige Maryana, die zichzelf van het leven beroofde. Dit omdat zij jarenlang moest omgaan met pesters. “Na het zien van die documentaire hadden mijn ouders, mijn broer en ik allemaal de tranen in onze ogen. Wij hebben er toen over nagepraat en het voornemen gemaakt om nooit te pesten en als we het zien te kijken of we er iets aan kunnen doen. Net als dit toneelstuk, hierbij had ik ook de tranen in de ogen aan het eind, ik durf dat best te zeggen, zijn het schreeuwen om hulp van leeftijdsgenoten van ons die gepest worden.”

Het is een heel goede discussie. De rector besluit de bijeenkomst om 12 uur! Hij zegt dat de school een programma heeft tegen pesten en hij vraagt iedereen daaraan mee te werken. En hij haalt nog even de vertrouwenspersoon voor de leerlingen op het podium en vraagt iedereen die het idee heeft dat hij of zij hulp nodig kan hebben, naar haar toe te gaan. “Je hoeft er niet alleen voor te staan. Heb vertrouwen in onze vertrouwenspersoon. Die kan je helpen, echt….”
Na deze voorstelling lopen Lucas en ik de zaal in. Direct komen een aantal klasgenoten van Lucas en mij onze kant op. Maar wij lopen eerst naar de mensen van mijn toneelclub die er zijn. Ik vraag wat ze er van vonden. “Emotioneel” krijg ik als antwoord van mijn tegenspeler van vorig jaar. “Was dat zoenen niet heel erg moeilijk?” vraagt één van de oudere dames die ook meespelen. “Neen hoor”, reageer ik, alleen de eerste keer en daarna vonden we het steeds fijner, elke keer weer. “Betekent dat, dat jullie…….?” Ze maakt haar zin niet af en kijkt ons om de beurt aan. “Ja”, reageert Lucas, “die eerste keer ontdekten we pas wat we al jaren voor elkaar voelden. En wat we nu op het toneel mogen laten zien.” Iedereen schiet in de lach, maar er zijn flink wat mensen uit mijn toneelclub die mij verbaasd aankijken. “Dat had ik nou nooit gedacht, dat jij gay zou zijn.” reageert een ander. “Val ik je tegen?” reageer ik. “Na wat ik je heb zien doen op het toneel, vanmorgen, durf ik heel hardop te zeggen: bepaald niet!”
Van onze klasgenoten krijgen wij soortgelijke reacties: ze hadden het niet verwacht, nooit iets aan ons gezien. Op mijn vraag wat ze er van vinden reageren ze allemaal dat het prima is. Als ik vraag of dat door het toneelstuk komt reageren ze dat ook zonder het toneelstuk het helemaal ok was.

Als Lucas en ik na de tweede voorstelling ’s middags, die net zo goed verloopt, naar huis fietsen, Lucas gaat vandaag met mij mee, zegt hij: “Dit is nog veel beter gegaan dan ik in mijn mooiste dromen had kunnen bedenken….. We hebben voor en na de opvoeringen alleen positieve reacties gehad, klasgenoten waren zelfs onder de indruk.”
“Ik ben het met je eens. Volgens mij zijn wij geluksvogels.”
“Maar misschien dat we zelf het geluk ook wel een beetje positief beïnvloeden, door wat wij doen met onze band ‘De Afstanden’ en met dit stuk ‘Verstoppertje’. Dat is niet allemaal onze verdienste, ik realiseer me dat heel goed, maar doordat wij met onze talenten doen wat wij kunnen, geholpen door onze ouders en onze broer en jouw zus, hebben we natuurlijk wel een aardige voorsprong op de doorsnee gay-jongere van onze leeftijd. En waarschijnlijk hebben we ook nog ons uiterlijk mee en het feit dat we makkelijk kunnen leren. Kortom: ik realiseer me eens te meer dat wij geluksvogels zijn, zeker omdat wij elkaar hebben gevonden. En dat was misschien wel de moeilijkste opgave van alle opgaven.”
Ik kijk Lucas verbaasd aan. “Waar haal jij al die wijsheid zo maar ineens vandaan? Het klink alsof je hier tijden op hebt zitten broeden.”
“Dat is absoluut niet waar. Maar vanmorgen onder de discussie het de zaal realiseerde ik mij dit ineens. Want hoe anders zou het zijn geweest als mijn ouders al jaren aan de drank en de drugs geweest waren. Als ze mij van jongs af aan mijn lot hadden overgelaten. Als ik er niet leuk uit had gezien doordat ik een enorme brandplek in mijn gezicht had door een ‘ongelukje’ als klein kind. Als ik niet makkelijk zou kunnen leren. Als ik het pispaaltje van de klas was geworden. Hoe anders was mijn situatie dan geweest. Kijk, die jongeren zien wij bijna niet bij ons op school. Bij ons kan je minimaal HAVO doen, dat geeft echt een ander soort jongere volgens mij. Hoeveel klasgenoten van ons roken er eigenlijk? Het zijn er maar een paar. Dat zegt ook iets over de hele sfeer, de hele mentaliteit. Ik realiseerde mij ineens dat wij gewoon enorm hebben geboft. Dat wij alle reden hebben daar dankbaar voor te zijn. Dat wij waarschijnlijk nooit zo wanhopig zullen worden dat zelfmoord de enige uitweg lijkt. Ik heb het ook niet altijd even gemakkelijk gehad. Maar dat was absoluut niets vergeleken met wat andere jongeren mee hebben gemaakt en nog steeds meemaken. Ik had het mij een stuk makkelijker kunnen maken door eerder met mijn ouders te gaan praten, door eerder met jou te gaan praten. Dat was risico lopen, maar heel beperkt risico. Mijn ouders wisten het al tijden van mij, dat ik homo was, wachtten alleen tot ik er mee zou komen en dus op een goed moment. Dat goede moment had ik uiteindelijk zelf in de hand. Ik heb het niet gepakt. Ik, laat ik het breder nemen: wij, hebben helemaal niets te klagen. Wij hebben heel, héél veel geluk gehad. Waar we dat aan hebben verdiend weet ik niet, maar het is iets waar wij van kunnen genieten. En daarom ben ik zo blij dat wij dit toneelstuk kunnen brengen. Blij dat we misschien iets kunnen betekenen voor jongeren die veel minder geluk hebben gehad dan ik, dan wij. Daarom ben ik zo blij dat we als we de kans krijgen voor iets nieuws, we gewoon die kans grijpen. Dat we met alle talent dat we zonder dat we er iets voor hebben gedaan, met dat talent misschien iets voor anderen kunnen betekenen. En dat we dat kunnen terwijl we iets mogen doen waar we zelf heel veel plezier in hebben.”

We zijn inmiddels bij mij thuis aangekomen. Ik kijk Lucas verbouwereerd aan. “Lucas, wat jij allemaal zegt is zo waar. Ik ben het helemaal met je eens. Flarden van wat jij zojuist hebt gezegd heb ik de laatste tijd ook wel bedacht. Maar zo mooi als jij het met elkaar in verband net hebt verwoord, ik bewonder je daarom. Ik ben zo blij dat wij samen iets hebben, dat jij mijn vriend bent, niet in de zin van beste vriend, zoals het eerst was, maar als mijn vriend, waar ik van houd en van mag houden, waar ik als het kan mijn leven mee wil delen. Lucas, om het in vier woorden te zeggen: ik houd van jou!”
“Ik houd ook van jou, Andrea.”
We gaan naar binnen. Mijn moeder en Lucia zitten in de keuken.
“Wat hoor ik, is het meer dan fantastisch gegaan?” vraagt mijn moeder.
Ik kijk haar vragend aan. “Dat meldde Lucia mij, het is het gesprek van de dag op school, kennelijk. En de klas van Lucia heeft samen met de parallelklassen de vraag bij de rector neergelegd of zij ook een voorstelling mogen hebben.”
Ik kijk Lucas aan. “Wij zijn echt geluksvogels, net zoals je onderweg zo mooi zei.”
Lucas glimlacht naar me.
Mijn moeder kijkt me vragend aan.
“Ja, Lucas heeft op weg van school naar hier schitterend verwoord hoe wij boffen, met eigenlijk alles. En dat dat niet onze eigen verdienste is geweest. En ik ben het met hem eens.”
“Jullie verdienste is dat jullie je voor 100% inzetten en willen geven, ook al is het soms lastig. En dat is heel wat waard.”
“Voordat wij van verwaandheid naast onze schoenen gaan lopen: we nemen wat drinken mee en gaan huiswerk maken. Ondanks alle succes moet dat ook nog!”
“En dat bedoel ik nu juist”, zegt mijn moeder.
We gaan naar boven, waar ik mijn laptop opstart en kijk of er nog wat belangrijks binnen is gekomen. Er blijkt een mail te zijn van de organisatie van de regionale talentenjacht organiseert. Wij zijn uitgenodigd voor een opname, over drie weken!

Gesloten