ZWEDEN... EEN EINDE - hoofdstuk 11

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

ZWEDEN... EEN EINDE - hoofdstuk 11

Bericht door Lucky Eye » wo 17 jul 2013, 16:13

ZWEDEN… EEN EINDE

Een verhaal van Lucky Eye



Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



Hoofdstuk 11

"Ben je blij dat je gebeld hebt?"

Johan knikte. Er was angst geweest om het te doen en zijn stem moest enorm raar geklonken hebben met al die trillingen erin maar... hij had het toch gedaan. Toch Kees gevraagd of ze met elkaar konden praten. En die malle Kees de Wit had gezegd dat hij eraan kwam! Toen Johan het contact verbrak had hij Anna raar aangekeken en Kees' woorden herhaald. Zij had alleen maar geglimlacht. En er was iets met die glimlach. Alsof... Lang tijd om verder na te denken over Anna's glimlach had hij niet want de voordeur van haar woning ging open en Kees stapte naar buiten. Kees!!! Johans mond viel van verbazing open en ineens begreep hij de glimlach van Anna maar al te goed. Toen Kees voor hen stond, begon Johan opnieuw te huilen.

Snel maakte Anna plaats zodat Kees naast Johan kon gaan zitten. Ze zag hoe Kees zijn armen om Johan heensloeg, hem begon te knuffelen en hoorde hoe hij lieve, troostende woordjes tot hem sprak. Op haar beurt moedigde ze Kees aan door haar hand op zijn schouder te laten rusten en er af en toe eventjes in te knijpen. Ze wist dat hij het nodig had. Was er de afgelopen weken getuige van geweest hoe Kees had geleden onder Johans tocht naar de rand van de afgrond. Regelmatig was hij bij haar geweest om zijn hart uit te storten en zij had geluisterd zoals zij zo-even had geluisterd naar Johan. Samen hadden ze ook hun plan van aanpak uitgewerkt. Hun plan om Johan weer terug te krijgen uit de greep en macht van de duisternis die hem leek op te slokken. Omdat hij halsstarrig bleef weigeren zich tegenover hen uit te spreken, waren ze tot de slotsom gekomen dat er een breekpunt nodig was. Een punt waarop Johan zelf tot het inzicht zou komen dat hij afdreef naar de klippen. Alleen dat zou er waarschijnlijk voor kunnen zorgen dat er inzicht kwam. Natuurlijk had Kees gewoon kunnen blijven en wachten totdat dat punt bereikt zou worden maar, zo hadden ze het idee gehad, als ze dat iets konden versnellen, zou het mooi zijn. En daarom was het plan geboren dat Kees zijn spullen zou pakken en zou weggaan. En... met een hernieuwde glimlach op haar gezicht vierde ze dat het gelukt was. Missie geslaagd!

"Waar kom je nou zo ineens vandaan?" zei Johan toen hij wat rustiger was geworden.

"Ik ben nooit weggeweest, Johan. Als je al iets gezien hebt toen ik vertrok, was het dat ik wegreed in mijn auto maar... niet dat ik achter het huis van de buurvrouw parkeerde en bij haar weer naar binnenging."

"Een opzetje van jullie beiden?"

"Ja. Maar we hebben wel de hele club van mensen die zich zorgen maken om Johan erbij betrokken."

"Huh?"

"Je vader, Olaf, Timothy en Edward bedoel ik. Zij maakten zich net als wij vreselijk zorgen om jou. Merkten hoe je afdwaalde en... het leek echt alsof we je niet terug konden krijgen, Johan. Het was vreselijk gewoon om dat te moeten aanzien."

"Het spijt me dat het gebeurd is, Kees. Ik ben een stom... "

"Niet jezelf gaan oordelen en veroordelen, Johan. Niet doen. Nergens voor nodig. Het belangrijkste is dat wij hier nu met z'n drieën zitten. Dat je Anna in vertrouwen hebt genomen, tenminste dat neem ik aan, en dat je mij gebeld hebt."

"Ja, dat is het ook. Ik moet je zoveel vertellen, Kees."

"Ja, schatten dat moeten jullie. Praten met elkaar," onderbrak Anna hun gesprek. "Maar ik wil voorstellen dat jullie dat binnen gaan doen. Ik maak dan thee voor jullie en daarna verdwijn ik."

"Nee," reageerde Johan prompt. "Ik zou heel graag willen dat je er bij blijft, Anna. Niet omdat ik niet één-op-één zou willen praten met Kees of zo maar gewoon omdat ik misschien iets vergeet te zeggen en dat zou ik niet willen. Jij weet wat ik gezegd hebt en kunt me aanvullen als dat nodig is. Weet alles wat er met me gebeurd is en ik wil dat Kees dat ook allemaal weet."

"Goed, doen we," sprak Anna en ging de jongens voor naar Johans huis. Binnengekomen draaide ze snel de thermostaat van de centrale verwarming op en in de woonkeuken stak ze de allesbrander aan.

Kees en Johan waren aan tafel gaan zitten en praatten zachtjes met elkaar. Ze lieten voor zich zorgen, wetende dat Anna dan de rol speelde die haar op het lijf geschreven was. Het water kookte snel en werd opgeschonken wat een bijzondere geur verspreide. Zo bijzonder dat Kees Johan aanstootte en hem fluisterend vroeg wat voor thee het was.

Anna had de vraag echter gehoord en antwoordde: “Troostthee, Kees. Een oud recept van Soile. Lavendel, kamille en valeriaan. En voor Johan in elk geval een paar theelepels druivensuiker er in. Jij ook?”

Kees vond het prima. Toen Anna een dampende beker voor hem neerzette, bracht hij meteen zijn neus erboven.

“Niet ruiken, Kees,” lachte Johan hem toe. “Gewoon drinken. De geur is niet echt lekker maar de smaak is prima.”

Kees probeerde het voorzichtig omdat het vreselijk warm was en ja… de smaak was inderdaad uitstekend.

Na een paar kleine slokjes genomen te hebben, begon Johan te vertellen. Af en toe was het nodig dat Anna iets inbracht maar grotendeels kon hij alles reproduceren, soms in een iets andere bewoording, wat hij eerder onder woorden had gebracht. "En dat is zo'n beetje alles wat er de afgelopen tijd met mij aan de hand was," zo besloot hij. "Maar het meest belangrijke is het inzicht dat ik opdeed door mijn medaillon." Hij haalde het uit zijn broekzak tevoorschijn. "Toen ik er in mijn wanhoop te hard aan trok, knapte de ketting en liep ik een wond op in mijn nek." Hij zag hoe Anna op wilde staan. "Nee, nu nog niet, buuf. Straks mag je het bekijken en verzorgen maar het stelt niets voor. Echt niet. Maar het was wel belangrijk voor me. Heel belangrijk. Ik zag het bloed aan mijn hand en besefte dat mijn moeders bloed door mij stroomt. Dat ik haar nog steeds enorm mis. Gemist heb ook omdat ik altijd alles met haar mocht delen, kon delen en dat ook deed. Geen onderwerp was tussen ons tweeën te gek. Ik kon echt altijd alles kwijt bij haar. En dat... dat kon niet meer. Dat delen met haar was onmogelijk. Mijn fout! Mijn beperkte blik die ervoor zorgde dat ik af begon te dwalen. Steeds verder afdwaalde. Verloren dreigde te gaan zowat. Het klinkt dramatisch maar het voelde wel zo voor mij. Een vreselijk gevoel. Een gevoel dat ook steeds weer terug kwam. Dat een stem begon te krijgen. Een stem die me steeds van alles en nog wat influisterde en er maar vooral op bleef hameren dat ik van alles en nog wat fout had gedaan. Me steeds veroordeelde. Steeds weer oordeelde over alles wat ik allemaal verkeerd had gedaan. Anders had moeten doen. Geloof me, ik snap nu heel erg goed hoe mensen tot wanhoop gedreven kunnen worden door hun eigen gedachten omdat ik... ik daar ook ben geweest.” Opnieuw neemt Johan een paar slokjes van de thee. De thee die zijn moeder ook altijd voor hem klaarmaakte als hij haar troost nodig had. Hij weet het nog zo goed. “En dan was er nog dat lied. Het lied dat mijn moeder zo vaak zong in de winter. Ik stond voor het raam en keek de tuin in. Zag dat alles dood was. Dat er niets meer leefde. En toen was er ineens die melodie. Ik ken de tekst niet zo goed maar jij vast wel, buuf.”

“Bedoel je ‘In the Bleak Midwinter’?”

Johan knikte. Dat lied bedoelde hij inderdaad. Een lied dat aangeeft dat de winter niet de periode van dood zijn is maar van voorbereiden op. Voorbereiden op de lente die zeker gaat komen. Hij vroeg Anna of ze het voor hem wilde zingen. Duidelijk zag hij dat Anna het er moeilijk mee had maar toch zette ze in.

In the bleak midwinter frosty wind makes moan,
Earth is hard as iron, water like a stone.
Snow is falling snow on snow, snow on snow.
In the bleak midwinter just like long ago.

Roots and seeds lie sleeping under mounds of snow,
Dreaming dreams of green leaves, and stems where flowers grow.
The Earth will soon be soft again, water will soon flow.
Flowers wake from winter dreams, and in bright colors glow.

In the bleak midwinter spring buds do not show,
Hiding, waiting, dreaming in their roots below.
See the flowers through the snow, see them bright and fair.
In the bleak midwinter they perfume the air.

Anna’s stem klonk net zo mooi als toen ze eerder voor hem gezongen had, vond Kees. En ook dit keer ontroerde het lied hem. De tekst begreep hij zonder de tekst te hoeven lezen. Ook dankzij de introductie van Johan natuurlijk. Het was prachtig. Maar hij kende de melodie ook ergens anders was. Waarvan dan toch? Lang daarover nadenken hoefde hij niet want Anna kwam met de uitleg.

“Oorspronkelijk is het een christelijk lied dat verhaalt over het kerstgebeuren maar in de zentraditie van Thich Nhat Hanh wordt deze tekst gezongen. Een tekst die ons aanspoort om alles in alles te zien.”

“Ja,” viel Johan haar bij, “midden in de winter kun je het voorjaar al zien en ruiken. Zelfs als er een dik pak sneeuw ligt. Je weet gewoon dat er in de grond allerlei voorbereidingen klaar liggen voor de lente. De lente die weer vol zal zijn van geuren en kleuren. En in mijn geval, op dat moment, op diepe, donkere, zwarte momenten kun je ook het licht ineens zien. Kun je toch zien dat je er niet alleen voor staat. Ik besefte me vlak voor de afgrond dat ik mensen om me heen heb die van me houden." Johan legde beide handen open op tafel neer en zag hoe zijn tafelgenoten zijn gebaar begrepen. Hun handen in die van hem. Het voelde goed. Enorm goed die verbondenheid. "Bedankt. Ik had veel eerder aan jullie beiden moeten denken. Ik had met jullie kunnen praten. Jullie vroegen me keer op keer om erover te praten maar ik zag het niet. Maar... ik wil er ook niet langer voor laten boeten. Ik heb genoeg pijn gehad. Ik wil het niet meer. Die stem in mijn hoofd moet zijn mond houden." Een tijdje bleef het stil. Johan zag dat Anna zachtjes huilde maar had het idee dat dat goed was. Zij moest haar emoties ook kwijt. Had zijn verhaal al een keer gehoord en zich toen waarschijnlijk groot gehouden voor hem maar nu kon ze dat niet meer. Kees snifte ook, zo hoorde Johan. "En Kees, jou heb ik vooral veel verdriet gedaan. Onrecht aangedaan. Je niet de kans gegeven die je verdient. Het spijt me. Ik kan niet terug in de tijd om het ongedaan te maken. Maar ik ga verder. Moet verder. Vooruit. Maar het zal niet makkelijk zijn. Er is grote kans dat ik af en toe weer wat terugval. Dat mijn gedachten toch weer vaste grond zullen zoeken. Mijn ommekeer is gelukt maar er wacht me vast en zeker nog een heel proces. Een proces dat niet makkelijk zal zijn. Niet voor mij maar ook niet voor de mensen om mij heen. En ik kan me heel goed voorstellen, Kees, dat jij dat nu na alles wat er gebeurd is niet aankan. Dat je er echt genoeg van hebt. En... nou ja... vul zelf maar in."

"Ik neem aan dat je uitgepraat bent?" Kees zag Johan knikken. "Mijn hand in die van jou zou voldoende voor jou moeten zijn om te weten dat ik echt niet wegga. Ik ben hier vanmiddag niet gebleven om nu alsnog weg te gaan. De opzet die Anna en ik uitgewerkt hebben, heeft zijn doel niet gemist. Je hebt het voor elkaar gekregen om je om te draaien, zoals je het zelf steeds noemt. Dat is een topprestatie. Zeker gezien de conditie waarin je verkeert. Ik blijf bij je om je te ondersteunen. Je te helpen. Naar je te luisteren. Voor je te zorgen. Te zorgen dat je weer wat meer vlees op je lijf krijgt want je bent echt veel te veel afgevallen.”

“Ja, dat zeg ik nou ook al de hele tijd!” reageerde Anna.

“Ik weet het. Ik heb niet goed genoeg gegeten. Kon niet eten. Zodra ik iets at, werd ik misselijk en moest ik overgeven. En ja… dan eet je alleen maar het broodnodige.”

“En val je dus af.”

“En weet je wat? Nu heb ik eigenlijk best honger.”

“Kan ik me voorstellen maar je krijgt alleen maar een plak droog brood,” zei Anna terwijl ze opstond en het voor Johan ophaalde.

Johan beklaagde zich niet. Hij wist dat het zo goed was. Zou hij meteen te uitbundig gaan eten dan zou alles er weer uit komen. Zijn maag zou de eerste dagen weer moeten wennen aan gewoon eten. Hij brak een stukje van het brood af en kauwde het zorgvuldig. "Heerlijk! Droog brood!" grapte hij en knipoogde zowel naar Kees als naar Anna. Daarna begon hij opnieuw te praten. "Toen je vanmiddag bij me was en zei dat je ging, heb ik amper gehoord wat je zei. Ik was er niet bij met mijn gedachten. Durfde me niet naar je om te draaien omdat ik bang was voor het verdriet waarvan ik zeker wist dat ik het op je gezicht zou kunnen aflezen. Het verdriet dat ik je had aangedaan. Opnieuw mijn schuld."

"Het belangrijkste dat ik in die monoloog zei, was dat ik van je houd, Johan. Ik houd van je. Meteen toen ik je weer zag, wist ik het: Johan is mijn vriend. Maar ik begreep ook dat jij tijd nodig had. Die gaf ik je. Wil ik je nog steeds geven. Ik kan bij je blijven als een vriend. Als jij niet verliefd op mij bent, geeft dat niet. Ik kan je helpen. En je zult er samen met mijn hulp en die van Anna en al die anderen die van je houden uitkomen, Johan. Neem je tijd voor dat proces. Ga jezelf geen onmogelijke doelen stellen. Neem de tijd die jij nodig hebt om alles te verwerken. Ga bijvoorbeeld nu niet meteen..."

"Kees?" zo onderbrak Johan hem.

"Ja?"

"Ik wil je niet als een vriend. Ik houd ook van jou. Ik durfde het alleen niet te erkennen. Toen wij die eerste avond hier bij elkaar waren, sloeg de vlam meteen weer over. Wist ik dat ik van je hield maar... ik had net twee heel rotte ervaringen achter de rug en... was bang voor de pijn die verliefd zijn met zich mee kan brengen. Bang voor de pijn van de liefde."

"Schatten," interrumpeerde Anna nu op haar beurt, "deze oude vrouw moet hoognodig naar haar bed. Heb het idee dat ik niet meer nodig ben ..."

"Laat dat maar uit je hoofd!" reageerde Johan prompt en stellig.

"Ja!" Viel Kees hem bij. "Wat kunnen mensen toch rare ideeën hebben soms!" voegde Kees er op toneelachtige toon aan toe.

"Oké, ik begrijp het maar toch ga ik naar huis. Als er iets is waarvan jullie vinden dat ik het echt moet weten, dan schrijven jullie het maar op en praten we er later over. En... een advies van mijn kant... maar ik weet niet of ik dat wel kan zeggen.”

“Zeg, buuf,” zo begon Johan, “sinds wanneer zijn er tussen jou en mij dingen die niet gezegd kunnen worden?”

“Nou ja… dit is nogal persoonlijk eigenlijk.”

“Ja, en het mooie is dat ook die dingen gezegd kunnen worden, dus spuien maar!”

“Oké, ik begrijp het. Ik bedoel… euh… tja… hoe zeg ik zoiets nou… Beiden hebben jullie gezegd dat er sprake is van liefde. En… bij liefde hoort ook dat andere.”

“Ohhh, ze bedoelt seks!” legde Kees de voorzichtige pogingen van Anna uit.

“Oh dat! Daar doen we nog niet aan, Anna. Daar ben ik nog veel te moe voor. Ik moet eerst zorgen dat ik weer wat bij kom van de afgelopen tijd. Daarna kijken we wel of we daar zin in hebben. Is dat wat je wilde zeggen?”

“Ja, Johan. Ik wilde alleen maar zeggen dat jullie het voorlopig ook daar even rustig mee aan moeten doen. Uit eigen ervaring weet ik hoe geweldig seks is maar het kan ook behoorlijk inspannend zijn. Lekker inspannend maar toch. Misschien nog net even iets te veel voor jou, Johan. Maak het niet te laat. Jullie hebben beiden slaap nodig."

"Doen we, lieve buuf. Kom, geef me een kus," vroeg Johan en hij en Kees kregen er beiden één waarna Anna door de achterdeur en de tuin verdween naar haar eigen huis.

Even bleef het stil in de keuken. Johan en Kees hielden nog steeds elkaars hand vast.

"Heb je ergens spijt van, Kees?" vroeg Johan.

Kees knikte. "Ja." Hij viel stil. "Ik heb vreselijke spijt dat ik toen ik zogenaamd niets van jou hoorde niet zelf het initiatief genomen heb om jou op te bellen. Als... "

"Niet doen, Kees. Je hebt mij net gezegd dat ik niet moet oordelen over mezelf. Waarom doe jij het nu dan wel?"

"Maar... "

"Nee, niet doen! Heeft geen enkele zin. Dingen zijn nou eenmaal gebeurd. We hebben beiden een deuk opgelopen en moeten daarmee verder." Ze keken elkaar aan en glimlachten. "Ik ben doodmoe. Jij?"

Kees was echt bekaf en knikte alleen maar. Ze stonden op en liepen de gang in. "Morgen haal ik mijn auto wel leeg. Het bed in de logeerkamer is nog gedekt en dus stap ik daar zo in om heerlijk naar dromenland te vertrekken."

"De logeerkamer?"

"Ja!"

"Je bent gek, Kees. Kom bij mij slapen."

"Weet je dat zeker?"

"Yep! Als ik ergens zeker van ben dan daarvan wel."

"Maar... "

"Nee, je krijgt geen seks."

"Dat bedoelde ik niet, idioot!"

Johan lachte en ging toen onverdroten verder. "Echt niet hoor! Ten eerste ben ik echt moe en ten tweede is het veel te koud in mijn slaapkamer. Ik ga echt niet bloot in bed liggen met jou."

"Stop maar, Johan, ik begrijp het al. Met jou is niet te praten nu." Kees hoorde opnieuw Johans lachen en hoewel hij wist dat hij het slachtoffer van Johans grap was, maakte hem dat niets uit. Johans lachen klonk hem als muziek in de oren.

Wordt vervolgd…



Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, mei 2013.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten