ZWEDEN... EEN EINDE - hoofdstuk 10

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

ZWEDEN... EEN EINDE - hoofdstuk 10

Bericht door Lucky Eye » vr 05 jul 2013, 05:57

ZWEDEN… EEN EINDE

Een verhaal van Lucky Eye

Vanwege allerlei drukte in de laatste week van het schooljaar 2012-2013 een dag later dan jullie van mij gewend zijn!

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



Hoofdstuk 10

“Gelukkig Nieuwjaar, Johan,” begroette Anna hem. Ze sloeg haar armen om hem heen en toen hij zich naar haar toeboog, kuste ze hem op zijn wangen.

“Ook voor jou, buuf,” reageerde Johan op sombere toon om haar vervolgens te zoenen.

“Is het vuurwerk niet prachtig?”

“Ja, dat wel,” klonk het benepen uit zijn mond.

“Je ziet er slecht uit, jongen,” zei Anna. Onder zijn ogen zaten donkere wallen en hij was heel duidelijk afgevallen. “Gaat het weer wat beter met je?” informeerde ze toen Johan niet reageerde.

“Nee, niet echt. Ik… ik… “ verder kwam hij niet. Ineens leek zijn moed verdwenen te zijn. De angst dat de stem toch gelijk kon hebben, kwam keihard terug.

“Wat is er, Johan? Zeg het me.” Ze had zijn hand vastgepakt en keek hem diep in zijn ogen. Ze zag hoe er langzaam een traan uit zijn ooghoek over zijn wang rolde

Hij wilde het hier en nu delen met haar. Dat was de enige manier, zo besefte hij zich terdege, om die stomme stem in zijn hoofd tot zwijgen te brengen. Alleen door zelf zijn zorgen, zijn kwellingen, met een ander te delen kon hij ervoor zorgen dat zijn destructieve gedachten zouden verdwijnen. Een schreeuw om hulp. Dat was het. “Ik ben de allergrootste stommeling die er rondloopt op deze aarde! Ik heb het hele vorige jaar de ene stommiteit na de andere gemaakt en daarmee is het jaar een absoluut dieptepunt in mijn leven geworden.”

“Overdrijf je niet een klein beetje veel?”

“Misschien.”

“Maar wat is er dan allemaal misgegaan, lieve jongen?”

“Eerst mijn moeder. Ze overleed na die vreselijke ziekte.”

“Ja, ik weet het. Dat moet heel erg ingrijpend geweest zijn. Je was, en bent, nog veel te jong eigenlijk om zoiets mee te moeten maken.”

“Ja. Het was vreselijk maar… daar was nou eenmaal niets aan te doen, zoals Soile steeds maar weer zei.”

“Ja, zo was je moeder maar ik kan me voorstellen dat het voor jou, en ook voor Erik, heel anders voelde.”

“Ja. Dat deed het ook. Het haalde het verdriet niet weg in elk geval. En toen… toen dat achter de rug was had ik de tijd, alle tijd, moeten nemen om het te verwerken maar ik… stommeling… moest koste wat kost slagen voor dat stomme eindexamen. Ik nam niet de tijd om te rusten en te helen zoals mijn moeder me geleerd heeft. Toen dat stomme papiertje eenmaal binnen was, ging ik in op het voorstel van Erik om naar Zweden te komen. Weer weg van mezelf! Om maar niet… niet alleen te zijn. Niet alleen te zijn met mijn gedachten. Met mijn verdriet.”

“Maar dat laatste deed je met de bedoeling om eruit te zijn. Toch? Zo vertelde je me zelf!”

“Ja… maar ik had het er nog niet aan toe, eigenlijk. Het verdriet was nog steeds te groot op dat moment. Ik had meer tijd moeten nemen.”

“Maar, sorry dat ik het zeg hoor, is dat niet iets dat je nu achteraf beter weet?”

Johan haalde zijn schouders op en viel stil.

Verdomme, vloekte Anna in zichzelf. Die opmerking was te vroeg. Ongewild had ze Johans uiten onderbroken en dat was dus absoluut niet haar bedoeling geweest. “Sorry, ik wilde je niet van advies dienen. Ik sprak te vroeg. Ik had beter moeten luisteren naar je.”

“Het geeft niet, buuf. Ook dat is wat er is gebeurd, nietwaar?”

Anna zag heel even een glimlach op het gezicht van Johan. Een glimlach die hem ontzettend goed stond en haar hoop dat er verandering mogelijk was, deed opleven. “Maar is dat alles?” vroeg ze voorzichtig.

Johan was vastberadener dan ooit. Hij opende zijn mond en praatte. Hij maakte Anna deelgenoot van alles wat er zich de afgelopen weken in zijn hoofd had afgespeeld. Het was tenslotte niets anders geweest dan een donker en duister schimmenspel dat zich in zijn bovenkamer had voltrokken. Tot dat besef was hij inmiddels wel gekomen. Het waren alleen maar gedachten geweest. Gedachten die helemaal nergens op sloegen. Zo wist hij nu. Hij praatte rustig en weloverwogen. Nam de tijd om de juiste woorden te kiezen. Wilde het haar zo duidelijk mogelijk uitleggen. Ze was een geweldige luisteraar. Onderbrak hem niet één keer. Vulde ook niet zijn zinnen aan als hij halverwege ergens bleef steken omdat hij naar woorden zocht die het beste pasten. Ze liet het hem helemaal alleen doen. En dat was prima. Het was zijn verhaal en dat moest verteld worden op zijn manier. Alleen zo zou hij er vanaf kunnen komen. Alleen zo kon het verwerkingsproces goed op gang komen. Oh ja, hij wist dat het een proces was. Dat het met één keer goed praten niet zomaar verdwenen zou zijn. Hij wist drommels goed dat die rotstem in zijn hoofd af en toe zou proberen weer vaste voet onder de grond te krijgen maar... hij wist ook dat hij dat niet zou toestaan. Niet opnieuw zou toegeven aan die lammakende commentator die alleen maar alles zwart wist in te kleuren. Nooit weer!

Anna luisterde. Met een open geest. Ze had dat geleerd en wist het toe te passen. Heel even was ze de fout ingegaan maar nu niet meer. Ze hoorde alles wat Johan zei. Begreep het heel erg goed. Kon in de door hem gekozen woorden zijn diepe ellende en wanhoop voelen. Maar ze liet het bij diep luisteren. Ze bleef luisteren hoe emotioneel Johans verhaal ook werd. Het was zijn verdriet. Zijn lijden. Ze luisterde. Gaf Johan de kans om te praten.

"En zo kwam ik er dan achter hoe het zat. Hoe ik mezelf behoorlijk gek heb gemaakt. Nee, echt gek heb gemaakt en hoe ik daardoor de realiteit volkomen uit het oog verloor. Ligt het aan mij of is het minder koud aan het worden."

Anna moest glimlachen om de plotselinge overgang. "Ligt niet aan jou, lieve jongen. Het weer is aan het omslaan. Vanmiddag vroor het nog flink maar nu zal het zo om het vriespunt zijn en we krijgen sneeuw. Niet dat de weersverwachters dat gemeld hebben, hoor. Kijk maar naar de Stad. Er komen steeds meer wolken en het vuurwerk is steeds minder goed te zien. Geloof me… we krijgen sneeuw." Ze voelde hoe haar benen protesteerden van het lange staan en stelde voor om op het bankje voor haar huis te gaan zitten. Het bankje dat Johan en Kees daar voor haar hadden geplaatst onder een afdakje zodat ze ook met minder mooi weer toch buiten kon zitten. Johan vond het prima. Toen ze daar dicht tegen elkaar aan zaten, vond ze het haar beurt om te praten. "En nu? Nu je weet dat je een verkeerde weg bent ingeslagen en besloten hebt om je om te draaien. Wat nu, Johan?"

"Tja... nu weet ik het even niet. Jawel. Als eerste moet ik me verontschuldigen tegenover jou. Je hebt me vaak genoeg gevraagd wat er aan de hand was met me. Of ik me wel goed voelde. Je hebt me aangeraden om naar dokter Bos te gaan. En al die keren wilde ik niet praten. Had ik wel moeten doen. Dan was het waarschijnlijk niet zo verschrikkelijk fout gegaan als het nu wel fout gegaan is. Dus… sorry, buuf."

“Het is al goed, Johan. Ik ben gewoon heel erg blij dat je er weer bent. Maar… wat nu, Johan?” herhaalde ze haar eerdere vraag.

“Ik weet het niet.”

"Echt niet?" Ze zag hoe hij zijn hoofd schudde en besloot dat het wellicht goed was om hem door vragen te stellen verder te helpen. "Wat zou je het liefste willen? Begin daar eens mee."

"Dat is makkelijk. Het allerliefste zou ik willen dat mijn moeder er weer was. Dan zou alles weer goed zijn. Maar... ik weet heel erg goed dat die wens niet reëel is. Ik zal het moeten doen met de prachtige herinneringen die ik aan haar heb en geloof me... dat zijn er ontzettend veel. Veel eerder had ik in de afgelopen tijd aan haar en haar levenslessen moeten terugdenken. Ze leerde ze me op een heel natuurlijke manier. Het was nooit schools of dat ik moest slagen ergens voor. Ze gaf en ik ontving. Maar... zoals ik al zei, niet realistisch."

"Wat zou je dan willen dat wel realistisch is?"

"Het woord 'moeten' gebruik ik niet vaak maar ik weet dat ik het uit moet praten met Kees. Ik heb hem heel slecht behandeld en zo ben ik niet opgevoed. De eerste tijd ging het goed hoor! Was het gewoon leuk samen. Losjes, vrij, grappen maken, herinneringen ophalen. Maar na die week dat hij weg was, was het mis voor mij. Kon ik me niet meer losmaken van mijn gedachten. Snap je?" Heel bewust vroeg hij om een bevestiging omdat hij toch graag wilde weten of ze in zijn gedachten kon treden. Of ze hem kon begrijpen.

"Ja, jongen. Ik begrijp dat heel erg goed. Ik weet maar al te goed, zonder dat ik je ga lastig vallen met mijn sores want dit is jouw gesprek en niet het mijne, ik weet maar al te goed hoe sterk en misleidende gedachten kunnen zijn. Hoe ze ons kunnen ruïneren. Echt, ik weet het. Maar Kees dus. Met hem wil je het uitpraten."

"Ja. Omdat het moet. Hij verdient het gewoon. Hij is een geweldige vriend voor mij geweest. Ook toen ik me zo beroerd voelde. Steeds was hij er. Zorgde hij voor me. Probeerde hij me te helpen. Me aan het praten te krijgen. De laatste dagen vroeg hij regelmatig of de oorzaak van mijn problemen in mijn vakantie lag. Hij probeerde steeds me aan het eten te krijgen maar… het was onbegonnen werk. Iets dat hij bij voorbaat zou verliezen omdat ik er niet aan toe was. Ik... stevende af op de afgrond... "

“En nu wil je met hem praten.”

“Ja… maar nu is een vreemd woordje in die zin van je. Ik heb hem weggejaagd. Hij kon er niet meer tegen. Vanmiddag heeft hij al zijn spullen in zijn autootje gepakt en is weggereden. Dus nu is niet zo realistisch eigenlijk.”

“Maar je zou het wel willen.”

“Als het kon dan praatte ik met hem net zoals ik zo-even met jou gepraat hebt, buuf. Vertel ik dat lange verhaal opnieuw en hoop ik… hoop ik… dat hij me net zo begrijpt als jij hebt gedaan.” Zijn ogen vulden zich met tranen. Het waren er te veel en ze begonnen over zijn wangen te lopen.

“Waarom bel je hem niet op.”

“Nee, niet echt een optie. Hij is allang bij zijn grootouders of bij zijn oom. En dit verhaal vertellen over de telefoon is niet handig. Ik wil hem zien als ik het vertel. Wil dat hij mij ziet zodat hij weet dat ik… dat ik me omgedraaid heb en nu met de rug naar die afgrond sta. Dat hij dat absoluut zeker weet. Dat… dat… ik voor hem kies.” Ja, Johan was daar absoluut zeker van. Als hij dan zo graag liefde wilde, dan zou hij dat bij Kees kunnen vinden. Dat kleine zinnetje ‘ik houd van jou’ zou door Kees uitgesproken worden en honderd procent gemeend zijn en hij zou het tegen hem zeggen en wel tienduizend keer herhalen.

“Bel hem op, Johan!”

“Maar… maar… hij is weg. Ik bel hem op zodra het dag is en dan hoop ik dat hij met me zal willen praten. Dat hij niet zo van me baalt dat hij meteen wegdrukt.”

“Kees is een aardige jongen. Dat weet je. Denk je dat hij zoiets zou doen?”

“Ik heb hem wel iets vreselijks aangedaan, Anna. Ik heb hem gewoon laten stikken. Alles wat hij voor mij deed… Ik weet het niet. Ik… “

“Laat die twijfel los, lieve jongen. Bel Kees.”

“Maar hoe…”

“Nou moet het niet gekker worden zeg! Jullie jongelui lopen tegenwoordig allemaal met die kleine telefoontjes in de broekzak en jij gaat mij vragen hoe?”

Johan begon te lachen. “Ik bedoelde het niet technisch natuurlijk. Ik zou hem zo kunnen bellen maar hoe leg ik het hem uit. Waar moeten we afspreken om te praten.”

“Als ik jou was zou ik het niet te lang uitstellen, jongen, want kijk… het begint te sneeuwen.” De witte vlokken begonnen inderdaad te vallen.

“Shit! Ook dat nog! Straks valt er zoveel sneeuw dat we insneeuwen hier!”

“Grote kans op, Johan. Dus bel. Doe het nu.”

“Maar… “

“Als je het dan niet voor jezelf wilt doen, Johan, doe het dan voor mij.”

Hij keek haar aan en zag haar vriendelijke glimlach. Misschien moest hij het maar gewoon doen. Kees zou dan in elk geval weten dat hij op de goede weg was en zich niet meer zoveel zorgen maken. Ze konden in elk geval een afspraak maken. En mochten ze toch insneeuwen dan kon die afspraak verzet worden. Uitstel maar geen afstel. Dat niet! Dat nooit! Hij pakte zijn telefoon uit zijn broekzak en navigeerde in het telefoonboek naar het nummer van Kees.

Toen Anna zag dat hij op het groene knopje duwde, wilde ze opstaan. Het was een privégesprek tenslotte en daar had ze niets mee te maken. Johan hield haar echter tegen.

“Blijf alsjeblieft bij me, buuf. Ik kan wel wat steun gebruiken.”

Anna ontspande zich. Keek naar de lucht en zag hoe de hoeveelheid vlokken groter en groter werd. Toen ze de stem van Kees aan de andere kant van de lijn duidelijk hoorde, viel er een enorme spanning van haar af.

Wordt vervolgd…

Het vervolg komt in verband met een week vakantie niet volgende week maar pas de week daarna!



Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, mei 2013.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten