Liefde hfstd. 11

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
dkz09
Berichten: 143
Lid geworden op: ma 29 mar 2010, 17:56

Liefde hfstd. 11

Bericht door dkz09 » ma 01 jul 2013, 22:24

“Dit meen je niet, hè?”
“Een negeneneenhalf voor die tekst.”
Sofie en Tom kunnen het nog altijd niet geloven. Hun vriend heeft voor een tekst zo’n hoog cijfer gehaald! Tom had een zeven en Sofie, die wel eens verhaaltjes schrijft, heeft maar een achteneenhalf. Niemand had hoger dan Jasper. Hij zelf was er wel trots op. Wie had het ooit gedacht dat hij een zo hoog cijfer zou halen? Terwijl hij dyslectisch is.

Maar ja, een hoog cijfer helpt niet met zijn gevoelens voor Tim. Want na die droom van gisternacht, waarin hij met Tim had liggen zoenen, was het nog meer onrustig in zijn hoofd geworden. Hij had al ’ns een keer gezoend met Tim, zonder dat hij wakker werd, of dat de wekker ging. Misschien was het wel een beloning, omdat hij die tekst had gemaakt over de liefde. Maar afgelopen nacht had hij geen mazzel. Op het moment, dat ze zouden zoenen, ging zijn telefoon. Het was een sms’je van Tom met de melding: ‘Je hebt nog twee dagen, Jasper!!’ Daarna heeft hij geen oog meer dicht gedaan. Waarom moest Tom hem daar voor midden in de nacht lastigvallen? Toen hij er vanochtend op weg naar school over begon, had Tom alleen maar ‘sorry’ gezegd en bood ook gelijk zijn excuses aan.

“Ah, geeft toch niet, Tom.”
“Wat geeft niet?”, vraagt Sofie.
“O, niks bijzonders.”, zegt Tom.
“Niks bijzonders, nou wordt het nog mooier!” protesteert Jasper.
“Ik kan het niet meer volgen.”, zegt Sofie licht geïrriteerd.
“Nou, meneertje daar vond het nodig om midden in de nacht een sms’je te sturen.”
“Tom, waarom stuur je Jasper nou midden in de nacht een sms?”
“Sofie, het wordt nog mooier want weet je wat meneertje in zijn sms’je had gezet?”
“Nou vertel, wat stond er in?”, hengelt Sofie nieuwsgierig.
“Nou, dat ik nog maar twee dagen heb.”
“Waarom val je hem daar ’s nachts mee lastig, Tom?”, vraagt Sofie.
“Nou, ik werd wakker en ineens besefte ik me, dat hij nog maar twee dagen heeft, om Tim mee te vragen.”, kalmeert Tom.
“Tom, hoe vaak moet Jasper het nog zeggen, dat hij dat niet doet?”, merkt Sofie op.
Hier kijken de twee vrienden van op. Voor het eerst zegt Sofie iets, wat waar is. Sofie merkt, dat de jongens haar aankijken.
“Heb ik iets van jullie aan of zit mijn haar niet goed?”, vraagt Sofie.
“Nee, dat is het niet.”, zucht Tom.
“Je zegt alleen een keer iets heel wijs.”, meldt Jasper.
“En dat zijn we niet van je gewend.”, vult Tom aan.
“Inderdaad, dat zijn we niet gewend van je.”, echoot Jasper.
“Maar Jasper, aan één kant heeft Tom wel gelijk.”
“En bedankt, Sofie.”
“Maar het is wel zo, Jasper, wij hebben gelijk.” beslist Tom.
“Ja inderdaad, wanneer ga je nou eens je droomprins vragen?”
“Dat doe ik nooit. Jullie weten ook waarom.”
“Maar Jasper, dit is niet meer de basisschool.”
“Nee, dit is de middelbare school. Dus nog tien keer erger als de basisschool.”
“Dat zal wel mee vallen, Jasper.”, kalmeert Tom.
“Hoe kan jij dat nou weten?”, vraagt Jasper.
“Ze zijn hier wel wat jaartjes ouder dan op de basisschool.”, probeert Tom zijn vriend gerust te stellen.
“Daar heeft Tom wel gelijk in, Jasper.”, zegt Sofie om Tom te helpen.
“Maar toch doe ik het niet. Stel dat ik een blauwtje loop. Of dat ze hier nog zo kinderachtig zijn.”, zegt Jasper, terwijl hij het iets al dan niet te kwaad krijgt.
Tom en Sofie merken het en besluiten hun mond er verder over dicht te houden. Voordat er echt een grote ruzie ontstaat. Van één kant snappen ze Jasper wel. Maar van de andere kant, wat zou er kunnen gebeuren? Ze zullen hier toch niet mega kinderachtig zijn? De rest van de dag word er geen woord meer over gesproken.

Als de schooldag er op zit, lopen de vrienden gezamenlijk de school uit. Sofie rent gelijk weg zodra ze één voet buiten het gebouw zet.
“Tot morgen!”, roept ze nog snel naar haar vrienden, want haar bus komt net de hoek om gereden.
Jasper en Tom lopen op hun gemak richting hun fietsen. Als ze even later bij het pleintje komen, waar ze afscheid nemen, praten ze nog even door.
“Hey Jasper, ik snap je wel, maar ik vind het een beetje sneu voor je, als daar alleen aan de kant staat.”
“Tom, ik snap het wel. Maar maak je geen zorgen om mij. Ben het wel gewend.”
“Maar Jasper, wie weet, gebeurt er die avond wel iets bijzonders.” plaagt Tom zijn vriend.
“Ach, daar ga ik maar niet vanuit. Dan valt het alleen maar mee.”
“Daar heb je wel een punt. Maar ik ga er vandoor.”
“Is goed. Zie je morgen.”
“Tot morgen.”
Als Jasper even later thuis is, loopt hij gelijk naar zijn kamer, waar hij direct zijn computer opstart, voordat hij zich op bed laat vallen. Na enkele minuten klinkt er een pling door de speakers. Hij staat op en loopt naar de computer en ziet dat hij een mailtje van Niels heeft gekregen.

‘Hoi Jasper,
Kwam je mailadres tegen in de papieren van de musical. Vandaar dit mailtje.
Het is al een paar dagen geleden dat we elkaar gesproken hebben. Ik was benieuwd of jij die jongen al gesproken hebt? Heb het er met Bart (mijn vriend weet je nog ) over gehad. En hij zei hetzelfde als ik. Gewoon op die jongen afstappen en al is het alleen maar hoi, wat je tegen hem zegt. Dat maakt niet uit, maar je hebt in ieder geval iets tegen hem gezegd. Dan zie je wel hoe het gesprek en contact verder verloopt.
Je hoeft nergens bang voor te zijn. Laat de wereld de rambam krijgen. Wees trots op wie je bent. Maar goed. Als je nog eens wilt praten mag je altijd naar mij toe komen. Je mag mij ook gewoon terugmailen. Nou ik hoor en/of zie je nog wel eens.
Groetjes Niels
PS. Ook de groetjes van Bart.’

Als Jasper net klaar is met lezen, roept zijn moeder dat er eten is. Hij besluit om na het eten gelijk Niels terug te mailen. Als Jasper na het eten terug op zijn kamer is, besluit hij eerst even snel zijn huiswerk te maken. Na een klein uurtje is al het huiswerk af. Dan klikt hij de mail van Niels weer open, klikt op de knop beantwoorden en begint hij te typen.

‘Beste Niels,
Heb die jongen niet aangesproken. Durf het gewoon niet. Want telkens als ik hem zie, dan sla ik dicht. Sofie en Tom beginnen er ook steeds over, dat ik hem moet vragen voor het feest. Maar ik zie het niet zitten. Omdat ik niks durf te zeggen. Heb ook geen zin om voor schut te staan voor de hele school. Met de kans dat ik dan gepest en getreiterd word. Nou, daar dank ik persoonlijk voor. Ben op de basisschool al genoeg gepest. Maar in mijn dromen durf ik wel van alles. Droom elke nacht over hem. De ene nacht helpen we elkaar met huiswerk en de andere nacht dansen we met elkaar. Alleen zoenen lukt nooit, want dan word ik wakker. Door middel van de wekker of ik word wakker geroepen. Of ik schrik gewoon wakker. Alleen laatst was het ons wel gelukt om te zoenen. Het voelde zo echt. Maar toen ik wakker werd, wist ik honderd procent, dat ik het gedroomd had. Maar ja, dromen zijn bedrog, zegt iedereen. Maar het gekke is: In het echt durf ik niks tegen die jongen te zeggen en in mijn dromen durf ik wel alles. Echt, snap er niks meer van. Verliefd zijn is niet leuk en mooi. Het is juist stom en vervelend. Kom wel naar de musical kijken en daarna even op het schoolfeest wachten tot Tom en Sandra uitgedanst zijn en we weer richting huis gaan.
Groetjes Jasper.
PS. Doe ook de groetjes aan Bart
PSS. Vindt het mailen helemaal geen bezwaar.’

Daarna drukt Jasper op de knop verzenden. Als de mail verstuurd is, gaat hij naar beneden om thee te drinken. Als hij zijn thee op heeft, gaat hij zich douchen en tandenpoetsen. Als hij een halfuurtje later in zijn bed stapt, denkt hij nog eens na over wat Tom, Sofie en Niels allemaal hebben gezegd. Misschien hebben ze wel gelijk. Je weet nooit hoe iemand is. Maar ja, je leest bijna overal, dat homo’s en lesbiennes, die voor hun geaardheid uit komen op school, altijd worden gepest en geslagen. Daar heeft hij gewoon geen zin in. Na een tijdje valt hij in een onrustige slaap - alweer.

‘Heey Jasper.’
‘Heey Tim. Hoe is het?’
‘Goed en met jou?’
‘Gaat wel. Maar ik wil je iets vragen.’
‘Je mag mij alles vragen. Dat weet je.’
‘Waarom durf je niks tegen mij te zeggen?’
‘Dat doe ik toch wel?’
‘Ja, maar ik bedoel, waarom durf je mij in het echt niet aan te spreken?’
‘Ik sla altijd dicht als ik je zie. Maar waarom spreek je mij eigenlijk nooit aan in het echt?’
‘Om dezelfde reden als jij.’
Hun monden komen dichter bij elkaar.
Dan ineens gaat de telefoon van Jasper.
©Geoff(dkz09), 2015

*Wees wie je bent en wees daar trost op*

Gesloten