ZWEDEN... EEN EINDE - hoofdstuk 09

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

ZWEDEN... EEN EINDE - hoofdstuk 09

Bericht door Lucky Eye » do 27 jun 2013, 05:35

ZWEDEN… EEN EINDE

Een verhaal van Lucky Eye



Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



Hoofdstuk 9

Stilte. Diepe stilte. Allesomvattende stilte. Doodse stilte. Johan stond voor het raam. Het was koud in zijn kamer maar het deerde hem niet. Waarom zou het warm moeten zijn. In de winter was nou eenmaal alles koud. In de winter ging alles dood en… zo voelde hij zich ook. Koud. Dood. De hele middag al had naar de tuin gestaard maar ook daar leefde helemaal niets meer. De struiken waren overdekt met een laagje ijs en de grond was vast en zeker keihard vanwege de vorst. Het water dat voor leven in de planten zou moeten zorgen, stroomde niet meer. Zo koud was het. Johan rilde. De kou deed hem toch iets. Of waren het zijn sombere gedachten. Beide misschien. Hij deed er niets mee. Bleef staan waar hij stond. Heel langzaam begon er uit zijn rechter oog een traan te rollen. Hij voelde hoe het over zijn wang liep. Al weken lang werd hij geplaagd door sombere gedachten. Na thuiskomst waren die gedachten opgekomen. Heel lang had hij ze kunnen onderdrukken door druk bezig te zijn met de klussen die hij en Kees gedaan hadden. Maar… in de week dat Kees naar Noord-Brabant was, waren ze heel heftig naar voren gekomen. Eventjes was er weer rust geweest toen ze dat afmaakten dat nog afgemaakt moest worden. Maar toen alles eenmaal klaar was, waren de gedachten meteen weer tevoorschijn gekomen. Ze leken continue te draaien om twee dingen. Als eerste om dat ene woordje van vijf letters dat zo vaak gebruikt wordt. Meer dan honderdduizend liedjes zijn erover gezongen. Ontzettend veel dichtbundels en boeken zijn erover vol geschreven. Het woordje liefde. Zo vol van betekenis maar soms ook zo leeg. En als tweede dat andere. Dat kleine zinnetje van vier kleine woordjes: ik houd van jou. Ook zo vaak uitgesproken. Liefde. Houden van. Als er één ding zeker was voor Johan op dat moment was het dat die dingen alleen maar illusie waren. Ze waren net als de adem die hij inademde: koud. Maar… verdomme… een tweede traan kwam tevoorschijn uit zijn ooghoek. Adem had je nou eenmaal nodig. En zo had ook hij liefde nodig. Het nodig dat iemand dat kleine zinnetje tot hem sprak. Die vier woorden. Maar… ze deden beide ook pijn. Verdomd veel pijn. Een pijn die hij nooit eerder had gevoeld. Een pijn die zo heftig was dat het hem omver leek te werpen. En… hij kon er niet meer tegen. Wekenlang al had hij geprobeerd met die twee in het reine te komen maar het was hem niet gelukt. Niets had geholpen. Het denkwerk, iets dat hij volgens hem helemaal alleen moest doen, had hem tot hier gebracht en waar was dat? Zijn eigen kamer. Donker en koud. Helemaal alleen. Hij stond er helemaal alleen voor. Geen licht te zien. Alles koud. Alles donker. Alles levenloos. Uitzichtloos. Dood.

Na een tijdje van al die doemgedachten was er ineens iets anders. Zijn leven was zo mooi geweest. Zijn vriendschap met Kees was prachtig. Samen hadden ze ontdekt wat ‘houden van’ betekende. Vast overtuigd dat ook een grote geografische afstand die liefde van hen niet zou kunnen doen verdwijnen. En toch… toch was dat gebeurd. Toch was die liefde verdwenen. Had dat ‘houden van’ dan niets voorgesteld? Hij wist heel goed dat die stomme trut van een moeder van Kees daar de hand in had gehad maar toch... Toch was daar die twijfel... Was Kees niet te gemakkelijk geweest? Had Kees er niet beter zelf voor kunnen zorgen die brieven aan hem op de post te doen? Had Kees niet kunnen bellen toen een reactie van hem uitbleef? Hij wist het niet meer. Zijn gedachten maalden en bleven malen zonder dat hij er een stap verder mee kwam.

Johan deed een nieuwe poging om er al denkende uit te komen. Wat stelde het nou voor. Liefde. Houden van. Niets. Helemaal niets. Twee keer na Kees en voordat zijn moeder overleed, was hij verliefd geweest. Van zijn kant stelde het alles voor. Hij was er vol voor gegaan. Voor hem was het prachtig! Heerlijk! Maar… die twee kloothommels, waarvan hij de namen niet meer wilde noemen en die hij in zijn geheugen een nummer had gegeven, hadden dat kleine zinnetje keer op keer uitgesproken. Nummer 1 viel door de mand toen een goede vriendin van hem iets te loslippig was. Ze vertelde hem op een feestje dat nummer 1 niet verliefd op hem was. Dat er van ‘houden van’ absoluut nog geen sprake was. Dat er meer sprake was van een ‘aardig vinden’ of ‘gesteld zijn op’. Met die kennis geconfronteerd bleek dat nummer 1 de woorden wel in de mond nam maar niet meende. Tenminste, niet in de uitleg die hij eraan gaf. Was er ruimte voor een andere uitleg? Voor hem niet!

Nummer 2 was lief geweest. Heel aandoenlijk. Heel zacht. Maar… net zo goed een zak op poten! Volgens zijn woorden had hij te veel liefde en moest hij die kwijt. Voor nummer 2 betekende dat, dat hij een relatie met hem kon hebben en tegelijkertijd met jan-en-alleman rotzooien. Met nummer 2 was het dus ook mislukt. Hete tranen had hij gehuild en zijn moeder had hem getroost.

Na het overlijden van Soile was er helemaal niemand meer geweest. Hij had het niet gewild. Bewust niet gezocht. Er was te veel om te verwerken geweest en… hij had het te druk gehad. Had het verwerken opzij geschoven omdat… omdat hij dat eindexamen per se wilde halen! Moest halen! Erik had hem gezegd dat hij gek was. Anna ook. Beiden hadden ze hem aangeraden om rust te nemen. Te zorgen dat hij vooral herstelde van alles wat er gebeurd was. Maar nee… voor hem was ineens dat eindexamen belangrijk. Als een gek had hij zich daarop gestort. Tot ver na middernacht had hij met zijn neus in de boeken gezeten. Met de laatste twee schoolexamenperiodes had hij zijn niet al te beste cijfers opgekrikt tot net voldoende. En ja… dan is het eindexamen zelf nog best spannend. Hij kon zich geen fouten permitteren. Dus… ook dat was lang studeren geweest. Bewust. Zo gekozen om maar niet te hoeven denken…

Toen toch naar zijn vader. Opnieuw om niet te hoeven denken? Ja. Volmondig ja. Wederom dat vluchtgedrag. Vooral niet denken. Maar ja… kun je dat blijven volhouden? Olaf. Olaf was in zijn leven gekomen. Zij het maar heel kort. Hij had de vriend van zijn vader verleid. Tegenover hem in de sauna was hij naakt languit op het bankje gaan liggen en was hij begonnen te spelen met zijn oververhitte geile lijf. Verdomme! De beelden terughalend in zijn hoofd, kwam het hem voor alsof hij een slet was. Iemand die zo toe was aan een beurt dat hij een oudere man op die manier probeerde te verleiden. Er kwamen tranen. Hete tranen. Nou ja… Olaf had hem ook iets nieuws geleerd. Tot die tijd was hij in het seksuele contact met jongens alleen maar bottom geweest. Olaf had hem geleerd hoe hij moest neuken. Een glimlach brak door op zijn gezicht. Heel even maar. Maar het was stom. Te gek voor woorden gewoon. Hij had de vriend van zijn vader verleid.

Daarna kwam Timothy. Dat was zeker een vlucht. Weg van het eiland. Weg van Olaf. Voor Timothy was het net zo goed een vlucht. Die wilde weg uit zijn beschermde omgeving. Weg van de zekerheid die Tim overal om zich heen voelde. Weg. Hij had zich toen voorgenomen om nooit meer verliefd te worden. Een loze belofte, zo bleek al snel, want hij werd vrijwel meteen verliefd op Tim. Het was zo fijn geweest. Zeker toen… toen ook Timothy op hem verliefd was geworden. De hoop was gerezen dat Timothy voor hem zou kiezen. Dat Edward daar dan de dupe van zou worden, was in het begin nooit bij hem opgekomen. Achteraf gezien leek het heel veel op dat wat hij met Olaf had gehad. Een ezel stoot zich in het gemeen niet twee keer aan dezelfde steen, maar hem was het wel gelukt. Twee keer iets beginnen met iemand die al bezet is. Twee keer dezelfde stomme fout begaan. Ongelofelijk gewoon. Hij was nog stommer dan een ezel! Pas toen Timothy met als oplossing een driehoeksverhouding kwam, waren bij hem de alarmbellen gaan rinkelen, waren hem de schellen van de ogen gevallen. Te laat! Veel te laat want ze waren beiden verliefd. Elke zet van hem daarna, zou schade toebrengen. Schade aan Edward, Timothy of zichzelf maar schade zou er geheid van komen. Zijn oplossing verdiende niet de schoonheidsprijs. Absoluut niet. Dat hij midden in de nacht weg was gegaan, daar was hij nog steeds niet trots op. Het was zwak geweest. Hij was zwak geweest. Veel beter had hij rechtstreeks tegen Tim kunnen zeggen dat zijn oplossing hem niet aanstond om daarna zijn eigen weg te gaan. Niet op deze slinkse wijze. Maar ja… dat had eigenlijk ook niet gekund. Tim had charme. Enorm veel charme. Met zijn charmante glimlach en luchtige manier van doen had hij steeds al de door hem geuite bezwaren van de hand gewezen. Hem gezegd dat er helemaal niets aan de hand was. Dat alles goed zou komen. Hij voelde zich ziek. Misselijk. Rende naar de badkamer en gaf over. Er kwam echter niets anders dan wat geelachtig slijm dat vreselijk stonk en zijn keel in brand zette. Gadver! Een tijdje bleef hij bij de wc zitten omdat hij verwachtte dat er nog meer zou komen. Zijn ingewanden maakten nog een poosje rare bewegingen maar er kwam niets meer. Logisch ook. Hij had al tijden niet goed gegeten. Hij spoelde zich de mond en ging terug naar zijn slaapkamer.

De kou daar deed hem rillen en hij voelde zich tot op het bot toe verkleumd. Op de automatische piloot liep hij naar de kast, pakte een dikke trui en trok die over zijn T-shirt heen aan. Veel warmer kreeg hij het echter niet. Opnieuw kwamen de gedachten in hun onophoudelijke stroom. Een waterval van ellende die zich voor de honderdduizendste keer over hem uitstortte. Jij bent zelf schuld aan al deze ellende, was de conclusie van de stem in zijn hoofd die maar tegen hem bleef aanpraten. Jij! Niemand anders! “Mam! Ik heb je nodig!” schreeuwde hij als reactie hierop. Hij viel op zijn knieën en instinctief greep hij naar het medaillon dat op zijn borst hing. Stilte in zijn hoofd. Even was het helemaal stil. Eventjes voelde hij zich getroost. De gedachten lieten zich bedwingen. Stil. Rustig maar. Het was alsof zij tot hem sprak.

Maar ja, zo ging het even later verder in zijn hoofd, ook die liefde is er niet meer. Die verdomde, lispelende dialoogstem in zijn hoofd leek alles kapot te moeten maken. Je moeder is er niet meer voor je. Ze heeft je verlaten. Ook die liefde stelde dus uiteindelijk helemaal niets voor! Woest rukte hij aan het medaillon. Het dunne, gouden kettinkje brak. Met tranen in zijn ogen keek hij naar wat zijn woede had aangericht. Nee! Wat hij had aangericht!

Zijn moeder was de allerliefste vrouw op de hele wereld geweest. Haar houden van was onvoorwaardelijk geweest. Altijd! Altijd was ze er voor hem geweest. Nooit had ze hem veroordeeld! Natuurlijk had hij best wel eens op zijn kop gehad als hij iets verkeerd had gedaan maar… ook altijd was er haar liefde geweest. Dingen waren uitgepraat en Soile haalde nooit meer oude koeien uit de sloot. Wat gebeurd was, was gebeurd. Dat was haar stelregel. Hij voelde pijn in zijn nek. Haalde zijn linkerhand door zijn nek en voelde waar het zeer deed. Een pijnlijke striem waarschijnlijk. Ontstaan toen hij in zijn boosheid aan het medaillon rukte en de ketting kapot trok. Haar liefde was zo puur en eerlijk. Heerlijk! Waarom? Waarom moest zij… Nee! Op dat moment herinnerde hij zich ineens dat hij haar beloofd had die vraag nooit te stellen. Gewoon omdat, volgens haar, daar nooit een antwoord op zou komen. Had ze geweten dat hij in de problemen zou komen? Misschien wel. Ze kende hem natuurlijk beter dan wie ook. Toen hij zijn hand terughaalde, voelde hij er iets langs lopen. Hij bekeek zijn hand en zag een spoor van bloed…

Ineens leek alles op te klaren. Was het alsof de donkerte om hem heen lichter begon te worden en hij weer kon zien. Zien met nieuwe ogen. Ogen die wisten wat er te zien was. Het bloed. Bloed dat hij deelde met zijn moeder. Zijn moeder. Zij was er altijd geweest. Had hem altijd getroost. Ook na nummer 1 en 2 had hij het met haar gedeeld en had ze hem getroost. Praten bij een pot troostthee. Hij glimlachte. Die thee van haar. Ja, hij miste haar. Ze was een bijzondere moeder geweest. Eentje die werkelijk alles van hem wilde weten. Niet uit ziekelijke bemoeizucht maar omdat ze geïnteresseerd was in haar zoon. Omdat ze wilde weten wat er in hem omging. Wilde hij dingen niet delen, dan was het ook prima. Maar hij had bijna altijd alles wel met haar gedeeld. Ook toen hij de eerste intieme stappen had gezet met Kees. Ze had hen dan ook overlopen, zo wist hij nog heel goed. Maar hen daarna ook aangemoedigd om af te maken waar ze mee bezig waren. Opnieuw moest hij glimlachen. Welke moeder zou zoiets nou doen? Nou, die van hem wel! Dat was een bijzondere! Getroost had ze hem toen er geen brieven van Kees kwamen. Ze had voor hem het nieuwe adres van Kees weten te vinden. Ze had hem geholpen met het opstellen van de brieven die hij aan Kees geschreven had. En toen… toen er nog geen reactie kwam… had ze hem getroost. Haar armen om hem heen geslagen. Zijn snikkende, schokkende lijf tegen haar aangedrukt totdat hij weer wat rustiger was geworden.

Ja… en die troost, die warmte, dat uiten, dat delen, dat had hij nu allemaal moeten missen. Nee, hij had gekozen om het niet te doen. Stom. Vreselijk stom. Hij… had het niet willen doen omdat hij het niet bij haar kwijt kon. Niet bij Soile. Niet bij zijn moeder. Oh, wat miste hij haar toch vreselijk. Hij huilde.

Maar stom was het wel. Kees had diverse keren gezegd dat hij altijd naar hem wilde luisteren als er iets was. Ook de afgelopen dagen nog. Heel vaak. Ook de buuf, had dat gezegd. Zijn vader. En al die vriendelijke, warme interesse in hem had hij steeds afgeslagen… Anna en Kees hadden voorgesteld om naar de huisarts te gaan. Maar nee, hij moest het allemaal in zijn eentje zien op te lossen. Maar gelukkig wist hij nu waar hij de fout was ingegaan. En op dat punt aangekomen, kon je je omdraaien. Toch?

De geniepige, listige stem in hem deed een laatste poging. Omdraaien? Hoe kom je erbij? Denk je dat al die aardige, vriendelijke mensen er nu nog voor jou willen zijn? Vergeet het maar, jongen. Niet na wat jij hen hebt aangedaan! Je hebt hen wekenlang laten toekijken hoe jij in de sores zat. Wilde niets laten zien van wat jou bezig hield! Vergeet het maar!

De torenklok sloeg middernacht en er knalde vuurwerk. Een nieuw jaar was aangebroken, zo realiseerde hij zich. De stem in zijn hoofd werd overstemd door het lawaai buiten. Toen er toch nog een poging gedaan werd boven het geluid uit te komen, pikte hij het niet meer. “Houd je kop! Laat me met rust!” schreeuwde hij met alle adem die hij uit zijn longen kon persen. “Alles was je me hebt gezegd, alles was je me continue hebt verweten, zijn niets anders dan gedachten. Gedachten zijn maar gedachten. Hoe hard je ze me ook in het gezicht slingert. Laat me met rust. Ik weet dat het anders kan. Dat het anders moet. Toegeven aan dat wat jij wilt, zal ik nooit! Hoor je me!” Het waren kloeke woorden. Dapper… maar… nu die woorden nog omzetten in daden.

Hij liep zijn kamer uit en in de hal trok hij zijn schoenen en jas aan. Hij voelde zich stram en koud, maar toch wilde hij naar buiten toe. Het hoorde zo. Hij was het zo gewend en dus ook dit jaar. Ook na dit jaar dat zo enorm veel impact op hem had gehad. Een jaar dat, zo leek het althans, alleen maar dieptepunten had gekend. En ja… nu na deze donkere periode was het best wel lastig om iets van je te laten zien. Maar ja… hij had zich omgedraaid en… nu de rest dan ook maar.

In het schaaltje op het kastje zag hij de sleutel liggen die Kees daar had neergelegd. Ja, het was echt een kutjaar geweest. En Kees? Hij had Kees weggejaagd met zijn stilzwijgen. Nee, niet aan denken nu. Hij had zich omgedraaid. Wilde opnieuw beginnen. En ook als Kees niets meer van hem wilde weten, wat hij zich heel goed kon voorstellen, zou hij verder moeten gaan. Toen hij de deur achter zich dichttrok, zag hij de buurvrouw al voor het huis staan. Ze keek naar het vuurwerk dat je in de verte boven de stad Groningen kon zien. Het was dit jaar niet zo duidelijk te zien als anders, zo had hij het idee, maar het was altijd een mooi schouwspel.

Wordt vervolgd…



Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, mei 2013.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten