ZWEDEN... EEN EINDE - hoofdstuk 08

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

ZWEDEN... EEN EINDE - hoofdstuk 08

Bericht door Lucky Eye » do 20 jun 2013, 05:23

ZWEDEN… EEN EINDE

Een verhaal van Lucky Eye



Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



Hoofdstuk 8

Een week nadat Johan thuisgekomen was, hadden ze hun plannen gepresenteerd aan de buurvrouw. Het opknappen van de woning van Johan vond ze een prima idee. Dat de tuin onder handen genomen zou worden, nog beter. Maar dat de jongens ook haar huis wilden schilderen, stond haar niet zo aan. Daar kon ze gerust een schilder voor inhuren. Na heel veel gepraat en bijna gesmeek van haar buurjongens gaf ze zich uiteindelijk toch gewonnen. Toen ze gedrieën alles eens aan een grondige inspectie onderwierpen, bleek dat de binnenboel bij de buurvrouw ook nodig aan onderhoud toe was. Zo begonnen ze een voorschot te nemen op de toekomstige samenwerking in hun bedrijf dat ze de naam ‘JOKE’ hadden gegeven. De buurvrouw kon van die naam de grap wel inzien, zei ze en dat bezorgde het tweetal de slappe lach.

De handen stonden de jongens absoluut niet verkeerd aan het lijf, zo bleek al snel. Slap ouwehoeren deden ze echter ook maar wat graag bij tijd en wijle. Op de dagen dat ze werkten, lieten ze zich wat de catering betreft verzorgen door de buurvrouw. Op hun vrije dagen, die ze zelf inplanden omdat ze vrij man waren, deden ze dat zelf of namen ze er hun gemak van door lekker uit eten te gaan of iets te laten bezorgen.

Begin november ging Kees naar zijn oom Frederik toe en ontmoette daar zijn vader. ‘Een week’, zo zei hij daarna tegen Johan, ‘waarin heel veel is gepraat en waarbij we heel veel onduidelijkheden hebben weggewerkt.’ Dat het een vervolg zou krijgen was wel duidelijk. Voor Johan was die week alleen, echter duidelijk minder geweest. Hij had gemerkt dat de rust en stilte die hij vooraf betiteld had als ‘vast en zeker verkwikkend’ dat absoluut niet waren geweest. Het uitslapen wel maar zodra hij wakker was, was ook het denken begonnen. Allerlei gedachten drongen zich aan hem op. Het waren niet de meest leuke gedachten ook. Ze maakten dat hij zich rot voelde en hij was dan ook heel erg blij toen Kees weer terugkwam en ze weer aan het werk konden.

Met Sinterklaas stuurden Erik en Olaf cadeautjes voor de jongens en de buurvrouw en een week later lag de uitnodiging om met Kerst naar Zweden te komen bij de post. Edward en Timothy zouden ook komen, zo wist Johan.

Inmiddels hadden ze zich ook laten informeren over een HBO-studie. Johan was meteen enthousiast geweest over een opleiding tot verpleegkundige en Kees had het helemaal zien zitten om een paar weekjes in het ziekenhuis te liggen en dan door Johan verzorgd te worden. Vooral het wassen leek hem heel erg interessant. Johan was echter streng.

“Als ik jou zou moeten wassen, nam ik ijskoud water zodat je jongeheer alleen maar zou krimpen.”

“Ohhh! Wat gemeen zeg! Ik arme zieke en jij… “

“Mag ik nog wel uitkijken dat ik niet te lang die koude washand in je kruis houd,” ging Johan onverstoord verder, “want anders blijft er helemaal niets van je ding over. Compleet weg!”

“Ja ja, lul maar lekker door jij! Zo’n kleintje heb ik nou ook weer niet hoor!”

“Weet ik veel! De laatste keer dat ik je hard heb gezien waren we beiden flink wat jonger en hadden we hoegenaamd nog niks. Ben je echt zo gegroeid?”

Kees besloot de wijste te zijn en maar niet te reageren.

Plagerig daagde Johan hem uit toch iets te zeggen over het formaat maar Kees zweeg in alle talen en sneed een heel ander onderwerp aan.

“Ga je naar je vader met de Kerst?”

“Ja. Maar jij gaat toch wel mee, hè?”

“Ik?”

“Ja, jij! Heb ik je toch gezegd?”

“Ik dacht dat je me toen zat te stangen. Want je zei nog dat ik dan in het net moest. Smoking en zo.”

Ja, dat had Johan gezegd maar het was geen plagen geweest. Toen niet.

“Owww… dat heb ik dan toen helemaal verkeerd opgevat. En nu? Waar haal ik zo snel een smoking vandaan?”

“Huren we in de stad.”

“Maar je wilt echt dat ik meega?”

Johan verzekerde hem dat dat zo was en dat hij anders bang was zich stierlijk te vervelen.

En zo togen ze op een vrijdagochtend naar de stad Groningen voor het huren van hun driedelig zwart. Het ging allemaal prima. Johan was wel vaker bij dat bedrijf geweest en ze kenden hem. Ook Erik had zich daar wel eens voor bijzondere gelegenheden laten kleden. Terwijl Johan zichzelf in de passpiegel bekeek, voelde hij ineens een steek van pijn in zijn maag. Ja… ook nu hij gewoon bezig was, kwamen de gedachten. Het langer verdringen door flink te werken kon niet meer. Alles wat er gedaan had moeten worden was zowat afgerond.

“Is er iets niet goed?” vroeg de winkelbediende op een bezorgde toon.

Johan zei hem dat alles goed was en dat het pak prima zat. Thuisgekomen, zei hij Kees dat hij hoofdpijn had en even ging liggen.

Heel normaal, zo dacht Kees. Kan gebeuren. Maar in de dagen erna begon Kees zich toch zorgen te maken. De hoofdpijn was er bijna elke dag en zorgde ervoor dat Johan zich regelmatig terugtrok op zijn kamer. Kees’ zorgen werden nog groter toen Johan niet meer samen met hem naar de sportschool ging en ook de zaaltraining van voetbal begon over te slaan. Eerst liet hij het geworden maar nadat hij er een keer met de buurvrouw over had gesproken, vroeg hij Johan er toch naar. Een echt antwoord kwam er niet. ‘Gewoon hoofdpijn. Heb ik wel vaker.’ had het geklonken. Maar Kees vertrouwde het absoluut niet. Ook ging Johan af en toe alleen naar de stad Groningen toe. Nou hadden ze dat beiden wel vaker afzonderlijk van elkaar gedaan maar toch gaf het Kees nu ineens een onbestemd en onplezierig gevoel. Praten met de buurvrouw zorgde ervoor dat Kees niet alleen met zijn gedachten over Johan bleef en ook dat hij tot actie overging. Op een van die middagen dat Johan alleen wegging, volgde hij hem. Johan ging naar het Sterrebos en zat daar urenlang op een bankje om daarna gewoon weer naar huis terug te gaan.

De dag voor 25 december vlogen ze met het privévliegtuig van Eriks zaak van Eelde naar Göteborg. Op het vliegveld werden ze opgewacht door de beide vaders van Johan. Kees had het best wel vreemd gevonden toen hij van Johan vernomen had dat zijn vader op mannen viel maar had zich toen wel heel goed kunnen voorstellen waarom Soile en Erik nooit getrouwd waren en ook niet samenwoonden. Behalve dan natuurlijk als Erik er wel was geweest en dat in elk geval in de zomervakanties. De vriend van Erik was een echte hunk, zo vond Kees. Eentje met een heel lieve glimlach.

Thuis bij Erik en Olaf waren ze meteen naar de keuken gegaan om er met z’n vieren voor te zorgen dat het kerstdiner enige vorm en inhoud zou krijgen. Zo hadden ze afgesproken tenslotte. Maar na een dik uur gaf Johan aan dat hij hoofdpijn had en trok hij zich terug. Kees zag de zorgzame blikken van de vaders en sprak daarna zijn eigen bezorgdheid uit. Hij vertelde dat Johan al een tijd last had van hoofdpijn en dat het erger scheen te worden en dat hij zich steeds meer in zichzelf leek te keren. Erik verliet meteen de keuken en ging achter zijn zoon aan. Een kwartier later was hij terug.

“Hij heeft alleen maar hoofdpijn, zegt hij steeds weer,” herhaalde Erik de woorden van Johan. “Er is volgens hem niets waar we ons zorgen over moeten maken. Bovendien zei hij, dat zorgen maken ons er niet knapper op maakt.” Om die laatste opmerking moesten ze lachen maar de bezorgdheid was daarmee nog lang niet weg. Zeker niet bij Kees.

Af en toe ging hij zelf ook eens kijken bij Johan maar alle keren leek het alsof zijn vriend sliep. Kees vroeg zich af of dat echt zo was.

De gasten kwamen en werden met een taxi afgeleverd. Ook Timothy viel in de klasse hunk voor Kees. Hij was in elk geval flink onder de indruk van diens uiterlijk en charme. Wow! Edward was een prachtkerel, zo bleek hem al snel. Een beetje stijfjes in het begin maar al heel snel stond ook hij met opgestroopte mouwen in de keuken en werkte net zo hard als de anderen. Het echte Engels dat hij sprak, werkte regelmatig op Kees’ lachspieren en als de anderen hem dan vroegen waarom hij lachte, kon hij amper uit zijn woorden komen. Heel snel echter had Edward door waarom Kees moest lachen en toen zette hij een heel erg goede persiflage van zichzelf neer. Eentje die allen een lachstuip bezorgde. Timothy deed er nog een schepje bovenop en samen met Edward voerde hij een kostelijk toneelstukje op in door de andere drie amper te verstaan Engels.

Het diner was prima. Het was hun gelukt om er iets heel goeds van te maken. De verplichte avondkleding zorgde ervoor dat alles een heel chic geheel vormde. Tijdens het omkleden had Kees eventjes met Johan, die toen wakker was, gesproken. Kees maakte zich steeds meer zorgen en vond dat Johan er erg beroerd uitzag. Johan zei opnieuw, dat ze zich geen zorgen moesten maken maar ja… Kees wist gewoon dat er iets was.

Het was een heel bijzondere avond geworden. Het eten heerlijk, de sfeer erg goed en het enige dat er aan mankeerde was de aanwezigheid van Johan die de vijf disgenoten allemaal in hun hart droegen. Tot in de nachtelijke uurtjes zaten ze bij elkaar en praatten over van alles en nog wat. Toen Kees eindelijk in zijn bed stapte, was hij doodmoe maar ook heel duidelijk tevreden.

Een aantal uren later werd hij echter wakker. Als eerste keek hij naar Johans bed. Leeg. Waar hangt die nou weer uit, was het door hem geschoten. Hij stapte uit bed, pakte een badjas en ging op zoek. Johan zat in de woonkamer. In de hoek van de bank had hij zich heel klein gemaakt. Kees zag hem al van afstand en voelde letterlijk pijn in zijn hart. Hij beet zich op zijn lippen om zich groot te houden. Voor hem was het heel erg duidelijk: Johan zat er compleet doorheen. Hij kon niemand om zich heen hebben, zo leek het. En Kees… hij liet het daarbij op dat moment en ging terug naar de slaapkamer die hij met Johan deelde.

Tegen het middaguur op eerste kerstdag was iedereen wakker. Met z’n vijven aten ze een bescheiden lunch en daarna moesten Edward en Tim weg omdat eerstgenoemde verplichtingen had op de ambassade: het jaarlijkse kerstdiner voor in Noorwegen wonende Engelse onderdanen. Tenminste, voor hen die zich daarvoor hadden aangemeld. Niet kosteloos, want ook de Engelse schatkist was niet meer zo rijk gevuld als in vroegere eeuwen. Heel even gingen ze langs bij Johan. Hij was wakker en verontschuldigde zich voor zijn afwezigheid. Natuurlijk werd er gezegd dat het er niet toe deed, dat hij snel weer beter moest worden en dat ze elkaar snel weer zouden ontmoeten. Kees keek ernaar vanuit de deuropening en vroeg zich af of het echt weer goed zou komen met Johan.

De volgende ochtend vlogen ze volgens plan weer terug naar huis. Johan was ’s avonds even bij hen in de woonkamer geweest maar was niet echt spraakzaam. Stilletjes had hij zich opnieuw opgekruld in het hoekje van de bank. Kees vergeleek hem met een zielig vogeltje. Erik en Olaf deden van alles om het hem naar de zin te maken maar het vogeltje zong niet. Hij bleef zielig voor zich uitstaren en was zich, naar het gevoel van Kees in elk geval, amper bewust van de mensen om hem heen.

De vlucht naar huis was stil. Johan was niet aanspreekbaar, wat Kees ook probeerde. Opnieuw was er hoofdpijn en ja… Johan zag er ook uit alsof hij echt ziek was. De buurvrouw haalde hen met de auto van Kees van het vliegveld op en kletste honderduit. Kees was echter de enige die antwoordde op de vele vragen die ze stelde. Johan had achterin gezeten of beter gezegd gehangen. Thuis was Johan meteen naar zijn slaapkamer vertrokken. Fluisterend hadden de buurvrouw en Kees samen in de keuken verder gepraat. Kees deed zijn relaas en de buurvrouw knikte omdat ze wist dat ze beiden gelijk gehad hadden. Er was wel degelijk iets met Johan.

Het werd Oudejaarsdag. De buurvrouw en Kees maakten in haar huis in de ochtend de oliebollen klaar. Kees vond het prachtig om iets om handen te hebben want alsmaar met Johan in huis zitten en niet met hem kunnen praten hoe vaak hij het ook had geprobeerd, bezorgde hem de kriebels. Met een grote schaal ging hij tegen het middaguur naar huis. Toen hij Johan riep voor het middageten werd er niet gereageerd. Hij was op zijn slaapkamer en lag aangekleed op het bed. “Kom je eten?”

“Nee, doe maar niet. Ik zou geen hap door mijn keel krijgen,” luidde het antwoord. Kees ging bij hem op bed zitten.

“Maar je moet wel wat eten man want je valt volgens mij enorm af de laatste tijd.”

“Dat valt wel mee.”

“Nee, dat doet het niet. Kom mee eten, alsjeblieft. Laat die oliebollen maar staan maar eet gewoon brood of zo dan.” Het voorstel van Kees werd afgewimpeld en mismoedig keerde Kees terug naar de keuken. Zelf bleef hij ook van de oliebollen af. Zoiets eet je als een lekkernij op een feestdag en… daar voelde het niet naar nu. Hij wist dat hij een stap moest zetten maar het viel hem zwaar: loodzwaar.

Tegen vieren had hij zijn auto ingepakt. Alles wat hij een paar maanden geleden uit de auto het huis ingebracht had, stond nu weer in zijn auto. Met het lood in de schoenen liep hij naar Johans kamer en klopte aan. Hij hoorde Johans stem iets zeggen, dat vermoedde hij in elk geval, en ging naar binnen. Johan stond bij het raam en keek naar de tuin achter het huis. Maar of dat werkelijk zo was, wist hij niet. Ook dat was niets meer en minder dan een aanname.

“Ik heb mijn spullen gepakt, Johan. Ik ga.”

Johan reageerde niet maar bleef staan waar hij stond.

“Ik ben hier heen gekomen met het idee, de hoop, dat als jij nog niemand had gevonden om je leven mee te delen, wij wellicht weer een paar zouden kunnen vormen. En wat mij betreft, staat dat ook helemaal niets in de weg. Ik houd van je en dat heb je vast en zeker wel gemerkt. Natuurlijk heb ik er niets mee gedaan omdat ik goed aanvoelde dat jij ruimte nodig had. Veel ruimte maar die heb ik je gegund. De laatste tijd echter lijkt het alsof je er helemaal niet meer bent. Alsof je afgedwaald bent naar een punt waar niemand je meer kan bereiken. Waar je niet bereikt wilt worden. Door niemand. Ik begrijp ook maar al te goed nu, dat er geen ruimte meer is voor een echt ons. Dat jij mij niet wilt als je vriend. Misschien nog wel als een vriend maar niet in die andere betekenis. Ik weet niet wat daarvan de reden is. Hoef ik ook niet te weten. Jouw beslissing en die respecteer ik door nu weg te gaan.” Even had Kees het idee dat Johan iets wilde zeggen maar… dat was een vergissing. “En dus ga ik zo weg. Waarschijnlijk naar mijn oom of naar mijn opa en oma. Ik weet het nog niet. Je hebt mijn nummer en misschien kunnen we ooit nog eens iets afspreken als gewone vrienden. Bel me maar en anders bel ik jou wel een keer.” Nog steeds geen reactie. “Tot ziens, Johan!” Kees draaide zich om en sloot de deur achter zich. De tranen liepen hem over de wangen. Hij legde de sleutel van de voordeur in de schaal op het kastje in de hal en verliet het huis. Het hekje bij het begin van de voortuin was niet gammel meer. Ze hadden hem vervangen. Kees stapte in zijn auto en reed weg, nagekeken door de buurvrouw.

Wordt vervolgd…



Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, mei 2013.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten