ZWEDEN... EEN EINDE - hoofdstuk 02

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

ZWEDEN... EEN EINDE - hoofdstuk 02

Bericht door Lucky Eye » wo 08 mei 2013, 19:35

ZWEDEN… EEN EINDE

Een verhaal van Lucky Eye



Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



Hoofdstuk 2

In het grote, moderne kantoorpand van de Firma Magnus & Co. in Göteborg werd door alle medewerkers keihard gewerkt. Er moest dringend een aantal zaken geregeld worden en degene die vandaag, bij afwezigheid van Tor Magnus, de lakens uitdeelde, duldde geen enkel uitstel. Olaf zette hen allen aan tot het uiterste en iedereen, niemand uitgezonderd, deed zijn best voor hem. De telefonistes hadden de opdracht gekregen om alle telefoontjes af te houden en toen er dan toch eentje binnenkwam op het bureau van Olaf reageerde hij behoorlijk geïrriteerd.

“Had ik niet gezegd …”

De telefoniste was echter een oudgediende en absoluut niet van plan zich de les te laten lezen. Natuurlijk had zij de instructies voor vandaag wel begrepen en al diverse mensen bewust afgehouden maar bij dit telefoontje had ze gewoon het idee dat het wel doorgegeven moest worden. “Jawel, meneer maar dit telefoontje is eigenlijk een privégesprek voor meneer Gunnarsson, maar toen ik zei dat hij niet aanwezig was, werd erop aangedrongen met u verbonden te worden.”

“Wie is het?”

“Het is Lord Reighton, de ambassadeur van het Verenigd Koninkrijk in Noorwegen, meneer.”

“Oké, Lisa, sorry dat ik zo bot reageerde. Mijn excuses daarvoor.”

“Geen probleem, meneer. Zal ik hem maar doorverbinden dan?”

“Ja, doe maar, Lisa, en bedankt.”

“Hallo, Edward met Olaf, alles goed in Oslo?”

“Zeker weten van wel. En met jullie?”

“Prima. We hebben geen klagen. Het is erg druk maar alles loopt gelukkig.”

“Ja, kreeg al het idee dat de telefoniste me af wilde schepen. Toen ik mijn titel en functie liet horen, maakte dat totaal geen indruk op haar maar toen ik zei dat het van persoonlijke aard was, wilde ze wel haar best voor me doen, zei ze.”

“Ja, Lisa is een prima medewerkster, die op dit soort momenten precies weet wie ze wel en niet kan doorverbinden. Waarmee kan ik je van dienst zijn?”

“Ik wilde alleen maar even laten weten dat Johan en Timothy op dit moment in Stockholm zijn en morgenochtend naar Oslo vliegen.”

“Hé, dat is prachtig nieuws man. Ik ben hartstikke blij dat ze hun trektocht eindelijk opgegeven hebben. Ik heb het echt al die weken een vreselijk idee gevonden.”

“Hahaha, ja ik weet het. Je was nog bezorgder over hen dan Erik en ik samen!”

“Ja, ik heb het nooit iets gevonden. Maar Erik is op dit moment in Oslo. Hij is daar met Tor Magnus om een nieuwe, belangrijke klant binnen te halen en ik ben er zeker van dat hij het heel erg leuk zal vinden om Johan te ontmoeten.”

“Dat zou niet gek zijn.”

“Ook al is het maar voor eventjes, dan hebben ze elkaar in elk geval toch weer even gezien, niet dan?”

“Lijkt me niet slecht.”

“Dan bedank ik je nu voor je telefoontje en probeer ik meteen hem te bereiken. Oké?”

“Ja, prima, Olaf. Ik zie je binnenkort wel weer.”

“Tot ziens.”

Olaf legde neer en toetste meteen de cijfers van Eriks mobiele nummer in. Een ingeblikte stem gaf echter aan dat het toestel op dit moment niet te bereiken was en dat hij hooguit de voicemail zou kunnen inspreken na de piep. Dat deed hij dus maar: “Erik, met Olaf. Bel me zo snel mogelijk en stap vooral niet in het vliegtuig naar huis! Het is belangrijk!”

Hij was nog maar net uitgesproken toen Lars en Vicky, de twee medewerkers die hij voor deze klus tot zijn kapiteins had benoemd, zijn kantoor binnenkwamen.

“Alles is klaar, chef!” sprak Lars met een vette knipoog in zijn richting.

“Keurig gedaan, jongelui! Ik wist wel dat we het met elkaar zouden redden vandaag.”

De twee gingen zitten en deden hem verslag van wat er klaar lag voor verzending naar Oslo. Aan het eind van het gesprek regelde Olaf met hen dat ze iedereen naar huis zouden sturen. “En,” zo begon hij zijn laatste opdracht van die dag, “aan de overkant geef ik een rondje van de zaak voor degenen die daar zin in hebben.” Terwijl de leegloop van het kantoor op gang kwam, begon Olaf met het verzenden van de diverse worddocumenten, spreadsheets en databases naar het mailadres van Erik die de gegevens nodig zou hebben bij zijn onderhandelingen.

Olaf rekte zich uit in zijn stoel en gaapte. Terwijl hij zag hoe de verzending van de data vorderde, overdacht hij wat er de afgelopen tijd was gebeurd. Nadat ze hun klus op het eiland van Kai Torhald geklaard hadden, waren ze teruggegaan naar huis. Ze hadden Tor Magnus uitgebreid geïnformeerd en hem de gegevens verstrekt voor de op te maken declaraties. Meteen hadden ze Magnus toen ook verteld over hun voornemen om samen te gaan wonen. Hun baas had vreemd opgekeken maar had hen toen heel joviaal gefeliciteerd.

"En gaan jullie het nu bekendmaken of moet het geheim blijven?"

"Laten we er maar eerlijk over doen," zei Erik.

"Inderdaad het allerbeste," reageerde Tor. "Dit soort dingen kun je het beste open spelen dan geeft het het minste gedoe. Maar voordat jullie het rondbazuinen wil ik jullie uitnodigen voor een etentje vanavond bij mij thuis. Niets bijzonders hoor alleen mijn vrouw en kleindochter zullen aanwezig zijn dus kom alsjeblief zonder pak.” Het aanbod kon natuurlijk moeilijk geweigerd worden.

Beiden togen ze naar hun eigen huis en stonden net iets voor acht uur ’s avonds op de stoep van huize Magnus. Een frêle jongedame, die zich voorstelde als Andrea, de kleindochter van Tor en Leona Magnus, deed hen open. Ze ging hen voor naar de eetkamer waar hun gastheer en gastvrouw op hen wachtten. De vrouw van Tor kenden ze van personeelsbijeenkomsten en ook van de talrijke bezoekjes die zij bracht aan het kantoor. Het eten was voortreffelijk en zo ook de conversatie aan tafel. Niets geforceerds maar gewoon heel luchtig. Aan het eind van het diner trok Leona zich terug en waar Erik en Olaf verwacht hadden dat Andrea samen met haar grootmoeder zou vertrekken, keken ze op hun neus want zij bleef bij de heren zitten.

“Erik en Olaf, ik heb jullie vanavond uitgenodigd om jullie mee te delen dat ik over een half jaar de zaak zal verlaten.”

Beiden vielen ze zowat van hun stoel.

“Maar …” was het enige dat Erik kon uitbrengen.

“Maar …” herhaalde Olaf de verbaasde uitdrukking van zijn minnaar.

“Geen vragen nog alsjeblieft. Laat het me gewoon uitleggen. Leona en ik willen meer tijd voor elkaar hebben en mijn bemoeienissen met de zaak belemmeren dat enorm. De laatste twee jaren heb ik al steeds meer en meer overgelaten aan mensen zoals jullie maar toch kost het me nog te veel tijd. Tijd die Leona en ik anders willen besteden. We zijn altijd familiemensen geweest maar de familie heeft ons de laatste tijd veel te weinig gezien. Andrea is ons oudste kleinkind maar de eerste van een hele reeks en bovendien wonen ze verspreid over de hele wereld zoals jullie weten. Hoog tijd dat we hen gaan bezoeken en dan niet voor een paar dagen maar veel langer. Oma en opa moeten niet alleen maar herkend kunnen worden van de telefoon of foto’s.”

“Maar waarom heb je ons dan uitgenodigd? Wat hebben wij met jouw besluit te maken?” waagde Olaf het om het verhaal van zijn baas te onderbreken.

“Altijd op zoek naar antwoorden, hè! Nooit eens kunnen afwachten tot de aap uit de mouw komt!”

Olaf kleurde tot diep in zijn hals en Erik lachte evenals Andrea.

“Ik heb opvolgers nodig. De zaak doe ik van de hand, maar ik kan niet aanzien dat mijn levenswerk verkocht wordt als zou het een stuk worst zijn! Mijn zaak moet op waardige manier overgaan en niet zomaar aan de eerste de beste worden overgedragen. Daarom wil ik dat jullie samen met Andrea de leiding van Magnus & Co. over gaan nemen.” Bewust wachtte Tor Magnus even om te zien wat de reactie van beide mannen zou zijn. Zijn kleindochter was natuurlijk van te voren al ingelicht. Toen de stilte bleef aanhouden ging hij verder. “Stilte? Alleen maar stilte?”

“Ja, natuurlijk,” bromde Olaf. “Ik hou mijn mond wel! Jullie lachen me toch alleen maar uit!”

Er werd flink gelachen en ook door degene die de grap had gemaakt.

“Ik heb voor Erik gekozen omdat ik de afgelopen jaren al wel vaker de leiding over de zaak aan hem heb overgedragen tijdens een periode van afwezigheid. Het maakte niet uit wat de reden daarvoor was maar nooit heb je me teleurgesteld, Erik, en beschouw dit maar als een soort van beloning voor trouwe dienst.”

“Dank je, Tor. Ik ben echt onder de indruk van dit gebaar.”

“Ho ho. Niet alleen maar een gebaar natuurlijk hè! Jullie begrijpen toch hopelijk wel dat er een zakelijke regeling achter zit?”

“Opa toch!” reageerde Andrea. “Natuurlijk begrijpen ze zoiets wel.”

Langzaam maar zeker onthulde Tor Magnus zijn plannen voor het voortbestaan van zijn bedrijf. Alle aspecten van de bedrijfsovername kwamen een voor een op tafel en werden uit en te na besproken. De plannen, die Tor en Andrea samen hadden gemaakt, werden bijgesteld waar het nodig was om aan de wensen van Erik en Olaf te voldoen. Het was al ver na middernacht toen de gasten het huis van hun baas verlieten. Niet meer als gewone collega’s maar als aspirant-eigenaren.

Alles was daarna als in een soort van roes verlopen. Het personeel was ingelicht over het feit dat Erik en Olaf gingen samenwonen, over het aanstaande vertrek van Tor Magnus en over het voortbestaan van de firma onder de nieuwe leiding. In dezelfde periode, dat alles officieel op papier werd gezet, was Olaf bij Erik ingetrokken en hadden ze een bezoek gebracht aan Edward in Oslo. Deze had hen een bijzonder mooi weekend bezorgd. Daarnaast waren natuurlijk de lotgevallen van Timothy en Johan regelmatig ter sprake gekomen, tenminste voor zover ze daarvan melding hadden gedaan. Het was een goed weekend geweest. Een paar weken later was Edward overgekomen naar Göteborg voor een tegenbezoek. Toen was het duidelijk geworden dat de vriendschap van de jongens ook voor de anderen tot echte en hechte vriendschap zou leiden.

*

Tijdens een korte onderbreking in de onderhandelingen, raadpleegde Erik in de hal van het hotel zijn mobiele telefoon en luisterde hij de voicemail af. Het bericht dat Olaf voor hem had achtergelaten, baarde hem zorgen en daarom tikte hij meteen het nummer van kantoor in. Het antwoordapparaat gaf aan dat het kantoor gesloten was. Dan maar zijn mobiele nummer gebeld, dacht Erik. Het toestel ging geruime tijd over alvorens er werd opgenomen. Het was een kabaal van jewelste op de achtergrond en Erik kon zich maar amper verstaanbaar maken. “Waar zit je man!” schreeuwde hij in zijn toestel in de hoop dat Olaf hem zou kunnen horen. “Ben ik nog maar amper een dag weg en dan ben jij al aan het stappen?”

Olaf lachte. “Wacht even. Ik zoek een rustige plek op.” Het duurde eventjes maar toen meldde Olaf zich opnieuw. “Dag lieverd, hoe is het met je?”

“Hier is alles goed. Met mij en met de besprekingen ook. Ik heb trouwens al je gegevens ontvangen. Prima werk.”

“Ja, en daarom zit ik dus nu in het café met de collega’s om te vieren dat we goed werk verricht hebben.”

“Prima idee van je, Olaf.”

“Dat weet je toch! Als het op feesten aankomt, ben je bij mij aan het goede adres.”

Nu was het Eriks beurt om te lachen. “Maar je berichtje begrijp ik niet helemaal. Waar gaat het over?”

Olaf gaf hem de strekking van zijn gesprek met Edward weer en het was heel goed te merken dat Erik heel erg in zijn nopjes was met het idee dat hij zijn zoon morgen in de armen zou kunnen sluiten. Maar anderzijds hoorde Olaf ook heel duidelijk in zijn stem dat hij het vervelend vond dat hij nu niet vanavond, zoals gepland, terug naar Göteborg zou vliegen naar huis.

Erik bracht dat rot gevoel ook duidelijk onder woorden en vroeg zijn vriend expliciet of deze het kon begrijpen.

“Tuurlijk heb ik daar begrip voor, Erik! Ik kan je nog wel een dagje langer missen hoor en je hebt Johan al wekenlang niet gezien.”

“Je bent een schat, Olaf!”

“Weet ik toch!”

Met wat plagerijtjes over en weer maakten ze het gesprek toch nog behoorlijk lang maar uiteindelijk verbraken ze met een laatste ‘kus’ de verbinding. Erik keerde echter nog niet meteen terug naar zijn besprekingen. Ze konden nog wel even wachten op hem, vond hij. Eerst maar even met Edward bellen om te regelen dat hij daar vanavond zou overnachten om samen met hem morgen de jongens op te halen.

*

Toen ze wakker werden, was het al na zes uur 's avonds. Beiden hadden ze een reuze honger en aangezien roomservice echt al hun kleren had meegenomen om te wassen, waren de jongens - gekleed in de witte badjassen van het hotel - gedwongen op hun kamer te dineren. Tim was daarna echter nog niet geheel en al verzadigd. Hij ging op het bed liggen en vroeg Johan of hij bij hem kwam.

Johan echter had iets van een melancholische bui over zich en hapte niet meteen. Hij had te veel zitten denken de laatste tijd en Tim was daar debet aan. Niet de jongen zelf, maar de ideeën die hij gelanceerd had over de toekomst. Ze waren na het huwelijksfeest van Per en Eva nog een volle week in Völdershafn gebleven. Toen namen ze echt afscheid. Net als voor hun verblijf in het kleine dorpje aan het meer, reisden ze een paar dagen om daarna een paar dagen ergens te werken.

In Völdershafn had Johan als eerste het bekende zinnetje 'ik houd van jou' gezegd en dat meende hij ook volkomen. Hij hield van Timothy. Hij had het gevoel steeds meer en meer naar de jongen toegetrokken te worden. Timothy had dat niet meteen beantwoord en Johan kon zich dat heel goed voorstellen. Zijn relatie met Edward stond dat in de weg. Eigenlijk had Johan zich er al bij neergelegd, dat hij opnieuw in een onmogelijke liefde was beland toen Tim die overbekende woorden toch had uitgesproken.

Natuurlijk zat hij er toen flink mee in zijn maag. Want hoe zat het dan met zijn liefde voor Edward? Was die verdwenen? Naar de achtergrond geschoven? Dat allemaal niet dus. Die liefde was er ook nog steeds. Toen Johan het Tim had horen zeggen, voelde hij meteen al dat het niet goed zat, dat het nooit goed zou kunnen komen. Tim was niet van hem. Hij had nooit moeten zeggen dat hij van hem hield. Seks met elkaar oké, maar verder niet. Maar daarvoor was het toen te laat. Johan voelde zich er rot onder want hij wilde er absoluut niet de oorzaak van zijn, dat Timothy Edward zou verlaten. Toen hij het voor het eerst ter sprake bracht, had Tim vreselijk moeten lachen. Dat was dus ook helemaal niet de bedoeling. Hij hield zowel van Edward als van Johan en dat was lastig genoeg, zo bracht hij onder woorden. Hij wist niet hoe het precies zat maar hij wilde hen beiden nooit meer kwijt! Op zich was het een opluchting voor Johan geweest.

Maar… toch voelde het niet goed. Want hoe stelde Timothy het zich dan voor? De vraag kwam en het antwoord ook. Heel luchtigjes werd een situatie geschetst waarbij Tim van het ene bed in het andere zou springen. Met grote ogen had Johan het aangehoord. Opnieuw voelde het niet goed. Dus vroeg hij er opnieuw naar. Volgens Tim was er geen enkel probleem. Hij kende Edward en die zou het absoluut niet erg vinden dat hij een jonge minnaar mee naar huis zou nemen om daar met hun drieën te wonen. Johan kon er niets mee. Het voelde zo verrekte verkeerd! Dan had hij dus wel niet een scheiding tussen Edward en Tim gecreëerd maar wel een situatie waarbij Edward genoodzaakt was hem te accepteren als de tweede minnaar van Tim. En dat voelde dus absoluut niet goed voor hem.

Keer op keer bracht Johan het opnieuw ter sprake maar na dat laatste antwoord van Tim wilde hij er niet meer over praten. Steeds weer kwam het erop neer dat Tim het gesprek afkapte en zei dat Johan niet moest zeuren. Niet zo direct natuurlijk maar het kwam er wel op neer. In elk geval, Johan voelde het zo. En daarom had hij, toen hij begreep dat Tim niet openstond voor zijn tegenwerpingen, zijn eigen plan getrokken. In de trein naar Stockholm had Johan zijn afscheidsbrief geschreven, terwijl Tim lag te slapen. Vreselijk moeilijk had hij het gevonden om de dingen goed op papier te zetten maar zo moest het dan maar. Tim er rechtstreeks mee confronteren wilde hij niet, omdat hij wist dat hij hem dan toch zou overhalen mee te gaan naar Oslo.

Er werd geklopt. Timothy trok snel het dekbed over zich heen en Johan opende daarna de deur. Het was de roomservice met hun schoongewassen kleren.

*

Tegen acht uur 's avonds kwam Erik met een taxi aan bij het majestueuze pand waarin de ambassade van Groot-Brittannië gevestigd was. Na afloop van de goed verlopen vergadering had hij Tor ingelicht over zijn plannen en was deze alleen teruggevlogen naar Göteborg. Natuurlijk had zijn baas begrepen dat hij van de gelegenheid gebruik zou maken om heel even zijn zoon in de armen te sluiten. Tor was een familiemens!

Waar de butler zo snel vandaan had kunnen komen, was iets dat hij zich afvroeg toen vrijwel meteen nadat hij op de bel had gedrukt de grote deur openging. James, hoe kan een butler anders heten, had hem meteen uitgenodigd binnen te komen en zijn jas en tas aangenomen.

"Sir Edward, is in de eetkamer, meneer," reageerde James in het Engels. "Er is voor u gedekt."

"Dank je, James," antwoordde Erik en liep in de hem gewezen richting. Erik kende de indeling van het huis nog van het bezoek dat hij en Olaf eerder hadden gebracht en even later schudde hij de hand van Edward.

"Blij je te zien, Erik!"

"Eensgelijks, Edward. Goede vrienden mis je heel snel, nietwaar?"

Edward sloot zich bij deze bewering aan en vroeg Erik of hij wilde gaan zitten. Meteen daarop werden nieuwe schalen met eten op tafel gezet en vroeg de butler, wetende van de vorige keer dat Erik er vreemde manieren op na hield, of hij Erik op moest scheppen of dat hij zichzelf zou bedienen. Erik koos voor het eerste. Zich laten bedienen zou wel het allerlaatste zijn dat hij zou laten doen. Zijn handen had hij tenslotte niet voor niets gekregen toch?

"Ben je blij dat Johan morgen weer te zien zult krijgen?"

"Zeker. Ik vind dat hun expeditie lang genoeg geduurd heeft en zeker met de verandering van het weer doen ze er goed aan naar huis te komen."

"Zo denk ik er ook over. Ik heb er geen probleem van gemaakt dat Timothy wilde gaan maar ik ben heel blij dat hij morgen weer terug zal zijn."

Na het eten genoten ze van een paar glazen goede whisky waarbij het gesprek over van alles en nog wat ging. Tegen half twaalf gaf Erik te kennen dat hij graag naar bed zou willen. Edward begeleidde hem naar de deur van zijn slaapkamer en ze wensten elkaar een goedenacht.

*

Johan wilde niet in slaap vallen. Van seks was het niet gekomen. Tim was ondanks hun middagslaapje toch enorm moe geweest en al heel snel in slaap gevallen. Johan wilde niet slapen omdat hij andere plannen had. Hij bleef in de hotelkamer tot zijn horloge middernacht aangaf. Eerst luisterde hij nog eens goed of Tim wel echt diep weg was en toen stond hij langzaam op. Hij haalde de geschreven brief uit zijn rugzak, legde deze op zijn hoofdkussen neer en zocht vervolgens wat kleren uit zijn rugzak om deze aan te trekken. Daarna liep hij op kousenvoeten naar de deur. Zo stil mogelijk opende hij deze om de gang op te stappen en de deur weer even zacht te sluiten. Op de gang trok hij zijn schoenen aan en liep toen naar de lift. Beneden in de hal ging hij rechtstreeks naar de receptie en wachtte tot de nachtreceptionist zich meldde. "Ik zou graag een kamer willen," vroeg hij.

De receptionist keek hem verbaasd aan, want hij had toch heel duidelijk de jongeman uit de lift zien komen. "Maar… "

"Ja, ik zal het uitleggen." Het hoe en waarom legde Johan natuurlijk niet uit, daar had de man niets mee te maken. Ter plekke verzon hij een verhaal over een ruzie die hij en Tim gekregen hadden. En dat hij daarom liever een eigen kamer wilde nu. De receptionist heg hem nog wat vreemd aangekeken maar voldeed toen toch aan zijn verzoek.

"Dan heb ik kamer 507 voor u, meneer. Een eenpersoonskamer. Hoe lang wilt u hem gebruiken?"

"Het is maar voor een nacht. Morgen check ik uit."

"Goed meneer."

"Hebt u morgenvroeg ook dienst?" wilde Johan weten.

"Nee, meneer."

Johan was tevreden met het antwoord. Mocht Tim morgen navraag doen bij de balie dan zou er een andere receptionist zijn die van zijn verhuizing niet op de hoogte zou zijn, tenzij … "Ik zou het heel erg op prijs stellen als mijn 'verhuizing' niet bekend zou worden gemaakt aan mijn vriend."

"Natuurlijk, meneer. Wij zijn discreet, meneer."

"Dank u."

"Wilt u dat iemand u begeleidt naar uw kamer, meneer?"

"Nee, dank u. Ik kan het wel vinden, denk ik." Na deze woorden liep Johan terug naar de lift en drukte hij op de '5' voor de vijfde verdieping. In zijn nieuwe kamer aangekomen, kleedde hij zich uit en kroop snel tussen de lakens.

Van slapen kwam echter niets. De twijfel sloeg toe maar na verloop van tijd kwam hij tot de conclusie dat hij gewoon niet anders kon. Hij wilde niet de tweede minnaar van Tim worden. Hij wilde van niemand de tweede minnaar worden! Hij wilde iemand voor zichzelf. Een jongen of een man - de leeftijd maakte hem niet zoveel uit - van wie hij kon houden! Hij wilde iemand helemaal alleen voor zichzelf. Misschien zou het best zo kunnen werken zoals Tim het zich had voorgesteld, maar hij wilde er geen deel van zijn. Terwijl hij zo zijn definitieve conclusies nog eens in zijn hoofd herhaalde, viel hij uiteindelijk toch in slaap.

*

Tegen acht uur 's ochtends werd Timothy wakker en meteen miste hij de aanwezigheid van Johan. Eerst dacht hij nog dat de jongen in de badkamer zou zijn maar toen hij zijn ogen goed uitgewreven had en de brief zag liggen, wist hij dat Johan er niet meer was. De inhoud van de brief raakte hem enorm. Shit! Waarom had hij niet beter naar Johan geluisterd! Waarom had hij diens bezwaren niet serieus genomen en ze steeds met een lach afgedaan! De tranen liepen hem over de wangen toen hij besefte dat dit… NEE! Zo moest het niet gaan! Zo mocht het niet gaan! Snel schoot hij in de kleren en rende de gang op naar de lift. Bij de receptie schoot hij meteen de receptionist aan.

"Goedemorgen, meneer," zo opende hij. "Mijn vriend is vannacht vertrokken. Weet u misschien of hij vanuit hier een ander hotel heeft gereserveerd?" De receptionist checkte de computer.

"Nee, meneer. Er is vannacht vanuit hier geen ander hotel gereserveerd."

"Een taxi dan? Heeft hij zich laten ophalen door een taxi?"

Opnieuw checkte de baliemedewerker zijn computer en opnieuw antwoordde hij ontkennend. Eventjes bleef Tim besluiteloos staan. Waar kon Johan dan zijn! Je gaat toch niet zomaar midden in de nacht een vreemde stad in?

"Een kamer dan? Heeft hij hier een andere kamer genomen?"

De receptionist keek niet eens meer in de computer maar schudde zijn hoofd. Hij had de boodschap die zijn collega had achtergelaten gelezen en wist dat hij zijn mond moest houden.

"Dank u," zei Timothy en hij liep met hangende schouders terug naar zijn kamer. Zittend op het bed belde hij Edward en deed het hele verhaal uit de doeken waarbij hij ruiterlijk erkende dat hij een enorme sufferd was en nooit zo de gevoelens van Johan had mogen onderkennen. Dat Johan er moeite mee had gehad, was duidelijk geweest en steeds had hij er luchtigjes over gedaan alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Voor hem was dat er ook niet maar hij had zich nooit gerealiseerd hoe diep het ging voor Johan. "Ik ben een rund, Edward!" zo besloot hij zijn monoloog.

"Misschien had Johan wat meer moeten aandringen."

"Nee, echt niet. Hij heeft het zo vaak ter sprake gebracht maar zeker op het laatst wilde ik er helemaal niet meer op reageren en dat is juist de meeste stomme van me!"

"Ik vind het heel jammer, Timothy, maar het meest belangrijke om te weten is nu of hij veilig is en niet zomaar ergens rondzwerft. Wacht! Erik komt net binnen ik zal even met hem overleggen."

Timothy wachtte af en hoorde alleen maar gedempte stemmen op de achtergrond. De stemmen zorgden ervoor dat hij haast niet kon wachten totdat hij eindelijk weer aangesproken werd.

"Tim, met Erik. Ik heb gehoord wat er gebeurd is. Rot voor je, maar volgens mij is er eventjes gewoon niks aan te doen. Als Johan iets in zijn hoofd heeft, dan krijg je het er niet snel uit. Een karaktertrek die hij van zijn moeder heeft geërfd."

"Maar kan hij zich redden zo helemaal alleen in zijn eentje, zonder enige connectie?"

"Ja. Dat is geen probleem. Toen jullie zeker waren van jullie plannen heb ik mijn creditcard en het nodige contante geld in Johans sokken gerold. Die moet hij gevonden hebben en dus kan hij zich redden. Hij kan rechtstreeks betalen met de kaart, hij kan geld opnemen maar ik zal voor ons aller geruststelling meteen de maatschappij opbellen om mij te laten weten zodra er mee betaald wordt. Is dat goed genoeg voor jou op dit moment?"

"Ja. Dank je, Erik."

"Ik zal je Edward weer geven. Tot ziens, Tim."

"Maak je niet al te druk, Timothy," zo begon Edward, "je zult zien dat jullie vriendschap er niet onder geleden heeft."

"Hoezo niet! Ik ben nou niet bepaald een goede vriend geweest toch? Johan is er altijd voor mij geweest. Altijd als ik wilde praten over het een of ander, wilde hij wel luisteren en me laten zien dat aan alles altijd twee kanten zitten en toen hij met iets zat, was ik er niet voldoende voor hem."

"Ik weet niet waarom, Timothy, maar ik heb gewoon het idee dat jullie vriendschap zal blijven. Heel anders misschien dan dat je de afgelopen tijd gewend geweest bent maar die vriendschap zal blijven. Daarvan ben ik overtuigd."

"Oké, ik help het je hopen want anders… anders weet ik het echt niet meer hoor!" Het huilen stond hem nader dan het lachen. Edward probeerde hem wat op te beuren en slaagde daar aardig in."Ik ben blij dat ik je straks weer zie, Edward," zo besloot de jongen het gesprek.

"Ik jou ook, schat. Kom snel naar huis!"

Wordt vervolgd…



Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, mei 2013.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten