Liefde hfstd. 8

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
dkz09
Berichten: 143
Lid geworden op: ma 29 mar 2010, 17:56

Liefde hfstd. 8

Bericht door dkz09 » za 09 mar 2013, 20:25

"Ga weg, jij! Dat meen je niet?", vraagt Koen half lachend.
"Nee, ik ga niet weg en ik meen het.", zegt Tim licht geïrriteerd.
"Misschien is het een teken, dat je het nu je ouders moet gaan vertellen."
"Denk je. Maar daar ben ik nog niet klaar voor. Want wat als mijn ouders het niet accepteren?"
"Dan kom je maar bij mij inwonen. Mijn ouders accepteren het."
"Weet je dat zeker?"
"Ja, want mijn vader heeft een aantal collega's die homo zijn en mijn moeder heeft in haar vriendinnenkring een lesbische vriendin."
"Dat wist ik niet."
"Dan weet je het nu. En daarbij mijn ouders hebben altijd gezegd, mocht ik homo of biseksueel of wat dan ook zijn, dan kan ik dat gewoon gerust zeggen."
"Dan bof je maar met zulke ouders.", zegt Tim ietwat jaloers.
"Nou, volgens mij zijn jouw ouders net zoals de mijne."
"Denk je?", vraagt Tim onzeker.
"Daar kom je op één manier achter. Door het te zeggen."
Op dat antwoord had Tim natuurlijk kunnen rekenen. Maar misschien heeft Koen wel gelijk. Misschien stelt die zich wel aan en valt de reacties van zijn ouders wel mee.
"Je weet dat je nog zes dagen de tijd hebt.", zegt Koen en haalt zo zijn vriend terug naar de wereld.
"Dat weet ik ook wel. Maar ik durf het niet. Sta vaak op het punt om het te zeggen. Ook al ligt het op het puntje van mijn tong dan durf ik het nog niet eens. Ook al is de sfeer in huis zeer ontspannen. Als ik het ze zeggen wil. Dan voel ik me meestal gelijk in het nauw gedrukt. Dit komt ook door dat als ik het wil zeggen. Beginnen ze te vragen hoe het op school gaat. Dan voel ik me meteen in het nauw gedrukt."
"Maar Tim dan moet je gewoon zeggen: 'Ja gaat super op school, ben namelijk verliefd, op een jongen. Dus met andere woorden, ik ben homo.", zegt Koen om zijn vriend wat op te peppen. Maar het helpt niet zo als hij gehoopt had.
"Het is goed bedoeld, dat weet ik. Maar het is niet zo makkelijk als jij denkt." zegt Tim wat bozig. Koen snapt het wel, wat Tim bedoelt. Voor hem ziet het er makkelijk uit terwijl het verdomd moeilijk is. Hij slaat zijn arm om zijn vriend en zegt sorry: "Ik snap je wel. Het is niet iets, wat je zomaar zegt. Als je wilt, dan ben ik bij je als je het ouders vertelt."
Tim kijkt Koen aan met en zegt: "Dat hoeft niet, ik moet het ze zelf zeggen."
"Dat moet je ook doen. Maar ik zit er dan bij je, om je te steunen."

Dat vindt Tim van één kant wel fijn, dat Koen dat allemaal voor hem doet. Maar hij heeft nog zes dagen voor het schoolfeest. Dus hij moet er nu wel werk van maken. Hij zucht een keer hard. Waarom is het allemaal zo moeilijk? Waarom moet de liefde zo ingewikkeld zijn? Op die vraag zal hij nooit een antwoord weten te vinden of krijgen. Want liefde is het grootste gokspel van het leven. Waarom moet hem dit overkomen? Verliefd worden op een jongen? Hij weet zelf ook wel, dat je niet zelf kiest. Het is wat de natuur en God voor hem in het vooruitzicht hebben gesteld. Het liefste zou hij Jasper midden op het schoolplein een zoen geven. Maar hij durft het niet. Ondanks hij weet, dat Jasper ook op jongens valt. Maar misschien is Jasper wel verliefd op iemand anders of heeft hij een vriendje. Dan staat hij daar dan mooi voor gek voor de hele school. Daar heeft hij geen zin in. Maar dan heeft hij ook nog zijn ouders, die hij het moet vertellen. Waarom is het allemaal zo ingewikkeld? Koen heeft het gewoon makkelijker. Die valt op meiden. Als hij een meisje leuk vindt, dan kan hij daarop afstappen, zonder moeten na te gaan of dat meisje wel hetero is. Terwijl Tim wel moet nagaan of die jongen ook homo is. Maar hij heeft nu wel een mazzel. Want hij weet dat Jasper ook homo is. Maar ja, nu de vraag is Jasper ook op hem?

"Hé dromer, wakker worden. Als je examen kon doen in dagdromen, dan slaag jij met vlag en wimpel.", lacht Koen.
"Ja, sorry, kan er niks aan doen. Het gebeurt iedere keer."
"Dat was mij nog niet opgevallen.", plaagt Koen hem: "Maar ik heb nog even zitten nadenken over iets."
"Dat deed dan zeker veel pijn.", plaagt Tim terug.
"Grappenmaker, nou kan die wel weer, hé?"
"Ja, maar wat is je idee dan?", vraagt Tim nieuwsgierig.
"Stel dat je nou eerst bij mijn ouders uit de kast komt."
"Maar daar schiet ik niks mee op. Want gaat jou mama het tegen de mijne zeggen."
"Nee we vragen gewoon of ze het voor zich willen houden. Maar dan heb je het in ieder geval al een keer gezegd."
"Misschien nog niet zo een gek idee. Maar mijn ouders zullen niet zo reageren als jouw ouders."
"Dat weet ik ook wel. Maar weet wat ik gezegd hebt. Mochten ze niet accepteren dan kom je maar bij mij slapen. Maar als je het eerst mijn ouders vertelt, dan weten ze ook meteen wat er aan de hand is, als het thuis fout afloopt."
"Dat is waar." zegt Tim.
"En misschien dat mijn ouders ook meegaan of erbij zullen zijn, als je het je ouders gaat vertellen. Dan zijn er al drie mensen, die je steunen."
Daar heeft zijn vriend wel gelijk in.
"Maar ik ga naar huis. Want de kabouters ruimen mijn kamer jammer genoeg niet op.", zegt Tim lacherig.

Als hij even later thuis is en in zijn kamer staat, kijkt hij driftig om zich heen. Waar moet hij beginnen? Echt alles ligt uit de kasten. Wat was hij nou ook al weer kwijt? O ja zijn Engelse tekstboek. Maar die bleek gewoon op de keukentafel te liggen. Hij besluit om de radio lekker aan te zetten en dan maar eens te beginnen met zijn boekenkast weer in te ruimen. Na ruim tweeëneenhalf uur hard zwoegen, is zijn kamer weer opgeruimd en schoon. Als je toch bezig bent met opruimen, dan ook gelijk maar een stofdoek en een stofzuiger er door. Hij zet de radio zachter en laat zich op zijn bed vallen. Hij denkt nog eens na over wat Koen gezegd heeft. Misschien is het eigenlijk nog niet eens zo een gek idee van Koen. Hij verdwaalt zo in zijn gedachten, dat zijn moeder ineens in zijn kamer staat: "Zo wat is het hier schoon zeg. Maar goed, ik sta al een half uur onder aan de trap te roepen, dat er eten is."
"Ach ja, ik verveelde me. En dat geroep heb ik niet gehoord. Moet ik zeker wat zijn ingedut."
"Dat denk ik ook. Wat is er toch de laatste tijd met jou aan de hand?", vraagt zijn moeder lollig.
"Geen idee. Misschien komt het door de druk op school en zo nu en dan een slapeloze nacht."
"Dat zou kunnen. Maar je weet dat met mij en je vader over alles kan praten, hè?"
"Ja, dat weet ik, mam."
"Nou oké, kom maar nou mee naar beneden, voor het eten koud is."

Als Tim na het eten en de afwas weer in zijn kamer is, besluit hij toch wat aan zijn huiswerk te doen. Als hij lekker op de rit is, komt zijn vader binnen met grote beker thee. Ook zijn vader valt de opgeruimde en schoongemaakte kamer op. Maar Tim geeft niet echt een reactie, dus loopt zijn vader de kamer uit, terug naar beneden. Hij is zo met zijn huiswerk bezig. Waarom is wiskunde zo moeilijk? Hij snapt er nooit echt iets van. Koen snapt het wel redelijk. Maar hij zelf snapt er zelden iets van. Meneer Blakkere heeft wel eens gezegd dat Jasper de beste leerling is van alle leerlingen waar hij wiskunde aan geeft. Hierop zei Koen toen heel lollig tegen hem van: 'Nou, dat komt mooi uit. Jij helpt hem met Engels en hij jou met Wiskunde.'
Hier moest Tim toen wel om lachen. Van één kant had Koen gelijk. Maar ach, dat zou nooit gebeuren. Want hij durfde niet eens 'hoi' te zeggen tegen Jasper. Laat staan, dat hij hem helpt met zijn Engels en Jasper hem met wiskunde. Oké, in zijn dromen durft hij wel tegen Jasper te praten. Maar ach ja, de meeste dromen zijn bedrog, zegt men altijd.

Als hij een paar uur later gedoucht en wel in bed ligt, denkt hij nog eens na over, wat Koen en zijn moeder hebben gezegd. Niet veel later valt hij in een onrustige slaap.
'Hé, Jasper, hoe is het met je?'
'Hoi Tim, slecht en met jou?'
'Gaat ook slecht. Maar waarom gaat het slecht met jou?'
'Nou ik ben gek op jou, Tim. Alleen mag ik je momenteel niet zien van Koen.'
'Dat weet ik maar wat doe je dan hier?'
'Nou ben even weggeglipt. Ik moest je zien.'
'Dan zou ik maar snel terug gaan voor die ontdekt dat je weg bent.'
'Dat is waar. Maar ik wil je nog twee dingen zeggen, voor ik er vandoor ga.'
'Oké en dat zijn?'
'Dat ik megagek op je ben. En dat je het je ouders moet vertellen, anders zien we elkaar waarschijnlijk nooit meer.'
'Hoe vaak moet ik het nou nog zeggen? Jullie mogen elkaar pas weer zien als Tim het aan zijn ouders heeft verteld.', roept Koen nog net niet boos.
'Het was mijn fout. Ik moest hem zien.', zegt Jasper heel schuldig.
'Nou meekomen jij en Tim, je weet wat je te doen staat.'
'Ja, dat weet ik, maar waarom blijf je er zo over doorzeuren?'
'Omdat ik aan je merk, dat je de laatste tijd wat ongemakkelijk voelt. Dus als je het je ouders vertelt, dan zal je je ook weer prettiger gaan voelen.' zegt Koen.
'Daar zal je wel gelijk in hebben.'
'Dat heb ik altijd. Dus je weet wat je moet doen, je hebt nog vijf dagen. Het is dat je het weet.'
Dan schrikt Tim wakker. Zijn telefoon maakt geluid. Toch niet weer zo een sms'je van Koen. Maar het blijkt zijn batterij te zijn, die leeg is. Hij sluit zijn telefoon aan de oplader en stapt zijn bed weer in. De woorden van Koen spoken door zijn kop. Hij heeft inderdaad nog maar vijf dagen voor het schoolfeest. Hij ligt nog zo een half uurtje te draaien en valt dan weer in onrustige slaap.
'Nog vijf dagen Tim. Nog vijf dagen om het te zeggen tegen je ouders.'
'Dat weet ik wel. Maar ik durf het nog steeds niet.'
'Je moet niet twijfelen, gewoon zeggen.'
'Joh, dat weet ik ook wel maar nogmaals het niet zo makkelijk als het lijkt.'
'Dat weet ik ook. Maar je hebt nog vijf dagen om het te zeggen. Vijf dagen!'
Tim schrikt opnieuw wakker. Dit keer niet door zijn telefoon. Maar omdat het leek of Koen naast hem zat en het in zijn oor brulde. Hij besluit om zijn computer op te starten. Na enkele minuten zit hij heel driftig te typen. Als hij na half uurtje stopt, kijkt hij naar zijn scherm en knikt verder naar het scherm. Hij slaat het document op, sluit zijn computer weer af en duikt weer zijn bed in. Na nog een enkele minuten te hebben liggen woelen, valt hij opnieuw in een onrustige slaap.
'Jongen, je kan ons alles zeggen. Maar dat weet je toch wel?'
'Ja, pap en mam, dat weet ik.'
'Je hebt nog vijf dagen.' roept Koen en zijn ouders.
Dan is Tim weer klaar wakker. Wat de hel is dit nou? Nu komen mijn ouders ook al in mijn dromen voor. Wat moet ik nou? Hij gaat weer liggen en de woorden van zijn ouders spoken door zijn hoofd.

'Vijf dagen!!!!'
©Geoff(dkz09), 2015

*Wees wie je bent en wees daar trost op*

Gesloten