BLANCO deel 3 hoofdstuk 03

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

BLANCO deel 3 hoofdstuk 03

Bericht door Lucky Eye » do 07 feb 2013, 06:26

BLANCO deel 3

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



Hoofdstuk 3

Met z’n vieren gaan ze naar de kamer waar Marion en Pieter gewoond hebben de afgelopen weken. In stilte pakken de twee hun tas in en als ze dan met de lift naar beneden gaan, stelt Astrid voor om eerst even samen iets te drinken. Een verse kop koffie of iets anders. De anderen vinden het prima. Als ze zitten met dat wat ze uitgekozen hebben, komt Astrid met een voorstel.

“Ik wil graag dat jullie nadenken over het volgende. Alle drie. Ik weet niet hoe het jullie vergaat maar ik zit er eventjes helemaal door. Ik ben moe. Ik ben op. Ik kan heel weinig meer hebben. De afgelopen weken hebben heel veel van mij gevergd en dat is helemaal niet erg. Ik heb gedaan wat ik kon en ik weet dat het jullie net zo vergaat.” Er zijn alleen maar instemmende knikjes te zien. “En daarom zou ik willen voorstellen dat we nu niet van elkaar weggaan. We zouden ieder met onze eigen emoties blijven zitten terwijl ik, en daar spreekt dan ook de psycholoog in mij, denk dat het beter zou zijn als we bij elkaar blijven. Dan kunnen we elkaar nog steeds tot steun zijn. We kunnen met elkaar praten. Gedachten uitwisselen. Plannen maken. Samen gaat dat veel makkelijker.”

“Maar hoe doen we dat,” vraagt Martin.

“We zouden met z’n allen naar ‘Boschlust’ kunnen gaan. Eén telefoontje is genoeg om te zorgen dat daar logeerkamers in orde gemaakt worden. We kunnen zelf meehelpen met koken als dat moet maar ik heb het idee dat kokkie daar niets van wil weten.”

“Niemand in haar keuken!” grinnikt Pieter.

“Maar de kinderen dan?” oppert Marion.

“Je hebt ze nu al naar huis laten halen door Afie, en het lijkt mij geen enkel bezwaar om ervoor te zorgen dat ze gewoon, ook die twee van mij, een weekje extra vakantie krijgen. Het is allemaal heel goed uit te leggen en er zal, zo heb ik het idee, alle begrip voor zijn vanuit school.”

“En we blijven daar dan een week?”

“Ja. In eerste instantie een week maar het kan ook langer worden. Laten we de tijd nemen die we nodig hebben. En ja, ik zie de vraag al op je gezicht, Marion. Na een week gaan de kinderen gewoon weer naar school. Alles is te regelen. We kunnen rustig op ‘Boschlust’ blijven, als we daarvoor kiezen, terwijl de kinderen naar school gaan.”

“Als alles ooit weer normaal wordt,” zegt Marion met een grote glimlach op het gezicht, “zal ik enorm moeten wennen alles weer zelf te moeten doen. Nu wordt alles voor me geregeld en als we gebruik maken van jouw voorstel, blijft dat nog even zo.”

“En dat is een prima zaak. Ik heb het je al eerder gezegd, onze eerste prioriteit is de aandacht die Jasper nu van ons nodig heeft. De rest komt te zijner tijd allemaal wel weer terug. Maar nu nog even niet, als het aan mij ligt.”

Martin wisselt een blik met Marion. Als hij dan naar Pieter kijkt, begrijpt hij dat die allang om is en het helemaal ziet zitten. Logisch ook, zo denkt Martin. Als Pieter nu naar huis zou gaan, zou hij helemaal alleen zijn. Nee, niet goed gedacht, corrigeert hij zichzelf. Astrid zou vast en zeker bij hem blijven. Nogmaals wisselt hij een blik met zijn vrouw en als ze dan naar hem glimlacht en hem een knipoog geeft, weet hij dat ze tot een besluit gekomen is en dat ze naar ‘Boschlust’ zullen gaan.

*

Voor Afie gaat het die ochtend niet allemaal van een leien dakje. Ze heeft de bedden van de kinderen afgehaald en alles in de wasmachine gedaan. Daarna begint ze met stoffen. Ze vindt het fijn om flink bezig te zijn. Het is een rotochtend! Een ochtend met net iets te veel spanning naar haar mening. Martin was aan het ontbijt niet echt spraakzaam en de tweeling was ook stiller dan normaal. Allemaal gespannen. En logisch ook. De grote vraag die iedereen bezig houdt is hoe het met Jasper zal zijn. En ook zij zit met die vraag in haar maag en hoofd vandaar dat ze meteen nadat ze de kinderen naar school gebracht heeft, aan het werk is gegaan. Flink aan het werk. Goed voor lijf en leden en ook voor de muizenissen in haar hoofd. Ze is een flinke werker en heel wat gewend. Al heel snel is ze beneden bezig met het stoffen van de woonkamer. Als plots de telefoon rinkelt, schrikt ze zo op uit haar bezigheden dat ze een beweging maakt waarbij ze een grote vaas met bloemen omstoot. De vaas valt in scherven op de vloer en Afie slaakt een enorme vloek. Verbouwereerd blijft ze eerst eventjes staan om dan toch de telefoon maar op te nemen. Het is Marion met een wel erg vreemde vraag. Natuurlijk wil ze de kinderen wel weer van school halen. Ze vraagt niet waarom. Uitleg kan later wel en die wordt haar ook toegezegd. Ze begrijpt dat Marion en Martin naar huis zullen komen. Nu al naar huis, vraagt Afie zich af. Dan moet het betekenen dat er iets niet goed is. Iets niet goed met Jasper. Verslagen gaat ze op de bank zitten. Ze laat de rommel op de grond voor wat het is, pakt dan haar tas en de sleutels van haar auto om de tweeling van school te halen.

Sam en Maarten zitten in het kantoortje van de directeur op haar te wachten. Ze kijken bedremmeld allebei. Bovendien heeft Maarten een grote denkrimpel in zijn hoofd. Hij begint echter pas met haar te praten als ze in de auto zitten en zij de contactsleutel nog niet in het startslot heeft gedaan.

“Mam heeft iets gevoeld,” zo begint hij.

“Oké. En weet je wat?”

“Nee. Het is niet zoals die keer toen zij voelde wat ik zag. Dit keer was het niet zo.”

“Wat was het toen dan?”

Maarten wisselt een blik met zijn zus en die stoot hem aan om hem aan te sporen het aan hun tante te vertellen. Dan vertelt Maarten wat hij eerder gezien heeft.

Afie is geschrokken en weet eventjes niet hoe ze moet reageren op dat wat Maarten haar heeft verteld. De eerste vraag die in haar opkomt, is of Maarten het wel goed gezien heeft maar die spreekt ze niet uit. Zoiets vragen zou enorm stom zijn. Maarten heeft een gave en daar moet je niet aan twijfelen. Zoiets zou de jongen alleen maar onzeker maken en het is voor hem waarschijnlijk al moeilijk genoeg om met zoiets om te gaan. Dus slikt ze die vraag in. Ze blijft stil.

“Voel je je wel goed?” klinkt dan de stem van Sam terwijl ze haar hand, van achter in de auto, op de schouder van haar tante legt.

“Ja. Ik ben alleen geschrokken. Het lijkt me zo erg als je niet kunt lopen.”

“Mij ook,” zegt Sam. “Dan zou ik nooit balletdanseres kunnen worden.”

“Je hebt gelijk. Gelukkig weet Jasper nog steeds niet wat hij wil worden.”

“Waarom is dat gelukkig?” vraagt Maarten.

“Nou… “ zegt Afie en komt even niet verder dan dat kleine woordje omdat ze het zelf ook even niet weet. Snel zoekt ze naar een antwoord en als ze die dan denkt te hebben, geeft ze die weer. “ Als Jasper nog geen plannen heeft voor zijn toekomst, dan kan hij die nu nog aanpassen, zo denk ik.” Het lijkt erop dat Maarten iets met haar antwoord kan want er komt geen nieuwe vraag.

*

Als Marion en Martin thuiskomen, worden ze meteen door de tweeling bestookt met een stortvloed aan vragen. Als ze beiden dan hun kinderen op een kalme manier tot stilte manen, zijn tranen het resultaat. De tweeling wordt van de grond getild en op schoot genomen: Sam door Martin en Maarten door zijn moeder. Afie schenkt intussen koffie in voor haar zus, zwager en zichzelf en ranja voor de kinderen. Als zij er dan ook bij gaat zitten, neemt Marion het woord. Als eerste vraagt ze of Afie inmiddels weet wat zij en Maarten al eerder wisten.

Afie knikt.

Dan gaat Marion verder. Ze vertelt dat er een probleem is met Jaspers geheugen. Dat er dingen zijn die hij zich niet meer kan herinneren. Als Marion dan een voorbeeld geeft, komen er opnieuw overvloedig tranen bij de kinderen. Het voorbeeld was meer dan duidelijk, zo blijkt. Ze begrijpen heel goed wat de gevolgen daarvan zijn, dat Jasper ook niet zal weten wie zij zijn. De tweeling wordt getroost en ook Afie heeft een schouder nodig om op uit te huilen en vindt die bij Martin.

“Het leek allemaal heel erg goed,” verwoordt Martin zijn gedachten. “Er waren tegenslagen maar toch… toch had ik het idee dat het allemaal goed zou komen. Misschien was het geen idee maar meer een hopen dat het goed zou komen.”

“En we moeten niet te snel zijn om te denken dat het zo zal blijven. Er is volgens dokter Van Haastrecht kans dat dingen veranderen,” zegt Marion in een poging de stemming wat op te krikken.

“Maar is dat een zekerheid?” vraagt Afie nadat ze haar neus luidruchtig gesnoten heeft.

“Geen zekerheid,” verklaart Martin. “Ze geven zoiets niet. Dat weten we inmiddels maar al te goed. Van Haastrecht heeft dat ook nooit gedaan. Maar het meest belangrijke is dat Jasper er in elk geval weer is. Hij is wakker. Het gaat op zich heel erg goed met hem ondanks dat hij een gedeelte van zijn geheugen niet kan bereiken en niet kan lopen op dit moment. Straks mag hij van de intensive care af en als we hem vanmiddag bezoeken, ligt hij op een eigen kamer.”

“Dan mogen wij ook mee,” zegt Sam stellig want zo was het ook afgesproken.

Marion moet de kinderen echter teleurstellen. “Het spijt me, lieverds, maar dat moet nog eventjes wachten. Papa en mama en Pieter en Astrid hebben hem ook nog niet gezien nu. Het kon nog niet. Jasper was nog te moe. En daarom gaan wij vanmiddag opnieuw met z’n vieren naar hem toe. En dan mogen jullie morgen mee.”

Sam wil iets zeggen.

Marion is haar voor. “En ga nu niet zeggen ‘beloofd is beloofd’, Sam. Ik houd altijd mijn beloftes. Aan iedereen. Dat weet je. Maar als ik er niets aan kan doen, nu dus ook niet, kan het gewoon niet.”

“Sorry, mam.”

“Het is al goed, schat. Je bedoelt het niet verkeerd. Je wilt gewoon heel erg graag naar je broer toe. Toch?”

En dan komen er opnieuw heel veel tranen. Maar die tranen maken plaats voor een soort van jubelstemming als Martin uitlegt dat ze een week extra vrij van school krijgen en dat ze de komende week op vakantie gaan. Een week op vakantie naar ‘Boschlust’ waar Robin en Niels ook zullen zijn. Martin stuurt de tweeling naar boven om hun spullen in te pakken in hun reistas en opgetogen sprint de tweeling naar boven.

Afie heeft het plan om naar ‘Boschlust’ te gaan met grote ogen aangehoord maar ook met een stukje weemoed. Ze heeft het idee dat haar rol, als verzorger van de kinderen en het thuisfront, nu uitgespeeld is. Dat ze niet meer nodig is.

“En… ik heb heus wel gevoeld wat jij nu denkt, zus!” spreekt Marion resoluut. “En die gedachten moet je heel erg snel vergeten! We willen absoluut niet dat jij nu naar huis gaat. Je blijft bij ons zolang jij kunt. Je mag alleen maar naar huis als je baas je nodig heeft en je je vakantiedagen op hebt.”

“Die heb ik nog lang niet op,” zegt Afie met een snik in haar stem. “Mijn baas is juist heel erg blij dat ik er een tijd niet ben. Ze roept al jaren dat ik mijn vrije dagen eens op moet maken.”

“Dat komt dan heel mooi uit, want je gaat gewoon met ons mee.”

“Maar wat moet ik daar doen? Jullie legden net uit dat daar voor alles gezorgd wordt.”

“Je zorgt maar dat je maatjes wordt met kokkie. Die schijnt nogal lastig te zijn, zo heb ik begrepen,” reageert Martin. “En als dat niet lukt, ga je er maar van genieten dat er voor je gezorgd wordt. Dat heb jij ook wel verdiend!”

Bij Afie dooit dan het ijs van de twijfel en er ontstaat een glimlach op haar gezicht. Misschien kan ze zich toch nog wel nuttig maken. Wat helpen in de keuken of zo. Maar…af en toe eens niet werken, is ook zo gek nog niet. En dan… dan is er ook nog dat andere. De glimlach die al op haar gezicht ligt, wordt nog breder.

Wordt vervolgd…



Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, januari 2013.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten