STEFAN deel 3

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

STEFAN deel 3

Bericht door Hans Bernard » ma 19 mar 2012, 23:49

Deel 3. De waarheid.

Stefan ging gedwee weer achter zijn bureau zitten en Bram begon zijn verhaal. Al snel kreeg de emotie hem te pakken. Opgewonden hijgend stond hij voor Stefan en stortte zijn agressie als een verstikkende deken over hem heen. Hij vertelde wat jij gehoord had. Hoe Stefan steeds meer belangstelling begon te krijgen voor zijn rentmeester, de vader van Bram. Hoe meer hij echter toenadering zocht des duidelijker liet Karel blijken niet van zijn avances gediend te zijn. Dat Karel zowel Stefan als de mannen uit het tuinhuis liet merken dat er op geen enkele manier op hem gerekend hoefde te worden. Hij had zijn trouwgelofte afgelegd en dat niet alleen, hij was niet van hun opdringerigheid gediend.. Daarmee leek de hele affaire afgewerkt.

Bram stopte een ogenblik om op adem te komen en vervolgde zijn verhaal. Hij spuwde zijn woorden bijna in het gezicht van Stefan: dat de onderlinge verhoudingen door die afwijzing een behoorlijke knauw hadden gekregen. Kwam Karel eerst regelmatig bij Eugène en Garden over de vloer voor een praatje, nu ontliep hij de beide mannen zoveel mogelijk en alleen als het niet anders kon, had hij contact met hen. Hetzelfde geschiedde met Stefan. Met hem had hij alleen nog maar zakelijk overleg en zo gauw Stefan het over een andere boeg gooide, was Karel verdwenen. De verhouding baas- werknemer bracht Karel echter in een moeilijke positie omdat hij niet zomaar bij een gesprek kon weglopen en Stefan wel moest aan horen. Wanneer het hem echter te veel werd, trad hij de wellevendheid met voeten en verdween.
Karel had echter nog een geheim waar niemand van op de hoogte was. Hij zat in grote financiële problemen en probeerde met “creatief boekhouden” de zaak te redden. Uiteindelijk liepen de schulden zo hoog op dat hij Stefan wel moest inlichten. Die hoorde hem aan met een satanisch lachje op zijn gezicht en zag nu zijn kans schoon om Karel voor goed in zijn wurggreep te houden. Hij beschuldigde zijn rentmeester van onoorbaar gedrag en fraude. Met hoge stem door nauwelijks ingehouden triomfgevoelens wierp hij hem zijn fouten voor de voeten en Karel, die door de situatie en de beschuldiging helemaal ten einde raad was, had moeite zijn tranen binnen te houden. Stefan die feilloos aanvoelde dat zijn slachtoffer murw was geslagen, sloeg nu genadeloos toe. Hij liep op Karel toe, legde een hand in zijn nek en trok hem tegen zich aan: “Wees maar niet bang, niemand zal het ooit te weten komen.” Karel wist meteen dat hij aan het kortste eind getrokken had.

De keren daarna, als zij elkaar zagen bij besprekingen, liet Stefan op geen enkele manier ook maar iets blijken van wat er verder die middag voorgevallen was. Karel voelde zich daardoor langzamerhand steeds minder opgejaagd en kwam tot rust. Tot er op zekere dag ineens een blanco enveloppe tussen zijn post zat met daarin een uitnodiging. Karel, die meteen begreep waar het om ging, voelde zich als bij de strot gegrepen. Hij meldde zich bij Stefan en vroeg wat dit te betekenen had. Duidelijk legde Stefan hem uit wat er van hem verlangd werd. Wanneer hij niet verscheen werd zijn fraude naar buiten bracht. Hij begreep dat hij geen kant op kon en zo werden de jaren dat hij bij Stefan werkte, een ware hel voor hem. Met grote regelmaat werd hij tot meedoen gedwongen.
Langzaamaan ging hij zich steeds vreemder gedragen, leed aan achtervolgingswaanzin en werd thuis onhandelbaar. Tot hij uiteindelijk het niet langer kon volhouden en op een avond naar buiten sloop en zich aan de boom achter zijn huis, verhing. Pas de volgende morgen vond zijn vrouw hem, hangend aan de onderste tak. Bevroren alsof al het leven uit haar weggevloeid was stond zij verankerd in de aarde. Hoe lang wist ze niet maar ze was verkleumd tot op het bot. Bram die maar niet begreep waar zijn moeder bleef, ging haar zoeken. Nooit meer zou hij het beeld kwijtraken van zijn vader hangend aan die tak als een bevroren lappenpop en zijn moeder versteend in haar radeloze houding. Door de verschrikkelijke dood van haar man raakte zij geestelijk in de war. Haar levens avond sleet zij in een psychiatrische kliniek, apathisch voor zich uitstarend. Als Bram haar bezocht, verscheen er even een flauwe glimlach op haar gezicht als hij binnenkwam maar dat was dan ook het enige. Als ze je aankeek, leek het of ze dwars door je heen keek. Het was duidelijk dat Bram zijn doorschijnende, bodemloze lichtblauwe ogen van haar had. Dezelfde angstaanjagende ogen.


Op dit punt gekomen, brak zijn stem. Bram had bijna geen kracht om door te gaan. Sterke emotie overmande hem terwijl Stefan als een schuw en angstig vogeltje steeds meer in elkaar kroop alsof hij onder een deken wilde wegkruipen. Bram die genoot van zijn alles verzengende angst, die als een broeierige walm de kamer vulde, fileerde het vervolg van zijn verhaal met chirurgische precisie. Als een messcherp lancet sneden zijn woorden in het vlees van Stefan waarna de kartelrand de insnijding open reet. Zo ging hij door tot Stefan hem ten slotte met verstikte stem smeekte op te houden.
Bram intussen walgend van de hele toestand wilde de kamer wel uit. Minachtend keek hij neer op Stefan, het stuk vuil dat voorhem zat. Hij boog zich voorover naar Stefan en greep plotseling met beide handen diens nek. Moeiteloos tilde hij het gedrocht boven zich en kneep, kneep, Het verstarde gezicht liep blauw aan. Hij liet los en Stefan sloeg tegen de grond. Bram draaide zich om en liep naar de deur. Daar keek hij nog eenmaal om en zei: “Nooit meer zul jij van mij verlost zijn. Tot in lengte van dagen zal ik je het leven vergallen tot de dood er op volgt.”
Met geheven hoofd verliet Bram “Huis aan de Beukendreef” om er nimmer meer terug te keren.

Gesloten