BLANCO deel 2 - hoofdstuk 17

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

BLANCO deel 2 - hoofdstuk 17

Bericht door Lucky Eye » vr 07 okt 2011, 07:40

BLANCO

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.

Vooraf:
Een oplettende lezer gaf mij aan, dat ik in het vorige hoofdstuk een fout gemaakt had. Bedankt voor deze aanwijzing.
Ik schreef namelijk het volgende: “Dan pakt hij de dikke zaterdageditie van een grote, landelijke krant om deze voor zijn vrouw te ontvouwen.”
Het is fout omdat het de dag na Hemelvaartsdag is, en dat is altijd een vrijdag ;-)



DEEL 2

Hoofdstuk 17

Berrit Greveling staat bij de buitendeur en iedereen die binnen komt verwijst ze naar lokaal 10. Daar zit haar collega Marjolein Mosterd en wacht met de al aanwezigen totdat iedereen er is. Als de laatste binnengekomen is, sluit mevrouw Greveling de buitendeur en loopt ze heel rustig naar lokaal 10 toe. Ze heeft heel veel meegemaakt in haar onderwijscarrière maar dit is wel een van de aller-moeilijkste momenten ooit. Ze kan er nog wel een paar opnoemen die heel erg moeilijk waren maar deze is bijzonder. En dat omdat toen Jasper hier op school kwam zij degene was die het intakegesprek met hem en zijn ouders voerde. De eerste jaren was zij coördinator van de onderbouw en vanwege zijn eerdere valse start had ze op diverse momenten met hem gesprekken gevoerd om te kijken of dit keer alles wel goed ging. Gelukkig was dat zo en zag ze de stille, heel verlegen, wat angstige jongen uitgroeien tot een nog steeds rustige maar wel duidelijk zelfverzekerde jongeman. Iemand die wist wat hij wilde. Die geen loopje met zich liet nemen. Die stond voor eerlijkheid, rechtvaardigheid en respect. Waarvan alle docenten steeds weer hetzelfde zeiden tijdens de rapportbesprekingen: "Die komt er wel. Laat hem maar schuiven." En ja, dat was zo. Jasper was iemand die je niet achter de vodden hoefde te zitten. Hij kwam er wel. Ineens betrapt ze zich erop dat ze over Jasper in de verleden tijd praat. Raar zoiets, spreekt ze zichzelf toe om daar meteen een vermaning aan haar eigen adres aan toe te voegen. Bovendien vraagt ze zich af waar zoiets vandaan komt. Ze moet er in elk geval straks in het bijzijn van de leerlingen heel duidelijk om denken het niet te doen en hen eventueel te corrigeren als zij het, net als zij zo-even zelf, wel doen. Jasper leeft nog steeds.

Ze gaat zitten op de stoel waar zij eerder haar map op legde. Cassandra is naast de door haar gereserveerde stoel gaan zitten. Dennis zit naast haar. De jongen is lijkbleek en ziet er werkelijk niet uit. Heel voorstelbaar. Ook zijn verleden kent ze. De gebeurtenissen van de afgelopen tijd moeten er flink ingehakt hebben voor hem. Heel eventjes buigt ze zich naar hem toe. "Gaat het wel Dennis?" fluistert ze voor alleen Cassandra en hem hoorbaar. De jongen schudt het hoofd. "Is het niet beter om naar huis te gaan. Mevrouw Mosterd kan je naar huis brengen als je dat wilt."

"Nee. Ik wil hier zijn. Jasper is ook mijn vriend."

"Dan is het goed, Dennis." Iedereen is stil. Zelfs Harry Sanders zit stil en dat is heel opmerkelijk. Normaal is de jongen niet stil te krijgen maar nu zit hij enigszins nerveus met zijn handen te friemelen. De stoelen staan in een kring en recht tegenover haar zit haar collega. Heel even hebben ze oogcontact en dan neemt Berrit het woord. "Ik ben heel blij dat jullie gekomen zijn op onze oproep. Vooraf wil ik even nagaan of er misschien iemand is die niet weet wat er met Jasper is gebeurd." Er volgt geen enkele reactie. "Dankjewel. Dat maakt het iets gemakkelijker voor ons in elk geval." Dan gaat er toch een vinger omhoog. Het is Marieke. "Zeg het eens, Marieke," nodigt ze het meisje uit.

"Ik mis Jeroen."

"Ja, goed dat je het opmerkt. Jeroen is de enige die hier vanmiddag niet kan zijn. Thuis kon ik hem niet bereiken. Op het mobiele telefoonnummer dat bij zijn gegevens stond, kreeg ik vanochtend contact met zijn vader. Jeroen is met zijn vader, moeder en zus op vakantie en kan hier dus helaas niet zijn. Ik heb zijn vader uitgelegd wat er aan de hand is. De schrik was groot aangezien ze er nog niets van hadden vernomen. Een tijdje later heeft Jeroen me teruggebeld en eventjes met me gepraat. Voor ik verder ga, wil ik graag eerst een moment van stilte met elkaar. Ik wil jullie vragen om elkaar de hand te geven omdat we allemaal alle steun kunnen gebruiken die we elkaar kunnen geven." Met blijdschap in haar hart ziet mevrouw Greveling hoe haar leerlingen elkaars hand beetpakken. Zonder gegniffel, zonder gedoe. Een teken dat ze toe zijn aan de volwassenheid en ook een teken van respect voor dit moeilijke moment. "In deze stilte zoeken we steun bij elkaar. Steun bij God, Jahweh, Allah of van welke bron dan ook die ons steun kan geven, omdat we het zo nodig hebben op dit moment." Dan blijft het stil. Heel erg stil. Gedurende zeker twee minuten laat mevrouw Greveling die stilte voortduren. Dan verbreekt ze hem door iedereen te bedanken om dan rustig sprekend en heel voorzichtig haar woorden kiezend verder te gaan. "Toen ik gistermiddag van Cassandra vernam wat er gebeurd was met Jasper, schrok ik me werkelijk te pletter. Ik had de nieuwsberichten allemaal gemist. Een herhaling van de persconferentie was het eerste dat ik erover hoorde en zag op tv. Grote schrik bij mij. Grote angst om Jasper. Ik ken Jasper, net als een aantal anderen van jullie, al vanaf de eerste klas. Met hem en zijn ouders had ik op hun verzoek een uitgebreid intakegesprek en dat omdat hij op een andere school een valse start had gemaakt. Misschien wisten jullie dit al maar misschien ook wel niet. Jasper had al een jaar ergens anders op school gezeten voor hij hier kwam. Op die school ging het helemaal niet goed met hem. Hij ging door een heel erg moeilijke periode en in overleg met zijn ouders en begeleiders werd er in elk geval afgesproken, dat hij van school zou veranderen. In dat gesprek zag ik een klein, bang jongetje zitten. Jullie weten ook dat het daarna enorm goed met hem gegaan is want dat kleine, bange jongetje is Jasper allang niet meer." Er wordt geknikt en wat geglimlacht. "Ik heb dat proces, eerst als coördinator van de onderbouw en de laatste twee jaren als mentor van de groep waar Jasper in zit, van heel nabij mogen meemaken. En daarom is Jasper voor mij bijzonder. Het nieuws van gisteren is dan ook vreselijk. Net zo goed als het voor velen van jullie vreselijk is. De een kent Jasper beter dan de ander maar het is een medeleerling. Iemand die ook heel gedreven gewerkt heeft aan alles wat met de internationalisering te maken heeft. In het eerste overleg dat ik voerde met de directeur, gaf hij te kennen dat er komende maandag een informatiebijeenkomst gehouden zal worden voor alle leerlingen. Voor ons," ze wijst daarbij naar haar collega, "en voor jullie is dat echter niet tijdig genoeg. Daarom hebben wij, natuurlijk met toestemming van de directie, besloten om jullie nu al uit te nodigen voor een gesprek. Ten eerste willen wij jullie de gelegenheid geven om jullie gevoelens te uiten. Daarna is er tijd voor vragen en vervolgens willen we met jullie in overleg gaan over wat ons te doen staat met betrekking tot onze reis naar Engeland. Ik wil, als het enigszins kan, die volgorde aanhouden. Laten we proberen dingen niet te veel door elkaar te gooien. Bij de bijeenkomst op maandag zullen mensen van slachtofferhulp aanwezig zijn. Vandaag zijn die er ook. Op dit moment zitten ze in de personeelskamer samen met meneer Nelissen. Iemand die niet weet wie meneer Nelissen is?" Er gaan een paar vingers omhoog en Berrit legt zijn hoedanigheid uit. "Hij was bereid om hier de nodige vragen van jullie te beantwoorden. Mochten jullie na deze bijeenkomst dus behoefte hebben aan een gesprek met een onafhankelijk iemand, dan zijn er de mensen van slachtofferhulp. Geef het alsjeblieft aan als je een dergelijk gesprek wilt." Heel nadrukkelijk kijkt ze de kring rond. "Dan wil ik jullie nu graag de gelegenheid geven om jullie gevoelens te uiten." Eerst blijft het stil, drukkend stil, maar dan is het Marlies die als eerste haar mond roert.

"Net als iedereen ben ik enorm geschrokken. Zoiets verwacht je gewoon niet. Ik zag Jasper het laatst tijdens het schoolexamen woensdagochtend waar hij als eerste wegging. Typisch Jasper. Als eerste klaar met economie. Wat wel vreemd was, hij zat niet op ons te wachten in de aula. Ik hoorde van de conciërge dat hij opgehaald was. En later hoorde ik van iemand dat Jasper een vriend had." Mevrouw Greveling hoort heel duidelijk de verleden tijd in het laatste woordje maar toch grijpt ze niet in. Haar voornemen om dat wel te doen, laat ze voor wat het is. Het is niet juist, zo besluit ze, om nu in te grijpen. Het uiten van Marlies is belangrijker op dit moment. "Maandag had Jasper bij ons in een groepje zijn coming out en ook dat vond ik geweldig. Heel erg mooi dat hij er zo eerlijk en open over was naar ons toe. Jasper weg dus… " haar stem breekt en ze verdringt haar tranen. Als er dan toch enkele uit haar ooghoeken komen, grijpt mevrouw Greveling onder haar stoel en haalt daar een doos met tissues vandaan. Deze gaat via Cassandra en Dennis naar Marlies. "Dank u," prevelt ze. "Weg voor een paar vrije dagen en dan… " Opnieuw vervalt ze in stilte. Er komen nog meer tranen. Klaas die naast haar zit, slaat een arm om haar heen. "Weg voor een paar dagen vakantie en dan ineens, donderdag, krijg ik een SMS met de tekst 'heb je het al gehoord van Jasper?' Ik nog niet dus. Dus grote schrik toen ik te horen kreeg wat er rondging. Ongeloof eerst. Zoiets kan niet. Niet hier in Zwolle. Toch? Zwolle is toch een veilige stad, waar zoiets niet gebeurt? En zeker niet op een zo gruwelijke wijze want… nou ja… ik weet natuurlijk niet alles maar… Oh shit! Ik weet het niet meer." De tranen die eerst stilletjes kwamen, slaan nu om in hartverscheurend huilen. Klaas weet zich geen raad met het verdriet van zijn buurvrouw en kijkt hulpeloos in de richting van mevrouw Greveling. Die laat het echter zoals het is. Verdriet zal er zijn en laat dat dan maar komen. Zo heeft ze het ook besproken met Marjolein. De twee dozen met tissues - degene die bij haar stond en die bij haar collega - gaan nu flink in het rond. Niet alleen de meisjes huilen maar ook de jongens lukt het niet zich groot te houden. Harrie is de eerste die zijn mond op gegeven moment roert.

"Weet iemand wel wat er precies gebeurd is?"

"Ik denk dat meneer Nelissen, de woordvoerder van de families, die vraag straks wellicht het beste kan beantwoorden," antwoordt Marjolein Mosterd. "Dit is echt een vraag voor hem, lijkt me." Harrie neemt genoegen met het antwoord en is weer stil. Te stil voor zijn doen.

"Ik," begint dan Cassandra, "hoorde de eerste geruchten gistermorgen. Mijn broer kreeg een SMS'je van een vriend van hem. De tekst zal ik niet herhalen want er stonden behoorlijk beledigende dingen in waarvoor ik mijn broer en zijn ‘vriend’,” ze maakt de aanhalingstekens met haar vingers in de lucht, “de huid heb vol gescholden.” Zonder het te laten zien, moet mevrouw Greveling glimlachen. Dat is Cassandra ten voeten uit. Onrecht laat ze niet over haar kant gaan. “Met dat bericht ging ik zoeken. Rondbellen. Vrienden van school. Vrienden van mij bij de korfbal en noem maar op omdat ik het helemaal niet vertrouwde. En uiteindelijk wist ik zeker dat het om Jasper ging. Ook ik had het idee dat zoiets gewoon niet kon en zeker niet met Jasper! Ik ken Jasper goed. En… wat hem is overkomen daar is geen enkele aanleiding voor. Jasper is zelf absoluut niet gewelddadig. Hij… hij… heeft nog nooit een vlieg kwaad gedaan, volgens mij. En daarom kan ik er ook helemaal niet bij …zoiets afschuwelijks… zoiets gewelddadigs. Waarom?"

"Van meneer Nelissen heb ik begrepen," komt mevrouw Greveling met een reactie, "dat het gezocht moet worden in relationele problemen. Ik zie de vraagtekens op jullie gezichten maar laat het hier voorlopig bij. Meneer Nelissen zal straks de aanleiding tot dat wat er gebeurd is toelichten." Dan wordt het stil totdat Harrie met een tweede vraag komt.

"Gaat Jasper het redden?"

"Moeilijke vraag, Harrie, maar wel heel begrijpelijk. We weten het niet en ik heel persoonlijk vind het vreselijk moeilijk om met die onzekerheid verder te moeten. Naar ik begrepen heb zijn de laatste berichten dat hij sinds vanmorgen vroeg op de intensive care ligt. De operaties zijn voorlopig afgerond."

"Maar dat is toch een goed teken?" wordt er gevraagd.

"Ja, dat is een goed teken. Ze willen nu Jasper de kans geven om te herstellen en daarbij schijnt rust het sleutelwoord te zijn." Er zijn nog een paar scholieren die hun onbegrip uiten en ook hierbij komen opnieuw de tranen en gaan de tissues rond. Na zo'n drie kwartier begrijpt mevrouw Greveling dat het delen van de gevoelens gedaan is. Na een periode van stilte neemt niemand meer het woord. "Ik had gezegd dat we als tweede punt de vragen zouden doen maar er zijn al de nodige vragen geweest en misschien is het toch praktischer om ons nu eerst af te vragen wat we doen met volgende week. Iemand bezwaren om het programma te wijzigen?" Die zijn er niet. "Oké, alle mogelijkheden zijn open met betrekking tot de volgende week dus… laat je mening maar horen." Cassandra is de eerste die haar vinger op steekt.

"Het liefste zou ik gewoon thuisblijven. Ik wil niet weg nu Jasper daar doodziek in het ziekenhuis ligt. Als we wel gaan, zou ik absoluut geen prettig gezelschap zijn omdat ik steeds aan hem zou moeten denken. En… als het ergste zou gebeuren wat er kan gebeuren, dan zou ik meteen naar huis willen en geen minuut langer in Engeland willen blijven."

"Heel duidelijk, Cassandra. Iemand anders?" Jacob is de tweede.

"Is het mogelijk om het te verschuiven?"

"Alle mogelijkheden zijn open," reageert mevrouw Mosterd. "Vanmorgen heb ik overleg gehad met een collega in Engeland en haar de situatie uitgelegd. Het is mogelijk een week, of eventueel meer te verschuiven. Ook naar volgend jaar eventueel."

"Maar dat zou rot zijn voor degenen die in de zomervakantie gaan verhuizen zoals Mark en Jessica. Die kunnen dan niet mee."

"Ja," zegt mevrouw Mosterd, "en daarom is het ook goed dat we met elkaar gaan zoeken naar een oplossing die voor zoveel mogelijk van ons een goede oplossing is. Waarbij we proberen rekening te houden met ieders wensen."

"Hoelang gaat Jaspers herstel duren?" vraagt Marlies dan.

"Weet ik niet," zegt Berrit Greveling met een diepe zucht. "Jan Nelissen noemde het een kwestie van de lange adem. En daaruit mag je concluderen dat het lang zal gaan duren." Ze zucht nogmaals. "Ik ga nu opnieuw het programma door elkaar gooien. Het spijt me." Er wordt geglimlacht om haar heen. De anders zo stipte, goed georganiseerde mevrouw Greveling lijkt de draad kwijt te zijn. Helemaal kwijt te zijn en… niet verwonderlijk. Het is heel duidelijk aan haar te zien dat haar gevoelens haar parten spelen en ze is niet de persoon om dat te willen verbergen. "Ik merk gewoon," gaat ze dan verder, "dat mijn voorstel om dingen gescheiden van elkaar te houden niet mogelijk is. Er zijn vragen bij jullie die mevrouw Mosterd en ik niet kunnen beantwoorden en die vragen zijn mogelijk van invloed op de te nemen beslissing. Daarom lijkt het mij beter, om nu meneer Nelissen te gaan halen zodat we met antwoorden op onze vragen wellicht een betere afweging kunnen maken. Iedereen het daarmee eens?" Er klinkt uit vele kelen een 'ja'. Tegenstanders blijken er in elk geval niet te zijn. Marjolein Mosterd staat op en komt even later terug met Jan Nelissen. Hij is losjes gekleed dit keer. Het driedelige, grijze pak van gisteren bij de persconferentie heeft plaats gemaakt voor een spijkerbroek, een lichtblauw overhemd en een zwart vest. Een stropdas draagt hij niet. Er is naast mevrouw Greveling een stoel voor hem neergezet in de kring en daarop neemt hij plaats nadat hij de groep begroet heeft. "We zijn heel blij dat u er bent," begint Berrit. "We komen er met elkaar eventjes niet uit. Ik had keurig een programmaatje opgesteld met drie punten maar dingen blijken gewoon door elkaar te lopen. Er zijn veel vragen. Vragen waarvan de antwoorden ons wellicht kunnen helpen om te besluiten wat wij moeten doen met onze internationaliseringsweek. Een project waarvoor Jasper samen met anderen heel veel werk heeft verzet. En… wij missen hem. Daarom heb ik het programma maar losgelaten en hopen wij dat u ons wat antwoorden kunt geven."

"Euhhh… dat zal ik proberen. Ik ben heel blij dat ik hier aanwezig mag zijn. Toen ik van deze bijeenkomst hoorde, heb ik daarom ook meteen aangeboden dat ik graag wilde komen. Als ik kan helpen, doe ik dat graag. Misschien kan ik niet op alle vragen antwoord geven. Er zijn dingen die ik niet weet, niet helemaal zeker weet, of dingen die ik wel weet maar vanwege het politieonderzoek nog niet mag vertellen. Dan houdt het voor mij op. Dus, het is af en toe misschien wat lastig maar laten we het in elk geval met elkaar proberen. Oké?"

"Wie heeft een eerste vraag?" opent Marjolein Mosterd de vragenronde. Cassandra steekt haar vinger op.

"Hoe is het met Jasper op dit moment?"

"Op dit moment ligt hij op de intensive care. Vanmorgen tegen een uur of zes is hij daar heen gebracht nadat ze voorlopig klaar waren met de operaties. Heel bewust houden ze hem nu een aantal dagen in slaap."

"Ligt hij in coma?" vraagt Cassandra.

"Nee. Coma en bewust in slaap houden zijn echt twee heel verschillende dingen. Ik ben geen arts. Heb ook niet echt heel veel verstand van medische termen, dus pin me niet vast als ik nu ga proberen het verschil daar tussen uit te leggen.” Hij kijkt zijn publiek aan en ziet alleen maar gespannen gezichten. “Artsen kunnen een patiënt die in coma is daar niet uit halen. Wat ze ook doen, het zal niet lukken. Met in slaap houden is dat anders. Jasper krijgt medicijnen toegediend zodat hij blijft slapen. Zodra ze die medicatie stoppen, zal hij wakker worden."

"Waarom laten ze hem slapen?"

"Omdat dat beter is voor zijn herstel. Rust is heel belangrijk voor het herstel, zo heb ik begrepen. En misschien kun je je dat zelf ook wel voorstellen. Als je griep hebt bijvoorbeeld, is het beter voor je om rustig in bed te blijven liggen. Ga je druk allerlei dingen doen, dan mat je jezelf enorm af en dat is op dat moment niet goed voor je. Neem je voldoende rust, dan genees je sneller en dat hopen ze ook dat nu met Jasper gebeurt."

"Wat is de aanleiding van de vechtpartij geweest?" Jan slikt eventjes en begint dan aan te geven dat het, in tegenstelling tot nog steeds rondgaande berichten, absoluut niets te maken heeft met geweld tegen homoseksuelen. Dennis gaat rechtop zitten en luistert met een scherp oor naar de uitleg. Als deze gegeven is, hoort Berrit hem heel duidelijk een zucht slaken. Een zucht van verlichting, zo denkt ze. Terwijl de volgende vraag gesteld wordt, staat Dennis op en verontschuldigt zich. Cassandra wil hem achterna lopen maar Berrit staat zelf al en geeft haar aan rustig te blijven zitten.

"Rustig aan, jongeman," zegt ze als ze de deur achter zich gesloten heeft. Dennis kijkt verschrikt om.

"Ik… "

"Ja, je hebt even behoefte aan rust om je heen en die ga ik je zeker ook geven. Maar fris je eerst even wat op. Er is al wat meer kleur op je wangen gekomen intussen maar je ziet nog steeds erg bleek." Bij het toilet aangekomen gooit Dennis wat koud water in zijn gezicht en droogt zich dan af met de papieren handdoekjes die in de houder boven de wasbak liggen. Dan gaat hij terug de gang op. Zijn lerares staat daar op hem te wachten. "Loop je even met me mee?" klinkt dan de uitnodiging. Dennis knikt. Ze lopen naar haar kantoor en nemen plaats in de zithoek. "Ben je enigszins gerustgesteld nu blijkt dat het niet om homohaat gaat?"

"Ja. Dat is voor mij een hele geruststelling. In het geval van mijn broer was het dat namelijk wel. Jongens die de pest hadden aan homo's en toen ze mijn broer en zijn vriend hand in hand zagen lopen, begon het geklier dat uiteindelijk leidde tot…"

"Ik weet het."

"Tot zijn dood. Ik kan er over praten tegenwoordig en dat heb ik mede te danken aan Jasper. Toen hij zijn coming out had maandag bij ons groepje ging ik door het lint. Niet dat ik dan wild of agressief word of zo maar ik blokkeer. Toen ook. En nou ja, gelukkig kwam het allemaal goed. Toen ik thuis was en wat met Cassandra had gepraat, ben ik achter de computer gaan zitten en heb ik Jasper in een e-mail alles uitgelegd. Zijn reactie was die van een echte vriend."

"En als Jasper opknapt, ben je dan ook zover dat je naar hem toe wilt in het ziekenhuis?"

"Ja. Ook dat ga ik doen. Zeker weten van wel. Nu ik het verschil tussen coma en in slaap gehouden worden begrijp, durf ik ook dat. Zou Jasper in coma liggen dan… dan had ik er nog eens flink over moeten nadenken. Dan zouden wellicht de herinneringen aan mijn broer te groot geworden zijn maar nu… nu durf ik het wel. Ik wil hem gewoon gaan opzoeken, als het kan. Hij was er voor mij toen ik het moeilijk had en ik wil er ook voor hem zijn. Daar zijn we vrienden voor.

Wordt vervolgd…


Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, augustus 2011.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten