BLANCO deel 2 - hoofdstuk 8

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

BLANCO deel 2 - hoofdstuk 8

Bericht door Lucky Eye » ma 05 sep 2011, 09:38

BLANCO

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



DEEL 2

Hoofdstuk 8

Als Pieter terugkomt zit Sam bij Astrid en Martin op de gang. Astrid doet een kaartspelletje met het meisje. Pieter verbaast zich er altijd weer over wat zijn zus allemaal uit die handtas van haar tevoorschijn tovert. Pieter voelt zich ongedurig en heeft geen zin om opnieuw doelloos te gaan zitten wachten. Hij wil de benen strekken en vraagt Martin of die zin heeft om een eindje met hem te lopen. Martin vindt het een prima voorstel. Als Martin aan Astrid vraagt of die een oogje op Sam wil houden, heeft die daar geen enkele moeite mee. "Ik moet nog van haar zien te winnen, weet je!" zegt ze met een brede glimlach.

Ze lopen niet naar de liften maar juist in tegenovergestelde richting. Martin heeft het idee dat Pieter de weg weet en dat is ook is. Hij kent de indeling van het ziekenhuis omdat hij zijn zus vaker heeft bezocht. Bovendien heeft hij de vorige week samen met haar en David de 'kunstroute' ingericht waarbij ze in gezamenlijk overleg bepaald hebben welk schilderij van Astrid waar zou komen te hangen. Met grote foto's van de werken bekeken ze met z'n drieën of iets wel of niet goed stond. Veel verschillende aspecten waren daarbij van belang: kleur van het schilderij, kleur van de achtergrond, lichtinval - hoewel natuurlijk afhankelijk van weer en tijd van de dag -, ruimte en nog veel meer. Terwijl de mannen door het ziekenhuis wandelen, vertelt Pieter Martin het een en ander. De ‘kunstroute’ is begonnen als initiatief van het personeel van de Zwolse ziekenhuizen om de lange gangen en wachtruimten op de poliklinieken gedurende een bepaalde periode op te sieren met kunst. In dit ziekenhuis doen ze dat voorafgaande aande zomervakantie en in de Weezenlanden na de zomervakantie. De eerste jaren werd er werk van Zwolse kunstenaars tentoongesteld. Vorig jaar werd een van de eigen personeelsleden uitgenodigd om zijn werk tentoon te stellen en ook dit jaar was dat het geval. Ineens vraagt Pieter zich af of Astrid vandaag wel aanwezig zal willen zijn bij de officiële opening die voor 11.00 uur gepland staat. Hij moet haar daar straks in elk geval aan herinneren. Twee verdiepingen lager dan die waar de operatiekamers liggen, blijft Pieter stilstaan. "Hier is het kantoor van mijn zus," zegt hij en wijst op een drietal deuren. "En die van haar collega's natuurlijk. Astrid werkt niet fulltime. Daar heeft ze te veel hobby's voor."

"Heel goede keuze. Voor je hobby's moet je ook tijd maken. Ik denk dat we dat veel te weinig doen."

"Tenzij je van je werk je hobby hebt gemaakt zoals ik."

"Ja," verzucht Martin.

"Sorry. Ik begrijp je zucht. Niet iedereen heeft de luxe dat hij kan doen en laten wat hij wil."

"Het geeft niet Pieter."

"Tuurlijk geeft het wel. Ik had zoiets beter niet kunnen zeggen. Ik weet van Jasper dat jij heel veel van je werk houdt maar dat het heel erg moeilijk is om mensen te vinden die dat ook hebben. En alles in je eentje doen is nou eenmaal onmogelijk in jouw vak."

"Misschien moet ik leren er anders tegen aan te kijken of iets anders gaan doen."

"Ja. Beide zijn mogelijkheden natuurlijk. Maar, sorry dat ik ons gesprek onderbreek, hier is wat ik je wil laten zien. Het klinkt misschien kinderachtig maar zou je je ogen even dicht willen doen. Ik leid je dan naar een stoel en pas als je daar zit, mag je kijken. Ik vind een eerste indruk altijd heel erg belangrijk. Heb zelf ook wat artiestenbloed in me en… nou ja… verrekte moeilijk uit te leggen allemaal," klinkt het enigszins onsamenhangend. Martin zegt dat hij het prima vindt en graag mee wil doen aan Pieters experiment. Hij sluit zijn ogen en laat zich daarop door de vriend van zijn zoon leiden. Pieter brengt hem naar de stoelen die recht tegenover het schilderij staan. Als Martin recht voor een van de stoelen staat, zegt Pieter hem dat hij mag gaan zitten. Hij let goed op of alles goed gaat en gaat zelf niet eerder zitten dan dat Martin goed zit.

"Ben je eraan toe?" Martin knikt. "Open je ogen dan maar en vertel me wat je ziet." Martin doet wat hem gezegd wordt. Zijn eerste reactie is niet hoorbaar maar zichtbaar. Zijn onderkaak zakt langzaam naar beneden. Hij ziet een schilderij dat een merkwaardige compositie heeft. Het lijkt of het een kleurplaat is die maar gedeeltelijk is ingekleurd omdat een bepaald gedeelte van het schilderij alleen maar uit een schets met zwarte lijnen bestaat. Maar de compositie is niet de reden van zijn verbazing. Dan haalt hij zijn neus op en moet moeite doen om de tranen terug te dringen.

"Jasper," klinkt het met een heel klein stemmetje. “Een veel jongere Jasper maar hij is het heel erg duidelijk.”

"Ja. Jasper," beaamt Pieter.

"Hij is het helemaal. En dan vooral de haren en de ogen. Het gezicht. Die oogopslag."

"Ja. Dat vind ik dus ook. Ik had Jasper vaker gezien bij het COC. Maar… ik was te oud voor hem. Daarvan was ik overtuigd. Hij is leuk om te zien. Echt mooi vind ik, hoewel hij dat zelf zal ontkennen."

"IJdel is hij ook," vult Martin aan. "Altijd heel lang in de badkamer om die haren goed in model te krijgen. Met dat korte koppie van hem zal hij tijd overhouden." Beiden glimlachen ze.

"De avond van de vierde mei vielen mij ineens zijn ogen op en ik wist dat ik ze onlangs ergens gezien had. Ik kon er echter met geen mogelijkheid opkomen waar dat geweest was en gaf het op. En zoals je net zelf ook al zei, zijn ogen vormen de grootste overeenkomst met dit doek. Want daar had ik ze dus gezien. Ik maak altijd de lijsten voor Astrids schilderijen en deze dus ook." Ineens herinnert Martin zich iets maar om Pieters verhaal niet te onderbreken, blijft hij rustig zitten. "Op dat moment kon ik het me echter niet herinneren. Pas veel later. In een van onze vele, heel lange gesprekken kwam het naar boven. Hij vertelde me over zijn moeilijke periode in de brugklas. Hoe hij in de knoei was geraakt en de hulp van een psycholoog nodig had gehad. Hij citeerde zijn hulpverlener en ik herkende die uitspraak meteen als één van mijn zus en meteen daarna wist ik ook waar ik Jaspers ogen eerder had gezien: op een schilderij van Astrid."

“Ja. Het is echt heel erg mooi. Toen jij zo-even vertelde dat jij de lijsten voor de schilderijen van Astrid maakt, schoot mij ineens iets te binnen. In die moeilijke periode van Jasper brachten Marion en ik ook een aantal bezoeken aan je zus en in haar werkkamer hing toen ook een schilderij van haar aan de wand.” Pieter knikt en zegt dat ze haar werk daar regelmatig vervangt. “Ik vond het mooi hoor,” zegt hij terwijl hij opstaat en naar het schilderij toeloopt, “maar ik vond de lijst eigenlijk veel mooier!” Met een vakmansoog bekijkt hij ook deze lijst en herkent de details. "Ik wil niet veel zeggen hoor maar deze lijst is een kunstwerk op zich."

"Nou ja. Niet overdrijven hoor."

"Echt niet! Kom kijken! Kijk eens hier." En heel gedreven wijst Martin hem op allerlei heel bijzondere aspecten van de lijst. Details die Pieter ook wel kent natuurlijk omdat hij ze zelf erin heeft aangebracht maar hij vindt het heel erg mooi iemand te treffen die net als hij weet waarover hij praat. "En dus is het een kunststuk! Geen discussie mogelijk. Je hebt er iets heel moois van gemaakt Pieter. Pas je de lijst aan aan het schilderij?"

"Ja. Ik bekijk de schilderijen thuis bij Astrid, krijg dan een grote foto mee en ga zitten denken."

"Mediteren?" vraagt Martin met een brede glimlach terwijl hij weer gaat zitten.

"Je zou het bijna mediteren kunnen noemen, denk ik. Maar niet op een kussentje of zo. Gewoon in een lekkere stoel of languit op de bank. De foto op enige afstand en in de rust die dan komt, komen ook de ideeën voor een lijst."

"Dus toch een soort mediteren. Ik breng het zelf niet in praktijk hoor, ben er te onrustig voor, maar heb begrepen dat het een soort leegmaken van is. Of, beter gezegd, kan zijn. Hoeft niet. Jasper heeft het ook wel eens genoemd… euh… shit… kwijt," en dan komen er tranen. Pieter die nog bij het schilderij staat, loopt op Martin toe, gaat naast hem zitten en legt zijn hand op die van Martin. "Verrek… ga ik me hier een beetje zitten janken… " probeert Martin zich groot te houden.

"Het geeft niet Martin. We hebben vandaag elkaars tranen al vaker gezien en het geeft echt niet."

"Ja… dit is wel een heel bijzondere kennismaking nietwaar?"

"Ja. Zeg dat wel. Toen Jasper en ik er voor het eerst over spraken, was ik er huiverig voor. Voor die kennismaking. Je moet weten dat ik een behoorlijke einzelgänger ben. Al heel snel echter heb ik de angst die ik voelde overwonnen en Jasper gezegd dat ik heel erg graag jullie wilde ontmoeten. We maakten toen plannen, stelden ze bij en… uiteindelijk is het toch nog allemaal heel anders gelopen dan we gepland hadden."

"Zoiets als dit is ook niet te plannen toch?"

"Onmogelijk… " Als Martin weer wat rustiger geworden is weet hij wat hij wilde zeggen en gaat hij verder met zijn uitleg.

"Jasper heeft mediteren ook wel eens genoemd, zijn bij dat wat er is. Als er dus onrust in je is, bij die onrust blijven. Als er verdriet in je is, daar bij zijn. Niet alleen maar kalmte en rust willen zoeken. Zijn bij dat wat er is."

"En dat gaat ook op natuurlijk voor wat ik doe met de foto en mijn ideeën over een lijst. Op het moment dat ik de foto bekijk en rustig zit, ben ik volledig bij de foto en dan komen de ideeën."

"Ja. Ik begrijp je want ik heb dat ook als ik bezig ben met houtsnijwerk. Soms doe ik gewoon maar wat. Soms ga ik er ook wel eens in stilte voor zitten. Niet om er iets uit te persen of zo maar gewoon om de inspiratie als het ware te laten vloeien. En ik moet je zeggen dat, als je dingen met elkaar mag vergelijken," Pieter merkt de invloed van Jasper en glimlacht, "wat er dan uit mijn handen komt vaak het mooist is. Gewoon omdat er niets moet. Dingen ontstaan als vanzelf." Even laat Martin een kleine stilte vallen. "Ik merk dat je het begrijpt. Heb ik een overeenkomst tussen ons aangeroerd?" Pieter knikt.

"Ja. Ook dat. Maar de herkenning was er al vanwege een opmerking van Jasper over dat vergelijken. Heel duidelijk zijn manier van spreken toch?"

"Ja." Er valt een nieuwe stilte. "Ik heb drie kinderen. Alle drie heel erg verschillend maar van allemaal leer ik steeds weer dingen. Van Sam leer ik dat ik best eens op mijn strepen mag staan en niet altijd alles hoef te pikken. Jasper heeft daarover eens een heel mooi verhaal voorgelezen. Als je eventjes hebt probeer ik het op te diepen uit die diepe put die geheugen heet." Pieter heeft de tijd. "Ja, geloof dat ik het heb en dat ik niet meteen aan het begin de clou verraadt zoals ik zo vaak doe bij moppen die ik gehoord heb en probeer door te vertellen." Pieter lacht. "Ja, lach maar jij! Heel stom zoiets hoor!"

"Misschien moet je om jezelf proberen te lachen als je zoiets overkomt."

"Ja… goede oplossing, denk ik maar hier komt het verhaal. Het lijkt net een sprookje want het begint met heel bekende woorden. Er was eens een draak. Hij leefde in het Himalaya gebergte. Een boze draak die vuur spuwde. Als je te dichtbij kwam, spuwde hij vuur en legde je het loodje. Op een dag kwam er een boeddhistische geestelijke langs. Iemand die beloofd had alle levende wezens van hun lijden te verlossen. Hij riep de draak op om op grond van de vijf boeddhistische voorschriften niet meer te doden. Als hij zich aan de vijf voorschriften zou houden, zou hij gelukkig worden. De draak onthield zich daarop van geweld. Tot dan toe waren de kinderen in het dorp dichtbij altijd bang voor hem geweest maar nu ze zagen dat hij geen geweld meer gebruikte, verloren ze hun angst voor hem. Het duurde niet lang meer of ze sprongen op hem, trokken aan zijn staart en staken stenen in zijn mond. Na een tijdje werd de draak ziek. Toen de geestelijke weer eens langs kwam, beklaagde hij zich bij hem en zei hij dat hij allesbehalve gelukkig was. De man zei hem dat geweldloosheid en mededogen alleen niet voldoende zijn. Deze eigenschappen moeten gecombineerd worden met wijsheid omdat dat de manier is om jezelf te beschermen. Hij raadde hem aan dat als de kinderen hem nog een keer bezeerden, hij zijn vuur zou laten zien opdat ze hun gedrag zouden aanpassen."

"Ja, heel wijs," antwoordde Pieter. "Wat de Boeddha volgens mij noemt het evenwicht tussen mededogen en wijsheid."

"Ja, of te wel de middenweg, zoals Jasper altijd zegt. En dat is dus wat ik van Sam leer. Zij is nog echt heel erg ongeconditioneerd en zegt het gewoon als iets haar niet aanstaat. Ik heb geleerd dat je rekening moet houden met mensen en sla daarin door. Hou teveel rekening met anderen en laat over me lopen soms. En als ik naar haar kijk, en ook naar dit verhaal, weet ik dat ik af en best eens mijn vuur mag laten zien."

"Gelijk heb je. Je mag best voor jezelf opkomen toch?"

"Ja. Maar soms vergeet ik dat.” Er volgt een diepe zucht. “Van Maarten leer ik dingen van afstand en van allerlei kanten te bekijken. Dat heeft Jasper ook wel maar Maarten doet dat echt met alles. Van Jasper heb ik geleerd om niet meteen overal een mening over te hebben. Niet steeds alles te willen vergelijken." Pieter glimlacht. Hij herkent een uitspraak van Jasper.

"Het moet heel mooi zijn om kinderen te hebben."

"Ja. Ze zijn werkelijk een geschenk. Ook als je soms dingen ziet die je liever niet zou zien in hen." Martin lacht. "Echt. Het is het allerkostbaarste dat je kunt hebben als ouder."

"Ja, en dat maakt je ook meteen weer kwetsbaar nietwaar?"

"Op dit moment realiseer ik me dat heel erg goed Pieter. En het meest vervelende is dat ik niets kan doen op dit moment! Moet het overgeven. Loslaten. En geloof me, dat valt niet mee. Wat dat betreft zitten we allemaal in hetzelfde schuitje nu, en dat… dat voelt dan weer goed. Die verbondenheid met elkaar."

"Weten dat je er niet alleen voor staat." Martin knikt. "Ik begrijp het. Allemaal geconfronteerd met hetzelfde. Allemaal met dezelfde angst, verdriet, pijn en hoop." Hij zoekt heel bewust Martins ogen. "Je hoopt toch wel hè?"

"Ja. Vanaf het moment dat ik hem daar op straat zag liggen en dacht dat hij echt dood was, ben ik gaan hopen Pieter. Hopen dat dit niet het einde zal zijn voor hem. Dat hij bij ons zal blijven. Geloof je Pieter?"

"Ik ben gelovig opgevoed. Ben het echter kwijt geraakt toen mijn ouders stierven. Maar soms… soms geloof ik toch nog wel denk ik. Jasper vroeg me eens of ik in voorbestemming geloofde. Ik was zeker van niet. We zijn er niet op teruggekomen maar ik ben er heilig van overtuigd dat Jasper een engel is die op mijn pad is gestuurd. Het klinkt misschien gek maar hij is het antwoord op heel veel stille gebedjes. Jarenlang heb ik gezocht naar iemand die goed bij mij past. Met wie het helemaal klikt. Ja… Jasper is mijn engel."De tranen komen weer en opnieuw verbinden ze zich door de handen op elkaar te leggen.

"Weet je dat die engel van jou ooit met een rode kaart van het veld is gestuurd?" zegt Martin na enige tijd van stilzwijgend bij elkaar zitten.

"Echt?" En dan begint Martin opnieuw te vertellen. Een verslag van een voetbalwedstrijd tijdens een toernooi in Emmeloord. Jaspers team speelde in de groepsfase tegen de thuisclub. Zijn directe tegenstander in het veld was een heel vervelende speler. Iemand die steeds op Jaspers voeten stond. Bewust dus. De scheidsrechter zag het niet en de tegenstrever maakte daar dus gebruik van. De overtredingen werden harder. Een paar keer beklaagde Jasper zich bij de scheids maar het hielp allemaal niets. In de finale stonden de twee elftallen opnieuw tegenover elkaar. Voordat de wedstrijd begon, had de trainer al aan Jasper gevraagd of hij niet liever op de bank wilde beginnen. Natuurlijk niet! Maar opnieuw kreeg Jasper precies hetzelfde te verduren. Toen Jasper zich wat te hard afvroeg of de scheidsrechter wellicht een bril nodig had, kreeg hij een gele kaart. Zo halverwege de tweede helft stonden ze op een ruime 3-0 voorsprong. Na een echt keiharde overtreding was voor Jasper de maat vol geweest. Het spel lag stil. Hij krabbelde op. Heel even had hij contact met Job, de aanvoerder, om daarna zijn vervelende opponent op te zoeken en hem een gigantische schop te verkopen. Dit keer zag de scheidsrechter het wel omdat het gewoon niet te missen viel. Jasper kreeg een directe rode kaart en mocht van het veld af. Pieter gniffelt. "Ja… is je engel nu van zijn voetstuk gevallen?"

"Absoluut niet! Iets minder engel en meer mens wellicht maar… dat is hij sowieso. Hij is heel erg realistisch, staat bijna altijd met twee benen op de grond en ik weet dat hij kwaad kan worden. Heb ik ook al eens mogen meemaken in de korte tijd dat we elkaar kennen maar dat was mijn eigen schuld."

"Ach… af en toe kwaad worden op elkaar daar is helemaal niets mis mee hoor."

"Jasper vertelde dat jij en Marion nog nooit echt ruzie hadden gehad."

"Geen echte ruzie. Geen borden die door de kamer vliegen of deuren die hard dichtgeslagen worden maar we hebben wel eens woorden hoor,” zegt Martin heel eerlijk en oprecht. “Het is in een relatie heel erg moeilijk, tenminste dat vind ik, om elkaar altijd goed te begrijpen. En juist door dat niet goed begrijpen, ontstaat dan soms wat wrevel dat tot woorden kan leiden. En daar is helemaal niets mis mee, zolang je het maar uitspreekt naar elkaar toe. Dan weet je dat de oorzaak in de meeste gevallen iets kleins is en kun je het klein houden. Wordt het geen explosie."

"Je hebt gelijk. Praten met elkaar moet je blijven doen."

"Maar er was een overeenkomst tussen ons, zei je."

"Ja. Zoals je aan mijn lijsten hebt kunnen zien ben ook ik gek op houtsnijwerk. Ik heb van mijn hobby mijn beroep kunnen maken en voer mijn beroep nog uit als mijn hobby ook." Martin zegt dat hij die opmerking niet helemaal snapt en Pieter komt met een uitleg. "Ik heb een klein winkeltje maar het werk in het atelier erachter vind ik veel belangrijker. Het maken van iets, het werken met hout bedoel ik. Een week of zo terug was mijn vaste werknemer ziek. Moest ik dus het winkeltje alleen runnen maar deed ik het gewoon dicht als ik naar huis wilde. Hobby dus. De handelsvereniging in Kampen is er niet blij mee dat ik zo gemakkelijk mijn openingstijden aanpas maar die moet niet zeuren. Ik ondersteun ze financieel voldoende op allerlei fronten." Martin lacht. "Ach, ze zeuren ook niet echt hoor maar je hebt nou eenmaal van die figuren die willen dat alle winkels dezelfde openingstijden aanhouden maar dat kan bij mijn winkeltje gewoon niet altijd. Sjors, hij werkt bij mij, heeft ook zijn beperkingen en af en toe valt hij gewoon uit. Alles dan zelf doen wil ik niet. Dus pas ik me aan."

"Heel verstandig."

"Ik heb het idee dat wij aardig veel op elkaar lijken,” zegt Pieter. “En dat bedoel ik dan wat werken betreft. Jij bent ook een perfectionist volgens mij, nietwaar?” Martin knikt.

“Als ik ergens aan verdien, wil ik goed werk afleveren. Dat is toch normaal?"

"Ja. Voor mij wel. Zo werk ik ook. Goed werk voor goed geld.” Beide mannen zijn een tijdje stil. Pieter denkt aan iets en houdt dat niet voor zich maar ventileert het meteen “Hé, misschien moeten wij samen eens een boom opzetten over een gezamenlijke toekomst."

"Huh?"

"Ik bedoel zakelijk. We hebben aardig dezelfde kwaliteiten en ideeën over werk en zouden een gouden koppel kunnen vormen, lijkt me. Bovendien kan ik je de mogelijkheid verschaffen om dat te doen wat je echt wilt."

"Ik weet het niet. Ben ik dan niet afhankelijk van jou?"

"Misschien. Maar heb je er problemen mee om afhankelijk te zijn van de vriend van je zoon?"

"Nou ja… misschien wel als het betekent dat ik op jouw zak teer."

"Ach, geld speelt in mijn leven gelukkig geen rol. Ik heb er veel en veel te veel van. Vroeger vond ik het vaak een last maar tegenwoordig zie ik er ook het goede van. Eén van die goede dingen is dat ik kan doen wat ik wil. Dat ik echt dat werk kan doen dat ik leuk vind. Waar ik voldoening uithaal. En als ik dat jou ook kan bieden, dan doe ik dat graag."

"Maar stel je nou eens voor dat het niet zo gaat tussen jou en Jasper als… " Pieter lacht Martins tegenwerping meteen weg.

"Ook dan kan ik een goede zakenpartner met dezelfde bezieling als ik niet laten lopen natuurlijk! We matchen heel erg goed volgens mij. Denk er eens over als je wilt. Praat er eens over met Marion. Het is voor mij niet afhankelijk van wat Jasper en ik wel of niet met elkaar hebben."

"Vreemd hoe dingen soms kunnen lopen."

"Ja, we hadden het er net al over." Dan bliept Pieters telefoon. Een sms'je. Hij pakt het toestel uit zijn broekzak en ziet dat Astrid hem een berichtje heeft gestuurd. De tekst is kort: Kom je?. "We moeten gaan Martin ze hebben ons nodig. Ze staan op en lopen snel terug naar boven.

Wordt vervolgd…



Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, augustus 2011.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten