BLANCO deel 2 - hoofdstuk 7

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

BLANCO deel 2 - hoofdstuk 7

Bericht door Lucky Eye » vr 02 sep 2011, 07:51

VOORAF DOOR DE SCHRIJVER:
Hoofdstuk 6 had tot gevolg dat er veel reacties volgden. Reacties van diverse aard. Ik kreeg complimenten maar ook waren er kritische kanttekeningen. Beiden zijn welkom. De kritiek richtte zich met name op de langdradigheid van het verhaal. Een iemand schreef o.a.: “Nog twee delen over Jasper in het ziekenhuis en ik haak denk ik af.” Die twee delen in het ziekenhuis zullen er nog zeker komen. Het verhaal BLANCO gaat over Jasper en Pieter. Eerstgenoemde ligt in het ziekenhuis en zijn vriend wil het liefst 24 uur per dag, 7 dagen in de week bij hem blijven en daarom volgen er nog meer ziekenhuishoofdstukken.

Daarnaast zal het verhaal zich ook op andere plaatsen gaan afspelen: thuis bij Pieter, in het vergaderzaaltje van een restaurant, bij een van de vrienden van Jasper thuis, in het huis van Jasper aan de Jan van Arkelweg, op de school van Jasper. Al die plaatsen maken samen het verhaal.

Zojuist voor publicatie van een nieuw hoofdstuk opnieuw eventjes gekeken naar de reacties. De persoon van het aangehaalde reactie hierboven schreef het volgende: “Beste Lucky , bedankt voor jouw commentaar op de reacties. Hierin wordt wel duidelijk dat je op dezelfde weg doorgaat en niets doet met kritiek of verbeterpunten van je trouwe lezers. Je blijft langdradig, gaat ook niets doen aan die overbeleefde omgangsvormen. Dat er al veel lezers afhaakten bij Blanco deel 1 verbaast me dan ook niets; daar was ik er een van. En dat ga ik nu ook weer doen omdat ik me idd rot erger aan de stijl van dit verhaal. Voor de mensen die wel weten vol te houden, veel leesplezier nog, maar nu zeker met het commentaar van dhr Lucky, ben ik er wel klaar mee!”

Ik reageer altijd op reacties. Misschien dat ik het een keer vergeten ben maar het is niet mijn bedoeling. Ook nu heb ik een reactie gericht aan die persoon waarin ik o.a. uitleg hoe ik werk en die woorden plak ik hierbij: “Beste …! Bedankt voor je nieuwe reactie. BLANCO heb ik op een heel andere manier geschreven dan al mijn andere voorgaande verhalen. Het verschil mag dan ook duidelijk zijn. Sommigen vinden het prima anderen ergeren zich. Als je een schrijver vraagt waarom hij een verhaal op een bepaalde manier schrijft zul je meestal een antwoord krijgen in de trant van: 'Het is een gevoel!' Voor mij geldt dat ook. Dit verhaal vraagt om deze stijl volgens mij. Dat het lijkt alsof ik niets doe met kritiek of verbeterpunten heeft te maken met mijn manier van schrijven. Als ik iets publiceer is het klaar. Helemaal uitgeschreven. Sommige schrijvers schrijven een hoofdstuk, publiceren dan, kijken naar reacties en schrijven een volgend hoofdstuk. Zo werk ik dus niet. Wel geprobeerd in het begin maar het leverde mij te veel stress op. Bovendien kon ik de dingen in hoofdstuk 1 niet meer aanpassen. Gepubliceerd is gepubliceerd en ik ben iemand die wil kunnen corrigeren als dat beter uitkomt voor het verhaal. Vandaar dat ik alle hoofdstukken tot het eind van de publicatie (over een aantal weken) al klaar heb liggen. Nu nog wijzigingen aanbrengen zou betekenen dat ik het hele verhaal overhoop zou moeten halen. Afhaken is je vrije keuze. Je hoeft alles wat ik publiceer niet te lezen! Misschien dat je een toekomstig werk van mij, dat een heel andere stijl zal kunnen hebben, nog wel eens wilt lezen. Tot ziens wellicht! Groeten, Lucky Eye”.

Opnieuw een heel voorwoord.

Als er meer mensen zijn die de ziekenhuishoofdstukken zat zijn of zich aan andere dingen ergeren in dit verhaal, stop dan gewoon met lezen. Laat dit verhaal van mij voor wat het is. Haal jezelf geen ergernis op de hals door te blijven lezen wat je niet aanstaat. Doe ik zelf ook niet. Als ik iets lees van een collega en het wemelt bijvoorbeeld van taalfouten, stop ik met lezen omdat ik me daaraan erger want het lukt me dan niet om er ‘omheen’ te lezen.

Voor alle anderen die het nog wel interessant vinden, lees gewoon door. Er is nog heel veel uit te leggen in het verhaal.

Groeten,
Lucky Eye



BLANCO

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



DEEL 2

Hoofdstuk 7

Als Marion klaar is met douchen loopt ze eerst terug naar Astrid en Martin en dan gaat ze even bij de kinderen kijken. Maarten is wakker. Heel stilletjes staat hij op aangeven van zijn moeder op en loopt met haar de kamer uit. "Wij gaan even samen wandelen," zegt ze tegen de anderen. Hand in hand lopen ze de gang door in de richting van de liften. "Gaan we met de lift of met de trap. Maarten kiest voor de trap. Rustig lopen ze alle twaalf trappen af naar de centrale hal en gaan dan naar het grote raam dat uitzicht biedt op een binnenplaatsje om daar te gaan zitten bij een tafeltje. "Ongezellig hè als het zo leeg is hier."

"Ja, net een spookstad zo'n leeg ziekenhuis."

"Ja. Verlaten en leeg."

"Mam? Vind je me nu eng?" Ze kijkt haar zoon aan en ziet een traan blinken in zijn rechter ooghoek.

"Waarom zou ik je eng vinden?" stelt ze een wedervraag.

"Nou ja… ik zag dat je schrok toen ik thuis zei dat ik geweten had dat er iets zou gebeuren."

"Op dat moment schrok ik even maar niet omdat ik jou eng vind. Ik vind jou absoluut niet eng en ik hoop dat je me gelooft."

"Ja mam. Dat doe ik. Ik kan het ook niet helpen toch?"

"Dat weet ik. Jij kunt er helemaal niets aan doen dat je dingen kunt zien die anderen niet zien. Net zoals ik er niets aan kan doen dat ik dingen kan voelen die anderen niet kunnen voelen."

"Heb ik het van jou? Net zoals ik de kleur van mijn haar van pap heb?"

"Ik denk het wel. Denk dat het in de genen doorgegeven kan worden. Je weet wat dat zijn hè?" Maarten knikt. "Ik schrok thuis niet door jouw opmerking maar omdat ik ineens jouw gave herkende. Ineens wist ik dat je niet alleen maar bang was toen Jasper voor het eerst helemaal alleen van huis was maar dat je echt iets gezien had."

"En toch was het toen niet goed." Marion begrijpt Maartens opmerking niet goed en vraagt hem om uitleg. "Nou zondagavond is er niets gebeurd. Jasper kwam gewoon thuis toen. Er was niets aan de hand." Marion bevestigt dat met een knikje. "En daarom heb ik verder ook niets meer gezegd."

"Je bedoelt dat je het daarna nog vaker gezien hebt?" Maarten knikt. "Van maandagavond weet ik. Toen had je die nachtmerrie."

"Ja. Maar daarna ook nog. En niet alleen als ik slaap zie ik dingen. Soms ook als ik gewoon wakker ben. Dan zijn er ineens andere beelden. Dan zie ik andere dingen dan mijn ogen zien."

"Wanneer heb je het voor het eerst gemerkt?"

"Een paar weken terug pas voor het eerst. Misschien is het er wel eerder geweest maar toen heb ik het niet gemerkt of niet onthouden. Ik weet het niet precies."

"Wat zag je die eerste keer?"

"Ik weet niet goed wat het was. Nog steeds niet. De beelden waren vaag. Niet duidelijk in elk geval. Ik zag mensen maar kon ze niet echt goed herkennen."

"Wil je me erover vertellen?"

"Ja. Maar het is wel gek hoor."

"Niets is te gek om te vertellen of om over te praten Maarten." Ondanks haar woorden kijkt hij haar toch bedachtzaam aan. Het verhindert hem echter niet om te praten.

"Oké. Het leek erop dat twee jongens aan het vechten waren. Ze hadden geen kleren aan. Het was echt vechten. Niet voor de lol of zo." Dan ineens weet Marion wat haar zoon heeft gezien. Ze probeert haar gezicht niet te vertrekken, aan hem niet te laten merken dat ze weet wat hij gezien heeft om zijn verhaal, zijn uiten, niet te verstoren. "Dan springt degene die onder ligt ineens van het bed, pakt wat van de grond en rent weg. De ander blijft liggen en ik zie zijn gezicht maar niet duidelijk. Later heb ik hem weer gezien. Ik dacht hem te herkennen maar het was zo vaag allemaal. Dat was het."

"En wanneer zag je die andere jongen weer terug."

"Toen ik zag hoe hij… hoe hij… " Maarten begint te huilen. Snel is Marion bij hem. Ze tilt hem op, gaat zitten, zet hem op haar schoot en trekt hem dicht tegen zich aan. Ze zegt hem dat hij niet hoeft te praten als het te moeilijk voor hem is. "Het is moeilijk maar ik kan het wel zeggen," klinkt het snifferig. "Eerst zag ik hem zondagavond toen ik dacht dat er iets ergs zou gebeuren met Jasper. In de beelden zag ik dat die jongen iemand heel hard sloeg. Iemand waarvan ik dacht dat het Jasper was." Marion vraagt hem waarom hij dacht dat het om zijn broer ging. "Vanwege Jaspers haren. Die zijn bijna wit."

"Hoor je ook geluiden bij die beelden?"

"Nee."

"En de keren daarna? Was hij er toen ook steeds weer?" Maarten knikt.

"Mam?"

"Ja?"

"Waarom hebben die jongens Jasper zo geslagen?" Marion weet niet precies hoe ze een achtjarig, heel slim, maar nog zo onschuldig kind moet uitleggen wat Jasper hen verteld heeft. "Je weet het wel hè?"

"Ja, ik weet het en ik zal het je ook vertellen maar… ik vind het wel heel erg moeilijk om te vertellen. Moeilijk omdat… het dingen zijn waarvan jij nog niets weet. Je bent nog maar acht. En ik weet dat je heel slim en zo bent maar toch… toch is het moeilijk voor mij om de goede woorden te vinden en daar ben ik naar op zoek nu. Ik denk dat ik ze heb. Zeg het me als ik niet duidelijk genoeg ben, als je het niet kunt volgen. Oké?" Maarten knikt. "Je broer ging wel vaker uit. Dat weet je. Dan ging hij 's avonds weg en kwam laat, als we allemaal al op bed lagen, weer thuis. Toen had hij nog niemand vertelt dat hij jongens leuker vond dan meisjes. En nou komt voor mij een moeilijk gedeelte. Help me als je kunt. Als een man en een vrouw kinderen willen, hebben ze seks met elkaar."

"Net als de koe en de stier? En de hengst en de merrie?" Gelukkig dat dit kind is opgegroeid op het grensgebied van de stad en het platteland en van het een en ander weet, verzucht Marion diep van binnen.

"Ja, bijna op dezelfde manier. Later zul je daar op school meer over horen en ook pap en ik zullen je daarover vertellen. Maar mensen hebben niet alleen seks om kinderen te krijgen maar ook als ze dat leuk vinden. Seks geeft een heel plezierig gevoel."

"Een gevoel als dat je bij elkaar hoort?"

"Heel goed. En seks wil je eigenlijk, tenminste dat vind ik, alleen maar als je heel erg veel van iemand houdt."

"Zoals jij en pap en Pieter en Jasper?"

"Ja. Seks is bijzonder en dat doe je niet zomaar met iedereen. De jongen die jij gezien hebt heet Marcel. En Jasper heeft een tijdje verkering met hem gehad."

"O."

"Ja. Ik zie je verbazing en Jasper heeft dat na die tijd ook zo gevoeld. Hij vond het eigenlijk heel erg vreemd dat hij op hem verliefd kon zijn."

"Heeft Jasper ook seks met hem gehad dan?"

"Dat was juist het probleem." Ze is heel blij met Maartens vragen tussendoor want die maken haar verhaal een stuk makkelijker. "Marcel wilde seks maar Jasper niet."

"En vochten ze daarom?"

"Ja. Marcel wilde het en Jasper echt niet."

"Maar dat is dan toch gemeen van Marcel om daarom te vechten. Dat doe je toch niet!"

"Ja, dat was ook heel gemeen van hem. Ik vind dat je alleen maar seks met iemand mag hebben als je dat allebei wilt."

"Ja."

"Daarom vochten ze en daarom heeft Jasper de verkering toen ook uitgemaakt."

"Was dat vlak voor de vakantie?"

"Ja, dat klopt. En waarschijnlijk heb jij toen ook wel gemerkt dat Jasper verdrietig was in die week."

"Ja. Want het was vakantie en anders doet Jasper altijd spelletjes met ons of gaat hij met ons naar de bioscoop of de stad in en nu helemaal niet. Nu ging hij altijd heel snel weer naar zijn kamer."

"Jasper was verdrietig en dat omdat Marcel met hem gevochten had om seks."

"Dat was gemeen van die Marcel."

"Dat vind ik ook. Waarschijnlijk, maar dat weet ik niet zeker, is Marcel zo kwaad geworden op je broer dat hij… moeilijk stukje weer… "

"Wraak wilde?"

"Ja, ik denk dat het zo in elkaar zit."

"Maar ze waren met z'n zessen! Dat is toch niet eerlijk!"

"Nee, dat is het ook niet. Maar dat laatste weet ik dus niet helemaal zeker hè van die wraak. Misschien horen we dat later wel van de politie." Maarten begrijpt dit even niet en vraagt om een toelichting. "Nou, van Pieter heb ik begrepen dat een politieauto achter de auto van Marcel is aangereden en als ze hem gearresteerd hebben en meegenomen naar het politiebureau zal hij misschien later uitleggen waarom hij het heeft gedaan."

"Dat kan niet mam." Nu is het Marions beurt om een verklaring voor Maartens stellige bewering te vragen. "Marcel is dood."

"Dood?"

"Ja. Toen wij in de hal stonden was er ineens een grote knal." Marion knikt. "De auto van Marcel is over de kop gegaan en met een boom gebotst. Dat heb ik gezien." Een klein poosje is het stil. "Ik heb niet gezien dat hij echt doodgegaan is of zo maar hij was dood. Ik weet het zeker." Marion neemt de tijd om dit nieuwe feit op zich in te laten werken. Enerzijds is er iets van onrechtvaardigheid. De dader zal niet gestraft kunnen worden voor dat wat hij haar zoon heeft aangedaan. En… aan de andere kant… dood is wel heel erg definitief. Meteen gaan haar gevoelens uit naar de ouders van Marcel. Ze vermoedt in elk geval dat die er zijn. Wat zullen die mensen zich rot voelen nu. "Mam?" Maarten gaat meteen verder zonder een antwoord af te wachten. "Denk je dat pap me eng vindt?"

"Zeker weten van niet! Je vader is de allerliefste vader van de hele wereld en die vindt jou echt niet eng jongen. Hij houdt heel erg veel van jou maar… we zijn beiden wel een beetje bezorgd om jou."

"Waarom?"

"Omdat ik zelf weet hoe moeilijk het soms kan zijn om… bijzonder te zijn. Ik zelf vond dat helemaal niet prettig in elk geval."

"Waarom niet?"

"Omdat ik gewoon wilde zijn en soms ook heel erg bang was voor dat wat ik voelde. Ik voelde dan dingen die ik niet wilde voelen en werd daar bang van."

"Vonden jouw vader en moeder het eng?"

"Ja. En dat hielp me niet echt natuurlijk. Mijn vader zei altijd dat ik me aanstelde en mijn moeder vond me eng en ze zei dat ook heel vaak tegen me." Dan vertelt ze hem hoe het in haar leven een rol heeft gespeeld. Bijna hetzelfde verhaal dat ze eerder samen met Martin aan Pieter vertelde maar wel met heel andere woorden. "Je begrijpt nu waarschijnlijk ook wel dat je vader en ik samen over jou en je bijzonderheid hebben gesproken." Opnieuw knikt Maarten. "Vind je dat vervelend?"

"Nee. Ik weet dat jullie altijd heel veel praten samen."

"Ja. Dat vinden wij een goede gewoonte. We hebben liever geen geheimen voor elkaar. Wel met verjaardagen, moederdag, vaderdag en Sinterklaas natuurlijk maar dat is anders," zegt ze met een glimlach.

"Ja! Dat is leuk!" Marion is blij het lachende gezicht van haar zoon te zien.

"Ja. Dat is leuk maar voor de rest willen we dat liever niet."

"Maar… als ik je nou eens iets vertel… en ik vraag jou het niet verder te vertellen. Wat dan?"

"Dan blijft het een geheim tussen jou en mij. Dan zal ik het ook zeker niet verder vertellen. Aan niemand! Hoezo?"

"Nou soms kan dat toch gebeuren?"

"Heb je een voorbeeld?"

"Toen Jasper zondagavond thuiskwam, bracht hij me naar bed." Marion knikt als Maarten haar vragend aankijkt. "Toen vroeg ik hem dingen. Dingen waarvan ik wist dat ze waar waren omdat ik het gezien had. Ik had gezien dat hij met een jongen kuste. Iemand anders dan in die eerste beelden. Jullie wisten toen nog niet dat hij verliefd werd op jongens zei hij en hij vroeg me toen om dat nog niet verder te vertellen. Een geheim tussen ons dus."

"Dan is het goed om het niet verder te vertellen. De ander vertelt je iets in vertrouwen, zoals dat heet, en dan moet je er verder ook niet met anderen over praten."

"Dat vind ik ook."

"Mag ik je nog iets vragen over je beelden?" Maarten vindt het prima. "Je weet dat ik dingen kan voelen. Soms als iemand me vraagt om het te doen, kan ik het ook. Dan richt ik me op de ander, houd ik hem of haar bij de handen vast en nou ja… dan voel ik heel duidelijk iets van de ander. Heb jij dat ook?"

"Ik weet het niet. Ik heb het zo nog nooit geprobeerd. Nu schieten de beelden me zo in het hoofd. Zondag was ik door de beelden die ik eerder gezien had ongerust over Jasper en toen ik probeerde om weer beelden van hem te krijgen, kwamen die niet. Later ineens wel weer toen ik het niet probeerde."

"Dat herken ik ook wel. Bij mij zijn er ook vaak gevoelens zonder dat ik het bewust probeer. Vaak kan ik me er ook niet voor afsluiten. Het niet afzetten als een televisie of radio."

"Ik ook niet. Soms is er iets dat maakt dat er beelden komen. Zoals die knal."

"Dat was dus iets dat je achteraf zag?" Maarten kijkt haar aan en ze merkt dat hij het niet helemaal begrijpt. "Toen je die knal hoorde, zag je de auto over de kop gaan, botsen met de boom en exploderen toch?" Maarten knikt. "Maar die knal was het laatste en jij zag toen dus beelden die al gebeurd waren."

"Ja, dat klopt. Maar ook wel vooraf dus zoals dat die jongens Jasper sloegen."

"Ja. Het verschilt dus soms. En er is nog iets Maarten." Hij kijkt haar aan. "Je vader en ik willen heel graag dat je met een van ons, of met ons beiden dat kan ook, een keer op bezoek gaat bij iemand. Zij weet heel veel van dat wat jij en ik, en heel veel andere mensen, hebben en bijzonder is. Toen ik er heel veel problemen mee had, heeft je vader mij meegenomen naar haar en ik kom nog steeds bij haar maar nu als een vriendin. Ze heeft me heel goed geholpen en we zouden het fijn vinden als ze ook jou kon helpen. Je hebt er nu nog geen problemen mee begrijp ik maar dat kan nog wel komen. En als ze jou nu al dingen kan leren hoe je er dan mee kan omgaan, weet je dat alvast. Wat vind je daarvan?"

"Denk dat dat goed is. Een soort van training?"

"Ja! Dat is misschien wel de goede manier om ernaar te kijken."

"Mam?" Dit keer wacht Maarten wel voor er gereageerd wordt en hij verbergt zijn hoofd tegen de borst van zijn moeder.

"Ja?"

"Ben je bang dat Jasper dood gaat?"

"Ja. Daar ben ik best heel erg bang voor." De tranen springen haar in de ogen en eventjes weet ze niet hoe verder te praten. De woorden komen dan toch. "Gewoon omdat… nou ja… ik weet niet goed hoe ik het zeggen moet… Omdat hij zwaar gewond is en de dokter het zeer kritiek noemt."

"Ook als je voelt? Denk je dan ook nog dat hij dood gaat?"

"Op dit moment werkt mijn gevoel niet zo heel erg goed als anders. Dat komt omdat ik me erg rot voel. Er schiet steeds van alles door mijn hoofd en denken en voelen samen lukt niet zo best bij mij."

"Dat is jammer mam? Zou je het misschien kunnen proberen?"

"Je bedoelt dat ik bewust probeer iets over Jasper te voelen? Maar waarom?"

"Omdat ik weet dat Jasper niet dood gaat mam en ik zou het heel fijn vinden als jij dat ook zeker weet." De tranen biggelen Marion over de wangen plots. "Het is niet erg hoor dat je huilt."

"Nee, dat is het ook niet. Maar deze tranen zijn van blijdschap lieve jongen." Ze drukt Maarten stevig tegen zich aan.

"Je gelooft me hè?" Marion kan alleen maar knikken. "Ik heb gezien dat hij in een pyjamajasje in bed zit met kussens in zijn rug. Zijn hoofd is bijna helemaal ingepakt in verband,” gaat de jongen verder. “Geluiden hoor ik niet, heb ik je al verteld, maar ik kon wel zien dat hij praatte. Zijn mond ging open en dicht en hij lachte. Gek hè?"

"Nee. Niet gek, lieve jongen."

"Nee, dat bedoel ik niet. Ik bedoel van dat pyjamajasje. Jasper heeft niet eens zo’n pyjamajasje. Hij slaapt altijd zonder kleren in bed. Alleen als het heel erg koud is draagt hij een T-shirt en een boxershort. En dit pyjamajasje was ook vreemd. Het had maar een mouw!” Marion weet meteen waarom maar stelt voor haar eigen gemoedsrust dan toch een vraag.

“Welke mouw is er niet, Maarten?”

“De linker is er niet. Gek hè!”

"Dank je lieverd,” ze kust hem op zijn wangen. “Dit vind ik echt geweldig om te horen. En nu zal ik proberen het ook te voelen maar ik weet niet of het lukt." Maarten begrijpt dat ze even wat privacy nodig heeft, glijdt van haar schoot en gaat tegenover haar zitten. Marion sluit haar ogen en concentreert zich. In de stilte van het restaurant richt ze zich op dat wat zich binnen in haar afspeelt. Niet in haar hoofd want daar is het een chaos op dit moment. Ze richt zich zoals altijd als ze het voelen heel bewust probeert te doen op haar onderbuik. Een plekje een handbreedte onder haar navel. Een plekje waar stormen niet woeden maar waar ze stabiliteit voelt. Eerst lukt het niet en breekt ze met haar concentratie. Ze opent haar ogen en glimlacht naar Maarten die gespannen toekijkt. "Nog maar eens proberen." Opnieuw concentratie en rust. Stilte. En dan voelt ze, merkt ze, heel duidelijk de tekenen die ze anders ook voelt. Een enorme rust valt over haar en de chaos in haar hoofd wordt tot rust gebracht. Ze voelt heel veel ineens en heel intens. De onrust en het verdriet van de anderen die haar zo na zijn. De opluchting van Maarten nu hij weet dat zijn ouders hem niet eng vinden. Dan richt ze haar gevoel op haar oudste kind en opent ze haar hart voor hem. Een pijnscheut trekt door haar heen. Ja, logisch. Er is verdriet om hem en angst. Maar dan is er ook een soort van geruststelling. De komende tijd wordt niet een makkelijke periode maar… Jasper zal niet sterven. Maar er is nog iets… iets moeilijks… dan wordt het heel stil in haar en keert ze terug naar de werkelijkheid om haar heen. Ze slaakt een diepe zucht en opent haar ogen.

"Je hebt het gevoeld!" zegt Maarten met grote stelligheid

"Ja lieverd," en ze legt haar handen op die van Maarten, "ik heb het gevoeld en ik ben heel erg blij." Opnieuw zijn er tranen.

"Maar… er is nog wel iets anders… iets anders… ," stamelt Maarten, "maar ik weet niet wat. Soms zie ik alles niet meteen goed, weet je. En dat is vervelend."

"Ik heb ook gemerkt dat er nog iets anders is en bij mij was het ook niet echt duidelijk. Maar het niet meteen weten, moet je niet zien als iets vervelends. Dan is het zoals het is, zoals Jasper het zou zeggen. Als je het vervelend vindt, ga je je eraan ergeren en dan wordt je vaak nog bozer. Herken je dat?"

"Ja. Dat heb ik ook wel eens."

"Ik ook hoor! En dat vind ik vaak niet leuk. Dan kan ik zo vreselijk boos worden dat het lijkt alsof ik ontplof van binnen."

"Echt?"

"Echt!"

"Nog nooit gezien. Niet bij jou in elk geval. Wel eens bij onze juf."

"Nee, dat zijn mijn eigen boze momenten. Maar die vind ik niet fijn. En dus probeer ik Jaspers zinnetje steeds uit."

"En dat werkt?"

"Ja. Eigenlijk is het niet Jaspers zinnetje hoor, hij heeft het ook van iemand geleerd. Maar het werkt wel. Het maakt dat ik rustig word. Dat ik alleen maar in het hier en nu hoef te zijn. Ik ga niet proberen dingen op te lossen, ik wil niet nog meer dingen weten. Als het onduidelijk is, dan is het onduidelijk. Als ik er niet uitkom, dan kom ik er maar eventjes niet uit. Als iets niet lukt, dan lukt het maar niet."

"Mam nog een vraagje."

"We hebben alle tijd schat! Je mag er zoveel stellen als je wilt."

"Moet ik het vertellen?"

"Dat je dingen kunt zien?" Ze weet dat Maarten dit bedoelt maar probeert door middel van de tegenvraag voor zichzelf even wat tijd te krijgen om een antwoord te bedenken.

"Ja. Want ik zelf weet niet of dat goed is. Ik twijfel. Mensen snappen het denk ik niet als ik het zou vertellen. Heel veel mensen zouden het gek vinden. Anderen zouden het eng vinden, en daarom was ik ook bang dat jij en pap het eng zouden vinden." Een echt antwoord hoeft ze niet meer te geven aangezien Maarten zijn vraag zelf al uitstekend heeft beantwoord.

"Wat jij besloten hebt is goed, denk ik. Vertel het alleen aan mensen die je helemaal vertrouwt. Aan mensen waarvan je weet dat ze jouw geheim zullen bewaren."

"Je mag er wel gerust met pap en Jasper over praten hoor maar liever nog niet met Sam."

"Ook dat begrijp ik."

"Ze snapt het denk ik niet goed. Misschien zou ze er grapjes over maken of zo en dat wil ik niet. En mam… nu wij weten dat Jasper niet dood zal gaan, moeten we dat ook vertellen?"

"Lastige vraag hoor." Opnieuw denkt ze even na voor ze een antwoord geeft. "Soms is verdriet heel erg groot. En ik denk dat het verdriet van je vader, van Pieter en van Astrid nu zo groot is dat ons zeker weten voor hen niet een troost is. Begrijp je me?"

"Nee."

"Het is ook moeilijk. Voor mij om het uit te leggen en voor jou om te begrijpen maar ik probeer het nog een keertje. Als wij zouden zeggen dat wij het zeker weten, moeten we natuurlijk ook vertellen hoe we het weten. Dat is geen probleem. Je vader weet het van mij en van jou en Pieter ook. Die was er bij toen je vader en ik er over gepraat hebben. Niet erg toch?"

"Nee. Pieter hoort bij Jasper en die mag het ook weten."

"Ze zouden ons misschien geloven maar… omdat ze heel veel verdriet hebben misschien ook niet. Lastig hoor om dit uit te leggen."

"Bedoel je dat iets zo groot kan zijn dat zelfs het goede antwoord geen oplossing is?"

"Ja! Goed hé! Dat komt heel goed in de richting. Ons zeker weten maakt het voor anderen nog niet een zeker weten. Anderen moeten dan soms toch nog overtuigd worden. En nog een keer overtuigd worden en nog een keer."

"Totdat het voor hen ook echt is."

"Dat bedoel ik dus. Daarom zal ik ook nooit zomaar aan iemand vertellen over wat ik gevoeld heb."

"Van vreemde mensen bedoel je."

"Ja. Soms voel ik ook dingen van vreemde mensen. Zo voelde ik vanavond ineens dat Astrid zich zorgen maakt over haar oudste zoon. Ze vertelde jullie hoe oud hij was en hoe hij heette."

"Robin," vult Maarten in.

"Ja. En ineens voelde ik dat ze zich zorgen maakt over hem. En dat zou ik wel tegen haar kunnen zeggen maar misschien wordt ze dan boos en zegt ze me dat ik me er niet mee moet bemoeien."

"Ik snap het mam. Dank je. Ook goed voor mij om te weten dat ik er niet altijd over moet praten dus."

"Wel met je vader en mij natuurlijk. Als je iets ziet en je wilt erover praten, kom dan altijd bij ons. Zul je dat doen?"

"Ja, dat zal ik doen. Mam? Als ik eerder opnieuw met jou en pap was komen praten omdat ik het dus steeds weer opnieuw zag, was dit met Jasper dan niet gebeurd?" Een vraag die Marion eigenlijk al eerder had verwacht en daarom hoeft ze ook niet te wachten met een antwoord.

"Lieverd! Je had het niet kunnen voorkomen. Stel dat je ons steeds weer verteld had over je dromen, dan hadden we waarschijnlijk steeds weer gedacht dat je gewoon bang was. Ongerust."

"Maar als ik nou gezegd had dat ik dingen kon zien, zoals jij dingen kan voelen."

"Ook dan niet. Onze bijzonderheden kunnen niet voorkomen dat er dingen gebeuren. Als we geweten hadden van jouw bijzonderheid en de mogelijke gevolgen daarvan dan hadden we ervoor kunnen zorgen misschien dat er steeds iemand bij Jasper was geweest. Hadden we Pieter kunnen vragen of hij Jasper naar huis wilde brengen en zo maar… als Marcels haat en woede groot genoeg waren geweest, zoals nu wel duidelijk geworden is, dan had hij op een gegeven moment toch wel ergens kans gezien dat te doen wat hij wilde. Jouw voorzien had ons gedrag kunnen beïnvloeden zodat we voorzichtiger waren geworden maar niet het gedrag van Marcel."

"Maar… "

"Eventjes nog Maarten. En bovendien was het toch niet volledig duidelijk dat het om Jasper ging?"

"Nee. Niet helemaal. Maar toch had ik dat gevoel wel. Ik wist haast zeker dat het om hem ging."

"Weet je nog toen jij vorig jaar van de zoldertrap viel?" Maarten knikt. Hij was op zolder aan het spelen geweest met de elektrische trein, was gestruikeld over een boek en de trap afgevallen met als gevolg een gat in zijn hoofd, een hersenschudding en een gebroken arm. Nu zijn moeder hem eraan herinnert, gaat hij met zijn hand naar zijn voorhoofd. "Ja. Het litteken zit er nog steeds. Die hele dag wist ik dat er iets zou gebeuren. Ik voelde het. Ik voorvoelde het. En toch wist ik niet wat het was. Bewust deed ik dingen voorzichtiger die dag. Zorgde ervoor dat het gas onder de pannen goed uit was. Dat de kraan dicht was. Dat ik niet vergat de deuren op slot te doen toen ik wegging en al dat soort dingen meer. Maar…"

"Dat voorkwam niet dat ik van de trap afviel." Marion knikt en zegt dat ze dat bedoelt. Dat weten vooraf niet altijd leidt tot kunnen voorkomen. Dat zoiets heel erg moeilijk is en zeker als dingen niet echt duidelijk zijn. "Mam. Is het erg dat ik 112 heb gebeld?" Een glimlach glijdt over Marions gezicht en ze vraagt hem wanneer hij dat gedaan heeft. "Toen ik zo ongerust was dat ik heel erg bang werd en ik jullie er niet opnieuw lastig mee wilde vallen. Ik wist gewoon dat het om Jasper ging omdat ik ook de plek herkende toen. Toen heb ik gebeld."

"Kom bij me zitten Maarten." Haar zoon loopt naar haar toe en kruipt op haar schoot. Ze slaat haar armen om hem heen en knuffelt hem. “De dokter heeft gezegd dat het snelle telefoontje naar 112 ervoor gezorgd heeft dat politie en ziekenwagen heel snel bij Jasper waren en dat daardoor nog erger is voorkomen. En daar heb jij voor gezorgd en… " ze huilt en verder praten is onmogelijk. Ook Maarten huilt. Na enige tijd worden ze beiden wat rustiger. Marion haalt de papieren zakdoekjes tevoorschijn en met een glimlach op beider gezichten wissen ze elkaars tranen af. "Je bent een held Maarten!" zegt Marion om hem vervolgens op zijn wangen te kussen.

"Pas toen ik de plek herkende was ik er helemaal zeker van."

"Ik begrijp het helemaal. Toen wist je helemaal zeker dat het om Jasper ging." Maarten knikt. "Ik ben heel blij dat we nu heel zeker weten dat jij dingen kunt zien. Dat maakt het voor ons allemaal een stuk gemakkelijker."

"Ja mam. Ik ben heel blij dat ik er met jou en pap en Jasper over kan praten."

Wordt vervolgd…


Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, augustus 2011.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten