BLANCO deel 2 - hoofdstuk 6

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

BLANCO deel 2 - hoofdstuk 6

Bericht door Lucky Eye » ma 29 aug 2011, 07:13

BLANCO

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



DEEL 2

Hoofdstuk 6

Gerald van Haastrecht komt binnen en laat zich in een stoel vallen. Het is heel duidelijk te merken dat hij moe is. Enorm moe. "Ik heb eventjes pauze nu. Waarin ik straks wat zal gaan slapen maar ik wilde jullie eerst even op de hoogte brengen van hoe het gaat."

"Dank u," verwoordt Martin hun aller gedachte.

"De hersenbloedingen hebben we weten te stoppen. Zijn hoofd is nu zodanig ingepakt dat eventueel toenemende druk goed opgevangen kan worden. Vervolgens waren er een aantal tegenslagen. Tegenslagen die Jasper goed heeft doorstaan en wij goed hebben kunnen behandelen."

"Wat voor tegenslagen?" Hoewel de arts houdt van openheid en eerlijkheid, had hij het gehoopt bij vaagheden te kunnen laten maar na deze vraag weet hij dat dat niet zal lukken.

"In eerste instantie was er een tweede circulatiestilstand wat ook wel hartstilstand wordt genoemd maar dat is niet helemaal de juiste benaming." De schrik is af te lezen op het gezicht van zijn toehoorders. "Ja… ik kan me jullie schrik voorstellen want die was er bij ons. Vooral omdat alle voorwaarden op de OK goed te noemen zijn en we het absoluut niet hadden verwacht. Zijn hartslag was onregelmatig. Ik had het u verteld volgens mij. Maar na het doorlopen van de procedure bleek het toch ergens goed voor geweest te zijn."

"Ik snap het niet! Hoe kun je zoiets als goed bestempelen," moppert Martin.

"Nee, dan hebt u mij niet goed begrepen. Zo’n circulatiestilstand is nooit goed natuurlijk. Ik heb verteld dat Jaspers hartslag onstabiel en heel zwak was. Het ritme was regelmatig van slag. En nu, na die tweede circulatiestilstand, is het hartritme gelijkmatiger geworden. En dat scheelt enorm. Het is nog steeds zwak maar evenwichtiger en dat was wat ik goed noemde. Het spijt me als ik me niet goed uitgedrukt heb."

"Ik begrijp het. Denk dat het mijn vermoeidheid is en dat ik het daarom verkeerd opvatte," verontschuldigt Martin zich.

"En dat is logisch," verzucht de arts. "Ik ben ook doodop." Een diepe zucht volgt.

"Wat waren er verder voor tegenslagen?" informeert Pieter.

"Een interne bloeding aan de milt en eentje aan zijn lever. Organen die enorm geleden hebben onder het geweld dat men op hem heeft uitgeoefend. Maar we hebben goede hoop dat ze zich herstellen. Een ander geval is het met zijn nieren." Opnieuw ziet hij schrik bij de drie tegenover hem. Na een nieuwe zucht gaat hij verder. "De steekwonden waren diep en hebben zijn nieren zowat doorstoken. We hebben wat reparaties uit kunnen voeren maar we twijfelen zeer of ze het beiden zullen redden."

"Heeft u het idee dat ze bewust geprobeerd hebben hem… hem… " stamelt Marion.

"Ik ken de feiten niet. Ik weet alleen dat het aan een snel telefoontje naar 112, het op de vlucht jagen van zijn belagers, goed werk van degenen die als eerste ter plaatse waren en prima werk van een toevallig passerende huisarts te danken is dat Jasper op dit moment nog in leven is. Als het inderdaad een poging tot was, maar dat zullen we niet eerder weten dan dat de daders gearresteerd en verhoord zijn, dan hebben ze wel een heel brute manier gekozen om die ten uitvoer te brengen." Er worden nu hete tranen gehuild en ook de arts heeft het moeilijk. Hij heeft een prachtig beroep, zo is zijn mening, maar af en toe is het vreselijk zwaar. "Er wordt door heel veel mensen," gaat hij verder als het wat rustiger geworden is, "dat gedaan wat we kunnen om Jasper in leven te houden. Geloof me als ik zeg dat we ons uiterste best doen." Pieter opent de tas van Astrid, die ze achtergelaten heeft, en haalt de doos met tissues tevoorschijn.

"Die heeft mijn zus altijd bij zich," snikt hij. Een glimlach breekt door op betraande gezichten. "Ze is psycholoog," verduidelijkt hij voor de chirurg.

"Tja… behoort tot de standaarduitrusting nietwaar?" luidt Van Haastrechts opmerking. Opnieuw wordt er geglimlacht. "Heeft ze een eigen praktijk?" Pieter schudt het hoofd en zegt dat ze in feite een collega van hem is. "Oh? Dat is bijzonder. Hoe heet ze?"

"Astrid Tuinstra."

"Ja, die ken ik wel. Ik had die handtas moeten herkennen! Er is volgens mij maar een vrouwelijke collega die zo'n lelijke handtas heeft en dan ook nog zo'n grote." Opnieuw wordt er gelachen. "Maar, ik moet nu gaan slapen. Over twee uren ga ik kijken hoe het ermee staat en voordat ik dan zelf weer aan de slag ga, kom ik jullie opnieuw informeren. Vinden jullie dat goed?"

"Ja, dank u," spreekt Pieter namens de anderen en zichzelf.

"Is er nog iets dat ik voor jullie kan doen?"

"Ja. Maar ik weet niet of het kan en mag," weifelt Marion.

"Zeg het en ik zal kijken wat ik kan doen." Dan is er lawaai op de gang en gaat de deur opnieuw open. Astrid, Maarten en Sam komen terug met een karretje met daarop allerlei etenswaren, koffie, thee en limonade. Van Haastrecht staat op en begroet Astrid op heel informele wijze. Eerst een handdruk maar dan al snel twee personen die elkaar omhelzen. "Ik heb net vernomen dat jij de zus bent van Pieter. Het spijt me heel erg dat dit gebeurd is."

"Ja, dank je Gerald." Ze laten elkaar los.

"Maar nu heb ik wel een probleempje," zegt de arts terwijl hij gaat zitten. "Ik ben niet gewend mijn collega's met u aan te spreken zoals ik jullie tot nu toe wel heb gedaan. Is het misschien mogelijk dat wij elkaar ook tutoyeren?" Marion zegt hem dat dat goed is en Martin en Pieter knikken ter bevestiging daarvan. Agnes richt zich tot de kleine Sam en geeft haar een seintje. Ze loopt met een dienblad naar Van Haastrecht toe en biedt hem als eerste aan iets te nemen. "Wow, dat ziet er lekker uit zeg? Mag ik er echt iets van nemen?" Sam knikt. Pas als ze iedereen iets aangeboden heeft gaat ze bij Astrid en Maarten op de grond zitten.

Als iedereen zich gelaafd heeft aan dat wat Astrid en de kinderen bijeen gesprokkeld hebben, komt Gerald terug op Marions verzoek. "Marion, je had nog een verzoek."

"Ja… ik zou heel erg graag Jasper willen zien. Martin is met hem meegereden naar het ziekenhuis maar ik heb hem niet gezien."

"Weet je zeker dat je dat wilt? Denk je niet dat het beter is om daar mee te wachten?"

"Nee. Ik wil hem heel graag zien. Ook al kan ik helemaal niets doen. Helemaal niets voor hem betekenen nu, toch wil ik hem zien." Het klinkt gesmoord maar de overtuiging is duidelijk genoeg. Bij Van Haastrecht is duidelijk de twijfel te merken en daarom antwoordt hij ook niet meteen.

"Gerald dit moet kunnen!” breekt Astrid een lans voor Marions verzoek. “Ik weet dat het heel ongebruikelijk is maar het moet kunnen. De jongen is nog geen achttien en normaal mag er altijd een ouder mee tot in de operatiekamer en dat is, voor zover ik begrepen heb, nu ook niet gebeurd." Martin schudt het hoofd.

"Dat is de regel maar in bepaalde gevallen wijken we daarvan af en ik kan me voorstellen dat dat nu geweigerd werd."

"Ze is zijn moeder Gerald. Houd alsjeblieft rekening met haar gevoelens."

"Dat doe ik Astrid!" Het klinkt fel maar de glimlach die erop volgt is duidelijk. "Oké, dan doen we het. Is er nog iemand die mee wil?"

"Ja ik," zegt Pieter heel zachtjes. Marion kijkt naar Martin maar die schudt zijn hoofd om aan dat gebaar mondeling toe te voegen dat hij bij de kinderen zal blijven.

"Dan gaan we naar de verkleedkamer." De chirurg, Marion, Pieter en Astrid verlaten het kamertje. "Ga jij ook mee?" vraagt Van Haastrecht aan Astrid.

"Ik ga mee tot de OK en zorg op de terugweg voor de opvang. Wie heeft er nu de leiding?"

"Hans van Bodegraven. Een zeer gewaardeerde collega". Op de OK gaan ze achter de balie een kamertje in. Daar liggen allerlei materialen en ook de kleding opgeslagen. Astrid en Gerald helpen Marion en Pieter zich om te kleden en als dan alles volledig bedekt is, helpt Astrid ook Gerald zich nogmaals om te kleden. Dan gaan de drie verder terwijl Astrid bij de balie blijft wachten. Pieter en Marion houden elkaars gehandschoende hand vast. Hun voetstappen klinken raar nu er een hoesje om hun schoenen zit. "Ik ga eerst even alleen naar binnen om mijn collega’s op de hoogte te brengen en eventueel te overtuigen." Gespannen wachten ze af. Van Haastrecht is gelukkig al heel snel weer terug. "Jullie moeten niet schrikken. Gezien de kaak- en neusfractuur beademen we hem via de hals. Daar is een opening gemaakt naar de luchtpijp. We doen ons uiterste best, zoals ik al eerder zei, maar het werken erg lastig voor ons. Verder zijn mijn collega’s zojuist tot de conclusie gekomen dat een van de nieren echt niet te redden is." Dan opent hij de deuren voor hen. Heel langzaam schuifelen ze de operatiekamer binnen. Het personeel rond de tafel maakt plaats zodat Marion en Pieter tot heel dichtbij kunnen komen. Het enige dat ze kunnen zien is zijn hoofd. Zoals de arts al aangegeven had, goed ingepakt. Ook de beademingsslang is goed te zien. Verder is hij helemaal bedekt met een groen laken op dit moment. In zijn rechterhand zit een infuusnaald waarop iets aangesloten is. Verder leiden er ook een aantal slangen van apparaten naar het lichaam van Jasper onder het groene laken.. Beiden pakken ze heel voorzichtig die hand van Jasper beet en strelen die. Het duurt allemaal maar heel even want al heel snel legt Van Haastrecht een hand op hun schouder en leidt hen naar achteren. "Hierbij moeten we het laten helaas." Met een arm om hun schouders brengt hij hen terug naar de balie. Zwijgend helpen hij en Astrid de twee bij het verwijderen van de extra kleding. Astrid helpt opnieuw Van Haastrecht en dan gaan ze de klapdeuren door en de gang op. "Hebben jullie nog vragen?"

"Kun je goed leven met één nier?" vraagt Pieter.

"Je kunt leven met één nier maar er zijn beperkingen. Zeker in het begin zal het zo zijn dat de patiënt heel rustig aan zal moeten doen. Het is een kwestie van conditie opbouwen waarbij ik nu al kan zeggen dat actieve sport in de meeste gevallen uitgesloten is. Het spijt me." Marion en Pieter zijn behoorlijk aangeslagen door dit antwoord wetende dat Jasper zo vreselijk graag fanatiek voetbalt met zijn vrienden. Astrid bedankt haar collega en leidt de twee terug naar het kamertje.

Als ze daar aankomen, houdt Astrid hen staande en vraagt Marion: "Wat vertel je de kinderen?"

"Alles wat ze willen weten," antwoordt Marion. "Maar alleen als ze erom vragen. Is dat een goed plan?"

"Ja. Denk dat ik het ook zo zou doen," luidt de reactie van Astrid.

"Beroepsmatig of als moeder?"

"Het laatste. Je wilt ze toch zo veel mogelijk in bescherming nemen, nietwaar? Tenminste zo voel ik het. Dus geen informatie waar ze niet om hebben gevraagd. Vond je het eng?" vraagt ze dan aan haar broer.

"Nee. Het was vreemd hem zo te zien. Zo afhankelijk. Zo kwetsbaar. Ik wist natuurlijk al wel dat hij heel erg gevoelig en kwetsbaar is maar… hij heeft ook altijd iets strijdigs over zich en dat was er nu niet."

"Het leek haast alsof hij er niet was," zegt Marion. "Die indruk maakte hij op mij. Je zag de contouren van zijn lijf onder dat groene laken maar toch was hij er niet."

"Inderdaad het was vreemd," beaamt Pieter.

"Maar ik ben wel heel erg blij dat ik hem even heb mogen zien. Jij?"

"Ja ik ook. Het heeft me ook goed gedaan," reageert Pieter kalm en rustig.

Als ze de deur naar het kamertje openen merken ze dat Sam bij Martin op schoot ziet en vreselijk huilt. Marion gaat er meteen naast zitten en vraagt haar man wat er is. Hij legt haar uit dat het gaat om het sms-contact van de middag daarvoor. "Ze heeft nog steeds het gevoel dat het niet helemaal goed is omdat ze geen echte kus heeft kunnen geven en terugontvangen heeft van Jasper." Astrid kijkt Pieter vragend aan en deze legt haar heel in het kort uit waar het over gaat. Als Sam niet tot bedaren te krijgen is, fluistert Astrid Pieter iets in zijn oor. Zijn gezicht klaart op en dan gaat hij bij Sam, Martin en Marion op z'n knieën op de grond zitten.

"Sam? Weet je nog van die sms'jes van vanmiddag?" Sam knikt maar blijft zachtjes huilen. "Jasper liet me die van jou lezen en ik vond hem echt heel erg mooi. Heel lief ook. Daarna gaf Jasper je een antwoord weet je nog?" Opnieuw een knikje. "Toen schreef jij dat alles goed zou worden met een kus als Jasper de volgende dag thuis zou zijn."

"Ja! En dat is hij dus nu niet en misschien gaat ie wel dood… " En dan moet ze weer heel erg hard huilen. Maarten kruipt tegen de rug van Martin aan maar huilt niet, zo merkt Pieter op. De jongen kijkt wel heel erg beteuterd maar hij huilt niet.

"Jasper sms'te je nog een keer en schreef toen dat alles nu al goed was en dat je die kus nu al kreeg. Hij tikte de letter x. En dat betekent een kus. Jij stuurde hem ook een kus terug. Kijk hier zijn die sms'jes." Hij laat ze op het toestel van Jasper zien.

"Omdat pap zei dat een x een kus betekent."

"Ja. En dat is ook zo."

"Maar dat is toch niet echt een kus en alleen met een echte kus kun je iets goedmaken."

"Niet een echte kus? Kom nou! Je weet dat Jasper en ik op elkaar verliefd zijn.” Even wacht hij op een reactie maar als die niet komt gaat hij verder. “En wat doen verliefde mensen?" Pieter probeert Sams blik te vangen maar het lukt hem niet omdat ze zich heel stevig tegen Martin aan blijft drukken. "Verliefde mensen kussen met elkaar. Je hebt je moeder en vader ook wel eens zien kussen toch?"

"Vaak genoeg," meldt Maarten zich.

"Dat bedoel ik dus maar. Je gebruikt een kus niet alleen maar om iets goed te maken maar ook om te laten zien dat je van elkaar houdt. De laatste tijd wilden Jasper en ik heel erg graag heel vaak bij elkaar zijn maar dat lukte niet zo goed. Hij had het druk met school en zijn schoolexamens en ik had het druk in mijn werkplaats en winkel. 's Avonds stuurden we elkaar altijd een sms. Soms wel veel meer dan één en daarin stonden altijd x'jes omdat we elkaar nou eenmaal graag kusjes geven."

"Maar die zijn niet echt!" houdt Samantha vol.

"Voor mij zijn ze wel heel erg echt hoor want als ik zo'n sms'je van Jasper kreeg met een x'je dan voelde ik die kus ook echt en wist ik dat hij van me hield. Kon ik die x, dat kusje, voelen op m'n wang, m'n lippen. Het gevoel is belangrijk Sam. Jasper gaf je met die x in zijn berichtje een echte kus. Hij voelde dat hij hem gaf. En daarom moet jij hem ook zo gaan voelen. Voelen alsof je hem echt van Jasper gekregen hebt."

"Maa… maaa… ja… misschien wel," snift de kleine nog wat na.

"Ja. Doe dat Sam. Een kus is een heel waardevol geschenk dat je van iemand kunt krijgen. En zo'n x in een sms dus ook." Martin haalt zijn hand door Pieters haar om hem te bedanken voor de tussenkomst. Pieter geeft een knipoog terug. Hij staat op en loopt naar zijn grote zus toe. Hij pakt haar hand beet en met een kus op haar hand bedankt hij haar voor haar goede idee.

Nadat de rust is weergekeerd eten en drinken ze nog het een en ander en dan stelt Astrid voor dat ze proberen wat te slapen. Vanuit een kast in de hal haalt ze dekens en kussens. Op de bank maakt ze een slaapplaats voor de kinderen en dan nog eentje op de twee stoelen die ze aan Marion toewijst. Zijzelf, Martin en Pieter zoeken een plaatsje op de vloer. Niet echt comfortabel natuurlijk maar beter dan de hele tijd wakker proberen te blijven. De kinderen vallen al snel in slaap. Bij de ouderen lukt dat duidelijk minder.

*

Anderhalf uur later is het Pieter die als eerste heel voorzichtig het kamertje verlaat en op zoek gaat naar een toilet. Als hij terugkomt, ziet hij de andere volwassenen ook op de gang zitten. Buiten is het al licht aan het worden.

"Wil er iemand zich wat opfrissen?" vraagt Astrid. Drie handen gaan tegelijk de lucht in. Astrid staat op en zorgt voor handdoeken en washandjes. Daarna wijst ze Marion en Martin waar ze terecht kunnen. Als ze weer terug is, gaat ze naast haar broer zitten en pakt zijn hand beet. "Lukt het nog?""

"Ja."

"Je niet groot houden hè?"

"Krijg ik geen kans voor. Jaspers ouders zijn zo verrekte open en eerlijk dat ik me ook gewoon laat gaan omdat zij het ook doen als het nodig is."

"Heel goed van ze. En dan heeft mijn broertje ineens verkering met Jasper Verhulst!" Ze kijkt hem lachend aan. "Ik geloof dat ik meer tijd met hem heb doorgebracht dan jij tot nu toe!"

"Weet je dat hij precies hetzelfde heeft gezegd toen hij doorkreeg dat jij mijn zus was?"

"Het is ook wel heel erg toevallig. Hoe kwam hij erachter?" Pieter vertelt hoe het een en ander gebeurd is en dan nog veel meer. Zo praten ze de tijd vol totdat Martin terug is. Dan staat Pieter op om te douchen. Martin gaat naast Astrid zitten. "En hoe gaat het met jou?"

"Naar omstandigheden aardig."

"Je hebt betere tijden gekend."

"Dat kun je wel stellen ja. Dit is wel heel erg ingrijpend. Heel vaak heb je het idee dat je alles goed in de vingers hebt. Dat je controle kunt uitoefenen en dan ineens is dat weg. Helemaal weg! Dan ineens ligt je kind voor dood aan de kant van de weg. Besef je dat hij daar aan het doodgaan is! Dat hij dood zal gaan als er niet snel een ziekenwagen komt. Natuurlijk is het nog lang niet zeker dat hij het zal halen. Van Haastrecht heeft het label zeer kritiek nog niet gewijzigd en dus is die kans er nog steeds maar… ik blijf hopen. Hopen dat hij… Je begrijpt wel wat ik bedoel."

"Ja Martin. Zeker wel."

"Ik ben echt heel blij dat je er bent. Niet alleen voor Pieter maar ook voor ons."

"Ik ben blij dat ik van nut kan zijn."

"Meer dan dat."

Wordt vervolgd…


Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, augustus 2011.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten