BLANCO deel 2 - hoofdstuk 5

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

BLANCO deel 2 - hoofdstuk 5

Bericht door Lucky Eye » vr 26 aug 2011, 07:28

BLANCO

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



DEEL 2

Hoofdstuk 5

Als Astrid met de kinderen weg is, richt Marion zich meteen tot Martin en zegt tegen hem dat ze even met elkaar over Maarten moeten praten.

"Willen jullie dat ik jullie even alleen laat?" vraagt Pieter diplomatiek.

"Nee. Ik beschouw je als deel van ons gezin en dus wil ik juist graag dat ook jij het hoort." Pieter bedankt Marion voor het vertrouwen dat ze in hem stelt. "Je hebt waarschijnlijk wel van Jasper gehoord dat Maarten het afgelopen weekend behoorlijk ongerust was toen Jasper niet thuis was."

"Ja. Jasper heeft me dat verteld en ook dat Maarten op maandagavond een nachtmerrie had."

"Klopt. Ik wilde er eerst niet aan maar nu kan ik er echt niet meer omheen."

"Wat bedoel je lief?" Martin schuift dichter naar Marion toe en slaat een arm om haar heen.

"De jongen kan dingen zien die wij niet zien. Eerst dacht ik ook gewoon dat hij ongerust was. Jasper is niet heel erg vaak alleen weggeweest eigenlijk. Vorig jaar een keer maar toen was hij met mij een weekje op stap en vorige zomer een weekend met zijn vrienden maar die kent Maarten allemaal ook heel goed dus… het afgelopen weekend was het de eerste keer dat Jasper alleen van huis was. En daarom schoof ik het ook gewoon op ongerustheid van Maartens kant."

"Maar wat is er nu veranderd dan dat je je mening bijstelt?" wil Martin graag weten.

"Toen ik terug het huis in rende om de kinderen te halen,” ze legt Pieter uit hoe dat zo kwam, “gooide ik eerst Sams deur open en riep dat ze wakker moest worden. Sam is moeilijk wakker te krijgen vandaar," volgt een nieuwe toelichting voor Pieter. "Toen ging ik naar de kamer van Maarten. Toen ik zijn deur opendeed schrok ik enorm. Hij stond aangekleed naast het bed en hij had gehuild, zo kon ik zien. Maar het meest nog schrok ik van zijn woorden. Hij zei: 'Ik wist toch dat er iets zou gebeuren'."

"Shit!" verzucht Martin terwijl hij een hand voor zijn ogen slaat.

"Ja… zo voelde ik me ook."

"Sorry, maar ik begrijp het even niet," reageert Pieter.

"Ik heb paranormale gaven," verklaart Marion, "en dat heeft mijn leven heel erg bepaald. Het is geen pretje geweest in het begin. En… nu we haast zeker weten dat Maarten ook iets dergelijks heeft, wel anders dan ik maar toch iets paranormaals, voelt het voor ons als een déjà vu."

"Vat het niet op als kritiek alsjeblieft maar ik denk dat jullie voorbij gaan aan de omstandigheden."

"Welke omstandigheden."

"Was het in jouw familie bijvoorbeeld bekend dat er dergelijke gaven waren?"

"Wel bekend, denk ik maar het werd afgedaan als hocus pocus."

"Hoe stonden jouw ouders ertegen over?"

"Ik snap welke kant je op wilt Pieter. Dank je. Ik denk dat we het inderdaad niet helemaal goed oppakken op dit moment."

"Sorry hoor," zegt Martin, "maar nu snap ik het even niet meer."

"Ik denk dat Pieter het volgende bedoelt en corrigeer me maar als ik het fout uitleg. Maartens situatie is niet vergelijkbaar met die van mij. Mijn ouders gaven niet thuis toen ik problemen kreeg. Toen mijn gaven zich begonnen te ontplooien, noemde mijn vader me een aansteller en mijn moeder was er bang voor. Wij hebben weet van dergelijke gaven en zullen Maarten nooit voor zijn hoofd stoten maar juist heel omzichtig met hem omgaan omdat we weten dat het niet alleen maar een gave is maar ook een last. Heb ik het goed verwoord."

"Ja. Zo bedoelde ik het ongeveer maar waarom noem je het ook een last."

"Heb je even want het is niet iets dat ik kan vertellen zonder het omlijstende verhaal."

"Ik geloof dat we hier nog wel even moeten wachten. En dus heb ik wel tijd." Ze glimlachen gedrieën naar elkaar. Pieter voelt zich helemaal op zijn gemak. Jasper lijkt in heel veel dingen op zijn ouders, zo vindt hij. De verhalen komen maar steeds met iets van een aansporing die nodig lijkt te zijn. Ook nu weer. "Vertel maar."

"Ik was zes of zo toen ik voor het eerst dingen voelde. Ik noem het voelen. Ik weet niet of het de juiste term er voor is maar zo noem ik het nou eenmaal. Heeft Jasper je erover verteld?"

"Ja. Hij noemde het een heel bijzondere gave. Het nadeel was alleen dat liegen tegenover jou onmogelijk was." Ze lachen maar voelen dan ook allemaal ineens een steek van verdriet. "We kunnen toch wel gewoon over Jasper blijven praten hè?"

"Ja!" zegt Martin, "laten we dat vooral blijven doen. We moeten hem niet … . Nou ja dat woord wil ik dus niet gebruiken." Marion en Pieter kijken hem begrijpend aan.

"Sorry dat ik je verhaal onderbrak."

"Het geeft niet Pieter. Volgens mij vroeg ik je zelf om een reactie trouwens. Maar ook dat geeft niet. Voelen. Zo noem ik het. Ik voel stemmingen, gedachten, gewoon alles wat er in de lucht hangt. Alles wat er zich in een relatie tussen mensen afspeelt en als klein kind had ik daar absoluut geen grip op. Alles vloog me aan en dat maakte dat ik er heel erg bang van werd. Vooral omdat ik het niet begreep. Anderen hadden het niet en waarom ik dan wel? Waarom moest ik nou net bijzonder zijn?" Pieter merkt een verband op met wat Jasper hem eerder vertelde toen die zo'n moeite had met het gegeven dat hij homo was. "Ik voel nu wat je denkt en weet dat je een verband legt met Jasper. Hij heeft het ook heel erg moeilijk gehad toen hij ontdekte dat hij op jongens viel. Hij wilde niet bijzonder en anders zijn." In eerste instantie voelt Pieter zich betrapt en brengt dit onder woorden. "Het spijt me," verontschuldigt Marion zich. Ik voelde het en zeker nu ik erg gestresst ben, kan ik het niet controleren."

"Het geeft niet Marion. Het voelde even heel vreemd maar ik zal er wel aan wennen."

"Dank je, dat is lief van je. Bij mijn ouders kon ik mijn verhaal niet kwijt dus, zoals ik al zei. Mijn oudste zus Afie was volgens mij al uit huis toen ik het voor het eerst opmerkte. Mijn andere twee zussen hebben altijd alleen maar oog voor elkaar gehad. En dat zowel positief als negatief."

"Breek me de bek niet los!" vult Martin aan.

"Als je ze ooit zult ontmoeten, zullen we je vooraf goed moeten instrueren."

"Zo bijzonder?"

"Heel erg bijzonder," antwoordt Martin terwijl hij met zijn ogen draait en de wenkbrauwen hoog optrekt.

"Ja. Mijn zussen zijn bijzonder en zoals ik al zei altijd op elkaar gericht. Gaven niet thuis dus toen ik het bij hen probeerde. Ik kon mijn verhaal wel kwijt aan Afie, die vandaag dus vijftig wordt en ik straks moet gaan bellen dat we niet komen. Help me eraan herinneren als jullie willen,” vraagt Marion de twee mannen om zonder op antwoord te wachten meteen weer door te gaan. “Zij is mijn oudste zus en twaalf jaar ouder dan ik ben. Ze was al vroeg uit huis. Heeft de laatste jaren van de havo volgens mij op een internaat ergens in Brabant gedaan en daar dus wat werk betreft ook blijven hangen. Ze kwam wel regelmatig thuis hoor maar… niet vaak genoeg naar mijn idee. Verkeerd beeld natuurlijk! Ze deed wat ze kon voor me, daarvan ben ik overtuigd. Bij mijn vriendin Hennie kon ik mijn ei ook goed kwijt. Een vriendin die niet deugde volgens mijn ouders want ze ging niet naar de kerk. Ze zat wel op dezelfde school als ik omdat haar ouders vonden dat het een en ander weten en leren over het christelijk erfgoed prima was maar verder deden ze er niets aan. Het was dus altijd moeilijk voor mij om eerlijk te zijn thuis omdat ik haar wilde blijven zien ondanks dat wat mijn ouders van haar vonden. Ik wilde haar niet kwijt! Absoluut niet kwijt! Ik voelde me thuis bij haar. Meer thuis dan in ons eigen gezin. Toen de twee zussen boven mij oud genoeg waren om uit te gaan, werd het helemaal onplezierig thuis. Mijn vader gedroeg zich als een haan in het kippenhok. Geen enkele jongen was goed genoeg voor zijn dochters. Het was echt een heel erg onplezierige tijd. Een aantal malen kwam er zelfs politie aan te pas. Heeft Jasper je ook iets verteld over naturisme?"

"Ja. Jasper is heel open geweest over dingen die in zijn leven een rol spelen. En ik ook naar hem toe natuurlijk."

"Fijn om te horen dat jullie elkaar al zo goed kennen."

"Ja. Zo kort nog maar eigenlijk en toch al zo goed."

"Bij mijn vriendinnetje leerde ik naturisme kennen. Eerst vertelde ze me er iets over. Ik vond het maar wat vreemd. Waarom zou je dat willen doen! De uitleg was eenvoudig: gewoon omdat het goed voelt. Vooral dat laatste woordje deed het hem bij mij natuurlijk. Als ik bij mijn vriendinnetje logeerde, want dat had ik wel voor elkaar gekregen thuis dat dat af en toe mocht, was alles gewoon. Gekleed, bedoel ik dus. Maar toen ik er nieuwsgierig naar werd, zei ik hen dat ze wat mij betreft gerust dat mochten doen wat ze graag wilden. Dat ik me er niet aan zou storen. Toen ze daarvan overtuigd waren, na heel veel gesprekken, deden ze dat op een gegeven moment. Eerst natuurlijk vreemd voor mij maar het voelde inderdaad goed. En zo kwam het dat ik op een gegeven moment vroeg of ze het goed vonden dat ik het ook zou doen. Een heel vrij gevoel was het voor mij. Echt vrij! Ik voelde me bevrijd! Alsof alles van me afviel. Bij de ouders van Hennie kon ik ook mijn verhalen kwijt. Mijn zorgen. Mijn problemen met het voelen. Het voorvoelen soms. Want dat was er ook. Ik werd een puber en kreeg zelf vriendjes en net als bij mijn zussen was dat doffe ellende wat betreft mijn vader. Toen ik achttien was ging ik na heel veel gedoe met Hennie en haar ouders in juli op vakantie naar Italië. Mijn ouders hadden er eerst niets van willen weten maar interventie van Afie wierp gelukkig vruchten af en ik mocht gaan. Even tussendoor, ik was dan al wel achttien en meerderjarig voor de wet maar bij ons bleven de ouders het gezag houden. Wet of geen wet. Vandaar dat ik dus toestemming van hen nodig had voor die vakantie. Natuurlijk werd mijn ouders niet verteld dat het om een vakantie op een naturistencamping ging. Ze hadden eens moeten weten!” Marion schiet in de lach. “Op die camping ontmoette ik Martin."

"We kenden elkaar dus meteen door en door," zegt Martin met een knipoog en een brede glimlach.

"En jij was ook meteen verliefd?" vraagt Pieter hem.

"Ja. Kon ik het helpen? Totaal verloren in een oogopslag."

"Ik ken het," verzucht Pieter. "Datzelfde had ik met Jasper. Ik kon alleen heel lang niet geloven dat hij ook verliefd op mij was. Daar had ik echt heel veel moeite mee. Maar ja… dat ligt aan mijn geschiedenis. Maar dat vertel ik een andere keer wel."

"Dat is goed Pieter. Als je iets met ons wilt delen, doe het dan! Oké?" Pieter knikt waarna Marion verder gaat. "Martin was dus verliefd op mij. Ik niet meteen op hem. Ik vond hem leuk maar meer niet in het begin. Ik dacht ook trouwens dat het een vakantieflirt was. Had daar vaker over gelezen en ging ervan uit dat ik na terugkeer in Nederland nooit meer iets van hem zou horen."

"Maar dat had je fout," stelt Martin.

"Ja. Nog geen twee weken later belde hij me op of we elkaar konden ontmoeten. Ik vond het een prima idee maar niet bij mij thuis. En dus liet ik hem bij mijn vriendin komen. Dat had ik vooraf natuurlijk wel overlegd met haar en haar ouders. Vergeten te vertellen trouwens, Hennie en haar ouders kenden Martin. Hij werkte toentertijd bij Hennies vader in het bedrijf en woonde dus ook niet al te ver uit de buurt. Het was opnieuw leuk en we spraken af elkaar vaker te ontmoetten. Langzamerhand kwam ook bij mij de verliefdheid. Hij was niet alleen maar leuk meer. Het werd meer. En meer en meer en op een gegeven moment vertelde ik het mijn ouders. Dat ik verliefd was vonden ze niet erg maar dat ik verliefd was op een jongen die tien jaar ouder was, vonden ze ongepast. Voor ons maakte het helemaal niets uit. Verliefdheid laat zich niet beperken door leeftijd of leeftijdsverschil. Dat hebben jij en Jasper ook gemerkt."

"Ja. Ook daar had ik grote moeite mee. Vroeg me af waarom zo'n leuk jong joch als Jasper om zou willen gaan met een oudere vent als ik. Maar ja, jouw opmerking is een waarheid als een koe."

"Mijn ouders waren dus een andere mening toegedaan. Ze verboden me zelfs met Martin om te gaan. Ik was toen inmiddels recalcitrant genoeg om me daar niets van aan te trekken. We bleven elkaar gewoon ontmoeten. Af en toe waren er flinke ruzies bij mij thuis maar dat nam ik op de koop toe. Toen het een keer flink uit de hand liep, bood Martin aan dat hij met me wilde trouwen en dat ik dan bij hem zou kunnen wonen. In die volgorde. Netjes hè?" Pieter glimlacht. "Ja. Hij was heel lief. Heel zorgzaam en galant. Later ging dat er wel iets af," vervolgt ze dan, "maar dat is een plagerijtje van mijn kant."

"Nou weet ik ook meteen van wie Jasper dat plagen heeft," merkt Pieter lachend op.

"Ja? Kan hij dat ook?"

"Ja. Heel erg goed zelfs. En ik me maar steeds verontschuldigen terwijl hij me gewoon aan het plagen is."

"Leuk!"

"Helemaal niet leuk Marion! Zoiets is absoluut niet prettig," wijst Martin haar terecht.

"Ben je er nou nog steeds niet aan gewend dan?''

"Volgens mij wen ik er nooit aan! Gewoon omdat ik nog steeds niet precies weet wanneer je serieus bent of me plaagt." Marion lacht.

"Oké, ik ga verder. Van trouwen kwam het uiteindelijk toen we een keertje onvoorzichtig vrijden omdat het… hoe zeg ik dat netjes… nou ja… je weet wel wat ik bedoel."

"Het was te plezierig?" probeert Pieter met een brede glimlach.

"Heel goede omschrijving. Ik raakte dus in verwachting. De eerste maanden kon ik het aardig verbloemen maar toen ik zo'n drie, vier maanden was, lukte dat niet meer. Mijn ouders waren laaiend toen ze het merkten en binnen een half uur stond ik met een koffer op de stoep. Uit huis gezet."

"Echt?" klinkt het verontwaardigd.

"Ja. Geen praten tegen. Ook het feit dat Martin al lang aangegeven had dat hij met mij wilde trouwen, maakte niet dat ze hem een kans wilden geven. Ik had het goed verbruid. Natuurlijk kon ik terecht bij mijn vriendin. Ik werd daar uitstekend opgevangen maar Martin had ook zijn trots."

"Zodra ik ervan hoorde, ben ik naar haar toegegaan en heb ik haar meegenomen naar mijn huis. Ik woonde al jaren op mezelf in een heel klein huisje niet al te ver van mijn ouders maar wel zo dat ik mijn eigen leven kon leiden en ook voor mezelf zorgen."

"We zijn toen nog diezelfde dag in ondertrouw gegaan en na de wettelijke termijn die er tussen ondertrouw en huwelijk moet zitten, getrouwd. Heel in het klein. Martins ouders, mijn vriendin en haar ouders en dat was het."

"Hebben jullie er nooit spijt van gehad dat je dat niet groter hebt kunnen vieren?"

"Ik niet," zegt Martin. "Ik was heel erg blij dat we konden trouwen en het maakte mij niet uit hoe."

"Ik ook niet. Natuurlijk had ik me in mijn meisjesdromen mijn trouwerij heel anders voorgesteld maar op dat moment waren die mogelijkheden er niet. Onze hoofden stonden er ook helemaal niet naar om het groots te vieren." Pieter geeft aan dat hij zich dat heel goed kan voorstellen. "Tijdens dat samenwonen leerde Martin ook mijn bijzondere kant kennen. Ik had er wel eerder met hem over gesproken maar nu werd het voor hem realiteit en merkte hij ook aan den lijve dat ik er soms heel erg angstig voor was. Hoewel het tijdens de zwangerschap eigenlijk best wel meeviel. Het leek alsof het tot rust kwam. Alsof er op dat moment geen ruimte voor was. Alsof lichaam en geest zich bezighielden met iets anders. En dat was wellicht ook wel logisch. Er groeide een kind in mij,” zegt Marion heel vertederd en met een gelukzalige glimlach op haar gezicht. “Jasper kwam. Te vroeg. Ik was nog maar 35 weken heen. En echt gemakkelijk ging het niet."

"Dat kun je wel zeggen. Het ging moeilijk gewoon. En als man heb je dan maar heel erg weinig in te brengen. Je staat er volledig overbodig bij."

"Dat is niet waar! Je hebt me ongelofelijk veel support gegeven alle keren."

"Alleen door je hand vast te houden zeker," schampert Martin.

"Ja! Op die momenten was het vreselijk belangrijk voor mij dat je dat deed." Pieter kijkt heel belangstellend naar hen beiden en vind het prachtig om te zien hoe ze glimlachend naar elkaar een beetje met elkaar kibbelen. Hij heeft het idee dat ze een echte eenheid vormen. Verschillende mensen maar toch een span.

"Wat voor een baby was Jasper?"

"Een lief klein ventje. Duidelijk onder de maat vanwege die vroeggeboorte. Normaal waren baby's toen zo'n vijftig centimeter maar hij bleef op 42 steken. Gedurende de hele periode van consultatiebureaubezoeken en basisschool bleef hij een kleintje. Later heeft hij die achterstand wel weer ingehaald. Maar hij bleef altijd duidelijk onder de lijn zitten. Ook wat betreft gewicht."

"En dat is nog steeds zo," bemerkt Martin.

"Volgens mij ziet hij er perfect uit," geeft Pieter te kennen.

"Maar dat komt omdat jij verliefd en dus bevooroordeeld bent Pieter!" Hij weet het.

"Een lief klein ventje met meteen al heel veel lichtblond haar. De eerste maanden kostte hij ons heel wat nachtrust. Maar na een maand of zes werd het ritme van slapen, eten, en zijn luier vervuilen wat beter en kwamen ook wij weer wat meer aan ons zelf toe. Vanaf dat moment kwamen ook mijn bijzondere momenten weer terug. Zo erg soms dat ik er dol van werd."

"En dol is dan nog eufemistisch uitgedrukt. Veel beter zou ze gewoon het woordje gek kunnen gebruiken," verbetert Martin zijn vrouw.

"Ja. Je hebt gelijk. Het maakte me echt gek bij tijd en wijle. Echt compleet gek. Martin kende iemand uit het dorp waar hij vandaan kwam die door heel veel dorpsgenoten altijd gemeden werd omdat ze bijzonder was."

"Toen ik eens een klusje bij haar moest uitvoeren," neemt Martin het verhaal heel natuurlijk over, "was ik echt doodsbenauwd. Als kind meden we haar huis als de pest behalve als de appels en peren in haar tuin rijp waren. Ze heette een heks te zijn. Ze had in elk geval een zwarte kat." Er wordt gelachen. "Maar toen ik dus zo'n twintig was, moest ik daar heen voor een klus. Doodsbenauwd zoals ik al zei maar ik woonde het dichtst in de buurt dus was het voor mij het gemakkelijkst om er heen te gaan. Ik belde aan en toen ze opendeed, kreeg ik niet eens tijd om me voor te stellen en te zeggen waarvoor ik kwam. Waarschijnlijk kon ze dat laatste wel raden vanwege de gereedschapskist die ik droeg maar het eerste wist ze gewoon. 'Zo Martin Verhulst,' klonk het. 'Wat kom jij hier doen. De appels zijn nog niet zo ver dat ze gestolen kunnen worden hoor!'" Pieter moet vreselijk lachen. "Ja, lach maar jij. Ik voelde me op dat moment vreselijk betrapt en het schaamrood stond me op de kaken. Na zoveel jaren dan toch nog betrapt. Ruim twintig jaar oud voelde ik me als een kleine jongen die een standje kreeg. Ze leidde me het huis in en ik moest bij haar gaan zitten. Voor ik aan het werk kon, was het een uur later. Dat uur mocht ik gerust op de werkstaat vermelden, zo zei ze me. Ze mocht dan bijzonder zijn, de werkelijkheid ontging haar absoluut niet. Ze scheen me te mogen want na dat ene klusje kwamen er vaker verzoeken binnen om het een en ander te repareren of te vervangen en iedere keer vroeg ze speciaal naar mij. Was ik op vakantie dan moest de uitvoering verschoven worden tot ik weer terug was. En zo heb ik dus heel wat thee bij haar gedronken. Koffie had ze helaas niet in huis. En bij al dat theeleuten leerde ik haar kennen zoals ze was: een vrouw die al jong een heel moeilijk leven gehad had en die heel lang had geworsteld met haar bijzondere gaven. Geen bijzondere vrouw maar iemand die iets bijzonders heeft. Zo noemde ze het zelf in elk geval. Iedere keer als het karwei geklaard was en ik naar huis ging zei ze precies hetzelfde: 'Nou beste Martin, tot een volgende keer want ik weet zeker dat je nog wel eens langs zult komen.' En dat lukte dus heel vaak. Toen Jasper dus geboren was en ik merkte dat Marion door begon te draaien vanwege haar gaven, sorry voor de uitdrukking lief, stelde ik haar voor om eens bij mevrouw Van Heijningen langs te gaan. Eerst wilde ze niet. Ze vond het niet prettig dat anderen het wisten. Toen ze bleef weigeren, ging ik een keer alleen bij mevrouw Van Heijningen langs en legde haar het probleem voor. 'Zie je wel Martin Verhulst, ik heb altijd wel geweten dat je niet zomaar op mijn pad bent gekomen,' zei ze en ik kon niet anders dan dat beamen. Marion zou door haar geholpen kunnen worden daarvan was ik overtuigd. Na heel veel praten kreeg ik haar zover dat ze met me meeging. Vertel jij maar verder schat, mijn keel is droog ik pak een kop koffie. Jullie ook nog?" Beiden knikken ze.

"Het was voor mij vreemd. Natuurlijk had ik wel vaker met iemand over mijn voelen gedeeld, Hennie bijvoorbeeld en haar ouders, maar nog nooit iemand die het kende. Van binnenuit kende. Bij haar was het anders dan bij mij maar er waren vooral overeenkomsten. De verwarring en angst toen we het ontdekt hadden. Ook het mooie ervan. Maar ook zij had een periode meegemaakt waarin het haar zowat tot gekte had gedreven en ook vlak na de geboorte van een kind. Ze liet foto's zien. Een heel mooi kindje dat helaas maar een paar weken had geleefd. Diep tragisch gewoon maar nadat ze dat met ons gedeeld had, richtte ze zich op het nu. Ze wilde dat ik op zou schrijven wat ik gevoeld had. En dat ik elke week zou terugkomen om het met haar te delen. Er over te praten."

"Iets als een psycholoog dus."

"Ja maar dan iemand op dat speciale gebied."

"Ik begrijp het," zegt Pieter terwijl hij knikt.

"Het was prachtig om te weten dat ik niet de enige was met zoiets. We speelden ermee. Lachten ons de kriek en waren ook diepernstig erover want we kenden ook de minder leuke momenten. Al met al ben ik zo'n vier jaar lang wekelijks bij haar langs geweest. Toen vond ze de tijd rijp om de band losser te maken. De bezoeken werden minder frequent maar nog steeds ga ik elke maand naar haar toe gewoon omdat ze een heel goede vriendin geworden is. En dus denk ik dat het goed is dat we met Maarten naar haar toegaan."

"Ja. Ik ben het met je eens schat."

"Ik kan het me heel goed voorstellen dat jullie willen voorkomen dat Maarten er problemen mee gaat krijgen."

"En we weten ook heel zeker dat we juist dat niet kunnen," verzucht Marion. "Hoe goed we hem ook voorbereiden er zullen momenten zijn dat hij ermee zal worstelen. En die worsteling zal hem vormen."

"Ja. Zo gaat dat nou eenmaal in het leven," luidt Martins nuchtere conclusie.

"Je kent het zelf goed genoeg neem ik aan," klinkt het meer als een constatering dan als een vraag van Marion in de richting van de vriend van haar zoon.

"Ja," zegt Pieter terwijl de tranen komen. Marion slaat een arm om hem heen en trekt hem tegen zich aan. "Vreemd," klinkt het verstikt, "zojuist waren we nog aan het lachen en nu huil ik."

"Correctie. Huilen we. Je bent niet de enige hoor," snikt Marion.

"Volgens mij is dat het leven," concludeert Martin. "Het ene moment een lach en het andere een traan."

"Mag ik nog iets vragen over je ouders?" vraagt Pieter. Marion knikt. "Jasper heeft me er iets van verteld. Dat er na zijn geboorte nog iets van contact is geweest maar daarna nooit meer. Hebben ze nooit meer iets van zich laten horen?"

"In het begin kwam ik mijn moeder nog wel eens tegen in de supermarkt van het dorp. Heel toevallig. Ik groette haar altijd netjes maar zij draaide steevast haar hoofd weg. Toen Jasper geboren was, kregen ze een kaartje met een briefje erbij waarin ik geschreven had dat ze welkom waren. Mijn moeder kwam alleen. Ik hoopte echt dat dat het begin van iets nieuws zou kunnen worden maar dat werd het niet. Martins moeder die me toen verzorgde bracht haar boven en liet ons daarna meteen alleen."

"Even voor de duidelijkheid. Jasper is dus niet in het ziekenhuis geboren? Dat gebeurt toch altijd bij kinderen die te vroeg komen?"

"De huisarts durfde het niet aan me te vervoeren. Alles ging te snel en te gecompliceerd, zo vond hij. En dus is Jasper gewoon thuis geboren."

"Wow, wel bijzonder want zo'n te vroeg geboren kindje heeft ook na de geboorte nog heel veel zorg nodig. Toch?"

"Ja, dat is zo. De ambulance stond klaar om mij en hem naar het ziekenhuis te vervoeren maar de huisarts die me begeleidde tijdens de zwangerschap wilde absoluut niet dat ik vervoerd zou worden. En ik wilde, toen Jasper er eenmaal was, niet van hem gescheiden worden. Ik ging helemaal door het lint toen dat voorgesteld werd en dus bleef hij thuis bij mij, bij ons. De eerste dagen was er kraamzorg en de tijd daarna werd er, gezien de gezondheidssituatie van ons beiden, via thuiszorg hulp geboden. Maar Martins moeder heeft echt het meeste werk verzet. Ze heeft zich echt de benen uit het lijf gelopen om Jasper en mij goed te verzorgen. Ik kon de eerste tijd niets en dus draafde zij trap op en af."

"Met alle liefde," vult Martin aan.

"Ja. Dat zeker. Maar… waar was ik nou?"

"Mijn moeder liet je alleen met die van jou," geeft Martin aan.

"Ja. Ze keek in het ledikantje maar zei niets. Toen kwam ze naar het bed toe en zei: 'Je had hem Jakob moeten noemen naar je vader, dat was een mooi verzoeningsgebaar geweest'. Dat gezegd hebbende, draaide ze zich om en verdween voorgoed uit mijn leven. Ik zie de boosheid op je gezicht lieve Pieter maar doe het niet. Maak je niet boos om zoiets kortzichtigs. Het heeft geen enkele zin."

"Maar je was teleurgesteld? Verdrietig toch?"

"Ja. Enorm verdrietig omdat er hoop geweest was voor me. Ze was gekomen toch? Maar die opmerking van haar boorde die hoop meteen heel erg diep de grond in. Er was even heel erg veel verdriet maar een flinke huilbui later was het ook gelukkig weer weg. Ik… wij hebben ze alle kans gegeven om opnieuw te beginnen maar zij hebben dat niet willen oppakken. Oké, ook dat is dan zoals het is, zoals Jasper zo vaak zegt." De uitspraak van haar zoon maakt haar aan het huilen. En haar niet alleen.

Een klop op de deur doet hen opschrikken. Maar als de deur opengaat, is de schrik verdwenen en verschijnt er een verwachtingsvolle blik op hun gezichten.

Wordt vervolgd…


Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, augustus 2011.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten