BLANCO deel 2 - hoofdstuk 2

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

BLANCO deel 2 - hoofdstuk 2

Bericht door Lucky Eye » ma 15 aug 2011, 07:13

BLANCO

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



DEEL 2

Hoofdstuk 2

Henri kan niet in slaap komen. Vanaf het moment dat hij thuis is gekomen is hij al onrustig. Nee, niet helemaal waar. Helemaal niet waar, beter gezegd. Al zowat zeven maanden lang is er een onrust in hem die hij maar niet kwijt kan raken. Erover praten zou goed zijn wellicht maar met wie? Natuurlijk hebben zijn ouders wel gemerkt dat er iets niet helemaal in orde is maar ja… hij zit in de moeilijke leeftijd zoals dat heet. De puberteit. En dan zijn alle jongeren toch niet helemaal in hun goede doen? Steeds als ze ernaar vroegen heeft hij het afgehouden door te zeggen dat er helemaal niets aan de hand is. Gelogen. Want er is wel degelijk iets aan de hand. En nu, nu zou hij eigenlijk wel willen dat ze ernaar zouden vragen om hem een opening te geven maar was er iets leuks op tv toen hij thuiskwam zo tegen elf uur. Eventjes is hij nog blijven zitten maar omdat hij ook wel begreep dat zijn ouders recht hebben op hun ontspanning is hij toch maar naar bed gegaan. Eerst heeft hij zich gedoucht maar zelfs het water kon het rotgevoel niet uit hem wegspoelen. Schoon worden lukt hem al tijden niet meer. Niet nadat… verdomme! De tranen springen hem in de ogen. Hij voelt zich smerig en vies. Iets meer dan zeven maanden geleden is het allemaal begonnen.

Hij hing vaak op straat rond met een stel jongens dat hij had leren kennen. Skateboarders die hem heel snel in hun groepje hadden opgenomen omdat ze gezien hadden dat hij goed was. En inderdaad, hij kende de nodige vaardigheden op het board. Lol was het dat ze met elkaar hadden. Geen ongein, geen gerotzooi maar gewoon wat hangen en lol maken. Hij wist al jaren dat hij graag naar jongens keek en ze leuk vond. Leuker dan meisjes. Die boeiden hem niet zo. Jongens wel. En zeker toen hij steeds kameraadschappelijker met zijn vrienden omging, bij hen thuis kwam, eens bleef logeren, voelde hij zich steeds meer tot een paar van hen aangetrokken. Er werden grapjes gemaakt die maar voor één uitleg vatbaar waren. Theo en Rob waren net als hij homo. Verder dan wat trekken met elkaar, ieder zijn eigen pik, waren ze echter nooit gegaan. Wilden ze niet. Prima toch? Via zijn nieuwe vrienden had zijn kennissenkring zich behoorlijk uitgebreid want ieder van hen had wel weer andere vrienden. Ineens was zijn agenda goed gevuld want heel vaak was er wel ergens een feestje en hij werd bijna altijd uitgenodigd. En op een verjaarspartijtje was daar ineens die gast geweest. Wonderbaarlijk mooi gewoon. Een hunk. En eentje met heel leuke manieren. Hij had iets bijzonders over zich en had Henri de indruk gegeven dat hij belangrijk was. Misschien was dat niet het goede woord maar dat er interesse was, mocht duidelijk zijn. De hele avond hing de gast rond hem en haalde biertjes voor hem. Zelf had hij goed in de gaten gehouden hoeveel hij binnenkreeg want dronken worden wilde hij niet. De jongen was ouder dan hij. Het was oktober geweest en hij zou in december zeventien worden. Ondanks al het gevlei van de prachtig mooie jongen zag hij het eerst niet zitten vanwege het leeftijdsverschil. Vier jaar vond hij teveel eigenlijk. De jongen was echter heel erg standvastig en volhardend en uiteindelijk ging Henri om en was er een afspraakje voor de avond daarna: een avondje uit met bioscoop en pizza. Opnieuw voelde Henri zich de koning te rijk dat er iemand was die interesse in hem had. Hij voelde zich geweldig. Vanaf dat moment bestond zijn leven uit rozengeur en maneschijn. Het kon gewoon niet stuk. Ook de toenaderingen die gedaan werden vond hij spannend. Hij moest de gast ietsjes afremmen af en toe maar het had wel iets opwindends dat hij zo snel wilde eigenlijk. Dat hij ook lijfelijk in hem geïnteresseerd was. Twee weken daarna noemden ze het verkering en vanaf dat moment kwam Henri regelmatig bij hem over de vloer. Hij woonde op zichzelf op een mooie flat.

Die flat was hun paradijsje zoals ze het beiden noemden. En heel ondeugend stelde de jongen voor dat ze zoveel mogelijk naakt zouden zijn want dat waren de eerste mensen in het paradijs toch ook gewest. Henri had het prima gevonden. Hij voelde zich helemaal op zijn gemak en durfde zich wel bloot te geven. En zo begonnen ze samen een heerlijk spel van uitdagen, afhouden en toegeven. Bij elke ontmoeting gingen ze iets verder zo leek het en na nog eens twee weken was Henri zover dat hij ook het ultieme met hem wilde doen. Toen Henri die avond was gekomen, waren ze meteen begonnen te kussen en te zoenen. De kleren verdwenen snel en zijn vriend was heel erg onstuimig geweest. Wild zowat. 'Komt door jou,' had hij gezegd. 'Je maakt me zo vreselijk verlangend naar jou dat ik aan niets anders meer kan denken dan aan jou.' Het had heel erg goed geklonken. Heel erg opwindend ook. Henri had voorgesteld om naar de slaapkamer te gaan en hand in hand liepen ze daarheen. Toen zijn vriend de deur voor hem opende, keek Henri zijn ogen uit. Het bed was versierd met rode rozenblaadjes. Op de vensterbank, op de hoge kast en op het bureau hadden flakkerende waxinelichtjes gestaan. Henri had zijn handen om hem heengeslagen en hem opnieuw gekust. Toen had Henri hem in het oor gefluisterd dat dit het meest bijzondere moment in zijn leven zou worden en dat hij heel graag geneukt wilde worden. De jongen had hem opgetild en op het bed gelegd. Boven op de rozenblaadjes. Kussen over en weer en toen had hij Henri's benen opgetild en was hij begonnen zijn gaatje te likken. Heel lang likte hij waarbij hij hem goed nat maakte. Toen had hij gezegd dat hij hem zou gaan neuken. Henri had gevraagd of het niet beter was dat hij hem eerst zou vingeren maar dat had hij niet nodig gevonden. 'Ik heb je nat genoeg gemaakt joh, het gaat allemaal goed komen. Vertrouw op mij.' En dat had Henri gedaan. Zijn vriend was goed voor hem toch? Toen hij de eikel tegen zijn gaatje had gevoeld, draaide hij zich weg. 'Moet je niet een condoom om doen?' Zijn vriend was pissig geworden. Volgens hem was dat echt niet nodig. Hij had zich onlangs nog laten testen en alles was goed. Daarna had hij geen vriendjes meer gehad en dus was het geen probleem, zo had hij gesteld. Henri had zich gewonnen gegeven. De pik van zijn vriend was er meteen ver ingegaan en dat had hem een flink rot gevoel gegeven. Bovendien was hij wild. Het leek erop dat hij zo snel mogelijk klaar wilde komen. Henri had er wat van gezegd en te horen gekregen dat hij vooral zijn kop moest dichthouden! Waar was ineens die lieve jongen gebleven? Nog nooit was er een kwaad woord tussen hen geweest en nu ineens zoiets. Henri wilde stoppen en het uitpraten en zei dat ook maar zijn vriend wilde daarvan niets weten en ging wild door met neuken. Verwoed had Henri geprobeerd zich te verzetten omdat het helemaal niet lekker ging naar zijn mening maar het lukte niet. Pas toen hij voelde dat het zaad in hem spoot, kreeg hij de overhand. Hij duwde hem van zich af en vroeg om uitleg. Die kreeg hij niet. Het enige dat hij te horen kreeg was dat hij zijn kop moest houden en niet moest huilen als een onnozel kind. Het huilen stond Henri nader dan het lachen maar hij was boos en liet de tranen die achter zijn ogen brandden niet zien. Hij probeerde opnieuw te praten met zijn vriend maar die stond van het bed op en liep weg om nog geen twee tellen later terug te komen met iemand anders. Henri was zich naar geschrokken en trok het laken over zich heen. 'Niet nodig hoor schatje!' had de ander gezegd. 'Ik heb het hele showtje gezien en opgenomen op video dus je lekkere lijf heeft geen geheimen meer voor mij.' Met grote, verschrikte ogen had Henri zijn vriend aangekeken. Die begon daarop heel gemeen te lachen. De ander was bij hem op het bed komen zitten. 'Dacht je nou echt dat hij verliefd op je was?' Het leek Henri beter om maar helemaal niet te reageren. 'Hij is alleen maar verliefd op mij, nietwaar schat?' Ze hadden elkaar getongd en Henri had ineens een enorme knoop in zijn maag gevoeld. 'Af en toe,' zo werd er uitgelegd - hoewel Henri het allemaal helemaal niet meer wilde horen - 'sta ik hem toe dat hij een fris, jong blaadje zoekt. Eentje die nog nooit een harde pik in zijn kontje heeft gehad. Zodra dat gebeurd is, dumpt hij het joch en is hij weer alleen voor mij. Om dan na een tijdje weer een nieuwe te zoeken. Zo gaat dat nou eenmaal Henri. Niets aan te doen.' Henri had gezegd dat hij naar huis wilde. 'Sorry, maar dat kan nog niet,' had hij te horen gekregen. Toen had hij zich ineens op Henri geworpen. Hoewel hij echt alles geprobeerd had, had hij niet kunnen voorkomen dat ook die ander hem neukte. Toen het eindelijk voorbij was, voelde Henri zich ziek. Ziek en vies. Erover praten werd hem door beiden afgeraden. Ze hadden foto's en een video en hadden er geen probleem mee die aan zijn ouders te tonen. Chantage. Nu zat hij helemaal klem. Hij kreeg te verstaan dat hij zich elke vrijdagavond moest melden. Ze konden hem goed gebruiken voor wat kleine klusjes, zo werd hem gezegd. En dat had hij sindsdien steeds gedaan omdat hij bang was dat ze hun pressiemiddel tegen hem zouden gebruiken. Gelukkig hadden ze hem nooit meer gedwongen tot seks want dat zou hij niet hebben kunnen verdragen. Soms lieten ze hem gewoon voor niets opdraven op de vrijdagavond en kon hij meteen weer naar huis. Een aantal keren moest hij mee op een klusje, zoals dat genoemd werd. Hij begreep al heel snel dat het om inbraken ging. Het was zijn taak om op de uitkijk te staan en te waarschuwen als er iets aan de hand was. En zo was het ook zijn taak geweest om de laatste tijd af en toe te posten bij het huis waar hij ook vanavond een tijdje geweest was. Wat er de bedoeling van was, wist hij niet en wilde hij ook niet weten. Elke keer als hij gepost had, was er niets gebeurd en had hij ook niemand gezien. Vanavond had hij niet lang gekund want morgen zouden ze voor een paar dagen met het gezin op vakantie gaan en dus had hij op tijd thuis willen zijn. En… nu was hij thuis… maar voelt hij zich heel erg beroerd. Bang als hij is dat hij betrokken is geraakt bij iets ernstigers dan een inbraak. Iets na half elf was hij afgelost door Rodney. Ze hadden even met elkaar gepraat. Ineens had Rodney het woord 'afrekening' laten vallen. Op dat moment had Henri daar geen waarde aan gehecht maar nu hij tijd heeft gehad om na te denken wel. En dat maakt dat hij onrustig is en niet in slaap kan komen. Hij stapt uit bed en voelt de enorme pijn in zijn maag. Hij krimpt ineen, zo heftig is het. Hij moet hier iets mee doen. Hij trekt zijn badjas aan en loopt naar beneden.

"Pap, mam, ik moet met jullie praten!" Majoor der infanterie Rogier Ruysbroeck kijkt zijn zoon aan en heeft meteen door dat hier iets ernstigs aan de hand is. Zijn oudste zoon is lijkbleek, duwt met zijn rechterhand tegen zijn maag en rilt helemaal.

"Ga zitten Henri," zegt Rogier rustig en klopt, als zijn vrouw José opgeschoven is, op de plaats naast hem op de bank.

"Nee. Het is beter dat ik… nou ja… ik ga liever hier zitten." Hij kijkt zijn ouders aan en ziet in hun ogen bezorgdheid. Ook in die van zijn vader. Hij gaat zitten in de stoel tegenover de bank. Gescheiden van zijn ouders door de lage tafel. Als hij zit voelt hij opnieuw een enorme kramp. Meteen schiet zijn moeder overeind. "Het gaat wel," verzekert hij haar.

"Het gaat niet Henri," reageert zijn vader op heel kalme toon. Heel anders dan anders. "Dat is duidelijk te zien maar op de een of andere manier wil je afstand. Wil je niet dat we ons ermee bemoeien, zo lijkt het."

"Nee! Dat is het niet! Ik moet jullie iets vertellen en ik wil dat jullie je er wel mee bemoeien omdat ik er een puinhoop van gemaakt heb. Ik… ik… hè verdomme!" De tranen branden hem in zijn ogen.

"Misschien kan ik het wat gemakkelijker voor je maken." Henri kijkt zijn vader aan. Waar heeft hij het over? Maar… zijn vader lijkt veel rustiger dan anders… En dan ziet hij ook hoe zijn moeder zijn vader een por geeft. Vreemd! "Ja. Makkelijker. Omdat ik weet dat ik het jou de afgelopen jaren moeilijk heb gemaakt. Moeilijk omdat ik niet een vader ben geweest bij wie je terecht kon als je iets kwijt wilde. Ik weet van je moeder dat je wel regelmatig bij haar bent geweest maar ik had ook graag zo'n vertrouwensband met jou gehad. Ik zie nu op je gezicht je boosheid en daar is niets mis mee. Die boosheid is terecht omdat het helemaal mijn eigen schuld is dat die band er tussen ons niet is geweest. Niet is gekomen. Ik heb je op heel veel manieren laten voelen dat je niet goed genoeg was. Je steeds weer gewezen, en dat niet bepaald liefdevol, op dingen die je fout deed volgens mij. Op dingen die je anders moest doen. En dat omdat ik meende dat mijn mening de enig juiste was. Ik heb je ook met verantwoordelijkheden opgezadeld die je nooit had mogen dragen." Rogier zit dat zijn zoon de draad kwijt is. "Ik bedoel dat ik je heel vaak heb gezegd dat je een voorbeeldfunctie had voor je kleinere broertjes en dat is natuurlijk flauwekul! Die heb je niet. Je moeder en ik als ouders hebben zo'n voorbeeldfunctie maar niet jij! En juist in die voorbeeldfunctie heb ik gefaald. Ik heb me hier thuis jarenlang gedragen alsof ik niet majoor maar opperbevelhebber van dit gezin was." Henri glimlacht flauwtjes om het woordgrapje van zijn vader. "Je lacht er gelukkig om. Had ik ook maar veel eerder in de spiegel gekeken en om mezelf gelachen. Mezelf uitgelachen. Dan… Nee, zo moet ik niet spreken. Dingen zijn helaas fout gegaan en gelukkig heb ik de kans gekregen om het weer recht te breien. Die kans kreeg ik echter niet dankzij mezelf. Het was je moeder die mij die kans gaf." Rogier pakt de hand van zijn vrouw beet en drukt die stevig. "Ik denk dat je er af en toe wel iets van gemerkt hebt. Zo'n dikke anderhalf jaar geleden hadden je moeder en ik vaak flinke ruzie. Echt bonje. Heftige woordenwisselingen, boze gezichten over en weer en het dreigde helemaal uit de hand te lopen toen je moeder me dreigde met een echtscheiding." Henri spert zijn ogen wijd open van schrik nu.

"Als jij niet zou willen veranderen," vult José ter verduidelijking aan.

"Ja, je hebt gelijk lief. Je wilde van mij de wil zijn dat ik zou veranderen. En die wil had ik. Ik wilde mijn vrouw en kinderen niet kwijt. Geen van allen! Ik houd van jou José! Maar ook van jou Henri! En ook van Niels! En van Eric! En ik besefte me dat ik jullie absoluut niet kwijt wilde. Zag ook heel goed hoor, door alles wat je moeder me voor de voeten geworpen had, dat ik me als een tiran, een boeman had gedragen en dat … dat wilde ik dus niet langer. Ik liep vreselijk veel mooie dingen in mijn gezin mis omdat jij bijvoorbeeld me niet in vertrouwen nam. En logisch! Welke knul zou dat wel doen met zo'n vader als ik? Niemand natuurlijk. Wat heb je nou aan een ouweheer die alleen maar loopt te klagen en zeuren en je nooit eens laat voelen dat je er gewoon mag zijn! Gewoon zoals je bent!" Even slaakt Rogier een diepe zucht om dan verder te gaan. "In eerste instantie wilde ik geen hulp van buitenaf. Ik wilde het alleen met je moeder zien te redden maar al heel snel was ons beiden duidelijk dat dat onbegonnen werk was. Er zaten dingen te diep. Ik kan allerlei excuses aandragen voor mijn gedrag maar dat doe ik niet. Later vertel ik je misschien wel eens wat meer maar niet nu. Maar die excuses gelden ook gewoon niet! Ik… ik had het anders moeten doen gewoon. Mijn werkgever heeft uitstekende mensen in dienst die prima zorg kunnen bieden en daarvoor heb ik me aangemeld. De afgelopen tijd heb ik therapieën gevolgd. Groepsessies bijgewoond waarin ik gemerkt heb dat er heel veel mensen binnen mijn organisatie in de problemen raken door hun gedrag. Het dominante gedrag dat ons eigen lijkt te zijn. Stom natuurlijk! Vreselijk stom! Maar het is zo. Gelukkig heb ik ook in heel veel persoonlijke gesprekken… "

"Met een psycholoog?" vraagt Henri.

"Ja met een psycholoog. Eentje die me naar binnen heeft leren kijken. Die me heeft laten zien waar mijn gedrag vandaan kwam. Enerzijds heeft het alles te maken met de machocultuur binnen mijn werk en een de andere kant met mijn eigen jeugd. Misschien moet ik dan toch wat toelichten nu. Als je het wilt horen tenminste?" Henri knikt. "Dank je. Ik zal het heel kort doen. Ik had een vader. Eentje die zich net zo gedroeg als ik tot nu toe heb gedaan. Niet benaderbaar. Eentje die alleen maar commando's en terechtwijzingen gaf. Ook een militair. En toen ik je moeder ontmoette en we kinderen kregen heb ik me heilig voorgenomen om niet zo'n hufter te zijn als mijn vader en toch heb ik het verpest!" De tranen lopen Rogier nu over de wangen. Henri begint ook te huilen.

"Nee!" zegt José, "Je hebt het niet verpest. Je bent op tijd tot het bewustzijn gekomen dat het anders moet. Dat het niet zo was als jij graag wilde. En voor zo'n stap is heel veel moed nodig, Rogier. En die moed had je."

"Moest wel toch?"

"Nee, je had er ook de brui aan kunnen geven. Je had ook kunnen zeggen dat ik op kon sodemieteren met mijn psychologisch gezeur! En dat heb je niet gedaan. Je hebt gevoeld dat ik het bij het rechte eind had. En ook dat heb je geaccepteerd. Je had me kunnen negeren toch?" Rogier knikt. "Gelukkig heb je dat niet gedaan. Kwam je tot het besef dat jij het anders wilde gaan doen."

"Ja. En daarom dus al die cursussen, therapieën, groepsprocessen, praatsessies om een eind te maken aan mijn niet goede gedrag hier thuis. Op mijn werk mag ik de baas spelen en mensen rondcommanderen maar hier thuis niet. Hier thuis hoort het anders toe te gaan. Vriendelijker en vooral liefdevoller. Mijn excuses lieve zoon, dat ik voor jou zo'n stomme vader geweest ben." Opnieuw komen er tranen. Ook José huilt nu.

"Pap, ik ben blij dat je wilt veranderen. Ik vind het stom van mezelf dat ik het de afgelopen tijd niet gemerkt heb. Maar… "

"Je had andere dingen aan je hoofd. Dingen die je nu met ons wilt delen?" Henri knikt. "Kom je bij ons zitten nu?" Henri knikt, staat op en gaat tussen zijn ouders inzitten. Meteen begint hij te huilen en vlijt zich tegen de borst van zijn vader. Rogier slaat zijn armen om hem heen en knuffelt hem zoals hij heel lang niet meer heeft gedaan. De emoties veroorzaken tranen bij beiden maar dat geeft niet. Die mogen komen.

"Doet je maag pijn?" komt dan uiteindelijk José met haar vraag. Henri knikt. Ze staat op en gaat naar de keuken om iets op te halen. Met een glas water met daarin een opgeloste pil komt ze terug. "Drink dit maar op." Ze ziet hoe Henri zijn gezicht tot een grimas vertrekt. "Ik weet dat het vies is maar je weet ook dat het helpt." Henri doet wat zijn moeder hem zegt. Als hij het glas leeg heeft, schudt hij zich.

"Oké," begint hij dan terwijl hij rechtop gaat zitten. "Ik ben homo! Ik val op jongens. Nou ja… dat is het." Opnieuw worden er armen om hem heen geslagen en wordt hij zowat doodgeknuffeld.

"Je moeder wist het al een tijdje, Henri. Ze heeft mij er heel goed op voorbereid dat jij eens met die woorden zou komen. Gelukkig heb ik wat tijd gehad om erover na te denken. Ik werk in een wereld vol van macho's. Een wereld waar tegenwoordig wel wat vrouwen rondlopen maar die doen wat dat betreft niet onder voor hun manlijke collega's. En in dat wereldje heersen ook heel wat vooroordelen. Vooroordelen waar ik ook heel lang aan mee heb gedaan. Foute grappen maken en dat soort dingen. Toen je moeder kwam met haar idee dat jij wel eens op jongens zou kunnen vallen, wilde ik daar eerst helemaal niets van weten. Jij niet! Niet mijn zoon! Gelukkig bleef ze er met mij over praten en zo langzamerhand begon ik in te zien dat ik helemaal niets te sturen had. Hier gaat dat anders. Heb ik dus niet te bepalen wat jij bent. Hoe jij bent. En dat besef kwam pas laat bij mij. Je moeder bleef aanhouden net zolang totdat ik om was. Nu heb ik echter mijn woorden klaar en dit keer heb ik er bijzonder goed over nagedacht. Ik houd van je Henri! Ook als je homo bent hou ik van je."

"Maar er is veel meer. Ik kan niet meer van mezelf houden. Ik voel me vies… zo beroerd…" Dan breekt Henri en komen de tranen opnieuw overvloedig. Hij laat zich door beide ouders troosten. Net zolang totdat hij voelt dat hij verder kan praten. Want ook dat verhaal moet er nu uit. Dan vertelt Henri het hele verhaal zoals dat zich de afgelopen tijd heeft afgespeeld. Hij noemt frank en vrij alle details en slaat ook de pijn die hij gevoeld heeft, de pijn die hij nog steeds voelt, niet over. "Ik ben misbruikt. Marcel en Herman hebben me misbruikt en daarna gechanteerd en ik durfde er niet met jullie over te praten. Had ik dat maar wel gedaan, dan was het misschien allemaal niet zo erg geworden. Dan was ik niet betrokken geraakt bij hun criminele activiteiten en dat wat er vannacht staat te gebeuren."

"Je wist niet beter dan dat je trammelant zou krijgen als je dingen zou opbiechten thuis, Henri. Mijn fout Henri. Niet die van jou." Henri snikt nog wat na.

"Maar ik voel me ellendig! Ik voel me vies! Soms sta ik wel twee keer per dag onder de douche te schrobben en te boenen en nog steeds voel ik me smerig!" Dan neemt zijn moeder het woord.

"Al dat schrobben zal je niet helpen lieven jongen. Je moet zien verder te gaan. Ik heb makkelijk praten, ik weet het. Ik heb nooit zoiets gemeens mee hoeven maken maar toch zeg ik je dat je verder moet gaan. En, misschien heb ik ongelijk, geef je jezelf ook niet een beetje de schuld ervan?" Henri laat zijn hoofd hangen. Antwoord genoeg voor zijn moeder. "Ik dacht al zoiets te kunnen proeven uit je woorden."

"Ik heb me gewoon door hem laten inpalmen. Hij was lief en aardig voor me en toch zag ik af en toe ook wel dat hij dat tegenover anderen niet was. Hij kon heel gemeen zijn soms. En ik ben veel te snel akkoord gegaan met zijn voorstel om het te doen. Ik wil dat eigenlijk nog helemaal niet en toch… toch voelde het zo goed als ik bij hem was. Voelde ik me geborgen, veilig."

"Ja, en dat had je thuis niet. Niet bij mij in elk geval," verzucht Rogier.

"En nu kappen jullie twee! Nu heb ik er ineens twee die zichzelf de schuld ergens van gaan geven waar ze die absoluut niet hebben! De schuld ligt bij die Marcel en die Herman! Laten we daar duidelijk over zijn! Zij hebben dingen gedaan die niet mogen! Jij," en ze richt zich met een priemende vinger tot Henri, "wilde het wel doen maar dan op een vriendelijke, rustige, liefdevolle manier zoals jij Marcel kende. Niet woest, wild en hard zoals je het omschreef. Dat wilde je niet. Toen jij aangaf te willen stoppen en te willen praten, had hij naar jou moeten luisteren! Punt uit! Wat daarna gebeurde heeft niets meer met jou te maken en daaraan heb je ook geen schuld. Heb ik gelijk of niet?"

"Ja mam, dat heb je. Ik moet ervan af zien te komen en nou ja… "

"En jij," gaat zijn moeder verder tegen haar echtgenoot, "jij bent bezig met een geweldig mooi en prachtig proces. Ga dat niet ondermijnen door jezelf de schuld te geven van iets waarin jij geen hand hebt gehad. Henri kwam vaak genoeg bij mij toen jij er niet voor hem was. Niet bij Marcel! Die had hij voor iets heel anders! Toch?" Henri knikt.

"Maar wat moeten we nou?" vraagt Henri.

"Even wachten nog," breekt José in als ze ziet dat haar man wil antwoorden. "Heb je je laten testen op HIV nadat ze je verkracht hebben?" Henri knikt en zegt dat hij dat meteen de maandag daarop heeft laten doen en dat gelukkig alles goed is.

"Maar… er is nog wel iets anders." En dan vertelt hij dat er altijd iets zal zijn waardoor hij herinnerd zal worden aan dat wat er gebeurd is. Zijn ouders luisteren met grote, opengesperde ogen naar het gruwelijke dat hij hen vertelt.

"Lieve jongen ook daar kan iets aan gedaan worden. En als jij dat wilt, doen we dat."

"Maar nu? Wat moeten we nu?" herhaalt Henri zijn eerdere vraag.

"Wat wil je doen?" vraagt Rogier. Henri is stellig en zegt dat hij naar het politiebureau wil om aangifte te doen tegen Marcel en Herman en dat hij ook wil vertellen van al die andere dingen die hij voor hen heeft moeten doen.

"Weet je wat er bedoeld werd met 'de afrekening'?"

"Nee. En dat vind ik het meest vervelende misschien nog wel. Het klinkt zo luguber. Alsof er iets heel ergs staat te gebeuren en ik weet niet wat. Ik heb die mensen in dat huis nooit gezien. Heb geen flauw idee. Stel dat het iets…"

"Niet over denken nu, jongen," zegt zijn moeder. "Doe nu wat je wilt gaan doen. Meer kun je niet. Je weet heel veel dingen niet. Ze hebben ze gebruikt als hun uitkijk maar je nooit gekend in hun plannen. Je gaat gissen en gedachten vormen. Verhalen maken in je hoofd en dat is nooit goed."

"Wil je nu meteen naar het bureau of morgenochtend?"

"Nu meteen. Dat kan toch? Er is toch altijd een bureau open 's nachts."

"Ja, als we vooraf bellen kunnen we altijd op een van de bureaus terecht. Als jij je nu even wat opfrist en aankleedt dan bel ik een van mijn collega's uit bed. Hij woont hier in de buurt en werkt op de juridische afdeling bij defensie, heeft rechten gestudeerd en is advocaat. Hij zal je bijstaan bij het afleggen van een verklaring."

"Jij blijft toch ook bij mij hè?" Rogier geeft zijn zoon die verzekering door zijn armen om hem heen te slaan, hem dicht tegen zich aan te trekken en de woorden die Henri wil horen in zijn oor te spreken.

"Ik blijf bij je jongen!"

Twintig minuten later is Rogiers collega bij hen thuis. Rogier vat Henri's verhaal zo goed mogelijk voor hem samen en geeft antwoord op de vragen die de jurist stelt ter verduidelijking. Als ze het huis verlaten, horen ze het geluid van de sirenes van ambulances en polieauto’s amper omdat de mist vreselijk dicht is geworden en heel Zwolle en wijde omgeving bedekt als een dikke, zware, grijze deken.

Wordt vervolgd…

Met dank aan Gerrit voor de correcties.



Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, augustus 2011.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten