INTERNAAT deel 6

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

INTERNAAT deel 6

Bericht door Hans Bernard » do 03 mar 2011, 00:02

INTERNAAT deel 6.


Als bevroren sta ik aan de grond genageld. Dit kan ik helemaal niet gebruiken. Verdorie, dat Sanders mij nu net moet zien op het moment dat ik naar buiten wil gaan.

Ik draai me om en zeg: “Even wat frisse lucht halen meneer, ik voel me zo misselijk”.

“Het is je aan te zien, Bas, je ziet lijkbleek”.

Waarschijnlijk van de schrik denk ik bij mezelf.

“Oké, knul, ga jij maar gauw een rondje lopen, hopelijk helpt dat”.

Met een vriendelijk knikje draait hij zich om en verdwijnt in de recreatiezaal.

Ik zucht diep, wat een opluchting. Snel glip ik door de buitendeur de cour op, zo noemen wij de binnenplaats, richting kapel. Achter het gebouw gekomen, roep ik zachtjes Hans zijn naam. Meteen komt hij uit het donker te voorschijn. Alle emoties van de afgelopen uren komen naar boven en ik stort me letterlijk in zijn armen en laat mijn tranen de vrije loop. Hans fluistert lieve woordjes in mijn oor en streelt door mijn haren.

“Stil maar Bas, het komt goed. Kom, stop eens met huilen jongen”.

Hij druk mij stevig tegen zich aan. Ik word er helemaal opgewonden van.

Door de opwinding heb ik een stijve gekregen. En als ik mij tegen Hans zijn buik druk voel ik dat het hem ook niet onberoerd heeft gelaten. Mijn mond zoekt die van hem, zachtjes maar hartstochtelijk kus ik zijn lippen, duw met mijn tong zijn boven- en ondertanden uiteen en zo kan mijn tong naar binnen glijden. Mijn handen laten zich ook niet onbetuigd en ik kneed met mijn ene hand zijn stijve piemel terwijl mijn andere onder zijn trui glijdt en zijn borst en tepels streelt. Allebei zachtjes kreunend, vergeten wij tijd, plaats en omstandigheden, kussen elkaar, spelen met elkaars stijve, strelen en aaien, vrijen dat het een lieve lust is. Ik voel de tinteling in mijn buik, weet dat het niet lang meer duurt. Even later komt de ontlading, ongeveer gelijktijdig met die van Hans. Onze ogen zijn intussen aan de duisternis gewend en ik zie dat Hans mij stil lachend aankijkt. “Dat was fijn”, zegt hij in mijn oor. Ik knik, kan geen woord uitbrengen van geluk. Dicht tegen elkaar aan blijven we zo een tijdje staan.

“We moeten zo langzamerhand naar binnen want het is bijna 10.00u en tijd om naar bed te gaan. We praten deze week wel”, zegt Hans zachtjes.

Ik knik. Het is nu inderdaad te laat geworden. “Is het goed als ik je vannacht opzoek, Hans?” Een stevige tongzoen is het antwoord. Hij geeft mij een duwtje en ik loop, gedekt door de schaduw van de kapel, terug naar de ingang aan de andere kant van de cour. Als ik binnenstap, is de gang leeg. Ik kan ongeziens, snel de toiletten in duiken. Ik pak het laatste toilet, zoals gewoonlijk. Als ik plas, hoor ik iemand naast mij het toilet binnengaan. Meteen klinkt er een bekend kuchje. Het is Hans, weet ik onmiddellijk. Met als gevolg weer een stijve. Mijn eerste reactie is gauw even aftrekken. Dan denk ik aan mijn belofte om Hans vannacht in zijn chambrette een bezoekje te brengen. Dus laat ik mijn piemel met rust, rits mijn broek dicht en verlaat het toilet. In de gang lopen leerlingen al richting slaapzaal. Ik sluit aan en ga met de meute mee. Als ik op mijn slaaphok kom, slaan de zenuwen pas echt toe. Ik heb het Hans beloofd in een opwelling en dus zal ik mijn belofte moeten nakomen en vannacht naar hem toegaan. Ik voel dat ik ondanks mijn zenuwen alweer opgewonden raak. Ik kleed me uit en trek mijn pyjama aan. Tegen mijn gewoonte laat ik mijn onderbroekje uit. Het geeft me een geil gevoel. Ik ga onder de dekens liggen en wacht op de surveillant die welterusten komt zeggen. Ik vertrouw erop dat ik ergens in de nacht vanzelf wakker word. Echter voor de surveillant mij welterusten heeft kunnen wensen, ben ik al in een diepe slaap verzonken, ver weg in dromenland.


Wat was ik blij, toen ik buiten, Bas weer in mijn armen kon sluiten. Dit zou nog een moeilijke situatie gaan worden. Wat wij beiden deden kon niet, was absoluut verboden. Maar mijn verlangen naar Bas was sterker dan de wil om te gehoorzamen aan de wetten van het internaat. Verdorie, ik hield van die knul. Ik werd weer warm van binnen bij de herinnering aan de kortstondige vrijpartij achter de kapel. Het tongzoenen, mijn hand
die in Bas zijn broek gleed en hem van voren vast pakte en hem naar een hoogtepunt voerde. De hevige verliefdheid die ons samen bracht. En, niet te vergeten, de belofte van Bas dat hij vannacht naar mij toe zou komen. Toen ik mijn pyjamabroek aanschoot besloot ik mijn slip er onder aan te houden. Ik zou nu flink moeten zijn en mezelf tonen dat ik wel degelijk over wilskracht beschikte. Later in de nacht, zo bleek, was dat overbodige voorzorg geweest. Nadat ik onder de dekens was gekropen, liet ik de afgelopen dag nog eens de revue passeren.



Ik weet niet waardoor ik wakker word, maar ineens zit ik rechtop in bed, zo goed als klaar wakker. Op mijn wekkertje zie ik dat het 3 uur is. Meteen flitst het door mijn hoofd: ik moet naar Hans. Mijn hart klopt plotseling in mijn keel en ik kan me wel voor mijn kop slaan dat ik het beloofd heb. Als ik nu eens doe alsof ik niet wakker ben geworden en de hele nacht heb doorgeslapen. Of zeggen dat ik wel op weg ben geweest maar manke Sanders tegenkwam die een extra surveillanceronde hield. Ik bedenk nog meer uitvluchten maar geen ervan volstaat. Bovendien verlang ik verschrikkelijk naar Hans. Dan neem ik een besluit, raap al mijn moed bij elkaar en stap mijn bed uit, de gang tussen de chambrettes op en sluip naar het slaaphok van Hans. Mijn lopen op blote voeten klinkt mij in de oren alsof ik tapdansend over de slaapzaal loop. Gelukkig, ik ben er en snel glip ik langs het gordijn en sta stil voor het bed. Ik wacht even tot mijn ogen aan het duister zijn gewend. Hé, géén Hans te bekennen. Zeker even naar het toilet. Zal ik vast in bed kruipen of wachten op de rand van het bed? Juist als ik in bed wil stappen gaat het gordijn opzij en stapt Hans binnen. Hij schrikt zich rot en ziet dan dat ik het ben. Van de zenuwen beginnen we allebei te lachen en wat erger is: we krijgen samen de slappe lach. Teneinde raad kruipen we beiden onder de dekens om te voorkomen dat iemand ons hoort. Eindelijk komen we tot bedaren en kruipen we dicht tegen elkaar aan. “Ha Basje” fluistert Hans in mijn oor. Ik brom wat onverstaanbaars en kruip nog verder weg in zijn armen. O, dit zou van mij een eeuwigheid mogen duren. Hoe lang we zo stil van elkaar genietend, bij elkaar liggen weet ik niet. Noch Hans noch ik voelt de behoefte aan geile dingen. We genieten zo intens van ons samenzijn. We praten over onze liefde voor elkaar, over de moeilijke situatie waarin we verkeren. We bedenken mogelijke oplossingen maar zien ook de onmogelijkheid van onze ‘relatie’. Uiteindelijk zeg ik tegen Hans dat ik het tijd vind om terug te gaan. Hij knikt en geeft me een kusje op mijn voorhoofd.
Als ik terug in mijn eigen bed op het wekkertje kijk, is het 5 uur. Ik ben dus bijna 2 uren bij Hans geweest. Twee onvergetelijke uren. Maar hoe nu verder?


Het is geweldig geweest. Na mijn eerste schrik en onze onbedaarlijke lachbui waren we in elkaars armen gekropen en hadden lang met elkaar gesproken. Bas had als een kleine jongen in mijn armen gelegen en had gelukkig begrepen dat we in een onmogelijke situatie beland waren. Hoe die op te lossen zonder pijn en verdriet was een vreeslijke moeilijke vraag. Daarbij kwam dat ik me had voorgenomen om me volgens de regels te gedragen en een einde te maken aan onze vriendschap. Dit laatste had ik Bas echter nog niet durven vertellen. Wel was ik blij dat er tijdens ons nachtelijke avontuur niets meer gebeurd was. Na wat er achter de kapel had plaats gevonden, had ik beslist dat het de laatste keer was geweest dat ik mij had laten gaan. Het zou deze week nog moeilijk worden om Bas de waarheid te vertellen. Het kon echter niet anders……….


Die middag in de pianoklas staat onuitwisbaar in mijn geheugen gegrift. Hans vertelt dat hij een einde komt maken aan onze vriendschap, die in zijn ogen verboden is en die hij niet kan toelaten binnen de roeping die hij heeft. Ik ben akelig kalm en gedraag me alsof het niet over mij, over ons gaat. Alle mooie woorden gaan aan mij voorbij en raken me nauwelijks. Het enige dat door mijn hoofd speelt: jij wilt me niet meer, jij mag niet van mij houden, ik verlies je Hans terwijl ik zo ontzettend van je houd. Ik laat geen traan zolang Hans in het lokaal is. Pas als de deur achter hem in het slot valt, laat ik mijn tranen de vrije loop.

Enkele weken later…….
Met rood omrande ogen kom ik deze zaterdagavond uit de spreekkamer na mijn wekelijks gesprek met Leopold. Het is een zwaar gesprek geweest met maar één conclusie: ik zal het internaat vrijwillig moeten verlaten.
In de voorbije zaterdagavonden vertel ik pater Leopold steeds meer over Hans en mij. Ik moet mijn hart luchten omdat Hans mij niet meer wil zien en niet met me wil praten. Ik begrijp Hans zijn standpunt wel maar ik wil hem wel zien en met hem praten. We kunnen toch gewoon vrienden blijven zonder met elkaar te vrijen. Maar Hans wil niet, hij ontwijkt mij, negeert mij haast.
Vanavond is de bom gebarsten en pater Leopold heeft mij duidelijk gemaakt dat één van ons beiden de school moet verlaten. Zowel hij als ik weten dat ik dat zal zijn. Ik zal waarschijnlijk nooit echt gelukkig worden als priester en Hans wel.

Pater Leopold heeft mij ook verteld dat hij eigenlijk de rector moet inlichten en dat wij dan allebei van school verwijderd zullen worden. Hij denkt echter dat Hans wél echt roeping heeft. En hij wil hem nog een kans geven. En die mogelijkheid is er, als ik besluit vrijwillig te stoppen zodat Leopold niet naar de rector hoeft te stappen. Voor iedereen een prima oplossing behalve voor mij.

Ik heb mijn besluit genomen, ik ben er uit, ik ga. Ik zal het internaat vaarwel zeggen.


Op het briefje van Bas stond: ik wil je graag nog één keer zien. Daarna ga ik voorgoed weg van deze school. Kom vannacht alsjeblieft naar mij toe, dan kunnen we ongestoord afscheid nemen.

Ik ben die nacht naar Bas toegegaan. We hebben naast elkaar in bed gelegen, gepraat, gelachen, gehuild én van elkaar gehouden. Wat waren we op dat moment gelukkig. Twee mensen, die voor het eerst in hun leven verliefd waren.

Een paar dagen later stond de paasvakantie voor de deur en verliet Bas op paaszaterdag voorgoed het internaat, uitgezwaaid door zijn klasgenoten en enkele leraren. Ik stond achteraan, enigszins verdekt opgesteld. Toch weet ik zeker dat hij met mij het laatste oogcontact had terwijl ik naar hem zwaaide. Ik slikte mijn tranen weg en op dat moment voelde ik een hand op mijn schouder. Ik draaide me om en keek recht in het vriendelijk lachend gezicht van pater Leopold, die mij een bemoedigend knipoogje gaf.





We rijden de poort uit en pa is druk aan het uitleggen wat voor mij de mogelijkheden zijn om verder te studeren. Ik wil het wel uitschreeuwen: “Man houdt in godsnaam je kop, je moest eens weten waarom ik naar huis kom en voorgoed deze school verlaat”. Ik kan echter niets zeggen, ik zit opgesloten in mijn geheime verdriet. Ik ben nog niet zover dat ik alles kan vertellen, dat ik uit de kast kan komen. Wanneer zal dat wel kunnen. Tranen vertroebelen mijn zicht…….



Naschrift:

Na die paar jaren op het internaat, beland ik via de Havo op de Pabo waar ik mijn lerarenopleiding afrond. Mijn tweede benoeming na mijn examen is die van leraar Nederlands in Hilvarenbeek.
Het is op deze school dat ik lees ik in het maandblad van mijn vroegere internaat dat Hans ook de school verlaten heeft, 4 jaar na mijn vertrek. Daarna krijgt hij verkering en vlak voor zijn trouwen blijkt hij ongeneeslijk ziek te zijn. Op zeer jonge leeftijd, zo rond zijn vierentwintigste is Hans gestorven.
Het moment, dat ik die boodschap lees, daar op die school in Hilvarenbeek, en ik alleen in de lerarenkamer aan de koffie zit, staat onuitwisbaar in mijn geheugen gegrift.


Hans Bernard © 2008

Gesloten