INTERNAAT deel 2

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

INTERNAAT deel 2

Bericht door Hans Bernard » za 12 feb 2011, 01:00

Korte samenvatting van deel 1

Hans en Bas zitten samen op internaat en Bas is heimelijk verliefd op Hans. Als Hans hem echter aanspreekt weet hij zijn verlegenheid nauwelijks te verbergen. Bij het douchen, na een gymles, wordt Bas door Hans benaderd. Het komt het bijna tot intiem contact. Ze worden echter gestoord. Daarna ontwijkt Hans nadrukkelijk Bas, die daar helemaal niets van begrijpt. Hans voelt zich echter schuldig omdat hij Bas heeft willen verleiden. Hij is verliefd op Bas maar denkt dat die dat niet zal willen. Daardoor gebeuren er dingen die beiden eigenlijk van elkaar verwijderen en waardoor er misverstanden ontstaan. Zo ontlopen ze elkaar, komen elkaar toch tegen en weten dan met de situatie geen raad totdat de schoolvakantie aanbreekt en ze veertien dagen hebben om tot rust te komen.



INTERNAAT deel 2


De vakantie is waardeloos, ik mis Hans enorm. Bovendien ben thuis ik mijn vriendjes ontgroeid. Ik spreek sinds ik op het internaat zit ABN en dat vinden ze maar gek. Ik stel me aan en ben verwaand roepen ze me na. Zelfs mijn beste maatje van vroeger laat me links liggen.
Ik ben dan ook verschrikkelijk blij als pa me terug brengt en sla een zucht van verlichting als we de oprijlaan op rijden. Zo snel als mogelijk zeg ik gedag en ren met mijn koffertje naar binnen. Opgewonden en met kloppend hart klim ik de trappen op naar de slaapzaal. Een luid geroezemoes komt mij tegemoet. Als ik de slaapzaal binnen ga zie ik allemaal houten kamertjes met gordijnen als deur. De chambrettes zijn zo ongeveer 2m lang en 1.80m breed. Er staat een bed met naast het hoofdeinde een kast voor je kleren. Een gevoel van opwinding maakt zich van mij meester. Eindelijk een beetje privacy. Bij de ingang hangt een lijst met namen en nummers. Achter mijn naam staat 169. Ik ga op zoek en kijk meteen of Hans dicht bij mij in de buurt zit. Uiteindelijk zitten de R en de T, de begin-letters van zijn en mijn achternaam dicht bij elkaar. Al snel vind ik mijn ‘slaaphok’, lekker aan de buitenkant van de zaal, bij de ramen en de wasbakken. Ik doe het gordijn opzij, stap naar binnen, leg mijn koffertje op het bed en ga op de rand zitten. Ik luister naar de gedempte stemmen, met af en toe een luide uitschieter. Ook ik heb de haast onbedwingbare lust iets hard te roepen, juist omdat het verboden is.

Ik hoor in het gangpad de enigszins slepende tred van Sanders, de surveillant. Ik steek mijn hoofd door het gordijn en zeg hem gedag. Hij staat even stil, aait me over mijn bol en vraagt of ik een leuke vakantie heb gehad. Voor ik iets kan zeggen loopt hij al weer verder om een medeleerling toe te fluisteren dat hij niet zo’n lawaai moet maken. Dan hoor ik ineens de stem van Hans, zo dichtbij dat het lijkt of hij aan de andere kant van het houten schot zit. Ik kuch nadrukkelijk en hoor een ingehouden stem zachtjes roepen: ‘Ben jij dat Bas?’ ‘Ja’ roep ik halfluid. Dan hoor ik een zacht getik tegen het schot, aan het hoofdeinde van het bed. Ik meteen ook ta…tadadata…ta…ta. En ik krijg onmiddellijk reactie. Ik juich van binnen want onze chambrettes grenzen aan elkaar. Uitgelaten spring ik van het bed om mijn koffertje uit te pakken en mijn kleren netjes op te bergen. Een beter begin van het semester kan ik me niet voorstellen. Dit wordt beslist een goed semester en wie weet wordt het nog iets tussen ons?

Dat was ook toevallig dat de hoofdeinden van onze chambrettes aan elkaar grensden. Ik had bij binnenkomst al rond gekeken of ik Bas ergens zag. Al was de vakantie heel plezierig geweest, toch moest ik nogal eens aan Bas denken. Ik miste hem in de weken dat ik thuis was. Eén ding had ik me voorgenomen, me niet meer zo aan te stellen door hem te ontwijken of te negeren. En nu zat ik met kloppend hart op mijn bed, geschrokken van die overbekende stem van Bas, o zo dichtbij. Ik raapte alle moed bij elkaar en riep zachtjes: 'Ben jij dat Bas?' en tikte ons herkenningswijsje tegen de houten afscheiding. Bas reageerde onmiddellijk en tikte ritmisch terug. Ik werd helemaal warm van binnen en nam me heilig voor Bas zo snel mogelijk te vertellen dat ik verliefd op hem was.
Ik dagdroomde nog even verder tot ik plotseling wreed werd wakker geschud door Sanders die me vroeg waar ik in 's hemelsnaam met mijn gedachten was en me waarschuwde om meteen mijn koffer uit te gaan pakken omdat ik anders te laat voor het avondeten zou zijn want ik had nog maar 10 minuten om alles op te ruimen. Met mijn hoofd in de wolken legde ik mijn kleren snel in de kast en haastte me naar de eetzaal. Toen ik binnen kwam zag ik Bas al zitten. Ik schoof op de lege stoel naast hem aan tafel. Ik voelde hoe Bas even zijn knie tegen mijn been duwde en was op dat moment de gelukkigste leerling van het internaat.


Ik voel me in de zevende hemel als ik over de slaapzaal naar de uitgang loop om naar de eetzaal te gaan. Nog even en ik zal Hans zien. Ik hoor dat Sanders tegen hem zegt dat hij voort moet maken als ik juist met uitpakken klaar ben en op het punt sta om naar beneden te gaan. Een ogenblik denk ik erover om stiekem bij Hans binnen te glippen maar de tijd is te kort en ik wil niet te laat in de eetzaal zijn. Nu ik op tijd ben, kan ik voor Hans een stoel naast me vrijhouden. Mijn hart gaat als een wilde tekeer als hij binnenkomt en meteen op mij afstevent en op de vrije stoel naast mij gaat zitten. Wanneer ik me naar hem toe draai stoot ik per ongeluk met mijn knie tegen zijn been. Oei, als hij daar maar niets achter zoekt. Verbeeld ik het me nu of duwt hij terug met zijn been? Ik krijg er een kleur van en kijk snel de andere kant op. Bovendien voel ik nog iets anders opspelen en ik ben blij dat dat onder de tafel gebeurt. O jee, hij wordt echt stijf. Ik heb het gevoel dat iedereen ziet dat ik tot achter mijn oren rood kleur. Dan hoor ik Hans zeggen: 'Heb je niet te lang in de zon gezeten, het lijkt wel of je in je gezicht verbrand bent.' 'Ik denk het' antwoord ik hem en ben blij dat hij me op die manier uit mijn vervelende situatie redt. Hij moet eens weten waarom ik zo'n kleur krijg. Het eten verloopt verder rustig en zonder incidenten. Wel voel ik herhaaldelijk zijn been tegen het mijne maar ik weet nog steeds niet of het toeval is of opzet. Als we klaar zijn lopen we samen met nog een groepje leerlingen naar de recreatiezaal. Nog drie kwartier hebben we voor de bel voor de avondstudie luidt. Na een uurtje studeren volgt de laatste vrije avondpauze tot om tien uur de zoemer gaat en de gangen volstromen met medeleerlingen op weg naar de slaapzaal. Ik zie Hans een paar meter voor mij in gesprek met Karel en voel een steek van jaloezie. Hij kijkt niet meer om als hij de gang naar zijn slaaphok inslaat en teleurgesteld loop ik langzaam naar mijn chambrette. Ik kleed me snel uit en duik in bed. Dan wacht ik op Sanders, die bij alle leerlingen langs loopt, even het gordijn opzij schuift om te controleren of je in bed ligt. Hij wenst je welterusten en loopt dan weer door. Ik lig doodstil en met ingehouden adem. Sanders heeft zojuist het grote licht uitgedaan en het is nu schemerdonker op de slaapzaal. Hier en daar klinkt onderdrukt gehoest, iemand laat een keiharde scheet, gelach weerklinkt en eentje durft zelfs hardop 'stinkerd' te roepen. Dat roept weer een sisreactie op en een 'hou je kop'. Daarna wordt het snel stil en de eerste slapers verraden zich door hun gesnurk. Van Hans hoor ik geen enkele reactie. Ik kuch nog eens nadrukkelijk maar hoor geen enkel geluid uit de chambrette, aan de andere kant van mijn hoofdeinde.
Zelf heb ik niet de moed om zachtjes te roepen of tegen het houten schot te tikken. Ik had zelfs al het idee gehad om stilletjes naar zijn kamertje te sluipen vannacht. Dat kan ik maar beter niet doen en met een teleurgesteld gevoel val ik in slaap.

Het was een heerlijke avond. Telkens als onze benen elkaar raakten voelde ik een tinteling door mijn lichaam trekken. Gedurende het studie-uur had ik zitten dagdromen en het plan gemaakt om vannacht stiekem naar Bas te sluipen. Dan zou ik hem ook vertellen hoeveel ik van hem hield. Tijdens de laatste avondpauze probeerde ik tevergeefs de aandacht van Bas te trekken maar het leek wel of hij mij opzettelijk probeerde te ontwijken. Toen de zoemer voor het slapen klonk legde Karel zo'n beslag op mij met zijn verhaal dat ik wel moest luisteren en de kans om Bas nog te spreken voor het slapen totaal verkeken was. En nu ik in bed lag kwam er geen enkel teken van leven uit de chambrette van Bas. Ik draaide me op mij zij en trok de dekens over mijn hoofd. Om vannacht naar Bas te sluipen zette ik maar uit mijn hoofd.

Ik ontwaak langzaam uit mijn eerste slaap. Iemand trekt zachtjes aan mijn arm en fluistert: 'Bas wordt eens wakker'. Nog slaapdronken probeer ik in het schemerdonker te ontdekken wie er naast mijn bed staat. Dan ben ik ineens in één klap klaarwakker. Ik kijk recht in het gezicht van Hans.........Droom ik of staat Hans echt naast mijn bed? Hans buigt zich voorover. Ik lig verstijfd in mijn bed, niet in staat om ook maar één woord uit te brengen. ‘Mag ik naast je komen liggen?’ Met trillende hand sla ik mijn deken terug nog steeds sprakeloos en Hans schuift naast me in bed. Hij ligt op zijn linkerzij tegen me aan met zijn mond bij mijn oor, zijn buik tegen mijn arm en zijn benen half over mij heen. We liggen doodstil naast elkaar. Geen van ons beiden zegt iets, bang om geluid te maken en betrapt te worden. Uiteindelijk raap ik alle moed bij elkaar en vraag zachtjes aan Hans hoe laat het is. ‘Half drie’ zegt hij stilletjes in mijn oor. En weer liggen wij absoluut bewegingsloos naast elkaar. Wat voel ik toch tegen mijn hand drukken, de hand van mijn arm die naast mijn lichaam ligt. Oh mijn god, het is Hans zijn stijve piemel. Ik krijg het bloedheet en begin te blozen tot achter mijn oren. Ik durf mij niet te bewegen al voel ik tussen mijn benen nu ook iets groeien. Maar het is Hans die zachtjes met zijn piemel tegen mijn hand beweegt. ‘Ik hou van jou, al heel lang’ hoor ik hem zeggen. O lieve hemel, Hans houdt van mij. ‘En ik van jou’ fluister ik terug. Op dat moment hoor ik vanuit de verte de slepende tred van Sanders. Ik geef Hans een por en sis: ‘Sanders komt op nachtcontrole’. “ Wat moet ik doen Bas?” hijgt Hans benauwd. ‘Vlug, onder het bed’. En voor ik het goed en wel in de gaten heb is Hans onder het bed verdwenen. Precies op dat ogenblik schuift de hand van Sanders het gordijn van mijn chambrette opzij, kijkt even speurend rond en laat het gordijn weer zakken. Ik heb alles gevolgd, met ingehouden adem en stiekem door de spleetjes van mijn ogen kijkend. Ik zie het gordijn lichtjes op en neer gaan. Ik hang over de rand van het bed om zo onder het ledikant te kunnen kijken. Tot mijn verbazing ligt Hans niet meer onder mijn bed. Natuurlijk, hij is hem gesmeerd zo gauw hij kon om in zijn eigen bed te liggen als Sanders zijn chambrette inspecteert. Ik voel een steek van teleurstelling. Ik had nog zoveel tegen hem willen zeggen. Toch val ik even later met een heerlijk gevoel in slaap.

Buiten adem bereikte ik, sluipend tussen de chambrettes door, mijn eigen kamertje. Wat had ik het benauwd gehad daar onder het bed van Bas. Jemig wat was ik geschrokken toen Bas in mijn oor siste dat manke Sanders er aan kwam. In een vloek en een zucht was ik onder het bed gedoken. Juist op tijd want ik lag nog maar nauwelijks helemaal tegen de zijkant aangedrukt of ik zag de klompvoet van Sanders in de opening. Het leek wel een eeuwigheid voor hij weer doorliep. En ik, ik had maar één gedachte: zo snel mogelijk terug naar mijn eigen bed voor Sanders zou kunnen zien dat ik er niet in lag. Ik piepte onder het gordijn door en sloop in snelwandelpas naar mijn eigen slaapplaats. Buiten adem dook ik onder de lakens, geen seconde te laat. Het gordijn werd weggeschoven. Sanders stak zijn hoofd om de hoek en keek of ik er was. Ik durfde niet te ademen voor mijn gordijn weer helemaal stil hing. Even later werd ik rustiger en kon ik me afvragen hoe ik in ’s hemelsnaam de moed had gehad om midden in de nacht bij Bas binnen te sluipen. In zijn bed te kruipen en hem te vertellen dat ik van hem hield en hij van mij juichte ik inwendig. Zou hij ook gevoeld hebben dat ik met mijn piemel tegen zijn hand had gelegen. Ik voelde het daar beneden weer groeien. Zou ik me gauw ………? Nee, ik had met hem samen willen klaarkomen. Dus liet ik mijn hand waar hij was, boven de dekens. Het voelde als een soort van ‘trouw zijn’ aan Bas. En met een glimlach op mijn gezicht en intens gelukkig viel ik in slaap.

’s Morgens word ik door de zoemer wreed in mijn slaap gestoord. Ik heb na het nachtelijke avontuur aan een stuk doorgeslapen. Op de rand van mijn bed droom ik even na. “ Kom op Bas, jongen, opschieten. Direct kom je te laat in de refter voor het ontbijt “. Ik kijk met een nog slaperige blik recht in het vriendelijke gezicht van Sanders. “Ja meneer” stamel ik. Gauw een spijkerbroek aantrekkend gris ik mijn spullen bij elkaar en loop naar de wasbakken tegenover mijn chambrette. Gelukkig is er nog eentje vrij en begin ik aan mijn ochtendritueel. Stiekem om me heen kijkend probeer ik te ontdekken of Hans ergens is. Ik zie hem nergens, buig me voorover om mijn tanden te poetsen en krijg een duw van achteren zodat ik bijna voorover in de wasbak tuimel. “ Welke achterlijke” begin ik terwijl ik me omdraai. Nog juist zie ik Hans om het hoekje van de laatste chambrette verdwijnen. Een warm gevoel stijgt in mij op. Lachend poets ik mijn tanden, zoek mijn spullen bij elkaar en loop terug naar mijn kamertje, kleed me aan en vertrek ruim op tijd naar beneden naar de refter. Omdat er aan de tafel waar Hans zit geen plaats meer is, ga ik aan een andere tafel zitten waar nog meer klasgenoten zitten. Er wordt volop gepraat over de nieuwe slaapzaal en onze eigen ‘kamertjes’. Iedereen is blij met het stukje privacy dat hij heeft gekregen door de nieuwe situatie. Mijn blik droomt weg naar de andere kant van de refter waar ik een knappe Hans druk zie gesticuleren en redeneren. Ik denk aan vannacht en laat mijn fantasie de vrije loop. We omarmen elkaar, pakken elkaar beet en komen tot een hoogtepunt. Ik voel het over mijn hand lopen. Een luid gelach stijgt op en ik schiet met een hoogrode kleur rechtop in mijn stoel. Mijn glas melk is omgevallen en de melk stroomt rijkelijk over mijn hand. Ik grinnik wat schaapachtig en zorg dat de troep snel opgeruimd wordt. Men moest eens weten waarover ik had zitten dagdromen. Na het ontbijt begint onmiddellijk de eerste les. Als ik al lang en breed op mijn plaats zit, komt Hans binnen, druk pratend met Karel. Terwijl hij naar zijn plaats loopt, kijkt hij even naar mij en knipoogt dan. Ik voel me helemaal warm worden van blijdschap. Van de Latijnse les steek ik niets op. Ik droom telkens weg wat me ook nog eens een aantekening en een uitbrander oplevert. Het derde uur hebben we gym. Dus moet er in de pauze boven snel omgekleed worden: een zwart kort broekje met een wit T-shirt. Als ik in mijn onderbroek sta krijg ik spontaan een stijve. Gauw even rukken. Als ik bijna klaarkom gaat de zoemer. Ik moet me haasten mijn sportkleding aan te trekken. Als ik de trappen afloop is mijn stijve piemel duidelijk te zien. Ik schaam me rot. Er zit niets anders op dan in de eerste de beste wc het karwij af te maken. Dan maar te laat. Beter dan met een stijve de gymzaal in te moeten. Ik stap de toilettengroep binnen, loop naar het laatste toilet, iets wat ik onbewust altijd doe. Trek de deur, die dicht maar niet op slot is, open en kijk recht in het lachende gezicht van Hans.

Ik werd wakker, goed uitgerust ondanks mijn hachelijke avontuur. Jammer dat Sanders zo nodig midden in de nacht een surveillanceronde moest maken en mijn eerste intieme samenzijn met Bas daarmee verstoorde. Ik stond op. Vooruit, wassen, aankleden en naar de refter. Terwijl ik me waste, zag ik Bas uit zijn chambrette komen voor de ochtendpoedel. Toen ik even later achter hem doorliep, gaf ik hem een duwtje zodat hij bijna in de lage wasbak tuimelde. Ik liep snel het hoekje om. Tijdens ontbijt en ook in de Latijnse les was er geen gelegenheid om samen te praten. Bovendien kreeg Bas ook nog een aantekening vanwege het niet opletten. Ik had echt medelijden met hem. Pauze, snel naar de slaapzaal om mijn gymkleding aan te trekken. De trappen aflopend naar beneden, merkte ik dat ik hoognodig moest plassen. En terwijl ik op weg was naar de toiletten, ontspon zich in mijn hoofd een gewaagd plannetje. Ik wist dat Bas bijna altijd op het einde van de pauze nog vlug even ging plassen en altijd de laatste wc nam.
Als ik nu eens dat toilet nam en de deur niet op slot deed. Kwam Bas en nam hij de laatste wc dan hadden we samen het rijk alleen. Over hoe het daarna met de gymles moest dacht ik maar niet na. Ik liep de toiletten binnen. Gelukkig, de deur van het laatste toilet stond half open. Ik glipte naar binnen en wachtte met bonzend hart. Telkens als ik de centrale toegangsdeur hoorde, hield ik mijn adem in of degene die binnenkwam, door liep naar achteren. Juist toen ik de moed wilde opgeven, hoorde ik de deur. Voetstappen weerklonken en kwamen mijn richting uit. De klink ging naar beneden en de deur werd opengetrokken. In de deuropening stond Bas, compleet verbijsterd.



Hans Bernard © 2007

Gesloten