BLANCO
Een verhaal van Lucky Eye
Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
DEEL 1
Hoofdstuk 21
Met een nieuw regenpak komt hij een klein uurtje later thuis. Zijn vader is er nog niet en dat betekent dat er ook nog niet gegeten kan worden. Ze hebben de gewoonte om als het even kan 's ochtends en 's avonds gezamenlijk te eten. 's Ochtends lukt echter lang niet altijd en als Jaspers vader het 's avonds te laat maakt door het een of ander dan gaat de rest ook gewoon eten. Het wordt wat later, vertelt zijn moeder hem als hij ernaar vraagt. Geen probleem. Altijd wel wat te doen en zeker met twee tentamens morgen. Hij loopt naar zijn kamer en zet zijn computer aan. Terwijl het ding opstart, maakt hij zijn rugzak leeg en zet de broodtrommel klaar om straks mee naar beneden te nemen zodat die afgewassen kan worden. Hij meldt zich aan en opent zijn mailbox. Niets bijzonders dit keer. Dan piept zijn telefoon ten teken dat er een sms'je binnengekomen is. In de verwachting dat het er een van Pieter is, pakt hij het apparaat meteen om het bericht te lezen. Hé! Niet een van Pieter maar… van Dennis. Het is een kort berichtje: 'Het spijt me van vanmiddag. Ik stuur je nu een langere mail om het een en ander uit te leggen. Nogmaals sorry!' Dan ziet hij in zijn postvak een nieuw bericht verschijnen. Hij legt zijn telefoon weg en opent de e-mail. Jasper glimlacht als hij ziet dat Dennis de begroeting gebruikt die ze vorig jaar tijdens een projectweek over talen hebben geleerd. In die week kregen ze van hun lerares klassieke talen, mevrouw Berrit Greveling, les in de plantaal Esperanto. Het was een introductiecursus die hen veel over de taal zelf maar ook over de geschiedenis en de toepasbaarheid van het Esperanto leerde. Het mooiste van de cursus was dat ze aan het eind van de week vrij gemakkelijk konden communiceren met Roemeense leeftijdgenoten die precies dezelfde cursus hadden gedaan. Mevrouw Greveling was op haar eigen vakgebied al heel bevlogen maar tijdens haar project Esperanto kreeg ze echt vleugeltjes zo leek het.
-
Saluton Jasper,
Het spijt me echt heel erg dat ik jouw coming out van vanmiddag in de war heb geschopt vanwege mijn gedrag. Zoiets te vertellen aan je vrienden hoort een hoogtepunt te zijn en ik heb er, naar ik aanneem, een behoorlijke domper op gezet. Iets wat natuurlijk niet mijn bedoeling is geweest. Ik heb helemaal niets tegen homo's en al helemaal niet tegen jou! Je bent een prima vent, een prima vriend en dat je homo bent doet daar helemaal niets aan af. Je blijft voor mij gewoon wie je altijd was! Toch wil ik je graag uitleggen waarom ik ineens zo vreemd reageerde en zonder iets te zeggen wegliep. Niet om me schoon te praten want mijn gedrag is gewoon niet goed te praten maar om het je uit te leggen. Ik hoop dat je er, na het lezen van dit bericht, enig begrip voor zult hebben en me niet op mijn gedrag zult afrekenen.
We wonen sinds dit jaar in Zwolle. Ik ben heel blij dat ik, mede dankzij Cas, meteen in een al bestaande vriendengroep werd opgenomen want dat scheelt gewoon enorm. Het je thuis voelen is dan veel en veel gemakkelijker. Voordien woonden we in de omgeving van Amsterdam. Op zich een prachtige stad maar ook met zijn schaduwkanten. Ik heb twee oudere broers. De oudste is 5 jaar ouder dan ik. Toen ik 14 was kwam hij uit de kast. Bleek hij dus homo te zijn. Bij ons thuis geen enkel probleem. Homo? So what? Amsterdam is natuurlijk een prachtige stad voor homo's. Tenminste dat neem ik aan. Weet niet of Zwolle echt uitgaansgelegenheden voor homo's heeft maar Amsterdam dus wel. Zat. Mijn broer maakte daar gretig gebruik van. Vond het prachtig om te kunnen zijn wie hij was. Al heel snel kreeg hij een vriendje. En dat klikte van beide kanten meteen heel erg goed. Grappend noemden we ze wel eens het vechtpaar omdat ze geregeld ook ruzie met elkaar hadden. Niet echt ruzie natuurlijk maar meer kijken wat je aan elkaar hebt. Aftasten. Je plek bepalen. Alles om het daarna weer goed te maken Twee jaar geleden ging hij met zijn vriend en enkele anderen (niet allemaal homo) naar de festiviteiten op Koninginnedag. Een drukte van jewelste elk jaar en iets waar ik ook graag mocht zijn. Gewoon hartstikke leuk! Die dag werd het echter niet leuk. Mijn broer en zijn groepje raakten betrokken bij een vechtpartij. Aanleiding daarvoor was dat anderen gezien hadden dat mijn broer en zijn vriend hand in hand liepen. Eerst kwamen de scheldwoorden. Daarna werden de anderen handtastelijk en uiteindelijk liep het flink uit de hand. Iedereen liep wat op maar mijn broer kwam na een forse duw heel ongelukkig terecht en moest met een ambulance afgevoerd worden. Toen mijn mobiele ging en ik mijn moeder aan lijn kreeg, wist ik meteen dat er iets goed mis was. Zo snel mogelijk racete ik naar het AMC. Mijn ouders, andere broer en de vriend van Jos zaten in een lange gang, allemaal lijkbleek. Toen mijn moeder me dicht tegen zich aantrok, wist ik dat het echt fout zat. Ze huilde. Ook mijn vader huilde. Iedereen huilde. Ze vertelden me wat er gebeurd was en dat Jos nu op de operatietafel lag. Daarna reden ze hem naar de intensive care en eerst mocht er niemand bij. Een arts vertelde ons wat ze gedaan hadden. De toestand was kritiek, zo besloot hij. Mijn moeder en de vriend van Jos gingen als eerste kijken. Toen ik met mijn broer en vader ging, schrok ik me echt wezenloos. Ik vond het doodeng. Hij lag aan allerlei apparaten en de meter die zijn hartslag aangaf bewoog amper. Zijn hoofd was dik ingepakt. Hij had door de val een schedelbasisfractuur opgelopen en lag in coma zo was verteld. Vijf dagen later overleed Jos zonder dat hij bijgekomen was. Zonder dat wij nog een woord met hem hadden kunnen wisselen. En nu heb ik nog steeds dat zodra er iets is dat me aan Jos doet herinneren ik meteen van de kaart ben. Weg ben en de laatste beelden van hem voor me zie. En dan moet ik ook gewoon weg. De ruimte opzoeken. Weg proberen te komen van die herinnering. Niet dat ik hem ooit wil vergeten hoor echt niet maar ik wil die herinnering aan die laatste dagen wel kwijt raken eigenlijk. Toen jij vertelde vanmiddag dat je homo was toen was ik meteen weg. Ik hoorde verder helemaal niets meer, was alleen maar in gedachten verzonken en wilde weg. En dat deed ik dus ook. Nogmaals mijn excuses daarvoor. Ik hoop dat je een beetje begrip voor me hebt en me nog steeds ziet als je vriend.
Amike, Dennis
-
Ook de eindgroet is in het Esperanto. Jasper heeft vreselijke moeite het droog te houden. Na de eerste regels al had hij het gevoel dat het verhaal wel eens een diepere laag zou kunnen hebben maar dat Dennis in zijn leven zoiets ingrijpends heeft moeten meemaken, had hij niet kunnen vermoeden. En logisch natuurlijk! Wat weet je nou eigenlijk van je vrienden? Niet meer dan dat ze zelf loslaten en het is heel begrijpelijk dat je iets dergelijks niet aan iedereen vertelt. Hij zelf zou zoiets ook niet doen. Je houdt zoiets klein. Misschien vertel je het aan je allerbeste vrienden maar verder ook niet. Hij wrijft in zijn ogen, haalt zijn neus op en maakt een reply. Eentje waarin hij begint met te zeggen dat excuses niet nodig zijn. Dat hun vriendschap wel tegen een stootje kan en dat hij dat wat hij gelezen heeft heel tragisch en schokkend vindt. Dat hij zich heel goed kan voorstellen dat zoiets heel veel impact had en nog steeds heeft. Als hij dan de mail afsluit, zit hij nog tijden naar het beeldscherm te staren. Compleet in gedachten verzonken. Hoe zou het voelen als hij zijn broertje zou kwijtraken? Of zijn zusje? Jasper is zo druk aan het denken dat hij niet hoort dat zijn moeder zijn kamer binnenkomt.
"Hé dromer, kom je eten?"
"Ja."
"Wat is er jongen? Je kijkt zo geschokt."
"Lees maar." Marion gaat naast haar zoon staan en leest Dennis' e-mail.
"Ohh… dat is vreselijk zoiets."
"Ja… zoals hij schrijft, de schaduwkanten van Amsterdam. Het schijnt inderdaad dat je daar als homo niet hand in hand kunt lopen. Stom toch!"
"Ja. Enorm stom. Maar alsjeblieft Jasper, mocht je daar of in welke andere grote stad dan ook zijn, wees voorzichtig."
"Ik zal het doen mam."
"Ga je mee. Je vader is er. We kunnen eten."
"Mam, straks ga ik het ook aan Sam en Maarten vertellen. Vind je dat goed?"
"Natuurlijk jongen. Het is heel goed dat zij het weten. Je vertelde ons vanmorgen dat Maarten al het een en ander weet maar die weet het wel zo te brengen alsof hij het voor het eerst hoort."
Jasper eet weinig die avond. Zijn moeder kijkt hem regelmatig aan en weet wat er in hem omgaat. Vreselijk gewoon een dergelijke gebeurtenis. Het zou je maar overkomen. Dan gaan ook haar gedachten met haar op de loop. Hoe zou het zijn om als ouder een van je kinderen te verliezen? Het lijkt haar dat de ouders van Dennis door een hel gegaan moeten zijn. Voor haar zou het in elk geval echt een ramp, een verschrikking zijn. Een doemscenario waar je gewoon niet over na moet denken. Heel bewust probeert ze dan ook haar gedachten te verzetten.
"Sam, Maarten, ik heb jullie nog iets belangrijks te vertellen," opent Jasper het gesprek nadat het toetje opgegeten is. Beiden kijken ze hem aan. "Ik heb er al wel met mam en pap over gesproken maar jullie weten het nog niet." Met zijn voet tikt hij tegen het been van Maarten. Deze begrijpt meteen waar het over zal gaan en geeft een tikje met zijn voet terug. "Sinds kort heb ik verkering en… "
"Ohhh wat leuk! Is het een leuk meisje? Heeft ze lang haar? Gebruikt ze make-up? Houdt ze van mooie kleren?"
"Sam, het is niet netjes om iemand die iets aan het vertellen is zomaar te onderbreken," corrigeert Martin zijn dochter.
"Ik was alleen maar heel erg benieuwd hoor!" En dat is ze nog steeds want ze zit inmiddels op haar knieën op haar stoel en wipt van pure opwinding op en neer alsof ze een springveer heeft ingeslikt.
"Sam," zegt Jasper heel rustig, "ik heb verkering met een jongen. Hij heet Pie… "
"Gut! Maar dat is raar! Welke jongen heeft er nou verkering met een jongen! Idioot hoor!"
"Echt niet!" dat komt wel vaker voor hoor. "Er zijn ook meisjes die op meisjes verliefd worden," weerlegt Maarten.
"Jij bent niet goed bij je hoofd! Dat is echt heel erg raar hoor."
"Sam. Nou is het afgelopen. Je gedraagt je niet echt leuk. Jasper vertelt je iets dat voor hem heel belangrijk is en jij noemt dat raar?" Martin is echt verontwaardigd en laat dat ook goed blijken naar haar toe.
"Nou ja… dat vind ik!"
"Oké. Wil je dat ik nog verder vertel?" probeert Jasper de rust aan tafel wat te herstellen.
"Ja hoor. Is wel goed," klinkt het uitermate ongeïnteresseerd uit de mond van de achtjarige. Zeer verbaasd over haar gedrag kijkt hij zijn ouders aan. Beiden geven met een knipoog aan dat hij haar beter kan negeren. Tenminste zo interpreteert hij dat.
"Hij heet Pieter en komende donderdag gaan jullie kennis met hem maken en da… "
"Komt hij hier," maakt Sam de zin voor haar broer af want het is duidelijk geen vraag.
"Nee wijsneus," reageert Jasper voordat Martin haar weer een terechtwijzing kan geven omdat ze hem opnieuw niet liet uitpraten, "dan gaan wij met z'n allen naar hem toe."
"Waarom dat? Is dat niet raar?"
"Wat heb jij toch met het woordje raar Sam?" vraagt Martin haar. "Als dingen anders zijn dan jij verwacht of wilt dan zijn ze nog niet raar! Ze zijn anders! Meer niet!"
"Oké. Maar waarom gaan we naar hem toe dan?"
"We gaan naar hem toe omdat het ons drieën," en Jasper wijst daarbij naar zijn ouders en naar zichzelf, "goed leek dat jullie weten waar ik ben als ik eens een nachtje niet thuis ben. Als ik logeer bij Pieter zoals het afgelopen weekend. Dan hoeven jullie je in elk geval niet ongerust te maken."
"Ben ik niet geweest hoor."
"Nee, maar Maarten wel en du… "
"Baby!" roept ze naar haar broertje en meteen daarna steekt ze haar tong naar hem uit. Dan is voor Martin de maat vol.
"Hup jongedame! Naar boven jij! Ga je wassen, poets je tanden en trek je pyjama maar alvast aan ik kom je zo naar bed brengen."
"Maar het i… "
"Doe wat ik je zeg!" Aan het gezicht van haar vader en zijn barse stem merkt Sam dat ze het duidelijk verbruid heeft nu en dat langer doorzeuren geen zin heeft. Mokkend en met harde stappen verlaat ze de keuken om dan vervolgens alle deuren met grote knallen achter haar dicht te slaan.
"Zo dat is een stuk rustiger in elk geval," bromt Martin.
"Maarten?"
"Ja mam?"
"Je niets aantrekken van je zus hè?"
"Echt niet! Ze heeft af en toe van die plaagbuien. Dat weet ik inmiddels al wel. Ik ben blij dat jullie een oplossing hebben gevonden voor dat ik zo ongerust was."
"Graag gedaan knul," zegt Jasper en haalt zijn hand door de donkere haren van zijn buurman.
*
Meteen na het eten al gaat Jasper naar Jochem toe omdat hij opnieuw niet al te laat naar zijn bed wil. Morgen heeft hij een drukke dag op school en van indutten tijdens een schoolexamen kan natuurlijk geen sprake zijn. Het is reuze gezellig en het gesprek tussen hen - waaraan Roderick volop deelneemt - blijft maar doorgaan. Ze vallen werkelijk van het een in het ander. Als Jasper tegen tien uur aangeeft dat hij dan toch echt naar huis moet, kan hij niet eerder weg dan dat er een afspraak - zonder datum - is gemaakt voor een bezoek van hem en Pieter aan de jongens in Groningen.
En zo wordt het toch nog later dan hij eigenlijk gewild had. Als hij thuiskomt en de keuken inloopt ziet hij daar zijn ouders met Maarten zitten. Zijn broertje zit op de schoot van zijn moeder en heeft een betraand gezicht. Jasper vraagt wat er is. Zijn vader legt hem uit dat Maarten een nachtmerrie had. Eentje waarbij hij vreselijk moest gillen.
"Hij is nog steeds bang dat jou iets overkomt," licht Marion toe.
"Ja," zegt Maarten, "het was echt een heel erg enge droom hoor. Er was iets met auto's en iemand lag heel erg raar op de grond."
"Het afgelopen weekend was je ook al heel erg ongerust toch?" vraagt Martin. Maarten knikt. "Misschien heeft dat met elkaar te maken. Doordat jij je zo ongerust hebt gemaakt toen, ben je nu misschien gaan dromen." Maarten haalt zijn schouders op.
"Maar zoals je ziet," probeert Jasper de sfeer wat op te vrolijken, "ben ik weer thuis en misschien toch nog wel wat raar omdat ik op een jongen verliefd ben maar ik sta nog wel rechtop." Bij Maarten breekt een glimlach door. "Zal ik je naar bed brengen? Dan ga ik daarna zelf ook slapen." Maarten vindt het prima. Er worden de nodige nachtzoenen uitgewisseld en dan zet Jasper zijn broertje op zijn schouders en loopt hij zo met hem naar boven. Op de slaapkamer van Maarten laat Jasper zich, met hem nog steeds op zijn nek, op diens bed vallen. Ze lachen beiden luid. "Hé kom op. Onder het dekbed jij en slapen."
"Jasper?"
"Ja?"
"Ik vind je niet raar hoor."
"Dat weet ik. Dat heb je me al eerder gezegd. Weet je nog. Gisteravond?" Maarten knikt.
"Ik houd heel veel van je Jasper en ik wil niet dat er iets met je gebeurd."
"Hé jochie, je moet nu proberen aan leuke dingen te gaan denken want anders heb je kans dat je straks weer eng gaat dromen. Denk aan je lieve zus." Opnieuw moeten ze lachen.
"Ze is heus wel lief hoor!" verklaart Maarten dan heel stellig. "Alleen is ze soms erg driftig en zo. En dan wil ze dat dingen gebeuren zoals zij wil."
"Ik weet het Maarten. Ze is ook heel erg lief maar soms een tikkeltje moeilijk. Maar nu moet je gaan slapen." Jasper geeft zijn broertje een zoen op zijn wang en krijgt een heel stevige zoen terug. "Welterusten Maarten."
"Jasper?"
"Ja?" Jasper voelt heel duidelijk dat Maarten een vraag wil stellen maar er komt niets over zijn lippen. "Ik zie aan je gezicht dat je nog een vraag voor me hebt." Maarten knikt.
"Maar… nee laat maar."
"Je mag me echt alles vragen hoor dus… "
"Nee. Een andere keer misschien."
"Zeker weten?"
"Ja. Ik ga slapen. Welterusten Jasper."
"Welterusten Maarten. Tot morgen."
"Tot morgen."
Op zijn slaapkamer kleedt Jasper zich uit en loopt dan met zijn scheerspullen naar de badkamer toe. Zijn kin moet na vier dagen nodig weer eens geschoren worden en het is de wekelijkse scheerbeurt voor de rest. Staande voor de badkamerspiegel werkt hij eerst zijn oksels bij met zijn bodyshaver. Dan zijn schaamhaar. Onder de douche maakt hij dan zijn lijf nat en smeert vervolgens pik, ballen en spleet in met scheergel. De eerste twee onderdelen kan hij scheren zonder het gebruik van een spiegel. Als hij aan zijn spleet toe is, legt hij een scheerspiegel in de douchebak neer en gaat er gehurkt boven zitten. Heel voorzichtig nu want hij wil zich niet snijden. Hij is flink geoefend en alles gaat goed. Dan spoelt hij de resten van gel en haren weg en wast zich om dan ook dat weer weg te spoelen. Hij droogt zijn hele lijf behalve zijn gezicht omdat hij dat nog moet scheren voor de badkamerspiegel. Als hij dan helemaal klaar is, gaat hij terug naar zijn kamer. Hij bergt zijn spullen weer op en gaat op het kussentje op zijn mat zitten. Nog even mediteren en dan slapen? Nee, hij is te moe en zou onherroepelijk in slaap vallen.
Hoofdstuk 22
Jasper is al voordat de wekker gaat wakker. De vogels in de buurt hebben hem wakker gezongen en hij geniet van hun vroege zang. Het is mooi om er in de stilte van de ochtend naar te luisteren. Als de wekker gaat stapt hij uit bed en zet hij zich op zijn mat en kussentje om te mediteren. Ook dat is weer eens fijn. De laatste dagen was het er niet van gekomen maar nu ervaart hij hoe het hem weer oplaadt. Hoe hij heel bewust er is. Hoe de aandacht zich niet richt op het doen maar op het zijn. Voordat hij het weet ziet hij de meditatiewekker rood knipperen. De vijfentwintig minuten zijn al om. Als hij dan opstaat om naar de badkamer te gaan, hoort hij net hoe de deur op het slot gedraaid wordt. Zijn vader is hem voor. Oké dan eerst maar de yoga van deze dag. Hij doet de liggende oefeningen en dat alles in een heel rustig tempo om er vooral voor te zorgen dat je weet welke spieren zich in jouw lijf bevinden. Wanneer ze zich aanspannen en wanneer ze zich ontspannen. Ook hier geldt dat het niet gaat om het kunstje zelf maar om het bewust zijn van. Als hij bijna klaar is, hoort hij zijn vader uit de badkamer komen. Heel rustig maakt hij echter de serie oefeningen af en dan loopt hij met een handdoek en washand naar de badkamer toe. Op de overloop komt hij zijn vader tegen die uit diens slaapkamer komt.
"Goedemorgen blote zoon!"
"Goedemorgen aangeklede vader!" groet Jasper hem glimlachend terug. Tijdens het douchen speelt zijn piemel op op het moment dat hij met een goed ingezeepte washand zijn ballen wast. Eventjes richt hij zijn aandacht op de staander maar al heel snel voelt het voor hem niet goed zich nu af te trekken. Later, zegt hij tegen zichzelf en wijdt zich weer aan het douchen.
Als hij beneden komt zit zijn vader de krant te lezen terwijl hij ontbijt. Jasper maakt de opmerking dat zijn vader een van beide niet goed doet. Of hij eet niet met aandacht of hij leest de krant niet met aandacht.
"Ik weet het jongen maar ik heb niet zo heel veel tijd dus… gun me beide alsjeblieft."
"Je zou er beter aan doen rustig en met aandacht te ontbijten. Dat ontbijt helpt je door de eerste uren van de dag heen. Het nieuws blijft er wel."
"Opnieuw heb je gelijk. Ik zal het proberen." Hij legt de krant weg en richt zich alleen nog maar op het eten maar niet voor lang. Praten tijdens het eten is nou eenmaal heel gewoon bij de familie Verhulst. "Je trekt je toch niet al te veel van je zusje aan hè?"
"Nee. Ik weet dat ze wel weer bij zal draaien. Ze heeft volgens mij heel veel vaste ideeën in haar hoofd en als die dan niet uitkomen, vindt ze het raar. Ze houdt haar gedachten voor waarheden. En dat niet alleen voor zichzelf maar ook voor anderen."
"Ja, daar kun je wel eens gelijk in hebben. Zoals die vraag over make-up bijvoorbeeld."
"Inderdaad."
"Ze zeurt je moeder al tijden aan het hoofd dat ze ook make-up wil."
"En gelukkig geeft mam daar niet aan toe."
"Helemaal met je eens. Ze is echt nog te jong voor zoiets. Maar… " zegt Martin als hij zijn laatste hap doorslikt, "ik moet weg. Een lange klus vandaag die de klant het liefst in een dag af wil hebben en begrijpelijk. Niemand wil lang in de rotzooi zitten."
"En dus offer jij je op."
"Ja. Alles voor de klant hè! Succes met je examens."
"Dank je pap. Doei!"
"Doei!"
Dan breekt boven de hel los. Ineens is er heel veel lawaai. De dagelijkse strijd - zo lijkt het in elk geval want het komt heel vaak voor - om wie er het eerst onder de douche mag. Dit keer lijkt Maarten gewonnen te hebben. Goed dat hij ook eens op zijn strepen blijft staan, denkt Jasper. Sam en Marion komen naar beneden. Sam moppert en mokt en heeft duidelijk de bokkenpruik op. Stuurs blijft ze naast haar stoel staan. Jasper vraagt of ze niet gaat zitten en eten maar krijgt geen antwoord. Marion laat haar eerst haar gang gaan maar zodra zij het eraan toe heeft om zelf te ontbijten is het uit met het gedoogbeleid. Eerst probeert Marion het nog met lieve woordjes maar als die niet helpen, krijgt Sam de wind flink van voren. Daarop gaat ze zitten en eet zonder een woord te zeggen. Op zich heel vreemd want anders kan ze haar mond nooit dichthouden. Heel vaak komt het voor dat ze gedurende een aantal minuten een spreekverbod krijgt opgelegd zodat de anderen ook eens aan het woord kunnen komen maar vanochtend is dat niet nodig. Als Jasper klaar is met eten gaat hij naar boven. Maarten komt dan net de badkamer uit. Ze wensen elkaar een goedemorgen. Jasper poetst zijn tanden en gaat dan naar zijn kamer om nog even wat over te kijken. Tegen acht uur verlaat iedereen het huis: Jasper op weg naar het Carolus Clusius College in Zwolle en Marion met Maarten en Sam naar de dorpsschool in Windesheim.
Engels is goed te doen. Het zijn twee onderdelen. Ten eerste een stuk of wat korte en langere teksten met daarover de nodige vragen en vervolgens het schrijven van een brief. Jasper kent zijn talen goed. Heeft er ook gevoel voor en heeft dat geërfd van zijn moeder. Tussen de middag eet hij met zijn vrienden op school en krijgt al snel door dat de coming out in zijn vriendengroepje er toe geleid heeft dat het zich langzamerhand verspreid. Prima! Hij heeft tenslotte ook niemand verboden er over te praten. Hij belt met zijn vaste kapper Guillaume in de Assendorperstraat voor een afspraak nog diezelfde middag. De eigenaar van de zaak - die gewoon Willem heet - kent zijn vaste klanten bij naam. Hij vraagt of Jasper voor hetzelfde recept als anders gaat. Maar dit keer wil Jasper iets anders. De afspraak die ze maken is dat Jasper tussen vier en half vijf kan langskomen.
Duits die middag bestaat uit dezelfde onderdelen maar is een stuk pittiger en dat is duidelijk te merken aan het gezucht en gekreun om hem heen. Zelf vindt hij het ook moeilijk. Als hij klaar is, wacht hij op zijn vrienden. De frustratie bij sommigen komt er goed uit. Van enkelen weet hij dat ze absoluut niet hoeven te klagen. Die staan er net als hij prima voor. Anderen moeten veel en veel meer moeite doen om een goed cijfer te halen en sommigen leren gewoon niet voldoende en brengen zichzelf zodoende in de problemen.
Willem, die hem zelf knipt, is onthutst als hij hoort wat Jasper wil. Desalniettemin hanteert hij na het nodige gesputter de spreuk 'de klant is koning' en voert hij uit wat Jasper wil. Op weg naar huis krijgt Jasper een fikse bui op zijn hoofd. Zijn regenpak aan wil hij niet. Te veel werk en bovendien kunnen de losse haartjes zo mooi uit zijn haar spoelen want die kriebelen hem flink hoezeer Willem ook geprobeerd heeft alles goed te verwijderen. Nou ja… misschien is het ook wel een stukje gevoeligheid van hemzelf.
Drijfnat komt hij thuis. In de bijkeuken stript hij zich omdat het in huize Verhulst regel is dat als je nat thuiskomt je al het natte spul in de bijkeuken uittrekt om meteen daarna een warme douche te nemen. Samantha zit aan de keukentafel te tekenen en hoort iemand thuiskomen. Ze is vanmiddag alleen thuis omdat Maarten bij een vriendje speelt en na een tijdje alleen geweest te zijn, wil ze aandacht. Met haar tekening in de hand loopt ze naar de bijkeuken om hem te laten zien aan wie dan ook maar binnengekomen is. Als ze dan Jasper ziet, begint ze meteen te gillen.
"AHHHHHH," schreeuwt ze oorverdovend om meteen daarna rechtsomkeert te maken en het op een lopen te zetten. "MAAAAAM MAAAAAM!" krijst ze terwijl ze door het huis rent op zoek naar haar moeder.
"Wat is er nou weer?" hoort Jasper zijn moeder mopperen. "Doe toch eens rustig kind! Ja ja, ik kom wel mee, je trekt mijn arm zowat uit de kom!"
"Kijk eens! Kijk eens wat hij heeft gedaan!" Terug in de bijkeuken, met haar moeder stevig beet, wijst ze op haar grote broer. "Nou???"
"Ohhh Jasper, dat is wel verrekte kort! Waait het zo hard buiten?" Jasper grinnikt.
"Echt niet mam! Hij is naar de kapper geweest!"
"Dat weet ik ook wel liefje maar dat zeg je vaak als iemand wel heel veel haar van zijn hoofd heeft laten knippen."
"Mam, geef hem straf daarvoor! Zoiets mag niet!"
"Ho, dat gaat wel een beetje ver Sam! Jasper is al heel erg groot en dan mag je dat soort dingen heus wel zelf beslissen."
"Ik ook?"
"Als jij zo oud bent mag je zelf ook beslissen wat je met je haar wilt doen."
"Oké, want dan wil ik het heel erg lang," en dat gezegd hebbende loopt ze terug naar de keuken, gaat op haar stoel zitten en gaat verder met haar tekening maar ze is nog niet helemaal uitgesproken zo blijkt: "En toch vind ik het raar dat je dat mooie haar van jou er allemaal afgeknipt hebt."
"Bijna allemaal," verbetert Jasper haar.
"Ik vind het stom!"
"Oké rustig maar weer dame. En jij," terwijl ze op haar inmiddels blote zoon wijst, "snel onder de douche voor je me een kou vat!" Met zijn rugtas in de hand loopt Jasper snel naar boven. Het warme water doet hem goed. Het maakt dat hij weer warm wordt van binnen. Hij merkt dezelfde reactie als die ochtend op maar ook nu doet hij er niets meer mee dan alleen maar glimlachen. Hij verlangt naar morgen. Hij verlangt naar Pieter.
De reacties op Jaspers nieuwe kapsel van zijn vader en broertje verschillen enorm. Martin vindt het doodzonde dat Jasper zijn manen - zoals hij ze noemt - heeft laten scheren maar Maarten vindt het gaaf. Hij vraagt Jasper of hij zijn spijkerjack en zonnebril op wil zetten en als Jasper dat voor hem doet en daarbij dan ook nog de kraag van de jas opzet, stijgt hij helemaal in diens achting. Stoer en echt te gek, vindt Maarten Jaspers nieuwe look. Sam laat nogmaals blijken dat ze het echt stom vindt. Tijdens het eten vraagt Jasper zijn ouders of het goed is dat hij de voetbaltraining overslaat omdat hij erg moe is. Ze weten dat hij altijd heel erg trouw is en vinden het prima.
Meteen na het belt hij de trainer op om te zeggen dat hij ook deze training wil laten schieten. De trainer kent Jasper goed genoeg om te weten dat hij haast nooit verzuimd en neemt de boodschap aan zonder verdere vragen. Dan zegt Jasper iedereen alvast welterusten en gaat hij naar zijn kamer toe. Eerst doet hij zijn yogaoefeningen en vervolgens mediteert hij vijftien minuten. Als hij dan in zijn bed kruipt, stuurt hij een laatste sms'je naar Pieter. Als dat verzonden is, draait hij zich op zijn zij en is heel snel in dromenland.
*
Die avond is Pieter te gast bij zijn zus en haar gezin. Met z'n vijven vieren ze het tienjarige huwelijk van Astrid en David. Een besloten feestje met alleen de naaste familie dus. Van Davids kant is er geen familie. Zijn moeder heeft hem vrijwel meteen na de geboorte te vondeling gelegd en hoewel hij haar op latere leeftijd terug heeft gevonden, stelde zij contact niet op prijs omdat zij een eigen, nieuw leven was begonnen zoals zij het uitdrukte en hij daarin niet paste. Omdat hij moeilijk te hanteren was, ging hij in zijn jeugd van het ene naar het andere pleeggezin en dus is hij nooit echt in staat geweest met een van die pleegouders een band op te bouwen. De grootouders van Astrid en Pieter zouden ook van de partij geweest zijn, ware het niet dat zij 's avonds liever niet meer de deur uitgaan. Komende zondag gaat het gezin Tuinstra dan ook op bezoek bij hen om het feest nog eens dunnetjes over te doen.
Als Pieter de woonkamer binnenkomt, staat de koffie al voor hem ingeschonken.
"En? Waren ze wat rustig?" vraagt Astrid.
"Wilden ze wel slapen?" voegt David daaraan toe.
"Ja, hoor geen enkel probleem."
"Wat jij in een halfuurtje presteert, duurt bij ons soms uren. Hoe krijg je het toch voor elkaar man!"
"Natuurtalent, denk ik," reageert Pieter met een glimlach terwijl hij op de bank gaat zitten.
"Toen ze wisten dat jij zou komen vanavond waren ze niet meer te houden. En daarom zeggen wij het altijd pas op de dag zelf want anders blijven ze zeuren. Zeker Robin want die heeft nog steeds geen enkel besef van tijd."
"Robin is een dromer," reageert Astrid op Davids opmerking. "Die krijgt volgens mij nooit besef van tijd. Gelukkig wonen we niet in de stad want dan zouden we elke dag naar hem op zoek moeten. Hier op de ruimte weet ik in elk geval altijd waar hij is. Met ouders van vriendjes van hem worden keurig afspraken gemaakt en dus scheelt dat ons een hoop zorgen."
"Ik herken eigenlijk wel dingen van Robin in mezelf," mijmert Pieter.
"Dat geloof ik meteen," lacht David. "Twee druppels water soms."
"En uiterlijk ook," vult Astrid aan. "Als ik foto's van jou uit die tijd vergelijk met Robin dan zijn de overeenkomsten echt heel erg opvallend.
"Soms ben ik ook wel een dromer," vervolgt Pieter. "En gelukkig verkeer ik ook in de omstandigheden dat te kunnen doen. Ik werk als ik werken wil maar als ik een keer wat eerder naar huis wil, doe ik dat ook. Niets of niemand die bepaald wat ik moet doen."
"Ja, wat dat betreft ben je wel iets veranderd," merkt Astrid op.
"Hoe bedoel je?" vraagt Pieter om uitleg.
"Vroeger wilde je helemaal niets weten van de voordelen van geld maar nu besef je gelukkig dat het er is om gebruik van te maken. Van te genieten. Nou waren er natuurlijk ook best wel heel veel negatieve kanten aan die rijkdom. Neem alleen maar de pers. Na het ongeval van pa en ma vielen ze ons bijna continue lastig."
"Weet je dat ik me daarvan helemaal niets kan herinneren?"
"Opa en oma deden hun uiterste best ze ver bij ons vandaan te houden en dat is bij jou goed gelukt. Bij mij niet dus. En zeker niet toen al dat gedoe er achteraan kwam. We stonden ontzettend vaak in de kranten en de roddelbladen."
"Ik weet nog wel dat ze er waren bij jullie huwelijk."
"Ja. We hadden echt ons best gedaan dat compleet geheim te houden maar het mislukte volledig."
"Een geheime locatie voor de ambtelijke voltrekking, receptie en het feest en toch kregen ze er lucht van. En ik heb steeds het idee dat er maar dit," en daarbij maakt David een knippend geluid met zijn vingers, "hoeft te gebeuren voor het rapaille weer op onze stoep staat.
"Yep," beaamt Pieter.
"Yep? Sinds wanneer gebruik jij die uitdrukking?" wil Astrid weten. Pieter glimlacht en begint te blozen. Het 'yep' was er uit voor hij er erg in had en nu zal hij wel moeten vertellen. Maar… geen probleem natuurlijk. Het was in ieder geval de bedoeling om iets, heel iets over Jasper te vertellen aan hen vanavond.
"Sinds ik kennis heb aan een heel leuke jongen."
"Echt?" De verbazing in Astrids stem is groot en even weet ze dan ook niets te zeggen. David wel.
"Sinds wanneer? Je hebt er ons nog niets van verteld."
"Sinds begin van deze maand en dus… is het nog maar heel erg kort. Maar het voelt wel dusdanig goed dat wij het een relatie noemen en heel graag elkaars familie willen ontmoeten."
"Oh man!" Astrid is weer in staat te reageren. Ze staat op en loopt naar Pieter toe. "Ga staan dude! Want dat is dan waarschijnlijk ook een woord dat die gast van jou gebruikt." Als Pieter staat, omhelst ze hem en kust ze hem op zijn wangen. "Ik ben echt zo… zo ontzettend blij voor je. Ik kan er gewoon geen woorden voor vinden."
"Is ook niet nodig toch? Ik begrijp het maar al te goed. Heb jullie dan ook vaak genoeg aan het hoofd gezeurd als het weer eens niet wat was geworden." Pieter ziet dat David wil reageren maar is hem voor. "En ga nou niet zeggen dat het niet zo is want dat is niet waar. Ik heb ontzettend vaak hier zitten janken omdat ik o zo graag een leuke vent wilde om iets leuks mee te beginnen en keer op keer wilde dat maar niet lukken."
"Oké, jij je zin," zegt David schouderophalend. "Maar toch weet je dat jij ons nooit teveel bent! Wij zijn jouw familie en daarvoor was ik al je vertrouwenspersoon en dus kom je maar langs als je weer eens wat te zeuren hebt en vrouw maak nu eens plaats want ik wil hem ook feliciteren met dit prachtige nieuws." De knuffel van David voelt enorm goed. Zijn woorden waren treffend. Ja… allang voordat David familie werd, was hij Pieters raadgever en praatpaal.
"Maar dat kennismaken willen we graag op korte termijn doen," zegt Pieter als hij weer zit.
"Ho ff," breekt Astrid in voor hij verder kan gaan, "en dan zonder de twee e's." Ze lacht om haar eigen grap en Pieter en David lachen met haar mee. "Kun je ons niet iets meer vertellen over die jongen voor we de agenda's gaan trekken?"
"Wat wil je weten?"
"Ze wil natuurlijk gewoon alles weten," zegt David voor Astrid kans krijgt om te reageren. "Je weet toch hoe je zus is: ziekelijk nieuwsgierig."
"Belangstellend David Tuinstra en dat is heel iets anders dan nieuwsgierig."
"Noem het maar zoals je wilt schat maar feit blijft dat je gewoon alles wilt weten van die gast van je broer."
"Ja… dat is zo… maar… is daar iets mis mee. Het is voor het eerst in zijn leven dat hij iemand heeft gevonden met wie het echt klikt. Met wie hij echt plannen heeft en die gast komt dan ook in ons leven. Maakt deel uit van onze familie en dan… nou ja… wil ik toch wel weten wie hij is."
"Maar daarvoor is die kennismaking bedoeld die ik met jullie wil plannen."
"Maar je kunt toch wel iets over hem vertellen!"
"Wat wil je weten zus?"
"Waar heb je hem ontmoet?" En dan vertelt Pieter dat hij Jasper heeft ontmoet bij het COC. Hij laat het niet bij deze mededeling maar vertelt wat er die avond gebeurde vanaf het moment dat hij daar binnengekomen was. Het gerucht. Het verhaal toen Jasper zelf binnengekomen was. Zijn eigen moedige poging om op Jasper toe te stappen en hem er zelf naar te vragen. Hun wandeling door de stad in stilzwijgen. Het gesprek op het bankje in het park. De tranen. De geboden troost. Astrid en David luisteren toe zonder hem ook maar een keer te onderbreken.
"En dat was zo'n beetje het verhaal van onze ontmoeting," sluit Pieter af als hij naar zijn mening alles vertelt heeft wat er verteld moet worden zonder dat hij daarbij ook maar eenmaal de naam Jasper heeft laten vallen.
"Heel bijzonder man!" meent David. "Maar ik ben een goede luisteraar en er vallen me een paar dingen op aan dat wat je ons verteld hebt."
"Ja hoor, daar hebben we onze geachte analyticus de heer D. Tuinstra," grapt zijn vrouw.
"Laat haar maar kletsen David, schiet maar. Laat me maar horen wat je opgevallen is."
"Je hebt in heel je relaas niet eenmaal de naam van je vriend laten vallen. Heb je dat bewust gedaan?"
"Yep."
"Maar waarom?"
"Omdat ik heel graag wil dat jullie hem binnenkort zelf ontmoeten en dan kunnen jullie kennis met hem maken."
"Maar je kunt zijn naam toch wel noemen?" is Astrid van mening.
"Ik vind van niet. Bij bepaalde namen heb ik associaties en ik denk jullie ook wel. Dan kijk je misschien toch niet meer zo objectief naar iemand als je zou willen. Vandaar."
"Ja," stemt David in, "ik denk dat je gelijk hebt. Als je me zou zeggen dat hij Jan heet dan denk ik meteen dat het een wel heel erg boerse naam is. Met mijn excuses aan alle mensen die Jan heten maar, zo werkt het nou eenmaal voor mij."
"Hmmmm, ik weet het niet hoor. Zoiets is eigenlijk wel heel erg zielig David Tuinstra," reageert Astrid. "Zo bevooroordeeld! Zo bekrompen!"
"Ik heb toch al mijn excuses aangeboden!"
"Wat is je nog meer opgevallen David?"
"Ik mis iets over een aangifte. Dat heeft hij toch wel gedaan hè?"
"Nee," en dan vertelt Pieter dat wat Jasper hem verteld heeft. Als hij uitgepraat is, kijkt David Astrid aan.
"Zou jij professioneel gezien zoiets ook adviseren?"
"Hoe bedoel je lief?"
"Nou, geen aangifte doen omwille van het verwerkingsproces. Want dat is wat ik er uit begrijp. Pieters vriend wil geen aangifte doen om niet herinnerd te worden aan die poging tot."
"Ik kan het me enerzijds heel goed voorstellen," begint Astrid dan, "maar anderzijds plaats ik ook heel duidelijk mijn kanttekeningen bij zoiets. Het willen vergeten is prima. Hoewel dat niet gemakkelijk zal zijn. Er zullen altijd momenten zijn, zeker als je er eventjes niet op bedacht bent, dat de herinnering je overvalt. Ineens is het er weer. Ineens kan de paniek van dat moment weer terugkomen. Het bewust niet willen herinneren kan een oplossing zijn maar ik zou er niet voor kiezen."
"Je bedoelt dat het beter is om het te aanvaarden en het een plaats te geven?" vraagt Pieter naar uitleg.
"Ja, dat bedoel ik. Geef het een plaats. Ook de rotgevoelens met betrekking tot de gebeurtenis." Pieter laat de reactie van zijn zus even op zich inwerken en probeert zich dat te herinneren wat Jasper er allemaal over gezegd heeft. Pas dan komt hij met een reactie.
"Ik denk dat hij dat ook wel doet. Hij wordt binnenkort achttien… "
"Zoooo, dus jij hebt een jonge blom aan de haak geslagen," onderbreekt Astrid hem gniffelend.
"Yep! Vandaar ook dat moderne taalgebruik, snap je. Maar nog geen achttien is hij wel heel erg wijs. Toen ik zo oud was, was ik nog echt heel erg onvolwassen. Onnozel misschien wel maar hij niet. Heeft ook alles te maken met dat wat hij heeft meegemaakt, denk ik."
"De nodige bagage dus?" vraagt Astrid belangstellend.
"Ja. Maar dat zijn dingen die hij jullie zelf veel beter kan vertellen dan ik dat kan doen. Misschien niet bij een eerste kennismaking maar te zijner tijd als jullie elkaar wat beter kennen."
"Ja, logisch. Een kennismakingsgesprek moet niet al te zwaar zijn toch?" en ze kijkt David aan. Deze is het daar helemaal mee eens. "Maar, wat ik voor alle duidelijkheid nog wel even kwijt wil," vervolgt Astrid dan, "is dat ik mijn cliënten altijd ten stelligste aanraadt om aangifte te doen zodra er sprake is van geweld. Altijd!"
"Dat wou ik dus graag horen," stelt David. "Het is gewoon te gek voor woorden dat zoiets onbestraft kan blijven."
"Ik begrijp je helemaal David maar het is aan hem om daar een besluit over te nemen. Niet aan mij." David knikt ten teken dat hij het begrijpt. "Nog iets op je lever, David?"
"Ja. Dat vriendje van jou heeft of een cursus zelfverdediging gedaan of hij is een voetballer, die zelf al eens ervaren heeft hoe gevoelig een knietje of een bal in je ballen is, om op een dergelijk hachelijk moment eraan te denken iemand met een goed gerichte kniestoot van zich af te werken." Gedrieën lachen ze over deze conclusie waarna Pieter vermeldt dat Jasper voetbal speelt.
"Oké, dat weten we dan in elk geval van hem," besluit Astrid, "maar, is er nog meer dat je over hem kwijt wilt?"
"Euh… nee. Eigenlijk niet. Ik vind het veel belangrijker dat jullie hem leren kennen zoals hij is en niet uit mijn woorden. Die vormen slechts een bepaald beeld en … nou ja… dat is vertekend dus. Ik heb veel liever dat jullie nu je agenda's tevoorschijn halen zodat we een afspraak kunnen maken." Als die dan open op tafel liggen, vraagt Pieter of het hen donderdagavond schikt. Er blijken geen bezwaren te zijn.
"Wil je dat de kinderen er ook bij zijn?" komt er een praktische vraag bij Astrid boven.
"Heel graag en dus zullen wij ervoor zorgen een beetje op tijd te zijn. Hij heeft een heel drukke dag. Moet 's ochtends eerst met hun gezin naar een familiebijeenkomst in Oss en komt in de loop van de middag weer thuis. Dan komen ze bij mij eten en dan dus 's avonds hierheen."
"Hoe ziet hij eruit?" probeert Astrid toch nog iets te weten te komen.
"Dat ga ik je echt niet zeggen hoor. Een omschrijving geven is zo verrekte moeilijk. En het bevordert zeker de objectieve kennismaking niet. "
"Ga je ons echt niet vertellen hoe hij heet?" doet Astrid een hernieuwde poging
"Nee! Dat hoor je overmorgen wel. De kennismaking laat ik geheel en al aankomen op dat moment. En ik waarschuw jullie twee. Zorg dat je dan te weten komt wat je wilt weten van hem want ik ga nadien geen mededelingen doen."
"Hmmm, flauw hoor!" moppert Astrid om daarna een brede glimlach te laten zien. "Je hebt helemaal gelijk hoor Pieter. Laat het maar van het moment zelf afhangen. Veel beter."
Het wordt een heel genoeglijke avond. Herinneringen worden opgehaald en plannen voor de zomervakantie van Astrid en David uit de doeken gedaan. Ook hun bezoek aan de grootouders op zondag komt ter sprake en Pieter stelt voor dat hij zijn vriend zal vragen of die het ziet zitten er dan ook te zijn. Tijdens hun samenzijn gaat Pieters telefoon twee keer over ten teken dat er een bericht is binnengekomen. Hij laat het echter voor wat het is ondanks Astrids toestemming de berichtjes te bekijken. Pas als hij thuis is, bekijkt hij zijn ingekomen berichten. Het blijken er drie te zijn. Drie van Jaspers. De eerste is waarschijnlijk binnengekomen op het moment dat Pieter naar Astrid en David reed. Jaspers wenst hem daarin een heel prettige avond. In de tweede meldt hij dat hij niet naar voetbaltraining gaat omdat hij moe was. De laatste is om te zeggen dat hij naar bed gaat en dat Pieter maar eventjes geen sms'jes meer moet sturen vandaag. Alledrie de berichtjes werden afgesloten met: XXX.
Wordt vervolgd…
Met dank aan Gerrit voor de correcties.
Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, september 2010.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.