BLANCO deel 1 - hoofdstuk 13 + 14

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

BLANCO deel 1 - hoofdstuk 13 + 14

Bericht door Lucky Eye » do 04 nov 2010, 09:24

BLANCO

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



DEEL 1

Hoofdstuk 13

"Nog iets. Tenminste als ik je nog iets mag vragen." Jasper vindt het goed. "Toen je net door je agenda bladerde zag ik iets bijzonders. Doe jij aan meditatie?"

"Yep. Ook een van de belangrijke dingen voor mij. Eenmaal in de twee weken bezoek ik een meditatiegroep."

"Waarom?"

"Omdat het me goed doet. Het zorgt ervoor dat ik in evenwicht blijf."

"Evenwicht waarvan?"

"Oei. Lastig. Enerzijds tussen denken en zijn, anderzijds tussen doen en zijn. Ik ben heel lang altijd alleen maar een denker geweest. Alles van alle kanten bekijken, moeite hebbende met beslissingen en als ik een beslissing genomen had me duizenden keren afvragen of het wel een goede beslissing was."

"Dat ken ik maar al te goed."

"En als ik niet dacht dan deed ik."

"Je bedoelt het vluchten in steeds bezig zijn met het een of ander?" Jasper knikt.

"Op een gegeven moment werd ik van al dat denken en doen behoorlijk kierewiet en ben ik gaan mediteren. Bijna meteen in een groepje."

"Met jonge mensen?"

"Nee. De anderen zijn allemaal veel ouder dan ik ben. Ik ben de benjamin."

"Vind je dat niet erg?"

"Eerst wel. Toen had ik zoiets van, jammer dat er geen andere jonge mensen zijn maar… nu heb ik dat niet meer. Iedereen is daar zo… jong! Gewoon jong! Niet star maar heerlijk open, eerlijk, oprecht en dan… dan doet leeftijd er echt niet toe!"

"Je hoort wel vaker dat dat soort groepen altijd bevolkt worden door oudere mensen. Hoe komt dat toch?"

"Heeft met het leven te maken denk ik." Een vragende blik wordt op de spreker gericht. "Vaak is het zo dat mensen gaan mediteren als hen iets is overkomen. Als het leven hen parten heeft gespeeld, als er moeilijke momenten zijn geweest," licht Jasper toe.

"En… is dat bij jou ook zo dan?"

"Ja. Dat hoort bij mijn levensverhaal maar… daar wil ik het nu nog niet over hebben. Ik heb je al beloofd dat ik dat nog eens ter sprake zal brengen maar nu nog niet." En als Pieter dan iets wil zeggen, vult Jasper zelf al in. "En van uitstel komt geen afstel. Dat heb ik je al beloofd en beloof ik je hierbij nog een keer." Ook deze uitspraak bevestigen ze met een zoen. Eentje die uitdraait op een tongzoen. "Maar nu terug naar onze vragen. Jij hebt de jouwe gesteld ik de mijne nog niet."

"Kom maar op dan!"

"Wat gaan we doen vandaag?"

"Mag ik iets voorstellen?" Jasper vindt het prima. "Zeg het me wanneer je je er niet in kunt vinden!" Ook daarmee stemt hij in. "Straks gaan we heerlijk badderen samen. Daarna gaan we op de fiets naar Kampen en daar laat ik je mijn atelier en winkeltje zien. Ergens in de namiddag gaan we uit eten en dan fietsen we weer terug naar huis. Is dat een goed plan?" Het idee staat Jasper wel aan. Hij voegt toe dat hij 's avonds niet al te laat thuis wil zijn omdat hij de volgende dag een schoolexamen heeft en 's ochtends nog het een en ander wil overkijken. "Ik zorg ervoor dat ik je om tien uur afzet," zegt Pieter hem toe.

"Als we dan niet al te lang nemen voor het afscheid en dus niet al te klef gaan staan doen, lig ik nog wel op tijd in mijn bed."

"Ben ik degene die klef doet of jij?"

"Ho ho! Wij samen schat! Wij samen! Klef doen in je eentje kan niet volgens mij. En nu wil ik dat grote bad van jou uitproberen dus in de benen."

"Jij eerst want anders kan ik niet opstaan."

"Echt niet? Ik dacht dat jij sterk genoe… " En inderdaad Pieter blijkt sterk genoeg te zijn om Jasper op te tillen. Voordat de jongen het weet ligt hij in de zogenaamde brandweergreep over Pieters schouder en torst deze hem naar boven. Jasper schreeuwt moord en brand en daarop laat Pieter zijn vrije hand neerkomen op een paar blote billen. In de badkamer zet hij zijn last op beide voeten neer, trekt hem dicht tegen zich aan en kust hem vol op zijn mond. Een nieuwe hete tongzoen volgt. Eentje waarvan ze beiden hard worden.

"Wat ben ik blij dat ik geen buren heb," zegt Pieter als ze uitgezoend zijn. Jasper lacht want hij begrijpt maar al te goed wat Pieter bedoeld. Zijn geschreeuw zou eventuele buren behoorlijk verontrust kunnen hebben.

"Pieter?"

"Ja?"

"Vind je het erg om niet in bad te gaan maar te douchen?"

"Hoezo?"

"Ik zei zonet wel dat ik nog niet wilde vertellen over mezelf, dat dat nog wel kwam en zo maar… "

"Je hebt je bedacht." Jasper knikt. "Oké, dan douchen we ons en daarna ga jij praten en ik luisteren."

"Je vindt het toch niet erg hè?" Pieter verzekert Jasper dat hij wel houdt van een stukje flexibiliteit en er dus absoluut geen moeite mee heeft. Ze douchen zich en knuffelen en strelen elkaar af en toe onder de stralen van het warme water waarbij ze zich beiden niet schamen voor hun erectie. Na het afdrogen neemt Pieter Jasper bij de hand en voert hem mee naar de slaapkamer. Daar kleden ze zich aan om dan vervolgens naar beneden te gaan. "Zal ik de koffie zetten?"

"Weet je alles te vinden al?"

"Ik zoek wel," zegt Jasper en loopt naar de keuken. Hij trekt wat kastjes open en vindt alles wat hij nodig heeft. Pieter haalt uit de koelkast een gebaksdoos. "Gebak?"

"Ja, ik had gehoord dat jullie thuis een heel lekkere gewoonte hadden en… dat zag ik ook wel zitten. Vandaar."

"Je zult mij geen nee horen zeggen hoor."

"Wat voor een stuk moet ik voor je afsnijden?"

"Een groot stuk natuurlijk." Pieter zet het mes voorzichtig in de taart op de helft van de halve appelkruimelvlaai en vraagt Jasper of dat groot genoeg is. "Niet zo'n stuk man!"

"Je wilde een groot stuk!"

"Ja, maar houd het wel beschaafd zeg."

"Oké, geef jij dan maar aan hoe groot jouw stuk moet zijn," zegt Pieter dan glimlachend en op de aanwijzingen van zijn vriendje snijdt Pieter een stuk voor hem af en vervolgens ook een voor zichzelf. Met koffie en gebak lopen ze terug naar de bank. Naast elkaar gezeten, eten ze van de vlaai en drinken ze hun koffie.

"Trouwens," begint dan Jasper, "hoe staat het met jouw seksualiteit? Is seks belangrijk voor jou?"

"Hij staat regelmatig hoor!" grapt Pieter. "En ja, voor mij is het ook belangrijk. Ik ben niet seksverslaafd of zo hoor maa… "

"Ik ook niet! Ik kan best zonder als het moet. Maar… ik doe het liever niet zonder."

"Zo werkt dat voor mij dus ook. Waarom zonder doen als het niet hoeft. Ik doe dezelfde dingen die jij eerder opnoemde om mezelf te plezieren. Gewoon lekker bezig zijn met jezelf. Maar wat ik nog graag wilde weten van jou is of je op voorhand bepaalde dingen niet wilt doen."

"Ik snap de vraag niet helemaal volgens mij."

"Ben je bijvoorbeeld vies van anale seks?" Jasper schudt het hoofd. "Oké. Ik ook niet. Zou je alles willen proberen?"

"Alles is een groot woord. Ik wil dingen proberen die bij normale seks horen."

"En wat is dan de definitie van normale seks?"

"Strelen, zoenen, tongen, likken, rimmen, pijpen en neuken. En natuurlijk het vertrouwde handwerk. Dan heb ik het zo'n beetje wel gehad volgens mij." Even is het stil en Pieter merkt opnieuw aan de rimpeltjes in Jaspers gezicht dat de jongen aan het denken is. "Bepaalde dingen wil ik echt niet!"

"Zoals?"

"Gezien dat wat ik gehad heb met Marcel wil ik absoluut niets weten van dominantie en onderdanigheid. Op zich speelde dat niet in wat hij en ik hadden maar ik zag wel hoe hij omging met anderen. Dat wil ik dus absoluut nooit. Verder ook niet vastbinden of zo. Geen spanking."

"Sorry voor die klap eerder vanmorgen."

"Hé, dat is geen spanking man. Dat was gewoon een speelse tik en dat moet kunnen maar ik zou niet willen dat je mij over de knie neemt en mijn billen rood slaat omdat zoiets jou opgeilt. Snap je?" Pieter knikt ter bevestiging. "Gewone seks is volgens mij teder en liefdevol. En je voelt er het respect voor elkaar in. Is dat een beetje een omschrijving die ook jou aanstaat?"

"Ja lieverd. Dat past heel erg goed bij mijn beleving. En nu wil ik graag ter afsluiting van het vragenuurtje nog een vraag stellen als het mag." Jasper vindt het prima. "Gisteravond had je het op een gegeven moment over 'onze relatie'. En je vertelde me ook dat je van me houdt en ik houd ook van jou. Betekent dit dat we nu echt iets hebben samen?"

"Was dat nog niet duidelijk voor jou?" Pieter haalt zijn schouders op. "Hé joh! We hebben plannen gemaakt om elkaars naaste familie te bezoeken en dan zouden we niet iets met elkaar hebben?"

"Ik denk dat ik zoek naar een bevestiging. Een soort van verzekering dat het goed zit."

"Lieve Pieter. Voor mij zit het uitstekend. Ik voel me als een vis in de kom bij jou en ja wat mij betreft heb ik een relatie met jou omdat ik van je houd."

"Dank je schat. Dat wilde ik graag horen."

"En geldt voor jou hetzelfde?"

"Jazeker! Ik houd ontzettend veel van jou en ben gigantisch blij dat we iets hebben samen." Jasper hoort de woorden maar ziet ook op Pieters gezicht en in zijn ogen dat hij het maar al te zeer meent. "Oké, en nu we koffie en gebak ophebben, stoppen we het vragenuurtje en is het tijd voor dat wat jij mij wilde vertellen."

"Oké, dan gaan we op mijn favoriete plek op jouw bank zitten."

"Zoooo!!! Meneer is nog maar voor de vijfde dag hier bij mij en heeft meteen al een favoriete plek opgeëist."

"Ja. Zei je niet dat ik me thuis moest voelen hier? Dus in je hoek." Grinnikend gaat Pieter in de hoek van de zithoek zitten waarna Jasper voor hem gaat zitten. Pieter slaat zijn armen om hem heen.

"Zo goed?" Jasper knikt.

"Trouwens…vind je het niet gek van me dat ik er nu toch voor kies om te willen praten. Is dat niet weifelachtig en zo… "

"Hé schat. Ik heb niets te vinden over jou. Als jij wilt praten is dat prima. En zelfs al zou ik het weifelachtig vinden dan moet het je nog niks uitmaken. Zelf ben ik ook zo hoor!"

"Je bent lief."

"Ja, dat weet ik."

"Toen je me vroeg naar de meditatiegroep kreeg ik het idee dat ik het je moest vertellen. Omdat ik hier ook graag wil mediteren als ik hier ben."

"Dat kan altijd. Ook zonder dat je me meer dingen over jezelf vertelt hoor!"

"Ja. Dank je."

"Je moet me niet bedanken man. Je herinnerde me er net nog fijntjes aan dat ik je heb gezegd dat je moest doen alsof je hier thuis was. En als jij wilt mediteren dan doe je dat ook hier. Neem je eigen spulletjes mee of laten we samen wat nieuws kopen voor ons… "

"Ben je gek. Ik neem het wel mee. Zei je trouwens ons?"

"Ja! Ik heb er het nodige over gelezen zoals je weet maar me er nooit toe gezet ermee te oefenen. Te lui. Te gemakkelijk."

"Oké, dan moeten we eens gaan shoppen."

"Ik betaal."

"Ja echt niet! Ik kan heus zelf wel dingen betalen hoor!"

"Het is mijn huis en dus dok ik voor de inrichting!"

"Hmmm dat zien we dan nog wel. Enfin… een brok levensverhaal van mijn kant. Jarenlang was ik enig kind. Bijna tien jaar lang totdat de tweeling werd geboren. Ik vond het prachtig! Ben nooit echt jaloers geweest maar moest er wel aan wennen natuurlijk dat ineens niet meer alle aandacht voor mij was. Niet dat mijn ouders me altijd bedolven onder aandacht maar het was toch anders. Mijn ouders losten dat heel erg goed op. Er waren bepaalde momenten dat ik honderd procent hun aandacht kreeg. Van beiden. 'Jasper-momenten' noemden ze dat. Die twee konden in de box schreeuwen wat ze wilden maar voordien hadden mijn ouders gecontroleerd of ze alles hadden wat ze nodig hadden en geen vieze luier of zo en dan was de aandacht voor mij. Op school kreeg ik problemen in groep acht. Iedereen had verkering. Nou ja… voor zover je dat verkering kon noemen."

"Ik ken het. Iedereen had in elk geval iemand waar hij of zij op was."

"Inderdaad. Zo heette dat. Ik wist echter toen al dat ik verliefd raakte op jongens. Ik vond jongens mooi en fantaseerde over hen. Ook seksueel en toen mijn lichaam daar op begon te reageren vond ik dat enerzijds heel plezierig en anderzijds heel eng. Dubbel dus. In groep 8 bleven de jongens me aan m'n kop zeuren waarom ik niet op iemand was. Iedere keer maar weer en ik was wel degelijk op iemand. Maar ik kon ze natuurlijk met geen mogelijkheid vertellen dat ik op Bert Westra, een echt heel knappe jongen, was. Het gezeur bleef maar aanhouden en ik vond het steeds moeilijker worden mijn mond te houden. Toen de pijlen weer eens op mij gericht waren, was daar ineens Rianne. Ze zei: 'Jasper en ik zijn op elkaar.' Ze nam me bij de hand en voerde me weg bij de jongens. Ik vond het prima. Toen we thuis bij mij op de slaapkamer wat dronken legde zij haar ingrijpen uit. Ze wist op de een of andere manier dat ik op jongens viel en dus wel eens in de problemen zou kunnen komen."

"Slimme meid."

"Niet alleen slimheid hoor. Ze had namelijk precies hetzelfde."

"Ze viel ook op jongens???"

"HAHAHAHA nee, zij viel op meisjes."

"Oké!!!"

"En dus was er iets van een verstandshuwelijk geboren. We waren op elkaar maar wisten wel beter. Af en toe kusten we elkaar en dan zodanig dat anderen het vooral konden zien op school. Zo hielden we de schijn op. Ik kreeg een prima vriendin aan haar maar aan het eind van dat schooljaar verhuisde ze helaas. Maar nog steeds ontmoet ik haar elk jaar twee keer. Zij heeft inmiddels dikke verkering en ook dat is een toffe meid. Heel direct. Heel openhartig en met een enorm goed gevoel voor humor. Ik ben geen engeltje. Heb het nodige kattenkwaad uitgehaald zowel in de buurt als op school als op voetbal. Ik heb je al verteld dat mijn vrienden en ik berucht zijn daar. En we kregen ook wel eens de schuld als we helemaal niets hadden gedaan. We namen dat dan lijdzaam aan maar zochten daarna net zolang tot we de echte daders te pakken hadden en we onze naam konden zuiveren."

"Lekker stel jullie!"

"Zeker weten van wel! Als we iets gedaan hebben dragen we de straf maar anders vechten we door tot het einde. Oké, waar was ik… Geen engeltje dus maar aan pesten heb ik altijd een gruwelijke hekel gehad. Ik zat op een basisschooltje met vier leerkrachten. Een heel beschermde omgeving eigenlijk. Een gewone openbare school maar wel een waar de leerkrachten staan voor sociaal acceptabel gedrag en verantwoordelijkheid ten opzichte van jezelf, anderen en je omgeving. In en rondom Zwolle kun je uit heel veel verschillende scholen kiezen voor een vervolgopleiding. Ik had er moeite mee en wilde toch zelf kiezen. Mijn ouders lieten mij m'n gang gaan en ik koos een school waar niemand van mijn klasgenoten heen ging. Een totaal verkeerde keuze, zo bleek later. Het was een school waar door ouderejaars stelselmatig werd gepest en dat om het minste of geringste. Als brugklasser was je sowieso de klos. Droeg je een bril, had je een buitenboordbeugel, was je haar rood. Allemaal redenen om gepest en getreiterd te worden. Op je kop in de pleepot! Colaflesjes die geheel per ongeluk over je werden leeggemaakt. Je boekentas vol met beschimmeld brood… In het begin klaag je dan ook nog niet bij je ouders. Je wilt je vooral groot houden… Als klasgenoten van mij belaagd werden, sprong ik voor ze in de bres. Eerst werd dat gepikt en wist ik door mijn heftigheid ze heel wat ongein te besparen. Toen ze echter een jongen te pakken wilden nemen van wie ze vermoedden dat hij homo was, kreeg ik echter ook het nodige te verduren. Ze hadden op hem hun zinnen gezet en lieten zich niet door mij tegenhouden. Nee… ze hadden er zelfs een extra doelwit bij. Die dingen die ik net noemde gebeurden allemaal op school maar… er viel haast nooit iets te bewijzen natuurlijk. Het echte gepest gebeurde echter buiten de hekken van de school. Onderweg naar huis werd ik klemgereden door een stel. Meteen had ik mijn vuisten klaar om ervoor te zorgen dat ze van me afbleven. Heel duidelijk gaven ze me te verstaan dat ik me niet moest bemoeien met Richard. Dat hij een vieze vuile flikker was en dat ik vooral niet moest proberen zijn vieze vuile flikker vriendje te zijn omdat ze anders wel eens het idee zouden kunnen krijgen dat ik er ook zo eentje was. Mijn fiets gooiden ze in de sloot en toen verdwenen ze. Met flinke schade aan mijn fiets kwam ik thuis. Mijn vader en moeder wisten meteen dat er iets aan de hand was en ik kon niet ontkomen aan een kruisverhoor. Alles kwam er uit. Zij wilden er meteen werk van maken. Ik hield hen tegen en zei dat ik zelf wel naar de brugklascoördinator zou gaan. Ik wilde mijn eigen boontjes doppen. En… dat deed ik ook. Ik maakte een afspraak en vertelde de man wat mij was overkomen. Toen ik uitgepraat was, klonk zijn antwoord koud en ongeïnteresseerd: 'Ik neem het mee. Je hoort nog van me.' Ik wist meteen dat het niets zou uithalen. Toen ik het kantoortje verliet, zag ik een paar van de jongens die me te pakken hadden genomen tegen de muur geleund staan. 'Hé flikkertje! Heb je uitgehuild!' Toen ontstonden bij mij de eerste barstjes. Ik vond het absoluut niet fijn om op jongens te vallen. Het maakte dat ik anders was en dat wilde ik niet. Waarom moest ik anders zijn! Waarom was ik niet gewoon! Gewoon… zodat je in elk geval niet in de problemen kwam."

"Even tussendoor. Was er op school geen ingrijpen van docenten?"

"Nee. Zoals ik al zei, al die kleine 'ongelukjes' waren niet te bewijzen en wat buiten de schoolhekken gebeurde, viel buiten de grenzen van hun bevoegdheid."

"Eikels! Belachelijk gewoon!"

"Zo gemakkelijk waren ze helaas. Euhhh… Ik hield me vanaf dat moment op de vlakte op school en bemoeide me nergens meer mee… maar… kreeg daar dus last van. Ik wilde maar wat graag voor anderen opkomen maar durfde niet meer. Vanaf dat moment werd ik gekweld door gedachten. Ik voelde me een lafbek. Te laf om anderen te helpen zodat ik in elk geval buiten schot bleef. Bang voelde ik me want was ik wel echt veilig? Zouden ze niet toch een manier vinden om mij… En ik vond vooral mezelf vreselijk. Ik was anders dan anderen en dat wilde ik niet. Ik wilde net als iedereen gewoon zijn. Veel te grote gedachten voor een joch van twaalf die het al moeilijk genoeg had met de veranderingen die de puberteit brachten. Ik had de seksualiteit ontdekt en gemerkt dat ik stijf kon worden en spuiten. En dat laatste vond ik heerlijk maar ik walgde er ook van. Zodra ik het weer eens gedaan had, werd ik opnieuw al te zeer met mijn neus op de feiten gedrukt dat ik homo, of zoals de scheldnaam luidde, een flikker was. Dat woord resoneerde door mijn hoofd en gedachten en maakte me ziek. Letterlijk ziek. In januari ongeveer stortte ik in. Wekenlang was ik ziek zonder dat artsen een oorzaak konden vinden. Een paar weken was ik thuis met hoge koorts. Een ziekenhuisopname volgde toen het te gortig werd en ik uitdroogde. Een gratenpakhuis bleef er van me over maar langzaamaan won het leven het van me en toen ik dus niet dood wilde gaan… "

"Wow man, dat klinkt echt heftig!"

"Dat was het ook. Toen ik zo ziek was, had ik het idee dat ik maar het beste dood kon gaan om van alles af te zijn. Het gevoel dat ik niet meer met mezelf kon leven. Toen mijn lijf maar bleef volhouden en zich er niet onder liet krijgen was er iets dat me weer op mijn benen zette."

"Je ziel hield je overeind, denk ik."

"Zo voelde ik dat ook toen," zegt Jasper nadat hij Pieters hand heeft gepakt en deze gekust. "Zo was het voor mij. In het ziekenhuis vroegen mijn ouders me of ik niet eens met een psycholoog wilde praten. Ze legden me een beetje uit wat de bedoeling was en ik vond het prima. Ik vond het ontzettend goed van hen dat ze niet zelf probeerden mij aan het praten te krijgen trouwens."

"Waarschijnlijk hebben ze aangevoeld dat jouw problemen hen boven de pet gingen."

"Ja, dat hebben ze later ook wel gezegd toen alles achter de rug was."

"Ze wisten toen niet van jouw homogevoe… nee sorry, dat kan niet want je bent nog niet uit de kast. Sorry voor mijn onderbreking."

"Het geeft niet. Dat was een deel van het probleem en dat probleem heb ik met hen nooit bespreekbaar gemaakt maar… geloof me… ik weet zeker dat mijn moeder het altijd heeft geweten. Ze is bijzonder. Ik heb het je al eerder gezegd."

"En je vader? Na die 'uitnodiging' van vorige week zondag? Weet hij het ook?"

"Dat weet ik dus niet. Ik denk meer dat hij reageerde vanuit een stuk ongerustheid. Wellicht heeft mijn moeder laten blijken dat ze ongerust over me was in de week na het voorval met Marcel en heeft hij zelf ook door nu dat er inderdaad iets is voorgevallen." Jasper zucht eens diep maar tovert dan toch een glimlach op zijn gezicht. Een teken voor Pieter dat de jongen dan wel over zijn problemen praat maar dat het een afgesloten episode is. "Mijn homoseksualiteit was een deel dus van het probleem en dat deel heb ik niet bespreekbaar gemaakt. Wel de andere dingen. Dat ik opkwam voor anderen en daardoor het lid op de neus kreeg. Dat docenten op wie ik vertrouwde me in de kou lieten staan, dat ik twijfelde aan volwassenen en hun eerlijkheid en noem maar op. Mijn problemen in het algemeen met de puberteit. Alleen… het seksuele hield ik eruit… voor mijn ouders althans. Niet voor mijn psycholoog. Zij was degene bij wie ik voor het eerst uit de kast kwam."

"Zonder moeite?"

"Echt niet! En ook niet meteen! Iets in mij zorgt er altijd voor dat ik een soort van geremdheid heb."

"Niets van gemerkt hoor!"

"Dat komt omdat jij bijzonder bent Pieter! Maar geloof me… die geremdheid is er. Eerst kijk ik de kat uit de boom zoals dat zo mooi heet. En dus ook bij mijn psycholoog. Zij zorgde ervoor dat het probleem laagje voor laagje van zijn schil werd ontdaan zoals met een ui. Langzaamaan kwamen we tot de kern. De eerste tijd in het ziekenhuis hadden we bijna dagelijks een kort gesprekje en toen ik voldoende aangesterkt was en weer naar huis mocht, bezocht ik haar een keer in de week voor een langer gesprek. Ook dat laatste, dat ik zelf homo was, kwam er uiteindelijk uit."

"Wat leerde ze je zodat je weer met jezelf kon leven?"

"Diverse dingen. Ze leerde me onder andere dat ik vooral met mildheid naar mezelf moest kijken. Ik had de neiging, net als heel veel anderen trouwens hoor en soms doe ik het nog wel eens, om het mezelf nog moeilijker te maken dan het al was… is… door mezelf te veroordelen. Zelfverwijt helpt je geen stap verder. Mildheid is het enig zinnige alternatief. Als er moeilijke momenten zijn is dat natuurlijk heel erg lastig om toe te passen maar weet dan in elk geval wat er gaande is in je. Ga jezelf niet ook nog eens op de kop geven omdat dingen niet zo lekker gaan. Weet wat er gaande is in jezelf. Benoem het zo. Mildheid is een bewuste keuze. Als je merkt dat je weer eens flink tekeer gaat tegen jezelf, neem jezelf dan niet te serieus. Probeer met mildheid naar al dat geweld, want dat is het dat je jezelf aandoet, te kijken. Daarnaast liet ze me zien dat gedachten slechts gedachten zijn en niet de werkelijkheid. Een mooie uitspraak van haar was: 'Gedachten zijn maar gedachten ook die gedachten die om het hardst roepen dat ze het niet zijn'." Pieter kijkt hem ineens heel verbaasd aan. "Is er iets?"

"Nee," zegt Pieter maar er is wel degelijk iets. Iets dat hem opvalt in dat wat Jasper zojuist gezegd heeft en dat maakt dat hij ineens ook weer weet waar hij de jongen van kent. Bij het COC was er al iets van herkenning geweest maar nu valt alles ineens op zijn plaats en dat door maar een paar woorden. "Nee, laat maar, ga verder alsjeblieft."

"Maar je hoort toch wel wat ik zeg hè?"

"Je hebt mijn volledige aandacht Jasper."

"Oké, dan ga ik verder," klinkt het gerustgesteld. "Gedachten hebben vooral de neiging om negatieve dingen te benoemen en steeds weer terug te halen. Kijk met mededogen naar je gedachten. Kijk er niet van weg. Maak het niet nog erger door de strijd ermee aan te gaan. Ga er ook niet in mee want dan cultiveer je ze juist. Bovenal, besef dat jij niet je gedachten en gevoelens bent. Ze gebeuren. Zoals alles komen en gaan ze."

"Dat lijkt me heel lastig toe te passen want heel vaak lijken gedachten zo immens echt!"

"Ja, dat is ook verrekte lastig maar met oefening kun je een heel eind komen."

"Dus jij bent er een meester in geworden en kunt dat altijd toepassen?"

"Nee. Na al die jaren van oefening ben ik nog steeds een beginneling en dat hoop ik ook te blijven."

"Ahhh, ik snap hem. De beginnersgeest nietwaar?"

"Ja. Je kent de term dus."

"Ja. Ik weet er iets van maar ga gerust verder met je verhaal. Het was niet mijn bedoeling je te onderbreken."

"Beginnersgeest betekent dat je dingen bekijkt alsof je iets voor de allereerste keer ziet. Het geeft je de kans om nieuwe mogelijkheden te zien. Maar al te vaak gebeurt het mij dat ik door ingesleten gedachten en overtuigingen de dingen niet meer zie zoals ze werkelijk zijn. Ik heb op heel veel dingen vaak al etiketjes geplakt en dan kun je je niet meer verwonderen over iets. Je hebt het een naam gegeven en daarmee lijkt het af te zijn. Over en uit." Pieter knikt begrijpend. "Wat leerde ik nog meer… " Even graaft Jasper diep in zijn geheugen om dan verder te gaan. "Ik leerde wat ik kan doen om mijn gedachten te verzetten als ze zich te zeer aan mij opdringen. Ik leerde ruimte te maken voor mezelf door te mediteren en dat ook thuis. Niet alleen op de meditatiegroep maar ook thuis. Ik leerde dat ik met de mensen van de groep kan praten. Dat ik bij hen dingen over de oefening en ook dus over mijn gedachten op een veilige manier kwijt kan. Ik leerde ook dingen te doen omdat ik het gewoon wilde. Voor die tijd deed ik dingen omdat ze nuttig waren. Ik ging bijvoorbeeld alleen de stad in als ik iets moest kopen. Vanaf dat moment ben ik bijvoorbeeld regelmatig de stad in gegaan met mijn broertje en zusje erbij om ons te vergapen aan het mooie speelgoed bij De Wit. Alleen maar om te kijken. Niet om iets te kopen. Misschien het meest belangrijke wel dat ik geleerd heb is om het leven nu te leven. Als je wacht op de toekomst, zal de toekomst wachten zijn. Leef nu en doe wat nu mogelijk is. En ook als je helemaal bij de pakken neerzit. Doe ook dan wat mogelijk is. Laat je er niet door weerhouden iets te doen. Begrijp je het een beetje?"

"Maar al te zeer. Als ik je zo hoor praten dan lijkt het alsof ik mijn zus hoor. En toen jij die gevleugelde uitspraak van jouw psycholoog liet horen helemaal. Astrid is ook helemaal into mindfulness om het maar eens op z'n Engels te zeggen. Ze leent me regelmatig boeken en vraagt me nadien altijd naar mijn mening erover. En ze blijft maar zeggen dat het ook goed voor mij zou zijn er iets mee te doen." De laatste woorden krijgt Jasper niet meer mee. Hij is in Pieters reactie ergens blijven hangen op een plaats die blijft resoneren in zijn hoofd. De nagalm wordt sterker en sterker.

Hoofdstuk 14

Pieters laatste opmerkingen hebben Jasper tot nadenken gedwongen als het ware. Er was iets in zijn zinnen dat hem daar toe aanspoorde. Allerlei gedachten schieten met een duizelingwekkende vaart door zijn hoofd. Belletjes rinkelen hier en daar en dan ineens heeft hij het losse draadje te pakken, zo denkt hij… De zus van Pieter heet Astrid. Ja… Astrid. Dat zou wel heel erg veel toeval zijn… ??? "Je gaat me niet vertellen dat jouw zus Astrid Tuinstra is. Nee… dat kan niet want jij heet Kemp Verhaeghe," geeft hij zichzelf antwoord op de vraag die hij Pieter stelde.

"Ze draagt de achternaam van David en ja… ze is dus mijn zus." Waar eerst een heel zorgwekkende blik op Jaspers gezicht heeft gelegen, breekt nu ineens een stralende glimlach door. Een glimlach die zijn hele gezicht doet oplichten. Zijn ogen stralen en schitteren.

"Dat is bijzonder man! Gaaf man! Ik had absoluut geen angst of zo om je zus en haar man te ontmoeten komende donderdag maar… ik weet nu dat dat ook echt niet nodig is. Ik zie haar elke veertien dagen dude! Ik ken haar wellicht beter dan ik jou ken! In elk geval heb ik meer uren met haar doorgebracht dan met jou tot nu toe!"

"Ja… " zegt Pieter nu met een zorgelijke blik, "dat wordt me wat."

"Waar heb je het over?"

"Mijn geliefde en mijn zus: twee handen op een buik."

"Vind je het erg?"

"NEE man! ECHT niet! Ik vind het alleen zo heel erg bijzonder. Het is frappant gewoon."

"Ja. Hé, misschien is het wel grappig om haar er in elk geval niets over te zeggen. Ben heel erg benieuwd naar haar reactie als we recht tegenover elkaar staan."

"Oh kostelijk! Dat gezicht wil ik wel eens zien! HAHAHAHA! Maar… dit is een onderbreking van jouw verhaal volgens mij. Je bent nog niet klaar heb ik het idee."

"Klopt. Je zus bracht op een van onze laatste afspraken het onderwerp meditatie ter sprake. Ik heb toen niet echt een Aandachttraining van haar gekregen maar ze had in mijn behandeling wel heel veel elementen daarvan verweven. Ze vroeg me of ik er iets over wilde lezen en haalde het boekje 'Het gras wordt groener' van Thich Nhat Hanh uit haar tas. Een klein boekje dat veel gelezen was en dat kon je zien. Een dikke honderd bladzijden die ik dezelfde avond nog uitlas. Ik liet het ook aan mijn ouders lezen. Ook zij vonden het heel erg mooi. Toen ik weer op afspraak bij haar was, stak ik als eerste van wal. Geen vraag van haar nodig om mij aan het praten te krijgen die keer. Ik praatte de hele tijd maar door en door en stelde haar de ene na de andere vraag over meditatie. We spraken nog een keer af maar dat zou onze laatste afspraak worden, zei ze. Die laatste keer hebben we alles afgerond. Ik kreeg een soort van samenvatting van haar mee maar dat was eigenlijk niet nodig. Ik wist dat ik het zou kunnen redden. Ik vroeg haar of ze zelf ook mediteerde. Dat deed ze dus. 'Anders had ik het nooit ter sprake gebracht', waren haar woorden. Uiteindelijk nodigde ze me uit eens langs te komen bij de groep waarmee zij mediteerde. Ze gaf me wel meteen aan dat er voornamelijk oudere mensen kwamen. Ik vond dat geen enkel probleem."

"Ja… zo zie ik je ook voor me. Altijd leergierig. Maakt niet uit in welke setting."

"Ja. Zo ben ik. Maar niet alleen theorie maar ook praktijk. Dat boekje was prachtig en heel veel boeken over meditatie zijn prachtig maar de opmerking van Edel Maex in zijn boek 'Mindfulness in de maalstroom van het leven' is mij uit het hart gegrepen: 'Niemand heeft ooit piano leren spelen door er een boek over te lezen'." Pieter breekt uit in lachen. "Zo is het toch?"

"Ja. Een waarheid als een koe."

"En mediteren moest ik dus nog helemaal leren. Elke veertien dagen ging ik naar de meditatiegroep en daar leerde ik zitten en lopen. Natuurlijk had ik dat al wel geleerd maar meditatief zitten en lopen is iets anders. Heel anders. Ik werd me bewust van mijn gedachten als ik stil zat. Juist dan drongen ze zich aan mij op. De meest onnozele dingen schoten door mijn hoofd. Een middel om concentratie aan te leren, iets dat handig is bij het mediteren, is het tellen van één tot tien."

"Ik mag hopen dat je dat al in de eerste jaren van de basisschool geleerd hebt!"

"Ja. Maar niet goed genoeg naar het bleek." Pieter kijkt hem vol van vragen aan en Jasper legt uit wat hij bedoelt. "Het tellen is een hulpmiddel. Er zijn diverse varianten. Een daarvan is dat je inademt en op je uitademing in je hoofd één zegt. Vervolgens opnieuw inademen en dan op de uitademing twee. Dit doe je tot en met de tien. Daarna begin je weer met één. Het is de bedoeling alleen maar in en uit te ademen en op de uitademing te tellen. Meer niet. Maar al heel snel zul je merken dat je gedachten je parten gaan spelen. Ze willen aandacht van je. En dan… dan raak je dus de tel kwijt en weet je niet meer waar je bent. Als je dat opmerkt, begin je weer van voren af aan. Maar zorg er wel voor dat je mild voor jezelf blijft. Ga jezelf niet op de kop geven omdat het niet gelukt is. Ga gewoon weer terug en begin opnieuw. Haal je de tien wel zonder dat gedachten zich aan je opgedrongen hebben probeer ook dan je aandacht te houden daar waar jij wilde: bij het tellen en begin weer met één."

"En dat lukte jou niet?"

"Van geen kant! Na een paar uitademingen kwamen er zoveel gedachten dat ik er helemaal in meeging. Wist echt niet meer waar ik was en dus terug naar het begin. Opnieuw. En dat herhaalde zich diverse keren. Af en toe lukte het me wel hoor maar dan hoorde ik mezelf ineens op een uitademing in mijn hoofd zeggen: 'Zestien'." Pieter laat een schallende lach horen. "Ja, vergeten dus te stoppen. Niet aanwezig in het moment maar zitten dromen waarschijnlijk."

"En zo met meditatie hoop je dan toch die meesterstatus te bereiken?" Jasper kijkt hem aan en glimlacht.

"Nee schat. Laat ik het je visueel uitleggen." Jasper maakt zich los uit Pieters omarming en staat op van de bank. Op een veilige afstand van bank en tafel gaat hij staan met zijn gezicht naar Pieter toe, de handen langs zijn zij. Dan brengt heel langzaam de armen tot boven zijn hoofd. Op het hoogtepunt draaien de handen zich terwijl de polsen elkaar kruisen. De handpalmen en vingers worden tegen elkaar aan gelegd. Dan trekt hij zijn linkerbeen op en plaatst de voet daarvan tegen het rechter bovenbeen.

"Oké, heel knap kunstje!" grapt Pieter.

"Sta ik volledig in balans nu?"

"Ja… denk het wel. Je doet het in elk geval stukken beter dan ik zou kunnen. Petje af hoor! Echt heel goed!"

"Grapjas! Sta ik in balans, ja of nee? Kijk goed!"

"Nee… niet helemaal… " merkt Pieter dan op. "Echt je doet het heel erg goed hoor maar je staat niet helemaal stil zo zie ik nu. Je beweegt af en toe. Dan naar links en dan weer naar rechts. Nooit helemaal stil eigenlijk maar nogmaals… "

"Ja ja, ik weet dat ik goed ben," sneert Jasper. "Maar je hebt het goed opgemerkt. Ik sta eigenlijk nooit helemaal volledig in balans. Maar… ik weet wel hoe ik mijn balans moet hervinden als ik het kwijt ben geraakt. En daarmee voorkom ik dat ik omval."

"Ahhh, het begint te dagen bij me. Jouw meditatie helpt dus voorkomen dat je volledig uit het lood geslagen wordt?" Klinkt het dan toch nog vragend. Jasper verbreekt zijn houding en gaat heel langzaam terug naar de beginpositie. Als hij weer met beide armen langs zijn zij staat, neemt hij opnieuw de pose aan maar dan met de rechtervoet tegen zijn linker bovenbeen.

"Yep. Door mijn meditatie kan ik een storm in mijn leven aan. Het zal me niet meteen doen omvallen. Ik weet door te oefenen en nog veel meer te oefenen hoe ik uit die storm kan komen door opnieuw mijn balans te bepalen. En dan nog… zal het me niet lukken om altijd volledig overeind te blijven."

"Je bedoelt?"

"Stormen in het leven zullen er blijven. Sommige klein. Andere immens groot. Blijven oefenen met meditatie en mindfulness zal geen supermens van me maken. Ik blijf een mens en door de stormen zal ik soms omvallen."

"Het is geen garantie dus dat je niet omvalt."

"Inderdaad. Het voorval met Marcel heeft me dat geleerd."

"Maar ja… dat is ook geen kleinigheid natuurlijk."

"Klopt. Een week lang ben ik behoorlijk van slag geweest. Wilde ik me het liefst alleen maar verstoppen. Verstoppen voor iedereen. Ik heb mijn ouders, broertje en zusje amper gezien die week. Wilde het liefst helemaal alleen zijn."

"Maar dat is toch ook normaal? Je had tijd nodig om te herstellen van dat wat je overkomen was en dat kun je in de regel alleen maar goed doen als je daar de tijd voor neemt."

"Ik weet het en heb dat ook zo gedaan. Zo voelde het namelijk goed maar… tegelijkertijd voelde het ook dubbel. Je merkt aan de mensen om je heen, in mijn geval vooral mijn moeder, dat ze heel graag zouden willen dat je je verdriet deelt met hen en toch… toch lukte me dat niet."

"Nemen ze het je kwalijk?"

"Nee, natuurlijk niet. Daarvoor zijn ze veel en veel te goed. Maar… ik denk wel dat hun voorkeur daar ligt."

"Maar daar hoef jij je niet aan te storen natuurlijk."

"Ook dat weet ik maar al te goed."

"Maar om nog even terug te komen op dat oefenen. Eigenlijk zeg je dus dat je de rest van je leven zult moeten blijven oefenen?" Jasper laat heel langzaam de houding los en Pieter kijkt met grote belangstelling toe hoe gracieus hij dat doet. "Prachtig man!" zegt hij als Jasper weer in zijn beginpositie staat.

"Ja… op dat steeds blijven oefenen komt het aan. Natuurlijk kan ik wel eens spijbelen maar ik wil dat niet te veel doen. Oefening baart kunst tenslotte." Bij de bank aangekomen wil hij opnieuw voor Pieter gaan zitten maar deze grijpt hem onverwachts beet en terwijl hij zichzelf languit strekt, trekt hij Jasper op zich."

"Ik houd van je Jasper. Heel erg veel van je. Veel meer dan ik je ooit kan vertellen."

"Ik vind het heel fijn dat heel erg vaak van je te horen maar weet dat ons spreken altijd te kort zal schieten om onze werkelijke gevoelens voor elkaar tot uitdrukking te brengen lieverd." Ze kussen elkaar. Veel, heel veel kleine kusjes worden uitgewisseld terwijl ze elkaar met hun handen strelen.

"Heb je mij met dit verhaal een stuk authentieke Jasper laten zien?"

"Ja, dit ben ik ten voeten uit. Niet perfect, niet altijd in balans maar wel zoekende ernaar. Steeds weer zoeken ernaar zonder het me daarbij zelf te moeilijk te maken. Zonder mezelf te frustreren en als ik al wel eens merk dat ik daarmee bezig ben, spreek ik mezelf liefdevol toe in plaats van mezelf op de kop te geven."

"En doe je die yogaoefeningen ook regelmatig?" Jasper knikt. "En ook wel eens in je blootje?"

"Jij bent eigenlijk een vies, geil, oud mannetje weet je dat!"

"Dat neem je terug of je sterft de kieteldood!"

"Ik neem helemaal niets terug schat. Bekijk het maar." Jasper probeert te ontkomen aan de omarming van Pieter maar slaagt daarin niet. De handen in zijn zij maken hem gek, hij lacht zich wild en zijn hele lijf maakt vanwege de lachstuipen onwillekeurige bewegingen. Uit puur lijfsbehoud laat Pieter de jongen uiteindelijk los en voert hij de uitgesproken straf niet uit.

"Genade?"

"Ja… doe maar want anders houd je echt niet op. Ik denk dat ik jou begin te kennen schat." Pieter trekt de omarming waarin de jongen boven op hem ligt stevig aan.

"Heel goed Jasper. Ik wil heel graag dat je mij leert kennen. Iets dat je als een voorrecht mag beschouwen want… dat heb ik tot nu toe aan maar heel weinig mensen toegestaan."

"Ook dat meende ik al te herkennen in je lieverd. Bedankt daarvoor."

"Nog even terug naar jou. Wat gebeurde er met je school want dat is me niet duidelijk geworden."

"Mijn ouders hebben van alles gedaan om het klimaat op die school bespreekbaar te maken. Eerst spraken ze met de ouderraad. Die zag wel dat er een probleem lag en wilde het wel aankaarten bij de medezeggenschapsraad. Die achtte zichzelf niet bevoegd in dit soort gevallen iets te doen. Toen hield de ouderraad er ook mee op en gingen mijn ouders op eigen houtje naar de directie. Die gaf niet thuis. Wilde het alleen maar als een incident zien en niet als iets dat structureel fout zat. Ook een gesprek met het bestuur bracht geen oplossing en daarom besloten ze in overleg met jouw zus, mijn psycholoog, om het schooljaar als verloren te beschouwen en me in elk geval niet meer daarheen te laten gaan. De rest van het jaar ben ik thuis gebleven en in september begonnen op een nieuwe school."

"En daar ging alles wel goed?"

"Ja! Nooit problemen gehad. Alleen maar leuke ervaringen zou ik haast zeggen maar dat is natuurlijk niet helemaal waar maar de meeste leraren zijn daar leuk en gaan op een heel prettige manier met de leerlingen om."

"Gelukkig maar."

"Geloof jij in voorbestemming?"

"Niet echt."

"Ik ook niet maar soms… soms is het wel bijzonder."

"Hoe bedoel je?"

"Stel je voor dat ik niet in elkaar gestort was. Dan had ik nooit leren mediteren."

"Dan had je het waarschijnlijk ook niet nodig gehad."

"Stel dat Marcel niet gepoogd had mij te verkrachten… dan was er over mij niet gesproken die avond bij het COC en had jij mij nooit aangesproken!"

"Hmmm dat is waar. Maar is dat een bewijs van voorbestemming of is het gewoon oorzaak en gevolg?"

"Ik weet het niet. Soms denk ik wel eens dat bepaalde dingen gewoon moeten gebeuren om andere te laten plaatsvinden."

"Dat 'moeten gebeuren' dat weet ik niet. Ik geloof meer in oorzaak en gevolg denk ik maar… het fijne weet ik er natuurlijk ook niet van. Dingen gebeuren nou eenmaal en dat zal ook altijd zo blijven. Maar… ik ben wel heel blij dat die verhalen over jou er waren en dat ik jou ernaar heb gevraagd."

"Ik ook. Kus me!" En aan dat verzoek geeft Pieter maar wat graag gehoor.


Wordt vervolgd…

Met dank aan Gerrit voor de correcties.


Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, september 2010.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten