BLANCO deel 1 - hoofdstuk 7 + 8

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

BLANCO deel 1 - hoofdstuk 7 + 8

Bericht door Lucky Eye » do 14 okt 2010, 07:29

BLANCO

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



DEEL 1

Hoofdstuk 7

"Stuur je me een sms'je als je thuis bent?" vraagt Pieter als Jasper zijn fiets op de staander heeft gezet op de plek waar hij hem de avond daarvoor ook heeft afgezet.

"Zeker! En… Pieter… "

"Als je nu weer gaat zeggen dat het een heel gezellige avond is geweest, dan is dat voor de vijfde keer!"

"Een teken dat het echt heel gezellig is geweest. Zo moet je het maar bekijken."

"Ik vond het ook heel gezellig," beaamt Pieter. Jasper pakt Pieter bij de hand en trekt hem naar zich toe. Dan slaat hij zijn armen om Jasper heen. "Meer dan gezellig," fluistert hij in het oor van Jasper. "Dit gaat echt de goede kant op hè?"

"Zeker wel!" fluistert Jasper terug. "Ik heb na vanavond helemaal het gevoel alsof we elkaar al zo ontzettend lang kennen. Jij?"

"Voor mij geldt precies hetzelfde." Ze draaien hun hoofden naar elkaar toe en dan drukken ze hun lippen op elkaar. Een zoen. Hun eerste, echte zoen. Als de lippen gescheiden worden, slaken ze beiden een zucht. "Dat voelde goed nietwaar?" Jasper knikt en zegt dan dat hij echt moet gaan. Pieter laat hem los en Jasper stapt op zijn fiets.

*

Onderweg naar huis laat hij alles wat er die avond is voorgevallen de revue passeren. Eerst het eten dat zo ontzettend lang had geduurd omdat ze maar bleven praten. De tweede ronde hadden ze zwijgend hun borden leeggegeten. Toen hadden ze afgewassen omdat een afwasmachine er bij Pieter nooit inkwam, zo had hij stellig beweerd. De toelichting hierop was dat hij het onnodig vond om in een klein huishouden, als het zijne is, een dergelijk apparaat aan te schaffen. Voor Jasper een duidelijk teken dat Pieter heel bewust over dingen nadacht. Pieter had geld zat zo wist hij nu maar dat maakte niet dat hij zomaar van alles en nog wat aanschafte. Na de afwas waarbij ze ook weer veel gepraat hadden, had Pieter op zijn verzoek hem de rest van het huis laten zien. Gisteren had hij beneden het meeste al gezien maar boven had hij nu gezien hoe Pieter met van alles en nog wat bezig was. Pieter had hem uitgelegd dat de bovenverdieping een grote ruimte was geweest. Het voorste gedeelte had hij bij het woongedeelte aangetrokken en in het achterste gedeelte waren nu de badkamer en de slaapkamers. Heel veel had hij zelf gedaan maar af en toe had hij zich laten helpen door vakmensen. De badkamer en de slaapkamer waar Pieter sliep waren af. Aan de andere twee slaapkamers werd nog gewerkt. Een daarvan was bijna helemaal klaar. Die kamers, bedoeld voor gasten, waren zijn eerste prioriteit, zo had hij gesteld. En daarmee bedoelde hij dat de immense ruimte die beneden nog braak lag achter de woon- en eetkamer, die Jasper ook voor het eerst zag nu, zou moeten wachten op een metamorfose van opslag- en rommelruimte naar een definitieve bestemming. Daarna hadden ze wat gedronken en waren de gesprekken opnieuw losgekomen en voor dat ze het hadden geweten was het ver na middernacht geweest. En nu… nu fietst hij helemaal in zijn eentje terug naar huis. Met in zijn rugzak van Pieter gekregen sleutels. Een rode voor de deur naar de tuin en een blauwe voor de bijkeuken. Zo kan hij - mocht het voorkomen dat Pieter er niet is - toch naar binnen. Jasper was heel verbaasd toen Pieter hem de sleutels in de hand had geduwd. Maar Pieter was duidelijk geweest: 'Neem aan. Het kan zijn dat je ze nodig hebt.' Het is een stille nacht. Eentje met heldere sterren aan de hemel. Thuisgekomen zet hij zijn fiets in het schuurtje en maakt de achterdeur van het huis open met zijn sleutel. In de gang zet hij zijn schoenen in het kastje en loopt stilletjes naar boven. Dit keer geen moeder die hem aan het schrikken maakt. In de badkamer kleedt hij zich uit en haalt hij een koude, natte washand over zijn lijf. Dan snel in bed, oh wacht, eerst nog een sms'je sturen.

*

Pieter is net als de vorige keer op de parkeerplaats blijven staan wachten tot het bericht binnenkomt. Hij glimlacht als hij de tekst leest: 'Ik laat je vandaag weten wanneer ik van de week langskom.' Dat is hun afspraak inderdaad. Jasper zal op een doordeweekse dag bij hem langskomen en hij zal kijken of hij zijn werk dan kan verschuiven naar de ochtend. Het lijkt erop dat hun kennismaking in een stroomversnelling zit. Niet alleen maar de avonden in het weekend willen ze bij elkaar zijn maar ook zomaar door de week. Pieter vindt het allang goed. Hij heeft enorm genoten van de twee avonden met Jasper. De jongen heeft iets heel bijzonders over zich, zo is Pieter van mening. Een soort van uitgelatenheid, onbevangenheid die hem tot een heel plezierig persoon maakt. Iemand waar hij nog veel en veel meer van wil weten en hij wil alle tijd nemen die er nodig is om hem volledig te leren kennen. Ja… want dat is tenslotte wat ze hebben afgesproken: een kennismakingsperiode om te kijken wat er mogelijk is. En tot nu toe gaat dat heel erg goed. Gisteravond was er een zoen op de wang en vanavond lipcontact. Niet dat hij zich enige illusie maakt over wat er de volgende keer zal gaan gebeuren, want zo werkt dat niet volgens hem. Alles moet zich op zijn eigen manier ontwikkelen. Alles moet de tijd hebben om zich te kunnen ontwikkelen.

*

Martin is ongedurig. Hij loopt door de woonkamer heen en weer. Steeds maar weer hetzelfde stukje. Hij moet toegeven dat Marion gelijk had. Er is iets met Jasper. Het voorgevoel dat zij had was juist. Voorgevoel? Nee! Ze weet soms dingen gewoon. En ook dat ergert hem. Hij is er bang voor. Weet wat het met haar gedaan heeft in het verleden en wil ten kosten van alles voorkomen dat dat zich zal herhalen. En daarnaast lijkt het soms alsof zij de enige van hun twee is die weet wat er in hun kinderen omgaat. Ja… dat ergert hem want hij is ook bezorgd. En zeker nu. Vrijdag overdag was Jasper nog erg in zichzelf gekeerd. Net als alle dagen daarvoor pas aan tafel op het moment dat iedereen er al zit terwijl de jongen anders altijd meehelpt met het dekken van de tafel en vaak ook wel met het voorbereiden van de maaltijd. De laatste week echter niet. Altijd op het laatste moment aanschuiven en na het eten meteen weer weg. En vrijdag wilde hij in eerste instantie ook niet uit. Hij wist dat heel goed te brengen maar… hij was anders dan anders. En toen hij toch ging, kwam hij pas heel laat thuis. Martin had hem wel gehoord in de tuin maar was daarna weer in slaap gevallen. Op zaterdag was zijn humeur heel anders ineens! Echt weer de oude Jasper. Nou ja… niet de hele tijd. Af en toe leek het alsof hij… alsof hij er niet was… Diep in gedachten verzonken. 's Avonds ging hij weer uit alsof er niets aan de hand was en opnieuw maakte hij het erg laat. En die omslag duidt er toch heel duidelijk op dat er iets geweest is. Iets dat hij niet heeft opgemerkt. Misschien wel opgemerkt maar weggerationaliseerd. En dat steekt hem. Het steekt hem dat Marion gelijk heeft en dat hij wellicht toch niet zo'n goede vader is als hij graag wil zijn.

"Wat loop je te drentelen Martin?" vraagt Marion Verhulst haar man als de klok in de richting van elf uur loopt en zij de woonkamer binnenkomt.

"Hij slaapt nog!" merkt hij op.

"Ja, hij was erg laat vannacht."

"Vannacht? Je kunt beter zeggen vanmorgen vroeg!"

"Oh, je hebt hem dus thuis horen komen?"

"Als jij denkt dat jij de enige ouder bent in dit gezin die bezorgd is om de kinderen, dan heb je het mooi mis!"

"Ho! Niet zo gepikeerd meneertje. Ga zitten! Wat zit je dwars?" Martin doet wat zijn vrouw hem zegt en ploft op de bank neer. Zij gaat naast hem zitten en pakt zijn hand. Uit de aangrenzende kamer waar Maarten en Sam luidruchtig bezig zijn met een nog luidruchtiger computerspelletje komt het nodige lawaai maar de echtgenoten laten zich daardoor niet van de wijs brengen. "Zeg het me Martin. Wat zit je dwars?"

"Ik hou niet van geheimzinnig gedoe en ik heb het gevoel dat die jongen van ons met dingen rondloopt die… die… nou ja… hoe moet ik het zeggen. Met dingen rondloopt die hij ons zou kunnen vertellen maar hij kiest ervoor het niet te doen! En jij had weer eens gelijk. Helemaal gelijk en ook dat stoort me omdat ik het niet gemerkt heb."

"Hé doe je niet wat erg moeilijk over dat laatste? Zo ken ik je niet Martin!"

"Ik wil er ook graag zijn voor onze kinderen en heb het gevoel dat jij het altijd beter kunt dan ik. Ze komen eerder naar jou toe dan naar mij als er iets is. Toch?" Wat dat laatste betreft moet Marion haar echtgenoot gelijk geven maar dat heeft ook een heel logische reden volgens haar.

"Nogal logisch! Ik ben toch ook bijna altijd thuis! Ik ben het eerste aanspreekpunt en dat is bij ons heel normaal. Als jij thuis zou werken, zouden ze naar jou toekomen. "

"Misschien heb je wel gelijk."

"Misschien? Ik weet het wel zeker. Vorig jaar ben ik in de meivakantie vijf dagen met Jasper weggeweest. Jij nam die week vrij om voor Maarten en Sam te zorgen. Wie was toen het aanspreekpunt hier in huis? Of hebben ze al hun probleempjes toen opgespaard voor het moment dat ik weer thuis was?"

"Oké, ik weet het. Je hebt gelijk. Net als vrijdagavond toen je wist dat er met Jasper iets aan de hand was. Dat is er ook. Het is mij nu ook opgevallen. Er is iets met hem aan de hand."

En daarmee bedoel je?"

"Daarmee bedoel ik dat je helemaal gelijk had vrijdagavond. Jasper loopt met iets rond en ik heb dat ook gemerkt natuurlijk. Alleen… ik had zoiets van dat het ons niet aangaat maar… dat is natuurlijk niet zo. Als hij verdriet heeft dan kan hij ons daar toch beter deelgenoot van maken? Gedeelde smart is halve smart tenslotte en misschien kunnen wij hem wel helemaal niet helpen maar dan heeft hij in elk geval zijn hart gelucht. Het lijkt net als zoveel jaren geleden weet je. Toen bleek ineens dat hij heel veel problemen had. Problemen op school. Problemen met de puberteit. Twijfelen aan zichzelf. En dat kwam er pas uit toen hij ineen klapte. Begrijp je?" Marion knikt. "En daarom drentelde ik dus zo. Ik heb het gevoel dat ik naar hem toe moet gaan om met hem te praten en anderzijds heb ik het idee dat ik me er niet mee moet bemoeien. Het zijn mijn zaken niet en bovendien is hij al bijna achttien."

"Maar hoe zou je dat aan willen pakken dan?" Martin kijkt haar met rimpels in zijn voorhoofd aan. "Ga je hem gewoon recht op de man afvragen wat er met hem was?"

"Je zegt 'was'. Jij hebt het verschil dus ook gemerkt tussen vrijdagavond en zaterdagmorgen of… of weet je meer dan ik?" Aiii, eventjes voelt Marion zich betrapt en kan ze niet voorkomen dat een rode blos over haar wangen schiet. "Ja, dus. Heb jij al met hem gepraat dan?"

"Ja. Toen hij thuiskwam vrijdagnacht trof ik hem beneden."

"Je trof hem of had je op hem gewacht?"

"Het laatste. Ik kon niet slapen. Ik wist dat er iets met hem was en ook ik was van mening dat hij het beter kon vertellen dan ermee blijven rondlopen."

"En?" Marion glimlacht en vertelt dan wat er voorgevallen is die nacht. Martin is onder de indruk als ze uitgepraat is. "Maar hij heeft dus niet echt iets vertelt."

"Dat niet maar ik kon genoeg voelen."

"Maar wat is dat nieuwe dan dat nog moet groeien?" Marion kijkt hem aan en glimlacht. Ze zegt niets maar laat hem denken. "Is het iets als… als… nou ja op relationeel gebied? Heeft hij een nieuwe verkering of zo?" komt het na enige tijd. "En is die oude uitgegaan en heeft dat hem pijn gedaan?"

"De details ken ik niet Martin maar er was verdriet en er is een nieuw soort van geluk ontloken in hem. En ja, ik denk dat het te maken heeft met een relatie."

"Maar… maar… Heb jij… Is hij… " En zo volgen er nog meer openingen die niet afgemaakt worden door Martin. Marion pakt beide handen van haar man nu en kijkt hem in zijn ogen. Ogen die precies dezelfde kleur hebben als die van Jasper en Sam.

"Ja schat," zegt ze na verloop van tijd zachtjes precies wetende wat haar echtgenoot wil zeggen. Martin trekt zijn vrouw tegen zich aan en knuffelt haar.

"Heeft hij het daar ook moeilijk mee? Is hij bang misschien dat wij… "

"Ik weet het niet. Ik hoop van niet want dan kent hij ons wel heel erg slecht. Misschien wil hij gewoon wachten tot hij er helemaal zeker van is of dat hij eraan toe is."

"Vind je niet dat wij hem ernaar moeten vragen?"

"Ik weet het niet. Ik vind het moeilijk. Enerzijds zou ik hem graag de zekerheid willen geven dat wij er absoluut geen problemen mee hebben en aan de andere kant vind ik dat hij zelf het moment mag kiezen waarop hij ons er deelgenoot van wil maken."

"Een zogenaamd duivelsdilemma dus."

*

Jasper heeft er vreselijk veel moeite mee om wakker te worden die zondagochtend. Normaal maakt hij het nooit zo laat en van slaaptekort wordt hij chagrijnig, zo weet hij maar al te goed. Tegen zeven uur werd hij uit zichzelf echter al wakker: de biologische klok. En hoewel hij zich had omgedraaid en opnieuw was ingeslapen, kwam de diepe slaap niet terug. Minstens elk half uur is hij wakker geweest. En nu… nu ligt hij met open ogen naar het plafond te kijken. Het is zonnig buiten en als hij op zijn wekker kijkt, ziet hij dat het al bijna elf uur is. Zondagse koffietijd. Koffie met gebak. Een zowat heilig moment voor de familie om gezamenlijk door te brengen en hij ligt nog in bed. Even overweegt hij om snel uit bed te springen en zich te haasten maar daar heeft hij geen zin in. Een keertje het zondagritueel missen moet kunnen toch? Het is wel vaker voorgekomen dat de een of ander er niet was en misschien is het vandaag zijn beurt wel om afwezig te zijn. Hij denkt terug aan zijn tweede ontmoeting met Pieter. Hij vindt hem leuk. Hij kan boeiend vertellen en zijn handen staan absoluut niet verkeerd. Vol bewondering heeft Jasper zich laten rondleiden in Pieters huis. De slaapkamer is groot en mooi ingericht. Alles handgemaakt. Het bed, de nachtkastjes, de klerenkast, het computermeubel, de vloer, de wandafwerking. En hij herinnert zich met plezier hoe Pieter hem de onaffe klussen had laten zien. De grote ruimte beneden en de twee slaapkamers boven. Er scheen een glinstering in zijn ogen toen hij vertelde wat hij daarmee wilde doen. Ja, hij vindt Pieter echt heel erg leuk. Het gemijmer zat, stapt hij dan toch maar uit bed. Hij douchet zich en als zijn gedachten afdwalen naar Pieter merkt hij dat er iets bij hem groeit. Hij glimlacht om zijn groeiende penis en laat hem voor wat het is omdat hij nog geen seksuele gedachten over Pieter wil hebben. Dus geen geruk op dit moment. In zijn slaapkamer schiet hij snel wat kleren aan en dan gaat hij naar beneden. Zijn ouders zitten heel dicht bij elkaar op de bank. Het is al na elf uur en de koffie staat nog niet eens op tafel.

"Zeg! Wat zitten jullie daar samenzweerderig en knus op de bank saampjes!" Martin en Marion schrikken op uit het gesprek waarin ze nog niet tot een gezamenlijk standpunt zijn gekomen.

"Jaloers?" reageert Marion.

"Nee hoor. Ik mag jullie graag zo zien. Dat weet ik dat het nog goed zitten tussen jullie. Maar nu ik jullie eindelijk eens helemaal voor mezelf heb omdat het kleine grut druk bezig is, schuif eens op!" Martin en Marion maken plaats zodat hun oudste tussen hen in kan zitten.

"En hoe is het met jou?" vraagt Martin.

"Prima."

"Beter dan de afgelopen week?" vervolgt zijn vader.

"Ja, zo kun je het wel stellen maar waar is de koffie en het gebak?" probeert Jasper het gesprek een andere richting te geven.

"Zou je niet eerst ontbijten?" oppert Marion.

"Ja, misschien wel beter." En als Jasper dan wil opstaan om de daad bij het woord te voegen, trekt zijn vader hem terug op de bank.

"Slim hoor, om het gesprek een andere draai te geven maar ik heb volgens mij nog niet echt een antwoord op mijn vraag gekregen," reageert Martin duidelijk verontwaardigd. Marion en Jasper kijken elkaar aan.

"Het spijt me pap. Het gaat goed met mij. De vorige week was een week om heel snel te vergeten en met nieuwe vooruitzichten in het vizier lukt dat heel erg goed."

"Dank je voor je antwoord jongen. En mag ik je nog wat ongevraagd advies geven?"

"Jij altijd pap."

"Als je ergens over wilt praten, wat dan ook, dan weet je ons te vinden hè?" Jasper knikt. "Geen onderwerp is te vreemd of te gek. Je kunt echt alles bij ons kwijt. En onthoud goed dat wij je ouders zijn en dat wij altijd van je houden. Je kunt ons op geen enkele manier teleurstellen." Jasper slikt. Heeft hij naast een paranormale moeder nu ook een paranormale vader ineens? Nee, dat kan niet. Maar… is dit dan het moment om uit de kast te komen? Nee, zo besluit hij snel. Nu nog niet. "Heb je er wel eens aan getwijfeld of je iets met ons kon bespreken?"

"Als je in de puberteit zit dan schijn je overal aan te twijfelen en dus heb ik dat ook wel eens gedaan aan jullie. Maar jouw woorden van zo-even," en hij kijkt daarbij naar zijn vader, "zijn voor mij een bevestiging van iets dat ik altijd heb geweten en dat is dat ik altijd bij jullie terecht kan hoezeer ik het ook verknalt heb. Bedankt pap. Maar… dat wil niet zeggen dat ik nu volledig open wil zijn. Ik zeg heel bewust wil zijn want het is een keuze die ik maak. Niet omdat ik bang ben voor jullie reactie maar omdat ik het eerst nog wat tijd wil geven. Begrijpen jullie dat?"

"Je mag alle tijd nemen die je nodig hebt," stelt Martin. Om er dan vervolgens aan toe te voegen: "Maar mocht je op problemen stuiten, weet dan dat wij er voor je zijn. Altijd!"

"Jullie zijn geweldige ouders! Weten jullie dat!"

"Ja ja… " bromt Martin.

"Niks ja ja!" En Jasper buigt zich naar Martin om hem een zoen op de wang te geven en vervolgens geeft hij ook Marion een zoen op haar wang. "Ouders om te zoenen!"

Hoofdstuk 8

Die woensdag is het prachtig mooi weer. De meimaand heeft tot nu toe alleen maar mooie dagen laten zien en zo ook vandaag. Jasper is in korte broek naar school gegaan en heeft zijn jas alleen maar meegenomen omdat hij vanavond laat weer naar huis zal gaan en het dan nog best wel eens koud zal kunnen zijn. Nu echter niet. Het is zo warm dat hij voor hij van school vertrekt zijn shirt uitdoet en in T-shirt wegfietst. Net iets voor een uur 's middags komt hij aan bij het huis van Pieter. Jasper is op woensdag altijd vroeg vrij en daarom hebben ze hun afspraak op deze dag gemaakt. Pieter heeft kunnen regelen dat hij 's morgens werkt in plaats van 's middags maar als de jongen bij het huis aankomt, is er echter niemand die open doet. Als zijn telefoon overgaat, neemt hij meteen op. Het is Pieter. Zijn collega die hem 's middags zou vervangen is ziek geworden en heeft dit pas op het allerlaatste moment kunnen laten weten.

"En nu?" vraagt Jasper.

"Nu ga je gebruik maken van de sleutels die ik je zaterdagavond gegeven heb. Maak het je gemakkelijk en doe alsof je thuis bent. Het spijt me echt heel erg dat ik er niet kan zijn." Ze bellen af en als Jasper dan het huis ingaat, vindt hij het toch wel heel erg vreemd. Hij voelt zich echt een vreemde in het huis van iemand anders. Maar… die ander wordt naar alle waarschijnlijkheid zijn vriend en dus is het geen ander, spreekt hij zichzelf toe. Hij opent de koelkast, pakt een fles cola, zoekt en vindt een glas in een van de kasten en gaat daarmee op het terras zitten. Terwijl hij drinkt, laat hij zijn blik over de tuin gaan. Echt een puinhoop! Het is warm en van het fietsen is hij al behoorlijk in het zweet geraakt maar hij is niet van plan niets te gaan doen. Hij had tenslotte aangeboden dat hij zou meehelpen met de tuin en dat gaat hij dan doen ook.

*

Pieter baalt flink in zijn winkeltje in Kampen. Natuurlijk kan zijn werknemer er niets aan doen dat hij ziek is geworden maar… waarom juist nu? Tegen half vijf besluit hij om het bijltje erbij neer te gooien. Het bordje op de deur aan de winkelstraat draait hij om zodat de tekst 'gesloten' te zien is en dan verlaat hij het pand via de dienstingang aan de achterkant. De rit naar huis gaat met open raampjes omdat het echt heel lekker weer is. Het is gelukkig maar een klein eindje. Twintig minuten later zet hij zijn auto op de parkeerplaats naast zijn huis. Hij probeert de tuindeur maar merkt dat deze op slot is. Jasper zou toch niet weggegaan zijn, zo schiet het door zijn hoofd. Hij pakt zijn sleutel en opent de deur naar de tuin. Wat hij dan te zien krijgt, doet hem verstommen. Met open mond kijkt hij naar de zwoegende, zwetende en halfblote Jasper die al een flinke berg onkruid heeft gerooid. Hij verstomt niet alleen maar verstijft ook en dat op een heel lekkere plaats. Snel brengt hij zichzelf weer tot zijn positieven en keert terug op zijn schreden door heel stilletjes weer de tuin uit te gaan. Daar spreekt hij zichzelf vermanend toe. Hé, ik vind die jongen leuk en wil niet op hem geilen! Nu nog niet! Daar is het nu nog te vroeg voor! Weer rustig geworden opent hij opnieuw de deur om dan meteen zijn aanwezigheid te laten blijken.

"Kijk aan! Een leuke, halfblote jongen die zich het leplazerus werkt in mijn tuin. Dat zie ik niet elke dag!" Geschrokken draait Jasper zich om.

"Ik dacht dat je pas na zessen thuis zou komen?"

"Tja… ik kon je niet langer missen."

"Je stelt je aan man!"

"Denk je dat echt?" Ze lopen op elkaar toe en als ze elkaar omarmen voelt Pieter het zweet op het lijf van Jasper.

"Voorzichtig! Anders ben je straks helemaal nat van mijn zweet en ga je stinken net als ik."

"Jouw zweet stinkt echt niet hoor!"

"Voel jij je wel goed? Zweet stinkt altijd hoor en mijn deo is al een tijdje uitgewerkt."

"Eerlijk zweet stinkt niet. Gelukkig stink je na hard gewerkt te hebben niet naar de drogisterij want anders zou ik me misschien nog bedenken." Jasper lacht.

"Je zou me niet willen als ik zo ijdel was?"

"Inderdaad. Enige ijdelheid en lekker ruiken is goed maar iemand die na zwaar werk nog steeds ruikt naar zijn deo daar is iets mis mee, volgens mij. Of niet soms."

"Het is gewoon niet te voorkomen en daarom heel normaal."

"Dat bedoel ik dus." De omarming is liefdevol en de kus die volgt - een nieuwe kus op de lippen - nog veel meer. "Heb je me gemist?"

"Ja. Maar ik heb me niet verveeld zoals je kunt zien," en Jasper maakt zich los uit de omarming en wijst op de berg onkruid.

"Je hebt flink huisgehouden. Heb je je wel goed ingesmeerd?"

"Zeker wel. Ik had zonnebrandcrème meegenomen."

"En hoe smeer je je eigen rug dan in in je eentje?"

"Door gebruik te maken van een handdoek die ik vond in een kast op jouw kamer."

"Goed gedaan jochie."

"Je zei toch dat ik moest doen alsof ik thuis was en dus heb ik eens overal rond gesnuffeld en al jouw geheimen ontdekt." Pieter kijkt hem vreemd aan. "Grapje!"

"Al honger?"

"Als een paard maar eerst moet ik deze berg nog even naar je composthoop kruien." En terwijl Pieter met het eten bezig gaat, kruit Jasper het onkruid weg. Klaar met zijn karwei voor deze dag pakt hij zijn T-shirt die over de balustrade van de veranda hangt op, gaat naar binnen en kust Pieter - die druk bezig is met koken - in zijn nek.

"Wil je douchen voor het eten?"

"Stink ik te erg?"

"Dat niet maar je bent bezweet en hier in huis is het koeler dan buiten en ik wil niet dat je een kou vat."

"Maar dan moet je mij wat kleren lenen."

"Geen probleem. We verschillen niet veel in maat volgens mij." Dat gezegd hebbende zet Pieter het vuur onder zijn pannen laag en gaat Jasper voor naar boven. Met een geleende boxer, sokken, korte broek, T-shirt, zijn eigen shirt - die hij uit zijn rugzak heeft gehaald - en handdoeken verdwijnt laatstgenoemde dan in de badkamer terwijl eerstgenoemde terug gaat naar de keuken.

Een kwartiertje later is het eten aan opdienen toe en Jasper fris gedoucht. Snel slaat de jongen zijn armen om Pieter heen en drukt hem dicht tegen zich aan.

"Ruik ik nu weer lekker?"

"Net rook je ook heel erg lekker hoor."

"Maar is dit beter?"

"Ik maak geen onderscheid leuke jongen!"

"Oké, laten we dan maar gaan eten," zegt hij met een knipoog. Ze eten aardappelen met boontjes en saté en Jasper prijst de kok voor zijn kookkunsten.

"Valt je mee zeker hè, dat ik ook gewoon koken kan."

"Ja, echt wel. Ik had gedacht dat iemand die alleen woont alleen maar gemakkelijke kost zou maken."

"Zou jij dat doen?"

"Ik niet! Ik heb van mijn ouders al vroeg moeten leren koken."

"Ja?"

"Echt wel. Ze wilden dat ik me zou kunnen redden als zij er een keer niet waren of heel laat thuiskwamen."

"Dat heeft z'n voordelen inderdaad."

"En daar hebben ze dan ook dankbaar gebruik van gemaakt."

"Gebruik of misbruik?"

"Dat laatste niet want dan ken je mijn ouders niet."

"Die ken ik dus ook nog niet." Jasper lacht om de toespeling en garandeert Pieter dat dat binnenkort dan maar eens moet gaan gebeuren. Pieter bloost.

"Zie je daar tegen op?" Enigszins wel dus zo blijkt als ze er over doorpraten. "Ze zijn schatten, echt waar!" Met die geruststelling neemt Pieter genoegen. Na het toetje wassen ze samen af en kruipen dan op de bank. Pieter nestelt zich in de hoek en Jasper zich in zijn armen. Ze praten over van alles en nog wat en zo verstrijkt de tijd voor hen beiden heel genoeglijk. "Zeg eens," stelt Jasper een vraag, "wat was voor jou vandaag het meest leuke en het meest vervelende moment?" Pieter kleurt meteen. "Ai, een gewetensvraag?"

"Ja, een beetje wel."

"Je voelt je betrapt nu?"

"Ja, want ik moet je dus eerst iets bekennen voor ik je vraag kan beantwoorden."

"Kom maar op dan mannetje, met de billen bloot!" Als Pieter een poging doet om overeind te komen, drukt Jasper hem meteen terug in de hoek van de bank. "Gewoon zitten blijven, leukerd!" Pieter druk een kus op de wang van Jasper en begint dan met zijn antwoord.

"Toen ik je vanmiddag in de tuin begroette was het niet de eerste keer dat ik de tuin binnenkwam."

"Oh???"

"De eerste keer was je zo druk aan het werk dat je me niet hoorde."

"Maar waarom zei je dan niets?"

"Laat je me misschien nog even uitpraten?" Jasper stamelt met een brede glimlach een excuus. "Ik zei niets omdat ik gewoonweg betoverd was door dat wat ik zag. Een prachtig mooie jongen… "

"Ja ja, slijmerd! Oeps sorry!"

"Een prachtig mooie jongen, halfbloot en druk aan het werk in mijn tuin. Ik stond echt helemaal perplex."

"Vanwege welke bepaling?"

"Hoe bedoel je?"

"Prachtig mooie? Halfbloot? Of druk aan het werk?"

"Alledrie! Maar… en dan kom ik meteen op het tweede gedeelte van je vraag, meteen daarna was er ook het meest vervelende moment van de dag. Terwijl ik daar naar je stond te kijken… nou ja… toen… toen… reageerde mijn lijf ook meteen."

"En dat vond je vervelend?"

"Ja… want…" een diepe zucht volgt en nog eentje. "Omdat… nou ja… gut… hoe zeg ik dit…" Jasper is verstandig genoeg om Pieter dit keer niet te onderbreken. Zelfs niet voor een grapje. "Ik… wij… shit… voor het eerst dacht ik aan jou als een seksueel wezen, aan iemand met wie je seks kunt hebben en dat vond ik rot want we hebben het daar helemaal nog niet over gehad, we zijn er nog niet aan toe, heb ik zo het idee en toch was er dan ineens die reactie. Kun je mijn gestamel een beetje volgen?"

"Zeker wel en ik denk dat je je er niet zo druk om moet maken. Afgelopen zondag had ik iets vergelijkbaars. Ik stond onder de douche, dacht aan jou en meteen sprong hij omhoog."

"En dat vond je niet vervelend?"

"Ik heb er om geglimlacht."

"Maar heb je… dus niet … niet euh …"

"Ik heb er niets meegedaan, heb hem gelaten voor wat hij was en dat om precies dezelfde reden als jij denk ik. Maar… zo'n lichamelijke reactie is heel gewoon en ik wil me er dus ook niet rot over voelen."

"Weet je dat je heel wijs bent voor je leeftijd?"

"Dank je maar ik weet niet of het wijs is."

"Je mag een compliment gewoon aannemen hoor als je er een krijgt."

"Maar wat ik wil zeggen is dat we beiden homo zijn, jij ziet er leuk uit zo vind ik en jij vindt mij er leuk uitzien en dus is er niets mis mee als dat tot een lichamelijke reactie leidt. Dat zal waarschijnlijk nog wel vaker gebeuren als we meer bij elkaar zijn en als we ons dan steeds vervelend moeten gaan voelen, frustreert dat onze kennismaking zo lijkt me."

"Ja, je hebt gelijk." In de stilte die volgt, is duidelijk te merken dat ze beiden nadenken over dat wat ze zojuist besproken hebben. "Ik heb zin in koffie, jij?" onderbreekt Pieter hun stille gedachten.

"Hoe laat is het?" Als Pieter dan op zijn horloge kijkt en de tijd noemt, is er geen tijd meer voor koffie. Het is al ruim na tienen en Jasper had zich voorgenomen om tien uur thuis te zijn.

Op de gebruikelijke plaats nemen ze afscheid met de verzekering dat ze elkaar regelmatig zullen sms'en en dat Jasper zaterdag na het voetbal langskomt en dan een nacht zal blijven logeren. Dan kussen ze elkaar op de lippen. Langer dan ooit voorheen en nemen dan afscheid. Jasper fietst weg en Pieter kijkt hem na. Hij blijft wachten tot de sms dat de jongen veilig thuis is binnenkomt. Dan stapt hij in en rijdt terug naar huis. Op de terugweg voelt Pieter zich gelukkig. De eenzaamheid, zo zonder Jasper, deert hem dit keer niet. Hij weet dat Jasper over een paar dagen bij hem zal komen en dat de jongen doet wat hij belooft. Geen twijfel mogelijk. Jasper en hij gaan elkaar steeds beter leren kennen. Groeien steeds meer naar elkaar toe. Jasper is een lot uit de loterij voor hem. Hij voelt zich supergelukkig!

Wordt vervolgd…

Met dank aan Gerrit voor de correcties.


Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, september 2010.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten