BLANCO deel 1 - hoofdstuk 5 + 6

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

BLANCO deel 1 - hoofdstuk 5 + 6

Bericht door Lucky Eye » do 07 okt 2010, 07:46

BLANCO

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



DEEL 1

Hoofdstuk 5

Ondanks dat het een latertje is geworden, is Pieter toch op tijd wakker. Hij heeft nooit echt veel slaap nodig gehad. Een uurtje of vijf is voldoende voor hem. Het eerste dat hem voor zijn geestesoog komt, is het gezicht van Jasper. De mooie, lange, heel lichtblonde haren die met speelse slagen die zijn gezicht omlijsten. Zijn ogen die gisteren eerst vervuld waren geweest van verdriet maar later pretlichtjes vertoonden toen hij bij hem was. De lieve glimlach rond zijn lippen. Het kuiltje in zijn rechterwang als hij lacht. De jongen is zo verschrikkelijk mooi… Meteen haalt hij uit de la van zijn nachtkastje een tekenblok tevoorschijn samen met een set potloden in een blikje en begint te schetsen. Tekenen is een hobby waarmee hij al heel jong is begonnen. Zijn ouders hebben creativiteit altijd enorm gestimuleerd en zowel hij als zijn zus hebben het nodige in de genen meegekregen en door flink veel te oefenen dat ook uitgebreid. Zij maakt prachtige schilderijen en exposeert regelmatig. Hij houdt zich voornamelijk bezig met zijn houtwerk. Het tekenen is iets dat hij er naast doet voor de lol. Na een dikke twintig minuten is hij tevreden, houdt het blok op enige afstand en glimlacht. Ja, zo ziet het gezicht van Jasper eruit. Zijn glimlach verbleekt als hij na zijn geconcentreerde inspanning voelt hoe er gedachten in zijn hoofd opkomen. Ja, Jasper is mooi maar… is hij er echt voor hem of is dit de zoveelste die leuke dingen belooft en ze vervolgens niet nakomt? Nee, zoiets wil hij niet geloven. Hij legt het tekenblok en de potloden weg en pakt de telefoon van het nachtkastje en leest het sms'je van een aantal uren terug. Een lief berichtje maar zegt het ook echt iets? Eigenlijk niet. Geen enkele toespeling op een volgende ontmoeting in elk geval terwijl… terwijl de jongen daar toen ze samen waren wel op toespeelde. Shit! Verdomme! Waarom is er nu ineens die twijfel terwijl die er bij het wakker worden niet was? Net als hij de telefoon wil wegleggen, begint die te piepen en van schrik laat Pieter hem vallen. Meteen laat hij zich uit het bed glijden om het apparaat op te pakken en het gesprek aan te nemen.

"Met Pieter!" klinkt het hijgend.

"Hoi met Jasper! Bel ik ongelegen of zo, je klinkt zo gejaagd?" Pieter lacht en vertelt hem wat er gebeurde. Jasper lacht dan ook en plaagt hem met zijn onhandigheid. "Maar het ding niet kapot?" vraagt hij dan vervolgens heel serieus.

"Nee, alles prima in orde. Hij kan wel tegen een stootje."

"Je bedoelt daarmee dat het een gewoonte van jou is om hem te laten vallen?" Pieter lacht opnieuw. Zijn twijfels zijn voorbij en het lijkt alsof de donkere wolken die even binnen waren komen drijven door het zonlicht dat Jasper verspreidt verjaagd zijn.

"Echt niet! Het was gewo… "

"Je niet verdedigen man! Mij gewoon laten babbelen. Ik kraam wel vaker onzin uit."

"Goed dat ik dat weet, dan neem ik je niet al te serieus meer vanaf dit moment!"

"Ho! Niet te ver gaan makker!" Er wordt gelachen.

"Ben je allang wakker?" vraagt Pieter dan.

"Nee, nog niet. Jij?"

"Een half uurtje ongeveer. Jij?"

"Ik heb de ogen nog maar amper open. Het was ook behoorlijk laat en toen ik thuiskwam wilde m'n moeder nog even met me praten."

"Ohh?" komt het vragend uit Pieters mond.

"Niets bijzonders hoor, ze maakte zich wat zorgen en zo. Het was precies zoals jij gezegd had."

"Hoe bedoel je?"

"Nou je vertelde me dat ik niet met mijn problemen had moeten doorlopen, weet je nog. Dat ik daar best met mijn ouders over had kunnen praten en zo was het dus ook. Zij had al de hele week door dat er iets met me aan de hand was maar wilde daar niet naar vragen omdat… " En vervolgens doet Jasper hem het hele verhaal. Hij verzwijgt daarin niet de bijzondere gaven die zijn moeder volgens hem heeft.

"Wow, een bijzondere moeder heb jij jongen. Iemand om te koesteren," zegt Pieter als Jasper uitgepraat is.

"Doe ik ook. Maar zijn niet alle ouders bijzonder. De jouwe hebben vast ook wel iets speciaals." Dan is het stil. Te lang stil vindt Jasper en hij verbreekt die stilte die absoluut niet prettig aanvoelt. "Is er iets? Heb ik iets stoms gezegd?"

"Nee… maar… mijn ouders zijn er niet meer."

"Shit man! Dat wist ik niet. Het sp… "

"Zeg dat niet Jasper want je kon het niet weten en dus hoef je ook nergens spijt van te hebben."

"Oké, maar ik vind het wel rot voor je dat je nu ineens door mijn opmerking er mee geconfronteerd wordt."

"Het heeft na twintig jaar al wel een plaats gekregen hoor ma… "

"Twintig jaar!" Onderbreekt Jasper Pieter. "Zijn ze twintig jaar geleden al overleden? Toen was ik er nog niet eens! Toen was je nog maar zeven man!!!" De verbazing is gemeend. Een beklemmend gevoel slaat om Jaspers borst. Het voelt helemaal niet goed dit. Hij moet er niet aan denken dat hij op een dergelijk jonge leeftijd al zonder ouders zou zijn… Nee, niet aan denken ook! Het is niet zo. Voor hem geen realiteit maar voor Pieter dus wel. "Hé, ik wilde vanavond eigenlijk uit met je… "

"Leuk man!" zegt Pieter opgetogen omdat dit de bevestiging is die hij zocht. Het feit dat de jongen hem nog een avond wil zien, vindt hij prachtig.

"Val me niet in de rede man!" Pieter mompelt een verontschuldiging. "Maar gezien wat je me zojuist vertelt hebt, lijkt het me beter dat ik vanavond bij jou langskom."

"We kunnen gerust uitgaan en lol maken hoor!"

"Weet ik, dat kan ook maar ik heb er, nu ik er nog eens over nadenk, veel meer behoefte aan eigenlijk om jou beter te leren kennen en dat doe je niet in een kroeg of een bioscoop of zo. Tenminste… dat vind ik."

"Dat ben ik met je eens. Moet ik je oppikken ergens in Zwolle?"

"Nee, ik kom op de fiets naar je toe."

"Weet je waar je moet zijn dan?"

"Ja hoor. Precies. Ik heb heus wel zitten opletten hoor toen je me gisteren naar je huis bracht. Is het goed als ik er al aan het eind van de middag ben? Ik ben er dan zo tussen vijf en zes uur."

"Natuurlijk! Eet je mee? Wat eten jullie tussen de middag?"

"Tussen de middag eten we brood en dus eet ik graag wat warms met je mee. Tenminste als dat niet te veel moeite voor je is.

"Ik pas me graag aan je aan hoor maar… dat is flauwekul. Zelf eet ik 's avonds altijd warm."

"Reken er dan wel op dat ik honger heb want ik moet vanmiddag eerst nog voetballen."

"Waar speel je ergens?"

"Dat ga ik je echt niet zeggen man!"

"Waarom niet?"

"Dan kom je vast en zeker kijken."

"Je brengt me op een idee Jasper. Lekker mooie jongens in sportbroekjes kijken. MMMMMMMMM." Heel bewust reageert Jasper niet en gaat gewoon verder.

"Je brengt me dan 's avonds toch wel terug hè?"

"Tot aan je voordeur als je dat wilt."

"Dat is nou ook weer niet no… "

"Ik weet het. Ik weet het. Maar wat vertel je je ouders?"

"Ach, het komt wel vaker voor hoor dat ik bij een vriend van school of de voetbal ben zaterdags. Dus dat is geen probleem."

"Vind je het niet vervelend om te liegen?"

"Op zich wel maar ik ben er nog niet aan toe om uit de kast te komen, zo heb ik het idee. En ik noem het liever niet liegen maar de waarheid verzwijgen."

"Komt op hetzelfde neer toch?"

"Dat wel maar het is wat milder uitgedrukt."

"Oké, denk dat ik begrijp wat je bedoelt. Je verzacht het zo iets naar jezelf toe."

"De spijker op z'n kop Pieter. Hé, ik moet gaan douchen voordat dat badkamer bezet is."

"Ja, tot ziens Jasper!"

"Doei!"

"Mazzel!" Enige tijd blijft Pieter nog met zijn telefoon in de hand zitten alsof hij Jasper kan zien. Dan legt hij het toestel met een brede glimlach weg. Hij voelt zich goed. Het lijkt erop dat het dit keer inderdaad echt iets kan gaan worden. Zover is hij in elk geval nog nooit gekomen. Hij voelt zich top, kruipt weer in bed en valt - geheel tegen zijn gewoonte in - in slaap.

*

De vriendengroep waartoe Jasper behoort, staat bij de v.v. Zwolle bekent als 'de bende van zes'. Niet dat ze echt voor overlast of ergernis zorgen maar alleen omdat het zo'n hechte groep is. Een hecht verband dat zich door niets of niemand uiteen laat drijven. Sinds de F'jes zitten ze al in hetzelfde elftal en was er in het verleden al eens een trainer of elftalbegeleider die het in zijn hoofd haalde de zes uit elkaar te halen dan kreeg die een storm van kritiek van de jongens zelf en hun ouders over zich heen waarna de beslissing rap werd teruggedraaid. Het is een gemêleerd gezelschap waarvan de enige overeenkomst is dat ze allemaal in het zelfde jaar geboren zijn.

Job - officieel Jacob - is de leider van de zes en dat alleen omdat hij een grote mond heeft en een postuur waar je u tegen zegt. Met zijn 2.01m maakt hij volgens de anderen bij alles wat hij zegt of doet duidelijk indruk. De vader van Job stond vroeger altijd langs de kant van het veld met het paspoort van zoonlief in zijn jaszak omdat het regelmatig gebeurde dat elftalleiders of bestuurders van de clubs waartegen ze speelden niet wilden geloven dat Job de juiste leeftijd had. Altijd schatten ze hem, vanwege dat geweldige lichaam, veel ouder.

Leo is een van de studiehoofden in het team. Hij zit in het laatste jaar van het VWO en gaat na de zomervakantie Engels studeren in Groningen. Een jongen met een snelle babbel die daarnaast reuze nieuwsgierig is maar ook heel goed in het onderhouden van de contacten tussen de vrienden.

Gustav is een rustige jongen maar wel degene met het meeste voetbaltalent. De kenners binnen de voetbalclub hebben hem al diverse malen gevraagd voor het A1-elftal uit te komen maar steeds heeft de jongen geweigerd onder het mom dat hij twee keer trainen in de week te veel van het goede vindt. Zijn vrienden weten beter.

Alfred is de lolbroek van het stel. Als er eens wat wordt uitgehaald dan is hij de 'kwade' genius achter het lolletje. Zo heeft hij een keer een hele doucheruimte en aanpalende kleedkamer onder het schuim gezet. Toen men er achter kwam dat Alfred de dader was, waren zijn vrienden maar wat bereid om hem te helpen met de opgegeven straf. Een bestuurder die daar een stokje voor wilde steken, had het nakijken want Leo troefde hem behoorlijk af.

Nick is het buitenbeentje binnen de groep. Een jongen met een lichte vorm van PDD-NOS die van zijn begeleiders bij de GGZ het idee aangereikt kreeg om op voetbal te gaan. De jongen wist namelijk alles van voetbal en hield thuis op zijn computer werkelijk alles bij. Maar zelf de sport beoefenen dat was een stap te ver omdat hij sociale angst had. Het contact leggen met anderen vond hij vreselijk moeilijk. Op de allereerste training van het team dreigde het al meteen mis te gaan. Nick deed iets 'stoms' en anderen begonnen te lachen. Huilend liep hij het veld af in de richting van zijn vader die zekerheidshalve bij de eerste training was gebleven voor het geval er iets mis zou gaan. Gustav en Leo - die naast elkaar woonden en elkaar dus al kenden - losten het op. Eerstgenoemde rende Nick achterna terwijl Leo voor hem in de bres sprong en bij terugkomst de verlegen jongen meetrok naar de andere jongens met wie hij en Gustav voor aanvang van de training vriendschap hadden gesloten. Vanaf dat moment was Nick een gewaardeerd lid van de vriendengroep. Hij is en blijft een stille maar af en toe wordt er heel veel met hem gelachen en niet om hem gelachen. Als Nick iets te melden heeft, is het altijd een heel bijzondere zienswijze op dingen en dat maakt dat hij zijn vrienden regelmatig aan het denken zet en hen ervan weerhoudt al te snel een oordeel te vormen. En als dat wel gebeurt, is het altijd Nick die hen daarop wijst.

En dan is er nog Jasper. Hij is het tweede studiepikkie omdat ook hij VWO doet. Niet dat hij zich daarop voorstaat, absoluut niet! Zijn vrienden zijn zijn vrienden en dan maakt het volgens hem helemaal niets uit wat ze doen. Jasper wordt gewaardeerd omdat hij dingen goed kan doordenken en goed kan praten maar op een andere manier dan Leo. Die is snel en rap met zijn tong maar ook regelmatig ondoordacht en dat is Jasper dus niet. Daarnaast is de moeder van Jasper een genie wat betreft het naaien van kostuums en het bedenken van sketches. Iets waardoor de jongens op elke bonte avond een goed figuur slaan en er bijna altijd lachend over hen wordt gesproken.

Het enig vervelende - volgens de terreinbeheerder dan - is dat de jongens in de kleedkamer nooit van opschieten weten. Regelmatig gebeurt het dan ook dat hij hen zonder dat ze zich gedoucht hebben naar huis moet sturen gewoon omdat hij het terrein wil afsluiten en de jongens gewoon vergeten zijn zich te douchen omdat ze te veel met elkaar te bepraten hadden. En in dit team is het al niet beter en dus ook vandaag niet. Waar de andere leden van het elftal zich zo snel mogelijk uitkleden, onder de douche stappen, afdrogen, aankleden en naar de kantine of naar huis gaan, gaat 'de bende van zes' eerst uitgebreid relaxen en de wedstrijd analyseren. Daarna wordt er wat gedold en weten ze zich uiteindelijk de vuile kleren van het lijf te stropen om dan op hun gemak naar de douches te slenteren. Jasper staat vandaag het langst onder de douche en als het Leo dan wat al te lang duurt, zegt hij er iets van.

"Zeg Verhulst, kom je nog onder die douche vandaan vandaag!"

"Ja, ja, rustig aan man!"

"Waar bemoei je je ook eigenlijk mee Leo," reageert Job korzelig.

"Hij schiet maar niet op," verdedigt Leo zich.

"En moet jij je daar dan mee bemoeien?"

"Gewoon niet zeiken Leo! Misschien heeft Jasper wel een vriendinnetje en als je daar heen gaat moet je wel een beetje goed schoon zijn en fris ruiken natuurlijk," mengt Alfred zich in het gesprek.

"Verhulst heeft geen vriendinnetje," merkt Gustav nuchter op.

"En hoe weet jij dat," mengt zich dan ook Nick in het gesprek.

"Omdat Jasper zelf eens gezegd heeft dat als hij een vriendinnetje heeft hij het ons als eerste zou vertellen. Niet waar Jasper?" wendt hij zich tot de kletsnatte jongen die onder de douche vandaan komt. Jasper gaat bloot als hij is op het bankje zitten bij de andere nog steeds naakte jongelingen en bevestigt dat wat Gustav zei.

"Ja, dat heb ik gezegd en Gustav heeft dus helemaal gelijk. Ik heb geen vriendinnetje."

"Maar waarom sta je dan zo lang te douchen?"

"Bemoei je er toch niet mee Leo!" tikt Job hem opnieuw op zijn vingers.

"Misschien staat bij hem thuis de boel wel blank omdat zijn vader, die van klussen houdt, per ongeluk de waterleiding heeft geraakt," oppert Gustav.

"Hé, je blijft van m'n vader af hè!" waarschuwt Jasper de spreker. "Mijn vader is niet zomaar een klusser maar de allerbeste aannemer van heel Zwolle en omgeving."

"Ja," valt Alfred Jasper bij, "bij ons thuis heeft die man een prachtklus gedaan echt waar. Hebben jullie die verbouwing al gezien." Van alle kanten wordt geroepen dat ze dat nog niet gezien hebben. Alleen Jasper heeft het natuurlijk gezien.

"En wie weet wil Jasper ook wel helemaal geen vriendinnetje," laat Nick dan ineens in de groep vallen.

"Hoezo?" klinkt het van diverse kanten.

"Misschien valt hij wel op jongens," luidt de droge stelling van Nick.

"Kom zeg! Verhulst is echt geen flikker!" poneert Job en wordt daarin bijgevallen door Gustav en Leo. Alfred houdt zich stil.

"Maar… " brengt Nick dan in, "stel dat hij nou wel op jongens zou vallen. Wat dan?" Bij deze plotselinge wending in het gesprek voelt Jasper zich reuze ongemakkelijk. Al heel vaak heeft hij zich er een voorstelling van gemaakt hoe het zou zijn om het zijn vrienden te vertellen maar keer op keer met een rot resultaat en dat ingegeven door de vele verhalen die hij op het internet gelezen heeft over coming outs. Het schijnt dat er altijd een paar van je vrienden niets meer met je te maken willen hebben en Jasper zou het ontzettend rot vinden als een van deze vijf niet meer zijn vriend zou willen zijn. Ze kennen elkaar al zo lang en zo ontzettend goed. Een groepje voetballers, dat ook naast het voetbal elkaar ontmoet en met elkaar optrekt. Vrienden door dik en dun. En dan zou zijn coming out zoiets goeds verstoren? En wie zou dan degene zijn die er problemen mee heeft dat hij homo is?

"Verdomme Nick, hou op met je gezeik! Verhulst is geen flikker dus kop dicht!"

"Nou oké, stel je dan voor dat ik de flikker hier ben! Ik heb ook nog nooit een vriendinnetje gehad dus… "

"Zolang het allemaal gedachten en ideeën zijn hoef jij je er het hoofd niet over te breken, Nick," zegt Job terwijl hij naast de jongen gaat zitten en hem door zijn natte haren woelt.

"Ik zou gewoon heel graag willen weten," gaat Nick onverdroten verder, "hoe jullie dat zouden opnemen. Ik kom uit de kast en dan? Wat doen jullie dan? Zijn we nog steeds even beste vrienden of ben ik er ineens een paar kwijt?" Het is stil, doodstil in de kleedkamer. Niemand beweegt zelfs. "Kom op jongens! Laat wat van je horen! Het is ook wel eens goed om niet alleen maar slap met elkaar te ouwehoeren maar eens iets serieus met elkaar te bespreken." Jasper verbaast zich enorm over Nick. Hij roert wel vaker ineens serieuzere dingen aan om daar dan zijn zienswijze op te laten zien maar dit keer is hij wel verrekte aanhoudend. Maar eigenlijk zou hij hem wel willen zoenen, want zonder dat hij het weet brengt hij het gesprek op dat wat Jasper niet durfde aan te roeren. "Tjonge zeg! Wat valt me dit tegen van jullie. Iedereen heeft altijd een grote bek en nu… "

"Oké, als je het dan zo graag wilt weten, ik zou het moeilijk vinden," roert dan Job zich als eerste. "Nu tevreden?"

"Waarom?" vraagt Nick meteen om het begin van het gesprek dat er eindelijk is niet te laten verstommen.

"Shit man! Hou nou eens op te zeiken," reageert Job geïrriteerd.

"Waarom?" houdt Nick aan.

"Omdat je zoiets niet zou verwachten van jou. Je bent onze vriend en als we het over meiden hebben dan luister je ook altijd en zeg je ook dingen."

"Ja, maar ik begin nooit zelf over meiden dus wie weet ben ik wel een flikker."

"En onder de douche dan?" vraagt Leo. "Heb je dan altijd naar ons zitten gluren!"

"Dat is zo generaliserend!" klinkt het uit de mond van Alfred.

"Wat bedoel je?" neemt Nick opnieuw de rol van discussieleider op zich.

"Alsof iemand die homo is alleen maar aan seks denkt! Alleen maar geïnteresseerd is in pikken en konten! Dat is toch niet zo?"

"Volgens mij niet," zegt Nick. "En als jullie het over meiden hebben, lijkt het ook wel een vleeskeuring soms!"

"Ja maar… " begint Job.

"Ja, dan mag het ineens wel hè!" wordt Nick fel. Opnieuw wordt het stil. "En jij Jasper. Ik heb jou nog niet gehoord."

"Ik zou het vreselijk vinden als ons groepje om een dergelijke reden uiteen zou vallen. We hebben het al zo lang, zo ontzettend leuk met elkaar en dan zou zoiets gewoon niet mogen."

"Dat vind ik nou ook," beaamt Nick de uitspraak van Jasper.

"Maar toch zou het moeilijk zijn," probeert Job nog eens. "Het zou … raar zijn. Je denkt iemand te kennen en dan ineens is zo iemand anders." Hij kijkt de groep eens rond. "Ja toch? Ik heb het idee dat jullie allemaal hetero zijn en dan ineens is Nick een fl… "

"Homo," onderbreekt Alfred hem.

"Ja sorry. Ik weet dat fl… verdomme wennen hoor!" Er wordt gelachen.

"Maar ik ben geen homo hoor," zegt Nick met een immens brede glimlach. "Tenminste niet dat ik weet. Ik lig wat achter in mijn ontwikkeling, dat weten jullie… "

"En dat maakt ons niets uit, dat weet je," benadrukt Job.

"Ja, omdat jullie mijn vrienden zijn."

"Dat is het," zegt Jasper en tikt even met zijn platte hand op het bovenbeen van Nick.

"Ik wil te zijner tijd een leuke partner. Een zij of een hij met wie ik heel erg goed kan opschieten, enorm kan lachen en een beetje seks erbij is ook prachtig. Maar blijven we bij elkaar als ik of iemand anders van ons ineens heel anders zou blijken te zijn? Als ik bijvoorbeeld homo zou zijn en een vriend zou willen?" Een echt antwoord komt er niet.

"Oké dan," zegt Jasper met een diepe zucht. Een snelle overweging heeft hem er toe gebracht de knuppel in het hoenderhok te gooien vanuit het idee dat als hij het nu niet doet hij zichzelf vreselijk laf vindt. Een betere gelegenheid, nu Nick hem een opening gegeven heeft, is er gewoon niet. "Het hypothetische geval dat Nick homo zou zijn is waarschijnlijk te moeilijk om van jullie een echt antwoord te krijgen." De ogen van iedereen zijn nu op hem gericht en Jasper voelt zich er bijzonder goed onder. "Ik ben homo en schiet me maar af nu wie dat wil." Vijf paar ogen worden groot maar het deert Jasper niet. Hij kijkt ze allemaal recht in hun gezicht. Het maakt hem niet uit wat ervan komt. Als een van zijn vrienden hem niet meer wil kennen, zou hij dat echt gigantisch vervelend vinden maar het accepteren als diens keus.

"Zit ons niet te stangen Verhulst," moppert Job. "Het hypothetische gedoe van Nick heeft ons al schrik genoeg bezorgd, lijkt me."

"Hij dolt ons niet Job!" zegt Alfred. "Als Jasper ons dolt dan heeft hij pretlichtjes in zijn ogen en die heeft hij nu niet. Hij meent het echt!"

"Ja, ik meen het echt. Ik ben homo." De jongens die nog stonden gaan nu ook zitten. Gustav en Leo met hun hoofd gebogen. "En natuurlijk heb ik tijdens het douchen wel eens rondgekeken maar jullie doen dat net zo goed. Elke eerste training na de zomervakantie bewonderen jullie mijn prachtig mooi zongebruinde kont! Was jij het niet Gustav die me zelfs een tikje op mijn billen gaf met de opmerking 'Wow lekkere billen jongen!' de laatste keer?" De aangesprokene kleurt en Nick gniffelt.

"En toen we veertien, vijftien waren," vervolgt Nick dan, "hebben we op onze slaapzaal tijdens het voetbalkamp onze pikken met elkaar vergeleken en gemeten wie er de langste had. We hebben een wedstrijdje gedaan wie het verst kon pissen."

"Ja, maar dat is dan omdat je jongens onder elkaar bent!" zegt Job op een gelaten toon.

"En als Jasper homo is, is hij dan geen jongen meer!" antwoordt Nick terwijl hij zijn hoofd schudt.

"Oké, misschien was het een slecht voorbeeld dat ik gaf. Ik weet ook eigenlijk niet precies wat ik ermee wilde bereiken," spreekt Jasper zijn eigen verwarring uit. "Wat ik maar bedoel is dat ik het vreselijk rot zou vinden als een van jullie zou zeggen dat hij mijn vriend niet meer wil zijn omdat we er in al die jaren altijd voor elkaar geweest zijn. Toen jouw vader een ernstige hartkwaal had Alfred hebben wij er met elkaar voor gezorgd dat onze ouders om beurten met jouw moeder meereden naar Groningen zodat ze er niet alleen voor stond. Toen jij Gustav in het ziekenhuis lag nadat je geschept was door die dronken automobilist zaten we bijna continue in het ziekenhuis. Iedere keer stuurden ze ons weer weg omdat we niet bij jou mochten omdat we nog maar kinderen waren maar elke dag kwamen we weer terug. Net zolang tot we bij je mochten. Altijd waren we er voor elkaar. Als mijn vader een paar extra handen nodig heeft voor het sjouwwerk komen jullie helpen. Altijd! Altijd! En… als ik jullie nu verlies," zegt Jasper met een van tranen benepen stem, "heeft dat dan allemaal helemaal niets voorgesteld?" De stilte is enorm.

"Jongens kom op!" verbreekt dan Nick die stilte die zwaar op hen allen lijkt te drukken. "Laten we door de bekentenis van Jasper dat hij iets voelt voor jongens onze vriendschap verpesten? Nee toch hè!" Opnieuw stilte.

"Voor mij is het niet gemakkelijk geweest hoor als jullie dat misschien denken," gaat Jasper verder. "Ik zeg dit niet omdat ik zielig ben of jullie medelijden nodig heb. Aan medelijden heb ik niets in elk geval. Anders zijn en zeker op dit gebied voelt heel erg verkeerd in het begin. Jullie mogen gerust weten dat ik ontzettend vaak gejankt heb. Je zit als puber al in een moeilijke fase en tegelijkertijd merk je dan dat je niet op meisjes valt, iets wat als normaal beschouwd wordt en iedereen doet, maar dat je jongens veel leuker, veel aantrekkelijker vindt. Dat je een harde krijgt als je een lekkere jongen ziet en dat meisjes je niets doen. Natuurlijk zijn meisjes wel leuk maar voor mij niet om seks mee te willen. En dat voelt vreemd. Ik voelde me anders."

"Speelde dat ook mee toen je in de brugklas instortte?" vraagt Nick. Jasper knikt.

"Ik voelde me zo heel anders dan jullie zijn. En het is geen keuze! Ik heb geen keuze! Ik ben homo en dat kan ik niet veranderen. Zou ik tegen beter weten in me voor blijven doen als hetero en net als jullie een meisje nemen, met haar trouwen, kinderen krijgen en de hele rimram dan… dan zou ik zelf doodongelukkig zijn en het haar ook maken. Mijn homoseksualiteit is iets dat ik ben. Niet iets dat ik wil zijn maar dat ik ben. En ik begrijp ook wel dat het moeilijk is voor jullie om het nu te vernemen. Wellicht denken jullie, waarom komt hij er nu pas mee. Omdat ik het altijd moeilijk heb gevonden erover te praten. Hoe breng je zoiets? En als je dat dan niet weet, dan laat je het maar voor wat het is, speel je stommetje. Heel vaak heb ik er ook over gedacht om met voetbal te stoppen. Zelfs mijn vriendschap met jullie te stoppen omdat ik bang was voor jullie reactie. Bang vanwege verhalen op het internet van andere jongens die hun coming out als een hel hebben ervaren. Ouders die hun kinderen op straat zetten, vrienden die ineens geen vrienden blijken te zijn."

"Je hebt het niet over mij dude!" klinkt het dan ineens resoluut uit de mond van Job terwijl hij opstaat van het bankje. "Ik ben jouw vriend en jou laten vallen is geen optie. En hoewel ik jullie leider niet ben, ook al gebruiken en misbruiken jullie me altijd wel als zodanig, nu sta ik wel op die titel. Ik heb gezegd dat je mijn vriend blijft Jasper maar ik wil de mening van jullie allemaal horen over dit onderwerp. Niemand verlaat deze kleedkamer voordat hij een antwoord heeft gegeven op de vraag die gesteld werd." Superieur op de zittenden neerkijkend, zoekt hij de ogen van de anderen. En als het dan nog steeds stil blijft, zet hij zijn bewering nog eens kracht bij. "Oké! Dan herhaal ik het wat ik belangrijk vind om te zeggen in iets andere woorden. Jasper, je bent een prima gast en ook al ben je dan een fl… verdomme! Leer ik dat dan nooit af!" Er wordt gegniffeld. "Ook al ben je dan homo, je bent en blijft mijn vriend en mocht je merken dat ik mij toch anders ga gedragen ten opzichte van jou spreek me er dan alsjeblieft op aan. Oh jah… en ik laat het niet alleen bij woorden. Ga staan!" Jasper kijkt vreemd op maar doet wat hem gezegd wordt. Dan staat de reus vlak voor hem, slaat zijn armen om hem heen en knuffelt hem zoals ze zo vaak hebben gedaan. Een kameraadschappelijke knuffel waarbij de wang van de ene tegen die van de ander gedrukt wordt en de armen elkaars bovenlijf omvatten. "Geen enkel verschil met voor deze coming out Jasper!" De knuffel voelt ontzettend goed. Beter dan alle andere daarvoor. Jasper heeft moeite het droog te houden.

"Rot je op Job, het is mijn beurt," zegt dan Alfred om vervolgens Jasper in zijn armen te sluiten. "Shit man! Ik vind het heel rot voor je dat je het er zo moeilijk mee gehad hebt. Misschien hadden we er eerder met elkaar over moeten praten vriend," zegt hij. "Misschien was het dan voor jou makkelijker geweest allemaal."

"Dank je Alf. Achteraf weten we het altijd beter. Maar het voelt nu wel heel goed dat ik dit met jullie heb kunnen delen." En daarna volgt ook een knuffel van Leo en Gustav met woorden van gelijke strekking. De knuffels zijn warm en voelen enorm hartelijk.

"Ik heb maar eventjes gewacht tot jullie geweest waren allemaal," zegt Nick dan als laatste. "Voor mij is het nooit een punt geweest wat iemand is maar wat ben ik vreselijk blij dat ik het vandaag ter sprake hebt gebracht. Niet omdat ik het wist of aanvoelde dat je zo was Jasper maar gewoon om te kijken hoeveel onze vriendschap kan hebben. Zou je het anders gezegd hebben op dit moment?"

"Nee. Nog niet. Nu nog niet. Maar je opening was zo treffend dat ik voelde dat ik nu niet anders kon dan het te zeggen. Het zou enorm stom geweest zijn om het nu niet te zeggen en over een tijdje wel. Dan zouden jullie naar mijn mening zeker het gevoel hebben gehad dat ik achterbaks bezig was geweest en dat wil ik niet. Niet naar mijn vrienden toe. Maar… ik wil jullie wel vragen om er verder nog niets over te zeggen. Mijn ouders weten het nog niet en het zou heel rot voor hen zijn als ze het via via te horen zouden krijgen." Er wordt geknikt en de belofte komt dat zijn bekentenis geheim zal blijven voor zolang dat nodig is.

"Kom hier Jasper, in mijn armen vriend!" Nicks knuffel is het stevigst van allemaal. "Heb je al seks gehad met een jongen," vraagt hij dan.

"Nick! Zoiets vraag je niet man!" roept Job verontwaardigd.

"Nou en?"

"Wat noem je seks Nick?"

"Ahhh nee hè," verzucht Job terwijl hij zijn handen voor zijn oren slaat, "ik wil dit niet horen!" Er wordt gelachen maar Nick gaat rustig verder.

"Pijpen, neuken dat soort dingen."

"Nee, dat heb ik nog niet gedaan."

"Waarom niet?"

"Omdat ik nog niet de juiste persoon ben tegengekomen daarvoor. Dat soort dingen zijn voor mij speciaal."

"Heb je al wel getongd?"

"Als je nou niet ophoudt Nick dan gooi ik je de kleedkamer uit," dreigt Job terwijl hij op de twee jongens die elkaar nog steeds in een knuffel vasthouden toeloopt.

"Ja, dat al wel Nick. Ik heb een tijdje een vriendje gehad maar hij… Nee… als ik het zou vertellen dan… Het is nog te gevoelig voor mij om erover te praten. Ik vertel het jullie later. Oké?" Nick knikt en laat dan pas de knuffel los.

"Mag ik nog iets vragen," meldt Leo zich dan. Jasper zegt dat het goed is. "Maar veranderen er nou niet dingen?" Jasper kijkt hem vragend aan. "Ik bedoel. Stel je krijgt een vriend, kunnen we dan nog wel stappen met elkaar? Een weekendje samen weg zoals we de afgelopen zomervakantie voor het eerst met elkaar deden?"

"Hé malloot!" reageert Job. "Jij hebt een vriendin, Alfred heeft sinds kort een vriendin, Gustav heeft een vriendin af en toe, ik heb een vriendin! En het lukt ons toch ook! Waarom zou het Jasper dan niet lukken."

"Oh jah… niet aan gedacht."

"Als ik een vriend zou hebben die mij zodanig zou claimen dat ik niet meer met jullie om kan gaan, wil ik hem niet! Zodra ik zo'n claim merk, vliegt ie eruit!" Er wordt gelachen.

"Zo mag ik het horen," zegt Nick, "niemand komt tussen 'de bende van zes'!" En dat wordt door allen met gejoel beaamt. De uitgebroken vreugde na het diepe gesprek wordt dan plotsklaps afgekapt door de terreinmeester die mopperend binnenkomt.

"Verdorie! Zijn jullie hier nog steeds! En nog niet eens in de kleren ook! De wedstrijd is over vijf minuten afgelopen en dan moeten hier anderen in hoor! Het is ook altijd hetzelfde met jullie! Nooit kunnen jullie eens opschieten! Eruit! Schiet op!" Dan is het snel afdrogen voor zover dat nog nodig is en aankleden.

Het eerste eind fietsen ze samen op maar dan naderen ze het punt waar Nick altijd als enige een andere kant op moet. Job stopt en de anderen ook. De jongens wensen Nick een goed weekend.

"Ik fiets ook niet verder mee jongens," zegt Jasper. Hij wordt vreemd aangekeken. "Nee, geen vragen meer en ook geen antwoorden," kondigt Jasper aan. "Later krijgen jullie alles te horen maar nu nog niet. Ik fiets met Nick verder. Goed weekend en tot ziens!" De groet wordt herhaald door de anderen en dan fietsen ze allemaal verder. Eerst is het stil tussen Nick en Jasper maar dan begint eerstgenoemde toch te praten.

"Dat zomaar een stelling zoiets kan uithalen."

"Ja. Heel bijzonder Nick. Nogmaals bedankt voor je voorzetje."

"Ja, toen was het voor jou een inkoppertje nietwaar?"

"Zeker man, een prachtig een-tweetje. Haast alsof we het hadden afgesproken.

"Wat niet zo is."

"Nee. Maar hoe zit het nou met jezelf?"

"Hoe bedoel je?"

"Zoals ik het zeg Nick."

"Owww. Hoe heb ik me verraden?" zegt hij al blozend.

"Tijdens je knuffel voelde ik iets groeien." Nick wordt nog roder in het gezicht.

"Denk je dat de anderen het gezien hebben?"

"Nee onmogelijk. Je stond te dicht tegen me aan. En dat was vanwege de knuffel die ik van iedereen gekregen heb heel normaal. En toen je ging zitten legde je heel rustig maar wel heel tactisch je handdoek in je kruis."

"Ik ben er nog niet uit. Ik zei het al. Ik weet niet wat ik ben. Enerzijds heb ik wel gevoelens voor jongens maar ook voor meisjes heb ik die. Als ik plaatjes of filmpjes zie op het internet maakt al het bloot me geil," zegt hij met een brede glimlach. "Maar… die harde was niet omdat ik op je geil of zo hoor! Het was gewoon… nou ja… ik weet het niet… En bovendien weet ik echt niet of ik op jongens val of op meiden. Ik zoek iemand die bij mij, bijzonder ikke, past. Met wie ik de rest van mijn leven kan delen gewoon. En als dat een jongen is, is dat prima maar met een meisje zal het ook goed zijn. Het hangt er maar vanaf wie er op mijn pad komt."

"Heel verstandig Nick. Laat het maar komen zoals het komt. Maar mocht ik je ooit kunnen helpen door naar je te luisteren, laat het me dan weten. Afgesproken?"

"Ja dat zal ik doen. Dank je vriend!"

"Graag gedaan vriend.

"Ja. Daarvoor zijn we elkaars vrienden."

"Ja! Daarvoor Nick!



Hoofdstuk 6
Al met al is het al bijna zes uur als Jasper aankomt bij het huis van Pieter. Het ziet er bij daglicht heel anders uit dan 's nachts maar hij heeft goed opgelet gisteravond en kan het zonder problemen vinden. Het is werkelijk een prachtige omgeving en hij geniet met volle teugen van het polderlandschap. Aangekomen bij het huis van Pieter, stapt hij af, zet zijn fiets op de standaard, schuift zijn donkere zonnebril op het puntje van zijn neus om er overheen te kunnen kijken en merkt dat de voortuin er werkelijk heel erg beroerd bij staat. Hij glimlacht, stapt de veranda op, schuift zijn bril weer terug en belt aan. Bijna meteen gaat de deur open.

"Hé Jasper. Goed dat je er bent man! Wow! Die bril staat je goed! We kunnen bijna aan tafel maar wacht even dan laat ik je zien hoe je in het vervolg, als je tenminste van plan bent vaker te komen, achterom kunt. Pieter trekt de deur achter zich dicht en samen lopen ze met de fiets naar de zijkant van het huis waar een deur in het hek is. Als ze de tuin binnengaan, ziet Jasper, dat de tuin aan de achterzijde van het huis zonodig nog meer aan een opknapbeurt toe is dan die aan de voorkant. "Ook hier heb je oogkleppen nodig," zegt Pieter.

"Je hebt iemand nodig die je hiermee helpt man!"

"Ja, misschien wel want ik kan geen twee dingen tegelijkertijd en het binnenwerk van het huis heeft mijn prioriteit."

"Goed dat je mij hebt leren kennen want mijn handen staan niet verkeerd en ik zou je dus kunnen helpen met je tuin."

"Zou je dat willen?"

"Zeker wel! Als ik hier bij je ben, kan ik toch best wat doen!"

"Prachtig aanbod maar ik geloof," zegt Pieter terwijl hij zijn horloge raadpleegt, "dat we nu eerst moeten gaan eten." Ze lopen het huis in. Jasper zet zijn zonnebril af en wast bij het aanrecht zijn handen om daarna aan tafel te gaan zitten. Een dampende ovenschotel wordt op tafel gezet. "Ik hoop dat je lasagne lust," zegt Pieter met een vragende blik op zijn gezicht.

"Heerlijk!"

"Oké, want anders had ik je wat boterhammen moeten voorschotelen."

"Die lust ik ook maar lasagne is beter. Ik heb behoorlijk honger namelijk."

"Maar zeg eens wat is er eigenlijk met je aan de hand," zegt Pieter terwijl hij hem goed aankijkt. "Komt het door het mooie weer dat je zo straalt of is er iets anders."

"Iets anders maar laten we eerst beginnen met eten want ik rammel."

"Wil je bidden of zo?"

"Dat ben ik niet gewend te doen maar als jij wilt, moet je het doen natuurlijk."

"Nee. Ik kom uit een rooms nest maar… ben het kwijtgeraakt. Ik vroeg het omdat ik niet wist wat jij gewend bent. Zal ik dan maar opscheppen?" En zo doet hij. De borden worden behoorlijk vol geschept waarna de ovenschotel teruggaat in de oven zodat de rest van de lasagne niet te veel afkoelt. "Maar nu wil ik weten wat er met je aan de hand is of mag je niet met volle mond praten van je moeder." Jasper lacht.

"Eigenlijk mag het niet maar bij ons thuis houd niemand zich daar aan. Aan tafel is het bij ons de plaats en de tijd om de dag door te nemen en alles te bespreken wat er maar te bespreken valt en als dat alleen maar mag met een lege mond, dan komen we nooit van tafel."

"Met z'n hoevelen zijn jullie thuis?"

"Ik heb een broertje en een zusje, een tweeling. Met mijn ouders erbij zijn we met z'n vijven dus."

"Jij bent dus de oudste."

"Ja. En heb jij broers of zussen?"

"Ik ben de jongste van twee kinderen. Mijn zus heet Astrid en zij is tien jaar ouder dan ik ben." Jasper glimlacht. "Vind je dat leuk of zo?"

"Alweer een overeenkomst. Tussen mij en de tweeling zit ook tien jaar."

"Opmerkelijk!"

"Dat vond ik dus ook vandaar die glimlach. Maar… " Jasper weifelt of hij verder moet gaan.

"Ja???" vraagt Pieter dan aan. "Gooi het eruit zonnestraaltje!"

"Nou ja… misschien ligt het wat gevoelig. En… ik wil je niet bezeren of zo."

"Oké, je wilt iets vragen over mijn ouders dus. Heb ik gelijk?" Jasper knikt. "Natuurlijk ligt dat onderwerp gevoelig en dat zal het ook altijd blijven maar het is wel zo dat ik realist genoeg ben om te weten dat ik met dat gevoelige onderwerp verder moet."

"Ik zou het echt niet kunnen!"

"Jawel hoor."

"Echt niet!"

"Wat voor optie heb je anders? Maak je een eind aan je leven als je ouders iets zou overkomen?"

"Nee, natuurlijk niet maar ik zou niet weten hoe ik verder zou moeten."

"Dat is iets anders. Maar geloof me er komt iets waardoor je dat wel zult weten op een gegeven moment."

"Hoe ging dat bij jou dan?"

"Door mijn zus. Ik was acht toen het gebeurde en zij dus achttien. Natuurlijk waren we beiden ontzettend uit het veld geslagen maar wat zij wel meteen wist was dat wij nooit gescheiden zouden mogen worden."

"Ja… dat begrijp ik. Wellicht dat dat voor mij ook een aanleiding zou zijn om door te gaan nadat zoiets vreselijks is gebeurd." Pieter glimlacht naar hem.

"Zij was meerderjarig maar voor mij moest de voogdij geregeld worden. Astrid was duidelijk: zij wilde die voogdij zodat we bij elkaar zouden kunnen blijven. Mijn oma en opa van vaderskant stonden achter haar. Grootouders van mijn moeders kant waren er toen al niet meer. De familie van mijn moederskant hield zich gelukkig geheel afzijdig. Een broer van mijn vader die in Australië woont, koos ook onze kant maar dat waren dan ook de enige familieleden van mijn vaders kant van de familie. Alle andere ooms en tantes wilden dat ik bij hen zou komen wonen tot ik zelf meerderjarig zou zijn. En dat alleen maar vanwege de pingping." Hij maakt het welbekende gebaar met zijn vingers.

"Ingemeen zoiets."

"Zeker!"

"Je zus worstelde zich dus door het verwerkingsproces heen terwijl ze tegelijkertijd allerlei andere zaken aan het hoofd had?"

"Ja. Vooral juridische zaken. De voogdij over mij en de afhandeling van de erfenis van onze ouders."

"En die ooms en tantes, lieten die het erbij toen ze wisten dat je zus de voogdij wilde over jou en dat je oma en opa daar achter stonden?"

"Nee. Er werden diverse civiele procedures gevoerd die alle werden gewonnen door mijn zus. Natuurlijk niet zonder slag of stoot. De Raad voor de Kinderbescherming bemoeide zich er natuurlijk mee en nog wat instanties. Ze kwamen kijken hoe wij met z'n tweeën woonden en ook hoe Astrid haar eigen studie deed. Ze had echter alles keurig geregeld. Op momenten dat zij niet bij mij kon zijn was er altijd oppas voor mij."

"Knap van haar want ze was zelf ook nog maar achttien toen."

"Ja, een hele prestatie om een studie te doen en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat er een huishouden goed blijft draaien en dat het mij aan niets ontbrak. Want er werd echt overal opgelet. Of ik wel op tijd naar bed ging, of ik wel goed te eten kreeg."

"Op zich ook wel goed natuurlijk."

"Zeker wel. En Astrid was altijd al een aardige regelaar en ook dit wist ze keurig voor elkaar te boksen."

"Maar… ze won dus en jullie bleven bij elkaar."

"Ja. Dat was de uiteindelijke uitkomst. En vanwege al dat gedoe hadden we in het begin dus maar weinig tijd voor rouwverwerking. Natuurlijk hadden we onze huilbuien en dat het liefst als we bij elkaar waren. Maar er was ook onze gezamenlijke strijd om de aasgieren op afstand te houden." Jasper lacht. "En toen die strijd eenmaal geleverd was, was er natuurlijk opluchting omdat het ons gelukt was."

"En de familie?"

"Die gaf zich gewonnen en probeerde zich toen in te slijmen." Een schampere lach volgt.

"Niet meer goed gekomen concludeer ik uit de manier waarop je lacht."

"Inderdaad. Mijn zus voelde zich door de aanvallen die heftig en heel persoonlijk gevoerd werden te beschadigd om toen ineens lief en aardig te gaan doen. En dus is het nooit meer goed gekomen. Nou moet ik erbij zeggen dat de band voordien ook al nooit echt goed was hoor! Tenminste niet met de broers en zussen van mijn vader. Die konden het niet verkroppen dat mijn vader de leiding over het zakenimperium had overgenomen van mijn opa. Daarbij vergetend dat hij hen allemaal keurig had uitgekocht. Mijn opa had zijn erfenis al lang en breed verdeeld voor hij en oma onder de groene zoden lagen. Ze leven nog steeds!"

"Jaloezie?"

"Ja, ik denk het. Ze konden het niet zetten dat mijn opa alleen maar goed zakelijk inzicht herkende in mijn vader en niet bij hen of de aangetrouwden."

"Je zei net zakenimperium?" Een luide lach volgt uit Pieters mond als hij het ernstige gezicht van Jasper ziet.

"Daarover moet jij je mooie hoofd niet gaan breken jongen want dat doe ik ook niet. Wacht!" roept hij ineens, springt op en rent weg. Even laten komt hij hijgend weer terug met het schetsblok in zijn hand. "Kijk eens wat ik gemaakt heb vanochtend!" Hij legt het blok neer bij Jasper en die kijkt verwonderd toe.

"Wow! Dat is mooi man! En dat heb je getekend uit je hoofd?" Pieter knikt. "Echt heel knap en bijzonder man. Ik wou dat ik zoiets kon."

"Iedereen heeft zijn eigen talenten Jasper."

"Ja, dat is zo. Ik moet die van mij alleen nog ontdekken," zegt hij om daarna breed te glimlachen.

"Sorry voor de onderbreking maar toen ik het woord hoofd gebruikte, schoot me dit ineens te binnen."

"Geeft niks toch, je onderbrak jezelf."

"Oké geen problemen maken over die zaken dus. Doe ik zelf ook niet. Ik weet absoluut niet wat er allemaal in omgaat. Astrid heeft er veel meer verstand van hoewel ze zich absoluut niet bemoeit met de dagelijkse gang van zaken. Ze heeft een eigen beroep en dat is goed. Toen mijn ouders waren overleden, heeft mijn opa de algehele leiding tijdelijk weer op zich genomen en een aantal zeer puike mensen aangesteld op belangrijke posten. Na een aantal jaren waren die goed genoeg ingewerkt om alles draaiende te houden en kon opa zich weer wijden aan zijn hobby's. Astrid heeft wel een functie in de raad van bestuur maar verder zijn het voor haar en mij alleen maar heel veel inkomsten, meer niet."

"Maar jij hebt toch ook een baan?"

"Zeker, ik kan toch niet gaan rentenieren! Nou ja… ik zou het wel kunnen maar ik wil het niet." Pieter lacht opnieuw. "Maar nu niet meer over mij maar over jou! Vertel me waarom jij zo straalt!"

"Oké maar we zijn nog niet uitgepraat over jou hoor!"

"Nee?"

"Nog lang niet mannetje. Ik heb het idee dat je niet graag over jezelf praat en daarmee doe je jezelf enorm tekort. Ook jij hebt je verhalen en misschien ben je het niet gewend om te praten maar ik ben een goede luisteraar en wil weten wat er in jou omgaat. Begrepen?"

"Ja, ik begrijp je maar al te goed maar ik wil nu eindelijk wel eens weten waarom jij zo straalt en je draait maar steeds om de hete brij heen heb ik het idee. Dus… kom op! Vertel het me!"

"Ik heb een coming out gehad," zegt Jasper dan met enige trots in zijn stem.

"WOW! Thuis?"

"Nee, bij mijn vrienden."

"Die van de voetbal? Vanmiddag?" Jasper knikt omdat hij net een hap in zijn mond heeft gestoken. "Kan dat in voetbal? Kun je daar ervoor uitkomen dat je homo bent?"

"Bij mijn vrienden dus wel. Maar ik moet er wel bij vertellen dat ik niet zelf erover begonnen ben."

"Konden ze het aan je zien dan? Zoiets kan ik me niet voorstellen. Je… "

"Nee, zo ging het niet," onderbreekt Jasper hem en begint dan te vertellen. Af en toe onderbreekt Pieter hem voor een vraag ter verduidelijking maar bijna de hele tijd is Jasper aan het woord. Als hij dan letterlijk een punt achter zijn verhaal zet met de woorden: "En dat was het. Punt uit." Kijkt Pieter hem met grote ogen aan.

"Man! Wat een ongelofelijk goed verhaal. Dat zijn echte vrienden man! Echt heel puike figuren, stuk voor stuk."

"Ik mag ze ook heel erg graag."

"Geen wonder! En ik heb het idee dat jij ook heel belangrijk bent voor hen of zie ik dat verkeerd."

"Ik zie het altijd als een vorm van symbiose tussen ons. We zijn heel verschillend maar we hebben elkaar ook nodig. Misschien juist wel omdat we zo anders zijn."

"Ja, dat kan iets zijn dat enorm bindt. Enerzijds de verscheidenheid en tegelijkertijd de wetenschap dat je de ander nodig hebt."

"En zoiets heb ik niet met mijn broertje en zusje weet je," klinkt het dan ineens heel erg serieus. "Misschien stom dat ik erover begin maar… soms zit dat me gewoon niet lekker. Ik denk dat het komt omdat ze een stuk jonger zijn. Ik ben echt de oudere broer. Degene die helpt, advies en aanwijzingen geeft. Natuurlijk doen we heel veel spelletjes samen want thuis zijn we daar gek op maar… echte kameraden zijn het niet van me. Begrijp je het?"

"Zeker. Bij mij en Astrid was het heel lang precies hetzelfde en dat ook puur vanwege het leeftijdsverschil. Die was te groot om haar een kameraad te noemen. Maar geloof me, het leeftijdsverschil vervalt op een gegeven moment en dan komt dat kameraadschappelijke wel meer naar voren. Tenminste zo is dat bij ons gegaan. Nu ze weet dat ik haar niet meer echt nodig heb, en dat heeft haar heel heel heel heel veel moeite gekost, is dat veranderd. Zijn we wel meer maatjes dan ooit tevoren. Natuurlijk wil ze me nog heel graag advies geven maar ik merk het ook als ze iets inslikt. Als ze zich op de tong bijt en denkt 'Nee, niet nu. Doe het eerst zelf maar eens.' En dat is het mooie van een relatie tussen broers en zussen. Je merkt in de loop van de tijd dat die verandert."

"Is dat niet met elke relatie zo?"

"Hmmm, daar kon je wel eens gelijk in hebben."

"Ik bedoel maar de relatie tussen mijn ouders en mij is heel anders dan dat die vroeger was."

"Daar heb ik helaas te weinig van meegekregen dus."

"Ja, sorry."

"Hé, niet steeds sorry zeggen Jasper. Ik weet dat je me wilt sparen maar dat is niet nodig. Absoluut niet. We moeten gewoon over mijn ouders kunnen praten, vind ik. Laten we dat onderwerp vooral niet uit de weg gaan want dat zou hen te kort doen. Het waren prachtige ouders en als ik niet meer over ze kan praten, zou ik ze vergeten en dat is iets wat ik niet wil. Nooit wil!"

"Je hebt gelijk. Zo voel ik dat zelf ook. Als er niet meer over je gepraat wordt, raak je in de vergetelheid."

"Nou ja… soms kan er ook te veel over je gepraat worden."

"Ook dat heb ik gisteravond gemerkt," zegt Jasper om daar dan vervolgens hard om te moeten lachen.

"Ik ben heel blij dat je het zo vrolijk opvat allemaal."

"Ja, heb je een ander voorstel?"

"Dat niet. Je doet het prima."

"Ik heb hulp gehad hè."

"Dat vertelde je me. Ook al een goede vriend."

"Volgens mij heb ik niet anders dan goede vrienden."

"Wees er blij om Jasper."

"En jij?" Even is het stil en eigenlijk weet Jasper het antwoord al maar hij laat de stilte zijn voor wat het is tot Pieter de stilte wil verbreken.

"Ik ben meer een einzelgänger, zoals de Duitsers het noemen. "Altijd al geweest eigenlijk."

"Ook al voor de tragedie rond je ouders en het gedoe erna?"

"Ja, altijd al. Op school had ik wel een paar vrienden maar dat was nooit echt dikke mik laat ik maar zeggen. Ik kwam bij hen en zij bij mij maar als ze bij mij kwamen vond ik het nooit echt leuk. Iedereen deed altijd heel apart als ze bij ons waren."

"Oh? Hoezo?"

"Wij woonden groter en luxer dan de meeste van hen en dat liet altijd bij iedereen de onderkaak naar beneden vallen zodra ze binnenkwamen. Met open mond van verbazing bekeken ze alles en dan voelde ik me al schuldig. Schuldig omdat wij het goed hadden en ik waarschijnlijk wel een vreemde indruk zou maken."

"Maar je dacht dus dat het zo was, terwijl je het niet zeker wist dat ze dat zouden denken."

"Ja, ik weet het. Een foute gedachtegang natuurlijk maar dat wist ik toen nog niet. Onlangs las ik op de Happinez kalender een uitspraak van Bob Hope: Als je twintig bent maak je je zorgen om wat anderen van je denken. Als je veertig bent, maakt het je niet meer uit wat anderen van je denken. Als je zestig bent ontdek je dat anderen nooit een gedachte aan jou hebben besteed."

"WOW, dat is een wijze uitspraak! Die moet ik zien te onthouden."

"En vergeet daarbij dan de genoemde leeftijden hè, want je kunt volgens mij maar beter zo snel mogelijk dat laatste stadium bereiken."

"Heb jij die bereikt?"

"Dat is een gewetensvraag."

"Hoezo?" vraagt Jasper omdat hij die opmerking niet snapt.

"Als ik ja zeg betekent het dat ik of oud of wijs ben." Jasper laat een daverende lach horen. "Shit man we hebben het eten nog niet eens op en het is al bijna acht uur!"

"Tja, dat is dus het nadeel van praten tijdens het eten. Maar gelukkig heb je de ovenschaal voor de tweede ronde terug in de oven gezet."

"Ik hoop dat het nog warm genoeg is," zegt Pieter terwijl hij de deur van de oven opent en daarna voorzichtig met zijn vinger in de lasagne prikt. "Hmm ik weet het niet. Wil jij even proberen?" Jasper doet hetzelfde en zegt dat het nog best kan. Tijdens de rest van de maaltijd blijft het stil. Er zijn nog onderwerpen genoeg om over te praten maar beiden kiezen ze ervoor om nu eerst de innerlijke mens te verzorgen.

Wordt vervolgd…

Met dank aan Gerrit voor de correcties.


Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk

©Lucky Eye, september 2010.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten