BOES hoofdstuk 2

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

BOES hoofdstuk 2

Bericht door Hans Bernard » do 03 jun 2010, 23:44

BOES Hoofdstuk 2






MATT.


Ik kan niet zeggen dat het er heel gezellig is, daar is het te druk voor. Dat had ik natuurlijk kunnen weten. Vrijdagavond, het begin van het weekend. Iedereen staat te dicht opeengepakt en bovendien is het er ontzettend warm. En als ik al iemand zie, waar ik wel een praatje mee zou willen maken, is het bijna ondoenlijk om er te komen. Je moet je letterlijk door de menigte heen wringen. En eenmaal op de plaats van bestemming, dus naast die knappe jongen ( bleek enkel van verre) dan verhinderen de geluidsboxen iedere vorm van conversatie. Enkele uurtjes later fiets ik alleen en een illusie armer, van de homobar weer naar huis. Ik ben zo nuchter als wat.

Als ik de straat in fiets, zie ik dat het bij de buren donker is. Gauw de fiets in de garage zetten. Via de keukendeur stap ik binnen. Uit de koelkast pak ik een blikje bier en loop naar het voorraam, dat uitkijkt op de weg. Enigszins verscholen achter de gordijnen, kijk ik naar buiten. De straat lijkt helemaal uitgestorven. Toch niet, want er komt een auto aan, zachtjes rijdend, alsof men iets of iemand zoekt. Dichterbij gekomen, zie ik, dat het een politiewagen is, die waarschijnlijk extra patrouilleert voor onze veiligheid.
Ik duik nog wat dieper weg in de gordijnen als ze mijn huis passeren. Ze zijn de straat nog niet uit of van de andere kant nadert weer een auto. Wanneer die dichterbij is, herken ik onmiddellijk Peter zijn auto. Ik zie iemand naast hem zitten, maar door de felle koplampen kan ik onmogelijk zien wie het is. Dan verdwijnt de auto naast het huis onder de carport. In het huis gaan nu de lampen aan. Ik ga maar naar bed. Ik heb slaap.

De volgende morgen slaap ik een flink stuk in de dag. Om elf uur vind ik het welletjes en sta op. Langer blijven liggen is zonde van de mooie dag. In mijn boxer loop ik naar beneden. Ik verheug me al op mijn zaterdagmorgenmoment. In de keuken met de krant en een kop koffie en niemand die me stoort, is het toppunt van geluk. Ik zet het Nespresso apparaat aan, kies een kuipje en loop naar de hal om de krant te pakken. Als ik terugkom in de keuken, is het apparaat gebruiksklaar voor een overheerlijke espresso. Ik lees de krant van a tot z. Als ik hem uit heb, kijk ik peinzend naar buiten. Ik bedenk wat ik vandaag ga doen.
“Eerst maar eten.”
Op hetzelfde moment trilt mijn mobiel. Ik zie dat Matt belt.
“Hi Matt,” met Jon.
“Jon, heb jij vanavond zin om mee te gaan stappen?”
Ik ben even stil, ik twijfel, eigenlijk heb ik niet zo’n zin.
“Daar moet ik nog even over denken. Ik vind het ook wel lekker om hier thuis een filmpje te pakken. Weet je wat, Matt, kom deze kant uit, dan zien we wel. Het is trouwens al weer een tijdje geleden dat je hier bent geweest.”
“Mij goed,”klinkt het aan de andere kant van de lijn, “dan ben ik er rond achten.”
“Oké, zie ik je dan.”

Gezellig dat Matt vanavond komt. Een fijne vriend, altijd in voor een geintje en nooit te lui om een handje te helpen. Hij zit in de herenkleding. Is begonnen bij C&A als jongste verkoper en is nu inkoper bij een duur kledingmerk. Matt heeft in die branche een heel netwerk van snelle jongens en dat levert mij ook wel eens een keer een voordeeltje op. Zo kon ik laatst voor een prikje een ‘Molenaar’ kostuum kopen. Ook ga ik wel eens mee naar een modeshow. Tjonge, er lopen daar wat mooie kerels rond. Ik herinner me, dat Peter me gevraagd heeft of hij ook een keer mee kon. Matt is echter niet zo gecharmeerd van Peter dus heb ik de boot maar afgehouden.
Ik pak uit de trommel een paar boterhammen, welke ik van beleg voorzie en ga aan de keukentafel zitten eten terwijl ik naar buiten kijk. De tuin ligt er prima bij. Opnieuw gaat mijn mobiel. Weer Matt, die me vraagt of we vanavond misschien ook samen een hapje kunnen eten. Een uitstekend idee, vind ik, en nodig hem uit om zes uur hier te zijn, dan zorg ik voor eten. Dat betekent wel, bedenk ik me meteen, dat ik vanmiddag wat boodschappen moet halen. Dus hup na mijn lunch naar de supermarkt. Het is intussen al bijna drie uur.

Het is druk, echt zaterdagmiddag. De super, die ook op de kleintjes let, lijkt wel een speelplaats voor peuters. Met hun kleine karretjes rakken ze door de winkel waarbij oud en jong niet ontzien worden en menigeen hardhandig in aanraking komt met de kleine boodschappenkarretjes. Een klein ettertje is al tweemaal in volle vaart tegen me op gereden. Mijn boze blik heeft geen ander effect dan het uitsteken van zijn tong. Ik voel mijn bloed koken. Gelukkig ben ik klaar en rijd ik richting kassa’s. Het leed is bijna geleden. Bij de snelkassa kan ik zo aansluiten. Op dat moment hoor ik een donderend geraas achter me. Ik kijk om. Een grote toren opeengestapelde blikken is met enorm lawaai ineen gestort en temidden van de uiteen gerolde conserven zit, hard brullend, het kleine ettertje. Ik onderdruk een lach en draai me om en zet mijn boodschappen op de lopende bank. “Zo, die heeft zijn verdiende loon.” En vrolijk loop ik even later de winkel uit.

Matt is een mens van de klok. Klokslag zes uur gaat de bel.
“Welkom kerel. Hoe is het?” Ik geef hem een stevige knuffel.
“Hi, Jon, prima”, hoor ik, gesmoord door mijn omhelzing.
“Kom binnen, dan drinken we nog iets voor het eten.”
Elkaar lachend aankijkend, we hebben al even geen contact gehad, lopen we naar de kamer. Ik merk dat we het allebei fijn vinden weer een avondje samen door te brengen. We vallen ieder in een hoek van de bank en toosten met het biertje, dat ik al klaar heb gezet.
“Attent als altijd, die Jon” zegt Matt, terwijl hij met zijn flesje tegen dat van mij tikt. Ik glimlach wat verlegen onder zijn compliment. Hij weet, dat ik graag zorg voor mijn gasten. Ik tover een bord met wat kleine hapjes tevoorschijn. Dan steek ik van wal en vertel hem over gisterenavond. Wie ik in de bar gezien heb, wie ik wel een lekker ding vond en wie niet. Matt kijkt me de woorden haast uit mijn mond. Hij is dol op dit soort verhalen. Al gauw liggen we rollend van het lachen op de bank. Want al is hij er zelf niet bij geweest, hij heeft een enorme fantasie en speelt in zijn eentje hele scènes na, waarover ik vertel. Dat is ook heerlijk met Matt, je kunt zo met hem lachen. Terwijl ik naar hem zit te luisteren en de tranen over mijn wangen biggelen, schiet het weer even door mij heen hoe jammer het is dat het nooit iets tussen ons kan worden. Ik pak nog twee pilsjes voor we aan tafel gaan. Matt vraagt aan me hoe het met de buren is.
“Ik denk goed, ik zie ze momenteel wat minder. Dat komt natuurlijk omdat we het allebei druk hebben. Ik zal morgen weer eens binnenlopen om te horen hoe het met ze gaat.
Dan maken we plannen voor vanavond. Het blijkt dat we geen van tweeën echt zin hebben om te gaan stappen. We besluiten lekker thuis te blijven en een filmpje te kijken. Ik pak nog een pilsje voor ons en zet een nieuw cd’tje op.

De bel van de oven rinkelt, mijn schotel is klaar.
“Mmmm, ik dacht al, wat ruikt het toch heerlijk.” Matt kijkt hongerig.
“Kom maar vlug aan tafel, ik heb een lekkere visschotel gemaakt. En met een uitnodigend gebaar wijs ik naar de eettafel.
“Wat ben je toch een schat, wat verwen en verras je me toch altijd,”zegt Matt.
“Vooruit, aan tafel, anders verbrandt ons eten,” zeg ik verlegen.
“Natuurlijk, je hebt gelijk”.
Blozend, schiet ik naar de oven. Mijn ovenschotel krijgt van Matt een compliment. Het glas witte wijn past er goed bij en ‘mijn hap’ is geslaagd.
Matt maakt grapjes. Hij praat volop en heeft allerlei leuke anekdotes over zijn werk. Hij kan ontzettend goed mensen nadoen en als hij klanten imiteert, heb ik het niet meer. En hoe meer ik lach, hoe gekker hij doet. Het valt me op hoe relaxed de sfeer is. Met Matt voel ik me altijd op mijn gemak. De visschotel raakt zienderogen leger en leger. De fles ook. De sfeer steeds vrolijker.
“Wil je nog een hapje?” Vragend kijk ik Matt aan.
“Nee, echt niet. Het is onbeleefd om het te zeggen Jon, maar ik zit vol,” klinkt het zuchtend.
“Dan zet ik dat restje gauw in de koelkast voor morgen. Hoef ik niet te koken. Ga jij maar lekker binnen op de bank zitten dan ruim ik hier op.”
Hoewel Matt tegenstribbelt, duw ik hem zachtjes richting kamer. Zo, dan kan ik ongestoord de tafel afruimen, de boel afspoelen en in de vaatwasser zetten. Een kwartiertje heb ik nodig om op te ruimen en met twee toetjes in mijn hand kom ik de kamer in.
“Dit kan er nog wel bij,”en ik geef Matt een van de twee desserts, chocolade mousse met slagroom.
“Hmmmmmmmm,”klinkt het verlekkerd. En terwijl de film begint genieten wij als twee echte zoetekauwen van ons nagerecht. De aangrijpende film is zowel spannend als emotioneel. Ik ben zo’n schijtert dat als de spanning teveel wordt, ik niet durf te kijken. Matt roept stoer of hij mijn hand soms moet vasthouden. Maar ik zie aan zijn vertrokken gezicht dat de spannende momenten hem ook niet helemaal koud laten. En datzelfde geldt voor de gevoelige ogenblikken waarbij hij soms ook een traantje wegpinkt. Als de film afgelopen is, nemen we nog een borrel, praten wat na.
“Ik verlang naar mijn bed,”zegt Matt, terwijl hij zich ongegeneerd uittrekt. “Ik heb heerlijk gegeten, het was een zalige avond maar nu ben ik moe.”
“Als ik eerlijk ben, verlang ik ook wel naar mijn bed. Ik zal je uitlaten. Ik vond het heerlijk dat je er weer was. Laat me niet zo lang wachten de volgende keer. Met een stevige knuffel nemen we afscheid en als hij de hoek om slaat, sluit ik de deur. Het is inderdaad een heel gezellige avond geweest.
"Zal ik de boel nog opruimen?" Ik besluit de rommel tot morgen te laten staan. Als de deuren op slot zijn en de lichten uit, loop ik de trap op naar boven. Een kwartier later lig ik in bed en laat de dag nog eens in gedachten aan mij voorbij gaan. Ik besef dat ik niet mag mopperen. En mooi nieuw huis, leuke buren en fijne vrienden. Maar waarom voel ik me dan toch niet echt gelukkig? Ik mis nog iets in mijn leven: een lieve vriend met wie ik kan delen. Een vriend als Matt zou ik wel willen. Matt zelf is onbereikbaar, hoewel hij biseksueel is. Maar hij is zo duidelijk op zoek naar een lief meisje. Hoewel, een paar jaar geleden zijn we een keer samen in bed beland. Het was hartje zomer en we hadden heerlijk bij Matt in de tuin in de zon gelegen. Omdat niemand ons kon zien, hadden we onze kleren uitgedaan. We waren zo in het gras gaan liggen. De eerste uren gebeurde er niets, och we waren gewoon jongens onder elkaar. Door de zon raakten we allebei echter wat opgewonden. Ik voelde mijn pik behoorlijk omhoog komen en ook Matt zijn pik was half stijf. Ik wist niet of hij sliep of alleen maar zijn ogen dicht had. In ieder geval speelde hij met zijn lul. Ik raakte hoe langer hoe meer opgewonden en keek stiekem naar zijn verrichtingen. Onwillekeurig begon ik ook aan mijn pik te trekken en binnen de kortste keren stond hij zo stijf als wat.
“Ben jij ook zo geil?” hoorde ik plotseling.
Ik schrok en probeerde mijn erectie te verbergen. Matt begon zachtjes te lachen.
“Dat hoef je voor mij niet te doen, ik heb het toch al gezien. Kom laten we naar binnen gaan en een douche nemen en ons aankleden. Eenmaal boven, had Matt mij in zijn slaapkamer getrokken en waren we in bed beland. Wij hadden elkaar verwend en daarna samen nog gedoucht. Het was een geweldig, maar een eenmalig slippertje. We hebben er ook nooit meer over gesproken en het is ook nooit meer gebeurd. En hoewel ik van tijd tot tijd de behoefte voelde om nog eens met Matt het bed in te duiken, durfde ik, uit angst hem te verliezen, niets te ondernemen.

Maandagmorgen.
Ik dwing mij ertoe om wat te eten voor ik naar het Conservatorium ga. Maandagmorgen vergader-morgen. En vandaag leerlingenbespreking op de agenda. Oh jongens, dan wordt het zo langzamerhand ook weer tijd voor een leerlingenoptreden. Een hoop regelwerk en een flinke organisatie staat ons te wachten. Ik zie daar steeds wel wat tegen op. Echter de praktijk heeft me geleerd dat het al die moeite waard is. Het optreden van de leerlingen is één groot feest en tot nu toe altijd erg geslaagd.






2009

© Hans Bernard

Gesloten