File X-007 (epiloog)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
wissejanz
Berichten: 40
Lid geworden op: do 15 apr 2010, 01:31

File X-007 (epiloog)

Bericht door wissejanz » do 03 jun 2010, 18:31

Ze houden me natuurlijk ook zelf bezig, Giles en Thom en de anderen…
Daarom toch nog een nadere afsluiting, mogelijk als een overgang naar een
vervolg, een contrast dat niet groter kan zijn: De harde machowereld in
een droge hete zandbak versus het vrolijk vakantievertier in het weelderige groen…?
Groetjes, Wisse



File X-007 (epiloog…?)

…Flarden… van een vlucht… een tussenstop… een aankomst… een vrijheid…
een voorbereiding…


Bij ons eervol ontslag hadden we aangegeven dat we geen afscheid wilden. En
behalve de Luit, onze commandant, en zijn plaatsvervanger sergeant Johan,
was er niemand in ons peloton die er van af wist. En uitgezonderd dan natuurlijk
mijn eigen witblonde voertuigchauffeur Joachim, die zowat familie van me was
geworden, die blakend blozende en energieke voetballer. En ook mijn boortschutter
Arendsoog en m’n alleskunner Manus, die ik op de laatste dag had verteld, over
m’n afmars uit het leger en dat ik met Thom verder ging, dat die mijn levensmaatje
zou worden.

En toch, toen ik tijdens onze eerste etappe van de terugvlucht tussen mijn collega’s
Ruud en babbelaar Arnoud in zat, merkte ik dat er toch een geruchtenstroom op gang
was gekomen.
Ruud vroeg me er fluisterend naar, want hij was enigszins op de hoogte van de
spanningen die eraan vooraf gegaan waren. Herenliefde in een machowereld. Of
het waar was dat Thom en ik vertrokken. Ik knikte instemmend.
‘Shit, man,’ bromde hij
‘Van wie heb je dat gehoord?’, vroeg ik.
‘Van meerdere kanten, toen we incheckten.’
‘Nou ja,’ bromde ik, ‘we hoeven er nu ook niet zo nodig geheimzinnig meer over
te doen… ’t was meer de manier waarop alles gegaan is, begrijp je?’
‘Ik vindt het klotuh voor jullie,’ fluisterde hij.
‘Welnee man. ’t Is gewoon een opluchting nu. Voor ons allebei,’ fluisterde ik.
‘Oké, da’s dan leuk voor jullie. Maar voor ons een stuk minder. Negen jaar samen…
weet je nog? Vanaf dat we opkwamen… Verdomme man. Je was één van m’n aardigste
collega’s. En Thom jarenlang m’n slapie… Toen ik het hoorde…’
Zijn camouflagebeen kwam tegen mijn camouflagebeen leunen.
‘Ik wil wel jullie adres…,’ fluisterde hij, ‘… want zo makkelijk komen jullie er niet vanaf…’
Ik glimlachte. Ruuds reactie trof met toch wel.
‘Wat gaan jullie doen?’, vroeg hij.

Ik vertelde hem dat Thom en ik voor een half jaar een kleine camping met een
forellenvisserij in de Ardennen gingen beheren.
Mijn fluisteren had ik gestaakt. En dat Arnoud er nu iets van opving… ik vond het
ook allemaal niet zo erg meer om dit ook die aardige wat onpersoonlijke babbelaar
te laten weten. Alles. We waren tenslotte ook nog een tijdje slapies geweest.
En daarmee, omdat Arnoud niet echt een fluisteraar was, en ook van de hele
voorgeschiedenis niet op de hoogte was, en er openlijk luid op reageerde, gonsde
even later dus de ware waarheid over een gerucht door het hele vliegtuig. En tegen
de tijd dat we op onze Mediterrane tussenstop landden, was het aan het hele peloton bekend.
Thom en ik knepen er van tussen zo heette het, gingen niet alleen samenwerken,
maar ook samenwonen, samenleven. Even voelde ik verbazing om me heen. Maar
in de wachthal van het vliegveld kwamen toch de reacties los. En die vielen me van
de meesten mee. Misschien omdat het zo vers was, en misschien omdat het om een
afscheid ging zodat niemand er verder nog mee geconfronteerd zou worden.
En zo werden Thom en ik daar halverwege de reis in de hal tot elkaar gedreven.
openlijk door de meesten benaderd, handenschuddend om een afscheid,
schouderkloppen, stompen tegen de borst.
De Luit zag ik glimlachen, Arendsoog knipogen, Manus flegmatiek een wenkbrauw
ophalen, Joachim grijnzen. Alleen de plaatsvervangend, de sergeant Johan, keek
strak en stoer bij ons langs, weigerde ieder contact. Ik vond het best. Als ‘ie een
hand wilde, kwam ‘ie h’m maar halen.

Zo zat ik dus met groot gemak na de overstap naast mijn Thom in het vliegtuig.
Verbergen had geen zin meer. Soms zag ik nog een verbaasde blik. En Thom
glimlachte langzaam, grinnikte even diep.
‘Hoor je ze denken?’ fluisterde hij.
Ik schoot in de lach.
‘Het valt me nog mee…’, zei ik, ‘… zullen we maar weer aanmonsteren?’
‘Om de dooie dood niet,’ bromde Thom.
Het was heerlijk, zijn been en schouder te voelen.
‘’k Heb er zin in, Giles,’ zei hij
Ik knikte. Ik ook. Het maakte me warm, terwijl ik lui met mijn hoofd achterover
leunde, de ogen sloot.
Eén ding. Eén ding zat me nog dwars. Want van mijn hele thuisfront, mijn beide
heimelijke vriendjes uitgezonderd, had niemand op mijn insinuaties gereageerd.
Niemand.
Ik voelde zijn schouder bewegen. Ik voelde zijn hand achter mijn nek, zacht knijpend
die mijn gesloten hoofd langzaam heen en weer slingerde, als wilde hij het aan
iedereen laten zien, dat wij, van de herenliefde ook maar gewone jongens waren.
‘’t Komt goed, Giles,’ zei hij.
Want hij wist wat mijn laatste drempel was, omdat zijn eigen thuisfront, niet
alleen helemaal op de hoogte was van onze relatie, maar ook nog e’s enthousiast;
behalve dan z’n vader, die elders samenwoonde met een nieuwe vriendin, en met
wie hij niet veel contact had.

En daarom was het heel vreemd, om in de chaos van de aankomsthal van een klein
vliegveld op vaderlandse bodem Thom te moeten loslaten. Vele honderden mensen
die een anderhalf honderd pelotonsmaten opvingen. Het lawaai, dat zo galmde…
Mijn ouders zag ik staan, met de onvermijdelijk zus van m’n moeder en haar
dochter (het woord “volle-nicht” schoot me ondanks de drukkende spanning te
binnen en deed me inwendig schamperen) en dan nog een vriendin van me,
Annemiek, met haar vriend. Met z’n zessen. Zoveel had ik er niet verwacht.
Warm, dat wel, maar met die onderhuidse gereserveerdheid, die ik na vier maanden
Zandkamp was vergeten, en me nu wat rauw op het dak viel. Alleen Annemiek, zij
had iets in haar ogen… ze vermoedde het, zag ik.
Hoe was het?, een jetlag?, goh wat bruin!, je ziet er goed uit…! en dat in de galmende
herrie van de vele honderden mensen die cumulatief tegen elkaar op leken te
schreeuwen om nog verstaanbaar te blijven…

Ik werd aan mijn camouflagemouw getrokken. Thom. Ik werd meegevoerd, en
wenkte mijn familie mee.
En ineens stond ik tegenover Thoms moeder, die asblonde vrouw met diezelfde
langzame glimlach en grote brede blauwe ogen; en zag ik haar nieuwe echtgenoot,
een rustige stevige kerel; net als diens zoon, Thoms stiefbroer Rutger, die een net
zo rustige stevige jongen was als z’n vader; en ik zag Xavian, de studievriend van
Rutger, die ik zo vaak aan de chat had gehad, die gekeurd was voor de dienst en
commando wilde worden, die openlijk homo was; ik ontmoette Thoms bloedeigen
zus Maartje, blond en met diezelfde ogen en met twee kinderen, een twee-eiige
tweeling van rond de drie jaar, een meisje met blonde krullen, en een jongetje met
dat lichte dikke korte haar en die brede blauwe ogen… Even schrok ik ervan, van
dat jongetje dat zo sprekend op Thom leek dat het z’n zoontje had kunnen zijn.
Vera en Robbie.

De warmte straalde me tegemoet. Niet alleen stevige handen, maar zoenen en
omhelzingen… en ik voelde de ogen van mijn familie achter me, toen die Xavian
met die vurige donkerblauwe blik in die ondeugende jongenskop onder donkerblond
sluike haar me brutaal een zoen op de mond gaf.
My god, dacht ik nog, maar verder kwam ik niet…
‘Waar is Joachim,’ riep Xavian door het galmende kabaal heen.
Joachim! Shit! Ik keek om me heen, zoekend tussen ballonnen en vlaggetjes,
de honderden hoofden…

Dat witblonde. Als een baken. Hij stond er bij een oudere man. En ik liep er op af.
Joachim glimlachte, stelde de man voor als zijn nepopa, de vader van zijn laatste
stiefmoeder, de enige met wie hij nog wat contact had.
‘Kom,’ riep ik.
En ze liepen met me mee, naar de groep. Naar de dubbele familie, die van mij en
die van Thom, die wat onwennig tegenover elkaar waren, voelde ik.
En ik zag het gebeuren. Joachim en Xavian, die elkaar omhelsden… als oude
vrienden… die elkaar alleen van de chat kenden, van wat spelletjes in elkaars
beelden.

Ik werd meegevoerd. Iedereen. De hele groep, liep achter Thoms stiefvader aan.
Er bleek iets geregeld te zijn.
Een grote kring van lage stoelen in een uithoek van een restaurant. En dat terwijl
al onze pelotonsgenoten met aanhang zo kalmaan afdropen, naar de auto’s gingen.
Het was daar in die grote kring van stoelen overweldigend en overdonderend en
confronterend. Zoals Thoms moeder een keer naar me knipoogde. Zoals de kinderen
Vera en Robbie bij Thom op schoot zaten. Zoals Thoms rustige stiefvader in gesprek
ging met Joachims nepopa. Zoals Joachim zelf tussen mijn ouders was gaan zitten
en in een ogenblik niet alleen mijn moeder, maar ook mijn vader wist in te pakken
met die blozende stralende spontane mimiek. Zoals ikzelf tussen mijn vriendin
Annemiek en Xavian was beland.
Gepraat, gelach, terwijl een ober de bestelling ronddeelde.
‘Giles toch…,’ zei Annemiek toen en glimlachte, ‘…we hadden wel e’s het vermoeden
gehad… maar als het dan echt blijkt te zijn… hij is nog leuker dan op de foto, jouw
Thom… veel leuker…’
‘Annemiek… Toe…’
‘Nou. ’t Is toch zo?... En een leuke schoonfamilie…’
‘‘k Heb er buikpijn van…’
‘Jouw ouders hebben het nu wel door… zit er maar niet over in… wie is die aardige
jongen tussen hen in?’
‘Joachim… da’s m’n broertje…,’ grinnikte ik, ‘…die zit zich nou bij hen binnen te
praten… en dat lukt hem aardig, zo te zien…’
‘Die Giles…,’ zei Annemiek, ‘…wat er in vier maanden niet allemaal kan veranderen…
leuk… en jullie gaan samen naar de Ardennen?’
Ik knikte, terwijl ik mijn vader zowaar om Joachim in de lach zag schieten, ik mijn
moeder zo nu en dan naar Thom zag kijken.

Toen keek ik opzij naar Xavian, aan de andere kant van me. Die langbenige sterke
en soepele jongen met dat vuur in de ogen.
‘Zo, Xavian…, ’ zei ik naar de lui en stoer onderuit hangende donkerblonde lummel,
‘…dus…, lollo, … heb je al getekend voor de dienst?’
‘Nuh… nog niet… kan altijd nog.’
‘O?’, vroeg ik wat verbaasd om zijn reactie.
‘Eerst het examen…’
‘Ja, da’s logisch… of twijfel je, omdat wij eruit stappen.’
‘Misschien…,’ zei hij.
‘Zeg Xavian… we spreken mekaar vast nog wel e’s… maar één ding wil ik je nu alvast
zeggen. Omdat ik geen idee heb wat jij en Joachim virtueel allemaal hebben
uitgespookt en wat jullie hebben afgesproken… maar als ik jou zo in de ogen kijk,
bliksemse kwajongen, dan wil ik je één hint meegeven… ik ben heel erg zuinig op
mijn witte dondersteen…’
‘Ja ja, …’k weet er alles van, grote broer…’, grijnsde Xavian.
‘Geen gewelddadigheden… geen overmeesteringen… begrijp je!?... want jouw
donkerblauwe ogen konden dan wel e’s heel erg donker gaan worden…’
My god. Die brutale grijns, dat vuur, dat zelfstandige gemak… nee, in de ware
werkelijkheid herkende ik niks van mezelf van vroeger terug, zoals ik aan de
chat ooit gemeend had.
‘Nee… daarvoor moet ik bij jou zijn… want jij bent van jullie drieën wel de allerlekk…’
‘Genoeg zo, Xavian…,’ onderbrak ik hem, want ik achtte hem in staat om in dit
gezelschap de meest schunnige dingen te zeggen, ‘…afgesproken?’
‘Je wordt met de minuut interessanter…’, grijnsde Xavian, terwijl ik naar
Joachim keek, en zag hoe hij trots zijn oorlogswonden aan mijn moeder toonde.
En ik zag haar schrik en verbazing.
‘Weinig kans, Xavian,’ zei ik.
‘Je kent me nog niet, Giles,’ grijnsde hij zo ondeugend.
Ik zuchtte. De vrije jonge homo’s… staken ze zo in elkaar?
‘Hebben wij een afspraak? Xavian!’
‘Joachim is nog een graatje erger,’ zei hij toen serieus.
‘Tot op zekere hoogte…,’ zei ik, want ik zag het helemaal voor me, twee van
die van testosteron stijf staande jongens van achttien en negentien. Maar ik
zag hem ook veranderen, Xavian. Toch weer wat van dat timide vanuit het begin
van de chat, maanden geleden. Het was deels een pose, zo stoer en afstandelijk
hangend, begreep ik. Het postpuberale…
Ik gaf hem een schouderduw, en hij glimlachte zo waar.

Ik stond op, liep naar Joachim en dirigeerde hem de stoel uit. Ik moest maar e’s
zelf tussen mijn ouders gaan zitten.
‘Goh…,’ zei mijn moeder die nog in de ban was van de blakende energieke
witblonde lummel die nu naast Xavian op mijn plek ging zitten, ‘…dus jullie hebben
er wel wat meegemaakt… het had raar af kunnen lopen met die jongen.’
Ik knikte.
En ik zag hoe ze haar eigen enthousiasme tot de orde riep, temperde.
‘Ik heb toch nog maar even je flatje schoongemaakt…,’ zei ze.
‘O ja, dank je.’
‘Al is het maar voor een paar dagen… dan is het toch lekker fris…, hè?’
Ik knikte.
‘Houd je het nog aan?’, vroeg mijn vader.
‘Voorlopig wel… ’t kost bijna niks…’
‘Als je niet beter wist…,’ zei mijn moeder, ‘…dan zou je zweren dat het zijn
kinderen zijn.’
En we keken alle drie naar Thom met de tweeling op z’n schoot, naar een trio
dat helemaal in elkaar opging.
“Zijn”, had ze gezegd. ‘Hij heet Thom,’ had ik willen zeggen, maar ik kreeg
het m’n strot niet uit.
‘Als jullie hulp nodig hebben…,’ zei mijn vader, ‘…’t is er een oude bende…’
‘Hè?!’, zei ik verbaasd.
‘Ja…,’ zei mijn moeder, ‘…we zijn een weekendje naar de Ardennen geweest…
we hebben daar wat rondgekeken op die camping… het kan een flinke
schoonmaakbeurt gebruiken… woont die man er niet?’
Ik was verbaasd. Zij samen een weekendje Ardennen…?
‘Hans? Nee, ’s winters woont hij in een dorp daar in de buurt.’
‘O?, zo doende…’
Ik keek naar mijn nichtje die voor Thom op de knieën zat, de beide blonde
kinderen paaide.
Ik zag die beide hangende jongens, witblonde Joachim in z’n stoere camouflagepak,
z’n arm nog e’s tonend aan Xavian. En Xavian, minstens even stoer doend in dat
postpuberale hangen. Ik zag…

Opeens stond er een camouflagepak pal voor me. Ik keek op. De Luit.
‘Nou, Endo, ‘k ga er van tussen… ik heb jullie campingadres…’
Verdomme, dacht ik en voelde ik, terwijl ik opstond, menend dat hij allang was
vertrokken.
‘Ja… Chandro… tot ziens, hè? Je bent altijd welkom,’ zei ik.
Een stevige handdruk. Een warme blik, van die slanke sterke fijnzinnige man,
die ik zo…
‘Dat weet ik,’ zei hij, en liet mijn hand los, wilde het afscheid niet langer laten
duren dan nodig.
Dat hij toen ook nog mijn ouders een hand gaf, en daarna op Thom afstapte…
Joachim… de rest… verdomme.
‘Wie was dat…? Met een ster…’, vroeg mijn moeder toen ik weer was gaan zitten.
‘Onze Luit…,’ zei ik, ‘…onze directe chef.’
‘Goh? Noem je die bij de voornaam… en zei hij nou Endo tegen je?’
‘O, ja… da’s een grapje… allemaal bijnamen…’, zei ik.
‘Had je een goeie baas aan, dunkt me,’ zei m’n vader.
‘Zeker.’
‘Wat een aardige man,’ zei mijn moeder, ‘zo vriendelijk… een officier toch?’
Moeder, dacht ik, je moest e’s weten: Chandro is veel meer dan alleen maar
aardig, terwijl ik hem weg zag lopen…

Ik zag Thoms moeder, die naast d’r zoon zat, naar me knipogend, met een
vinger draaien. Rouleren, bedoelde ze.
Ik stond op, en zij ook, we liepen aan elkaar voorbij en ik plofte tussen Thom
en z’n rustige stevige stiefvader in die nog steeds in gesprek was met Joachims
nepopa.
Die beide kinderen zaten nog steeds bij Thom op schoot, pratend en babbelend
tot ze mij ontwaarden, mij wat argwanend opnamen, het meisje Vera met de
dansende blonde krullen wat opener dan haar broertje Robbie. Allemachtig.
Wat een gelijkenis…
‘Zullen we ze adopteren?’ grinnikte Thom.
Ik glimlachte, keek even naar onze beide moeders, zag hoe Thoms moeder
een gesprek gaande hield, met charme en gemak.
Ik zuchtte.
‘Gaat het? Maatje,’ vroeg Thom
‘Wie heeft dit bedacht…? Het lijkt wel een receptie.’
De dader zit naast je moeder.’
‘Ja, zo’n vermoeden had ik al… trouwens de eerste hulp is al in aantocht.’
‘Huh?’
‘M’n ouders… ze zijn al op de camping wezen kijken… een oude bende volgens
mijn vader, waar een vrouwenhand doorheen moet volgens mijn moeder…’
Thom schoot in de lach.
‘Zie je wel… Giles… jij maakt je echt helemaal druk om niks…, ‘k ga straks ook
even tussen hen in zitten… mijn schoonouders…’
‘Thom… houdt op.’
Het meisje Vera glimlachte tegen me. Ik glimlachte terug, naar hen beide. Het
jongetje Robbie haalde even z’n neus op. Het meisje Vera stak ondeugend
glimlachend haar tong naar me uit.
‘Boefjes,’ glimlacht ik.
‘Jij bent een boefje,’ zei het meisje Vera. Het jongetje Robbie zweeg halsstarrig,
kijkend en onderzoekend afstand bewarend.
‘Als jullie nou e’s bij oom Giles gaan zitten…,’ zei Thom die hen beide in de arm
nemend opstond en beiden ieder op een been van me plantte, en toen de kring
overstak en z’n moeder uit de stoel plukte, om tussen mijn ouders te gaan zitten.

Thoms moeder kwam met die mooie langzame glimlach naar me toe lopen, ging
naast me zitten op Thoms plek. Het jongetje Robbie ontglipte me onmiddellijk,
klom bij z’n oma op schoot om me dan donker aan te staren. Het meisje Vera
bleef zitten en stak haar tong nog e’s uit tegen haar broertje.
‘’t Staat je goed,’ zei ze, Thoms moeder, naar haar kleinkinderen knikkend,
naar het meisje Vera dat trouw op mijn been bleef zitten.
Ik glimlachte, wat moeilijk. Want ik was er dood mee aan in deze situatie.
‘’k Heb je wat overrompeld, Giles?’
Ik knikte. Dat kon je wel zeggen, deze samenkomst. Even haar warme hand
die in mijn pols kneep.
‘Verkeerd?’, vroeg ze.
We hadden weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen. Raar voelde dat.
Net als met Thom soms.
‘Nee…,’ zei ik en streelde even door hele zachte blonde krullen van het
meisje Vera, ‘…’t is wel goed.’
‘Ben jij verliefd op Thom?’ vroeg het meisje Vera prompt met die grote
blauwe kijkers naar me opkijkend.
Shit.
Thoms moeder schoot in de lach. En het jongetje Robbie gaf het antwoord
aan z’n zusje.
‘Tuurlijk.’
‘Nou, je weet het, hè?’ lachte Thoms moeder en streelde het jongetje Robbie
door z’n dikke blonde haar. Als Thoms haar.
Ik grinnikte.
‘Een bijzonder trio zijn jullie,’ zei ze toen, naar de witblonde Joachim kijkend.
Dacht ze nou echt…? een trio…?, vroeg ik me af.
‘Joachim?’, zei ik, ‘… ik eh…’
‘Hé joh, ik plaag je maar… ’n leuke jongen… dat broertje van je… jullie lijken
sprekend…’
Nu schoot ik in de lach.
‘Ik heb je moeder wat getemperd…,’ zei ze, ‘…we komen een keer met z’n
vieren…’
Ik rolde van de ene in de andere verbazing… dat een wildvreemde vrouw mijn
moeders schoonmaakdrift in bedwang kon houden…
‘Jullie… als militairen zijn jullie wel wat gewend, dunkt me. Eerst maar e’s
geen vrouwenhanden aan een mannennestje… toch?... Ennuh… Joachim komt
de eerste week bij ons logeren… zo’n jongen bij die ouwe man in een
seniorenhuisje… kan ik gelijk de uitspattingen van Xavian wat in de gaten
houden… want die is wel heel enthousiast om dat witte jong…’
Ik keek opzij, ik keek in die langzame glimlach.
‘En voordat je nou gaat denken dat ik alles voor jullie ga regelen dan heb
je het mis… want dit was echt het laatste…’
‘Oma! Giles is een rare naam,’ zei het meisje Vera ineens.
‘Hij heet Endo,’ zei het jongetje Robbie.
‘Niet.’
‘Wel.’
‘’t Mag allebei…,’ zei ik onwennig.
Ze staken een tong naar elkaar uit. Ze hadden allebei gewonnen.
‘Gaan jullie maar e’s even naar Thom,’ zei hun oma, Thoms moeder.
Een wilde beweging op mijn ene been, een koude pek achterlatend, twee
rennende kinderen die bij Thom op schoot kropen, tussen mijn ouders in…
‘We hebben Thoms auto meegenomen, met al zijn kleren…’, zei ze toen.
Het klonk wat triest. Ik knikte. Ik begreep het. Thoms scheiding, na vijf jaar.
‘’t Zit goed tussen jullie, hè?’, vroeg ze.
Ik knikte nog e’s. Het zat goed. Het zat heel goed tussen ons. Daar kwam
niemand meer tussen. Zelfs na of vooral om die korte breuk van een paar weken.
En dat wist ze, voelde ik. Omdat Xavian het had geweten.
‘Je bent een leuk vent, Giles.’
Nou moest ze toch ophouden…

Het was natuurlijk ook heel vreemd. Ik had het niet kunnen bedenken. Al die
flarden en indrukken. En als ik het geweten had…
Ook het afscheid.
Dat de nepopa van Joachim, die met de trein gekomen was, werd thuis gebracht,
dat wildvreemden elkaar een hand gaven, soms zelfs een zoen…
En dat Joachim later met zijn bagage bij de auto van Thoms stiefvader op het
parkeerdek stond, nadat ik mijn bagage in Thoms auto had gedumpt.
Ik keek. Ik zag hem naar me kijken. Toen kwam hij toch nog op mij af rennen.
Die militair in z’n camouflagekleren. Zomers verkleurd zo in het kille half april.
Blozend en blakend. Maar ook geroerd.
Een stoere handdruk.
‘Gedraag je, hè?’, bromde ik vaderlijk toen hij voor me stond.
‘Hoor wie dat zegt… jij straks helemaal alleen samen met Thom …,’ kaatste hij.
‘Mijn schoonfamilie is een keurige familie…,’ zei ik.
‘Eindelijk e’s een week zonder jou…,’ glimlachte hij.
‘’t Mag ook langer, hoor…’, zei ik.
Hij grinnikte, Joachim.
‘Misschien vind ik Xavian wel zó leuk… dan wordt het pas de meivakantie…
dan komen we samen…’
‘Xavian zit voor z’n examens…’, zei ik.
‘Nou en…’
‘Laat je niet inpakken, hè?’, zei ik.
Hij schudde zijn witblonde hoofd, keek opeens heel erg volwassen. En ik wist
het. Hij liet zich door niemand meer inpakken.
‘Gaan we chatten?’, vroeg hij.
‘Ja, als er daar verbinding is… anders sms’jes…?’
Hij knitke.
Er klonk autogetoeter. Het galmde over het parkeerdek.
Ik zag de wachtenden bij de auto van Thoms stiefvader.
Ik zag de langzame glimlach van Thom, aan de andere kant van de auto, vlak
naast me.
Toen pakte ik hem vast, Joachim, drukte een zoen in zijn haar. Ik voelde een
zoen op mijn wang, kreeg een harde stomp op mijn borst en weg was hij,
rende de parkeerplaats over, die stoere camouflage militair, met z’n witblonde
haar als een vluchtig baken.

En ik stapte bij Thom in, in een volgeladen auto.
‘Hè, hè…, eindelijk.’
De auto werd gestart, we reden het parkeerdek af.
‘Wijs me de weg, Giles, naar ons paleis.’
Ik grinnikte, zakte lekker onderuit, vol het gebeuren.
‘Vera…,’ zei ik zomaar, ‘…ze vond Giles een gekke naam. Maar volgens Robbie
heet ik Endo.’
Thom schoot in de lach.
‘Heerlijk. Nog maar net drie en nou al bijdehand.’
We reden de snelweg op. Ik keek achter me. Militante spullen op een achterbank
en daar achter, waar de hoedenplank ontbrak, tassen en dozen.
‘Je boedelscheiding…,’ begon ik.
‘Ik heb een kei van een stiefvader, en m’n moeder regelt het wel…,’ glimlachte
hij, ‘… en zoveel was er niet. Een huurhuisje en ieder een eigen bankrekening.
Ik de auto en zij het bed en de bank…’
‘Zo makkelijk?’, vroeg ik.
‘Ja, zo makkelijk…,’ antwoordde Thom, ‘…d’r staat nog het één en nader bij m’n
moeder op zolder… voor later…’

Ik zakte onderuit, sloot de ogen en legde mijn hand op Thoms dij. Een warme sterke
dij. Vertrouwd en bekend in een spanningsloos gevoel.
‘Straks lekker in m’n ouwe kloffie,’ zei Thom.
Ik streelde over zijn dij, naar binnen en naar omhoog tot aan zijn kruis.
‘Mmm, ook straks,’ bromde hij genietend.
En ik kon het niet laten, even over die bollende camouflage gulp te voelen. Het kon
nu gewoon, zijn viriele ontspannen lul, zijn ballen…
‘Straks, zei ik toch,’ hoorde ik Thom, maar het klonk zonder overtuiging…
Ik kneedde langzaam over vol en zacht vlees tot het begon te zwellen. Toen liet ik
hem los, legde mijn hand weer op zijn dij, terwijl ik mijn eigen gulp voelde knellen,
mijn eigen vlees half volgroeiend, want het wond me op… met mijn pink soms nog
strelend tegen zijn ballen…
Hij kreunde, zakte al chaufferend wat onderuit, zijn dijen meer openend. En toen
hij zijn hand op mijn kruis legde, warm en langzaam knedend, wat me deed huiveren
van genot en mijn lul knellend deed uitharden, toen legde ik mijn hand terug op zijn
gulp. Vol en bikkelhard, opschokkend in mijn hand.
‘Ik ben zo ordinair bloedgeil,’ gromde hij zacht.
Ik glimlachte in een kille aprilavond waar de schemer viel, want hij vertelde me niks
nieuws.

Maar toch.
Tassen en dozen, drie trappen op slepend, naar mijn oude kleine portiekflatje met
een woonkamer en twee slaapkamers. Een peulenschil voor getrainde militairen die
afzwaaiden.
Het rook er fris. Het was er schoon. Dat ik zoveel kleur in huis had, na al dat
camouflage kaki en groen, na dat geel van de Zandbak. Het stuiterde me tegemoet.
De verwarming op hoog, we moesten acclimatiseren.
Een volle koelkast voor een paar dagen, de post op stapels op de tafel, naast een
grote bos bloemen in een vaas met een kaartje.
“Thom en Giles, welkom thuis. Pa en ma.”
Verdomme.
Ik schoot helemaal vol.
‘k Kon wel janken.
Thom kwam achter me staan, met de armen voor me langs, een zoen in mijn nek.
‘Zie je nou wel, Giles. Ze accepteren het gewoon. Ze gaan er alleen wat anders mee om’
Ik strekte mijn armen achterover, legde mijn handen achter zijn hoofd, in zijn
korte dikke asblonde haar, voelde zijn adem in mijn hals, zijn lippen.
‘Je bent lief,’ zei ik en zuchtte een bevrijdende zucht.
‘Tuurlijk.’

Een eerste wasmachine draaiend, en Thoms tassen en dozen in het kleine kamertje.
En beiden onder de douche. Wij, de jarenlange getrainde krachten, zomers diep
verkleurd en dat in een kil april, met de blanke schaduwen van onze korte
camouflagebroeken en kistjes met sokken, getekend in contrasten op onze lijven.
Het hardgezwollen “bloedgeil” tijdens de autorit was gereduceerd tot een halve
spanning, een vol viriel slingeren.
Thom grinnikte terwijl we ons nat en glad inzeepten, kneep me in mijn buik.
‘Had ik het al gezegd?’, vroeg hij.
‘En ik van jou,’ zei ik en proefde zijn zeepzoen, een zeeptong, voelde zijn handen.
‘Giles… een levenlang met jou… geen spanning meer…geen haast… soms hè?, als
ik aan je denk… dan krijg ik spontaan een stijve… zomaar…’
‘Zoals nu?’, fluisterde ik met een glimlach.
Hij grinnikte, langzaam zijn natte glimlach.
‘Dan wil ik alles wel… hard of zacht… jij of ik… langzaam of snel… het maakt
allemaal niks uit… kort of lang…’
‘Nu lang en langzaam?’ vroeg ik, terwijl onze harde lullen tussen onze natte
buiken gleden in een lijfelijk deinen.
‘Tuurlijk. Met een biertje op de bank. In m’n oude kloffie.’
Ik huiverde want het tintelde zo lekker opwindend, dat lichte en gladde schuren.
Dat spelen van onze tongen, de kleine proevende zoenen, het kijken wat me zo
warm maakte, het voelen van een langzaam verlangen, oneindig en zonder haast
en spanning.

We droogde ons af en gingen naar de slaapkamer. Thom had er zijn oude kloffie
al klaarliggen, over het bed. Twee stel, zag ik.
Even keek ik verbaasd op, naar mijn blote Thom, met die blonde stijve zo prangend.
Hij grinnikte, haalde bijna verlegen zijn schouders op.
Beiden in dezelfde kleren?
Een ondeugende elastische kleine slip waar ik mijn erectie overdwars in opborg,
een totaal versleten jeans, een verwassen sweater.
Toen ik hem zag staan, aangekleed, toen wist ik het weer. Zo had ik hem vaak de
poort uit zien lopen, of ’s ochtends zien binnenkomen. Zo! My god. Daarom had ik
hem altijd op afstand gehouden, die asblonde lichte diepgebruinde Thom, die
gemakkelijke nonchalante, zo’n Thommy Blue, zo’n onafhankelijke vriendelijke
eigenzinnige met een glimlach, met een leeftijdloze jongensachtigheid, vol
zwoele langzame testosteron, zich nergens aan storend.
‘Giles…,’ gromde hij, mij bekijkend in zijn oude kloffie, ‘…je bent mijn natte
droom…’t staat je perfect… vind je niet?’
Opgewonden en nieuwsgierig trok ik de kastdeur open, keek in de spiegel in de
binnenkant van de deur, en zag mijn eigen metamorfose. Een Giles Blue…
Ik zag hem achter me komen staan, voelde zijn handen omlaag glijden door mijn
liezen, zijn duimen langs mijn bollende versleten jeanskruis, en mij hoog in mijn
dijen krachtig bijna van de vloer lichtend, zijn overdwarse stijve tegen mijn
billen drukkend, zijn lippen in mijn hals aan mijn kettinkje knabbelend, duimen
tegen mijn ballen strelend.
Ik huiverde. Er ontsnapte me een kreun… lang en langzaam? Zo ontspannen en
open…, zo vrij.
‘Ik wil je de hele nacht in me,’ fluisterde ik.
En ik rilde toen hij aan mijn oor knabbelde, wat door mijn hele lijf trok…

‘Giles…’fluisterde hij, ‘…je hebt niet alleen een leuke kop, of een heerlijk lijf,
of zo’n lekker strak gespierd kontje dat ik wel twee keer per dag mals wil beuken…
heb jij je ogen wel e’s gezien? Grote dromerige zeegroene ogen waar iedere vent
in weg wil zwijmelen… kijk dan, lief… kijk e’s in je eigen ziel… je bent mooi…
je bent opwindend… maar het mooiste zit binnenin je… Giles… kijk dan e’s, lief…
ik ben op alles verliefd, maar op dat vooral… ik verlang naar je… ik wil je alles geven…
je mag me overweldigen, ik vindt het heerlijk… ik wil jou overweldigen als ik voel
dat je ernaar verlangd… ik wil er een spel van maken en dat het geen sleur wordt…
dat het telkens anders is… omdat ik het zo voel om je alles te kunnen geven…
Giles?... het gekste is me niet gek genoeg… maar ook het liefste niet… het tederste
om niet, om zomaar… dat ik mezelf bij je kan zijn… dat ik soms zo verschrikkelijk
teveel kan zijn… dat ik wel 1001 gedichten voor je heb, maar niet de woorden die
er aan voldoen… je moet me vasthouden, Giles… want ik voel me zo licht… goed
vasthouden, dat ik niet wegzweef…’
Zijn warmte achter me, zijn adem in mijn hals, zijn armen om me heen, ons
spiegelbeeld dat alles over ons samen weerspiegelde… mijn intens warmgeslagen
verbazing…
‘…ik kan het niet altijd goed zeggen… te weinig misschien met woorden… te veel
met mijn lijf… geile opwinding als uiting… maar zo doordrenkt van jou… van je
gevoeligheid… kijk dan e’s lief… zie je ziel, hoe prachtig jezelf bent… Giles…’
Ik zag me zelf. Ik zag mijn eigen ogen. Ik zag me zoals hij me zag. Ik zag een
ander die ik toch nooit was, maar altijd geweest bleek te zijn, zonder afschuw
om mijn eigen timide opkijken…
‘En jouw gevoel… het zien… dat jij gelukkig met mij bent… het is me soms bijna
te veel, weet je dat… zo ongelooflijk…’
Ik knikte. Ik zag mijn spiegelbeeld knikken, met zijn hoofd schuin achter me,
bijna schuldig opkijkend nu, met die grote en brede blauwe ogen.
‘Misschien kan ik het nooit meer zo zeggen… maar onthoud je het?’

Langzaam draaide ik me om in zijn armen, draaide me weg van ons spiegelende
beeld… langzaam nam ik zijn hoofd in mijn handen, bevoelde zijn gezicht, zijn
warmte, zijn gevoel in zijn ogen die bijna smeekten in een verlegen schuldigheid…
om wat…? om mij…? om zichzelf…? om ons…? onze vrijheid die zo teveel leek dat
hij er licht van dreigde weg te zweven…?
Ik wist niks te zeggen. Ik zoende alleen zijn mond, om het zo intieme proeven van
elkaar… ik keek hem daarna alleen maar weer aan, streelde met mijn duimen over
zijn wenkbrauwen, duwde mijn vingers in zijn dikke korte haar… om hem vast te
houden… om hem niet weg te laten zweven…
‘Niks zeggen, Giles… ik zie het allemaal… ik ben niet alleen trots op je… het is veel
meer dan dat…’
Ik duwde mijn vinger over zijn ontspannen lippen. Niet nog meer, Thom… ik wist het…
Maar hij duwde mijn vinger weg.
‘Als ik je teveel wordt moet je het zeggen… Giles?’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Je kunt me nooit te veel worden, Thom. Echt niet. Twijfel daar niet aan.
Niet twijfelen. Ik verlang naar je zoals je bent, zoals je vroeger was toen ik je wel e’s
zag lopen… zo moet je blijven… ik zie je niet alleen als een geile hengst, als je dat mocht
denken… en ik vind het heerlijk dat je er een spel van maakt… net zo als dat ik het
heerlijk vind om je e’s te plagen en uit te lokken… echt… nooit één keer op de rem
trappen… dat jij je kunt laten gaan… je moest e’s weten, hoe heerlijk ik het vindt…’

‘Ik zag je daarnet zo verbaasd kijken…’, zei hij timide.

Ik glimlachte, ik zoende hem en streelde over de twijfel van zijn mooie langzame
glimlach, die nu kalmaan weer terug kwam.
‘Ik zal jou e’s verwonderd laten kijken…,’ fluisterde ik, ‘… als ik mijn geheime kastje
opentrek. Met van die idiote speeltjes… zal ik je vannacht klaarprikkelen met een
trildildo zonder dat jij je lul aanraakt…? Is dat plat genoeg…?’
Heerlijk, dat hij toen weer grinnikte, mijn vertwijfelde Thom.
‘Ik houd wel van sexy kleren… en wat verwachtingsvolle spanning zonder
ontnuchterende naaktheid… zo’n slipje als we nu aanhebben… en dan hoe je
naar me keek… en hoe opwindend ik jou vond… moeten we gewoon blijven doen…
Lullo… alleen geen twijfels meer…oké? Stoere?’
‘’k Ga je vannacht opvreten…,’ zei hij zacht, ‘…drie dagen geen seks… da’s het
optimale zeggen ze… om beest te worden…’
‘Dat gaat jou nooit lukken, Thommy Blue… dat weet ik … dat voel ik… en ik heb
1001 trucjes… want één keer in de drie dagen met jou is me veel te weinig…
liever andersom. Drie keer per dag, tot je geen pap meer kunt zeggen… op de
meest ongelegen momenten… om de geile spanning… zullen we morgen met de t
rein gaan? Kom ik bij je op schoot zitten…’
‘Giles…!’
‘Of binnenkort in de visvijver, midden tussen je forellen, lijkt me opwindend…
al die zuigend vismondjes overal, terwijl we het doen…’
‘Giles!’
‘We kunnen nu nog wel even naar het parkje gaan… wij lekker samen vrijen en
tongen en strelen en ons dan laten vingeren en pijpen door andere geilaards…’
‘Giles. Genoeg!’
‘Geile hengst. Ik wil jou eikel wel e’s achter in m’n strot…’
‘Ja, nou weet ik het wel… verdomme… morgen gaan we die knalrode tanga’s halen
en ga ik je ballen zo afknijpen dat je een week niet kunt.’
‘…en een beetje pijn is zo masochistisch heerlijk…’
‘Wacht maar, loeder. Je gaat nog smeken om op te houden… en nou wil ik een
liter bier en in je bank hangen.’

En dat deden we. Na al die maanden van woestenijzand happen. Koel bier. Ik hangend
met mijn blote voeten op het tafeltje, Thom uitgestrekt over de bank, met zijn hoofd
en schouders in mijn schoot. Twee ex militante binken van zevenentwintig, nu twee
blue-boys, verliefd als vertwijfelde zoekende pubers.
Wat kan dan een biertje lekker zijn. En een tweede, een derde…
Uren waarin Thom de toekomst bij elkaar droomde… over de Ardennen en hoe hij de
oude campingeigenaar Hans moest gaan bevragen, want een visvijverij beheren was
iets anders dan simpel vliegvissen… En dat we onze militante spullen in moesten leveren,
een verzekering regelen, kleren en schoenen voor een campingzomer, een koepeltentje
met slaapzakken en luchtbedden voor alle zekerheid, en ons beddengoed toch ook maar….
En ik had gewoon met mijn hand onder zijn verschoten sweater en op zijn warme buik,
die beweeglijk soms ademde, soms hard samentrok. En met mijn vingers in de boord
van de versleten jeans, omlaag tot in dat elastische slipje, in de stugge haartjes en
tegen zijn half ontspannen penis duwend, die soms zomaar verharde terwijl hij dromend
lag te praten.
Eén keer drukte ik even zijn huid naar achteren, en voelde het natte slijm. Dat een vent
zo ontspannen kan zijn, zo ergens met andere gedachten dan bij de wellustige drift, en toch
zo opgewonden dat ‘ie zoveel glijmiddel…, dacht ik vaag, genieten en zelf half opgewonden,
omdat ik nu en dan afgeleid werd door de lijfelijkheid van mijn Thommy Blue,
zijn warme druk op mijn schoot, waar het al net zo dampig en vochtig werd.

Pas toen hij uitgemijmerd was draaide hij zich om, duwde hij mij sweater wat omhoog,
klemde zijn armen om mijn onderlijf en zoende mijn navel, begroef zijn warme gezicht
in mijn buik, blies er over, likt erin. Langzaam en zo tintelend dat ik huiverde.
En ik zag zijn kontje in de versleten jeans, oprijzend vanuit zijn slanke rugholte en trok
zijn sweater wat op, zag een strook van zijn zo lichte diepbruine huid, zag zijn slanke
jeansbillen die ik begon te strelen, die ik voelde bewegen onder mijn handen, kneedde
ze langzaam, terwijl hij zo langzaam mijn buik zoende.
Hij kreunde zacht, bewoog zijn billen, en ik drukte mijn duim in de naad, mijn vingers
tussen zijn gesloten dijn, voelde zijn harde kruis, ervoer zijn opwinding in zijn
verlangende bewegen en draaien.
My god, dacht ik nog vaag, die opwindende eroot in een langzaam spel van verlangen,
terwijl ik huiverde toen zijn tong zo in mijn navel drukte.

‘Thom…,’ fluisterde ik, ‘…heb jij ze vroeger nou nooit van je af hoeven slaan?’
Hij liet mijn middel los, trok zich al liggend wat op tot hij omhelzend aan me hing, me
plagende kort zoentjes gevend.
‘Lief…,’ fluisterde hij, ‘… je moest e’s weten… toen we negen jaar geleden opkwamen,
zo oud waren als Xavian nu… ik was op slag zo verliefd op je toen… ik voelde het … als we
met z’n allen douchten, dan moest ik gewoon wachten tot jij klaar was, zo erg was het,
anders had ik daar met een stijve gestaan…
Ik was onbenaderbaar… en ik heb denk ik, net als Joachim met zijn problemen, een manier
gevonden om me daarvoor af te sluiten… en net als jou trouwens, want als je ook maar één
keer toenadering had gezocht, dan was ik voor de bijl gegaan…’
Negen jaren, dacht ik nog vaag, terwijl ik in zijn grote brede blauwe ogen wegzonk, hem
warm omarmde en tegen me vast trok…

‘…ik wordt nooit echt volwassen…,’ fluisterde hij nog en drong toen zijn tong in mijn mond,
zoog mijn lippen zacht vast. Ik kon alleen nog met een kreun antwoorden en tastte over
zijn jeanskuis, dat schokkend en verlangend in mijn hand antwoordde…
Thom huiverde, golfde al vrijend met zijn hele lijf tegen mijn hand, greep plotseling in
mijn jeans naar binnen, in mijn slip. Nog net, voordat we omrolden kon ik mijn hand in
zijn jeans steken vatte zijn natte lul die uit de slip geglipt was.
Zuigend en vastklemmend met een arm om elkaars hoofd, met een hand in elkaars broek
en om elkaars natte harde lul rolden we van de bank, lijfschokkend met een geil vuur,
neukend in elkaars hand, doorrollend over de vloer…
Mijn hele lijf tintelde, mijn lul jeukte in zijn handklem, mijn onderlijf deinde hard terwijl
ik zijn drijfnatte lul in mijn hand voelde glijden en rijden, soppend en schuddend neukend…
Snel en hard en …
Vechtend spoten we elkaars hand en onze eigen broek vol.
Maar ook rollend doorvrijend, geil van een opwinding die niet geblust was, geil omdat
alles snotglad glibberde en ik zijn hoofd stijf vasthield door vrijend en langzamer mijn
hand bewegend om zijn lul, hij om mijn lul, omdat ze beide keihard bleven.
Langzamer, openlijk en ongeremd in elkaars mond kreunend, om zijn harde eikel draaien
in de gladde snot, mijn lul opnieuw jeukend en glad glijden in zijn knijpende en bewegend
hand.
Langzamer, deinend, als vanzelf opnieuw neukend en torderend rollend en botsend,
tongen over elkaars tanden, stoeiende tongen, zuigend lippen, kreunen.
Openlijk en verlangend… soms afwachtend stilliggend, dan hard stotend en grommend,
hard knijpend, soppend bewegend…
Tergend soms, plagend soms, in zo’n vrije geile drift dat alle gedachten wegzoog, dat
door mijn hele lijf trok, in een verlangen hem op te voeren en klaar te stomen en jagen
bloedgeil te maken, zoals hij mij bloedgeil maakte…
Toen een tandenstotend en hard verkrampend kreunend steunen, een schokken, een
siddering nog, een stoot…
Het gulpte uit. En het golfde in mijn hand langs mijn pols en onderarm…, in onze broeken…

Pas toen verslapte alles, en hijgde ik zwaar merkte ik, net als Thom… pas toen opende
ik mijn ogen, zag zijn lui langzame en bevredigde glimlach.
Ik zag dat hij iets wilde zeggen. Haastig trok ik mijn glibber gladde hand uit zijn broek,
duwde ik mijn, van zijn dubbele zaad, natte wijsvinger dwars over zijn lippen.
‘Waag het e’s,’ bromde ik.
Hij grinnikte. Thom… mijn maat, mijn leven, die zo heerlijk stoer en langzaam kon zijn…
behalve als zijn vuur ontstoken werd… zijn vlam om mijn vlam… die ik zoende.

***
Twee dagen hadden we nodig, voor al de voorbereidingen die Thom in mijn schoot bij
elkaar gedroomd had. En bij het krieken van de derde dag, waarin we in de ochtendschemer
Thoms auto inlaadden, stopte er een auto.
Een auto met Thoms stiefvader aan het stuur, en daar stapte witblonde Joachim uit,
blakend en stralend, bepakt en bezakt… onverwacht buiten alle afspraken om, en klaar
voor de Ardennen.
Joachim in burger…
Een shirtje met de korte mouwen tot op de schouders opgerold, met een grijsgroene
afritsbroek, alles te perfect passend; stoere loopschoenen, een jack over de schouder…
Allemachtig… Joachim…
En ’t is nog maar half april…

Een vervolg in Ardenner Blue-boys?

C Wisse

Gesloten