BOES hoofdstuk 1

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

BOES hoofdstuk 1

Bericht door Hans Bernard » do 27 mei 2010, 00:38

JEANNE EN PETER. Hoofdstuk 1



Met een tevreden blik kijk ik om mij heen. Zes maanden woon ik hier nu in een “twee onder een kap“. Het werd me te benauwd in het kleine dorp waar ik geboren ben; waar iedereen, iedereen kent. Wel plezierig maar je wordt ook erg in de gaten gehouden. In mijn situatie, ik val op mannen, bleek ik ook nog eens het voorwerp van roddel te zijn. Dat gaf me een erg onvrij gevoel. Daarom heb ik dit huis gekocht, in de stad, twintig kilometer van mijn oude dorp. Voor een zesentwintigjarige misschien wel een dure koop, een halfvrijstaand huis. Ik heb echter een goede baan als ‘zangpedagoog’ op het conservatorium en ik geef daarnaast ook nog privé lessen. Bij de voordeur hangt een bord met “Jon Glissen, zangpedagoog”.
Nu, een half jaar later is alles zoals ik het graag wil. De laatste dozen zijn uitgepakt, alle nieuwe aankopen zijn binnen en het huis is voor mij als een passend colbert geworden, dat ik graag draag.

Het is vakantie. Ik had me voorgenomen om, wat er na de verhuizing nog was blijven liggen aan klussen, af te maken. En het is gelukt. Een weekje hard werken heeft wonderen gedaan. Het is vrijdag en ik ben helemaal klaar. Ik zit met een kop koffie rond te kijken en te genieten, want ook de laatste zware klusjes zijn gedaan. Het is mooi geworden. Ik heb een goede koop gedaan een half jaar geleden. Ik woon op de hoek van de straat, heb een grote tuin rondom het huis, een flinke zitkamer en een leefkeuken. Tel daarbij op drie ruime slaapkamers en een grote badkamer en je begrijpt mijn enthousiasme. Bovendien woon ik naast alleraardigste buren, Jeanne en Peter, getrouwd en geen kinderen, wat ik wel zo prettig vind. Het is heerlijk rustig. Jeanne is een lieve meid, erg behulpzaam. Bij haar kan ik altijd aankloppen voor wat dan ook. En bij menig kopje koffie hebben we al heel wat afgepraat. Peter is een goede kerel, maar een tikje snobistisch. Hij schept niet alleen graag op over zijn baan als golfinstructeur, maar ook over dure aankopen in huis, waarbij hij dan niet vergeet de prijs te vermelden. Och, ik laat dat maar over me heen komen want verder is Peter een geschikte kerel, die je helpt als het nodig is. We overlopen elkaar niet en respecteren elkaars privacy.

Er wordt op de keukendeur geklopt. Jeanne komt al roepend binnen:
“Ik ben het. Ik kom kijken Jon, of ik nog iets voor je kan doen.”
“Nee, hoor meid, ik ben klaar. Heb je zin in koffie?” roep ik terug, en kom uit de bank omhoog.
“O ja lekker, daar ben ik vanmorgen nog niet aan toegekomen. “
Ze komt door keuken de kamer ingelopen.
Ze loopt mee terug naar de keuken en gaat aan de tafel zitten, die voor het raam staat en uitkijkt op mijn tuin. Heerlijk een grote tafel in de keuken, lekker voor een kopje koffie, maar ook gemakkelijk voor een uitgebreid diner.
“Hoe is het Jon, alles klaar, uitgepakt en opgeruimd?” vraagt Jeanne, als we de koffie voor ons hebben staan.
“Gelukkig wel, ik kan geen verhuisdoos meer zien. Er waren er toch nog meer dan ik gedacht had, zeker nog wel een stuk of zeven.”
“Zo dat is niet mis, maar die zijn nu allemaal leeg? Dan heb je flink doorgewerkt.”
“Weet je wat Jon, kom maar bij ons eten vanavond. Peter is vrijdagsmiddags toch vrij, dan kan hij mooi nog boodschappen voor het eten doen.”
“Je bent een schat, Jeanne. Het eten is er deze week bij ingeschoten. Meestal was ik ’s avonds te moe om nog te koken. Buiten één keer chinees en een afhaalpizza heb ik deze hele week alleen maar brood gegeten,” zeg ik zielig.
“Dus eet maar bij ons. Hoe laat denk je dat je er kunt zijn? Je hebt toch geen afspraak met een van je vriendjes?” Bij de laatste vraag geeft ze me een knipoogje.
“Nee hoor, ik ben er om zeven uur. Is dat niet te laat?”
“Als jij geen afspraakje hebt, is het geen probleem, dan hebben we alle tijd.”

Een paar maanden geleden, heeft zij gevraagd of ik wel eens verkering had gehad. Ik bedacht razend snel, dat dit het uitgelezen moment was om ze te vertellen, dat ik op mannen viel. Ik was enigszins zenuwachtig, voelde dat ik een kleur kreeg, maar zei kordaat:
“Ja, ik heb een keer verkering gehad met een jongen.”
Het bleef een ogenblik stil. Peter die niet goed raad wist met de situatie, maakte een onhandige, grappig bedoelde opmerking: “Dan ben je dus geen neef maar een nicht’ en lachte als enige het hardst om zijn grapje. Geschrokken hield hij even zo plotseling weer op met lachen en keek mij en Jeanne schuldbewust aan. “Sorry”, was zijn enige commentaar.
Ik deed net of ik niets gehoord had, maar zei vervolgens dat ik blij was, dat ze nu wisten hoe de vork aan de steel zat. En natuurlijk dat ik hoopte, dat dit aan onze goede verstandhouding niets zou afdoen. Ze bleven goede buren en ik heb ze nooit kunnen betrappen op een onaardige of nare opmerking. Ze kwamen zelfs op mijn feestjes en ontmoetten zo mijn homovrienden.

Jeanne is van tafel opgestaan en heeft de vuile kopjes al in de vaatwasser gezet. Dan is daar ineens ook Peter. Hij komt ook achterom, polshoogte nemen waar Jeanne is. Peter ziet er weer uit om door een ringetje te halen. Het valt extra op, naast de jongensachtig geklede Jeanne.
“Ik kom eens kijken hoever je bent Jon. Je zult toch wel bijna klaar zijn?”
Met zijn wat geaffecteerde stem geeft hij commentaar op het huis, dat nu zo goed als klaar is. Het moet gezegd, Peter is een en al lof. Terwijl hij zijn zegje doet, gebaart hij druk met zijn handen. De mededeling van Jeanne tegen Peter, dat ik vanavond bij hen kom eten, valt in goede aarde.
”Leuk dat je komt eten, je bent van harte welkom straks.” Waarna hij even plotseling als hij gekomen is, zich omdraait en de keuken uitloopt, terug naar huis, Jeanne en mij enigszins in verwarring achterlatend, met de vraag wat hij nu eigenlijk kwam doen.
“Ik ga ook maar eens, anders vind jij vanavond een lege pan op tafel. Doeg, tot straks, een uur of zeven hè.” en weg is ook Jeanne, Peter achterna.

En zo ben ik weer alleen. Ik ben blij met de uitnodiging van Jeanne. Ik voel me toch wat eenzaam. Al het werk is gedaan. Ik heb nu ineens een hele middag voor mezelf. Maar wat zal ik gaan doen. Ik bedenk van alles, maar in wat me te binnen schiet, heb ik geen zin. Dan besluit ik voor een paar uurtjes mijn bed op te zoeken. Ik draai de voor- en achterdeur op slot, kleed me op mijn slaapkamer snel uit en duik in bed. Voor ik er erg in heb, ben ik totaal van de wereld. Pas tegen zessen, word ik wakker. Slaapdronken, duurt het even voor ik me bewust ben dat het middag is. Meteen weet ik weer dat ik bij de buren voor het eten ben uitgenodigd. Dan maar gauw onder de douche, wat schoons aantrekken en naar hiernaast.

Even later sta ik bloot in de badkamer voor de spiegel. Ziet er goed uit, denk ik in alle bescheidenheid. Ik ben behoorlijk groot, heb een regelmatig gezicht met een volle haardos. Je kunt zien dat ik vaak in de sportschool ben. Een goed ontwikkeld bovenlijf, strak in het vel. Geen gram teveel en strakke buikspieren. En tot slot een geslacht, dat er mag zijn. Ik draai me om en stap onder de douche. Heerlijk, na zo’n dag sjouwen en ruimen.

Helemaal opgefrist, bel ik rond zeven uur aan bij Jeanne en Peter. Alsof hij achter de deur op mij heeft staan wachten, zo snel doet Peter open. Opnieuw verbaas ik me dat twee, exact dezelfde huizen, zo verschillend van aanzien kunnen zijn. Waar bij mij ruimte en een minimum aan meubels de overhand heeft, staat het hier bommetje vol. Ieder hoekje is benut. Maar één ding is zeker, het is er heel gezellig. En het ruikt er lekker; het water loopt me in de mond.
Peter vraagt of ik zin heb in een wijntje of dat ik liever een pilsje heb. Ik kies voor het tweede, om de laatste stoffige restjes van de verhuizing, weg te spoelen. Vanuit de kamer roep ik naar Jeanne, dat ze me maar moet laten weten als ik kan helpen. Uit mijn ooghoeken kijk ik onopvallend naar Peter. Ik zie, dat hij zich verkleed heeft, ook een tic van hem. Dat doet hij soms wel driemaal op een dag. Hij draagt nu een donkerblauwe, slank gesneden pantalon met een roze polo en slippers. Een gewoon gesprek kun je haast niet met Peter voeren omdat hij voortdurend zelf aan het woord wil zijn. Maar daar ben ik in dit halfjaar wel aan gewend geraakt. En wordt het te bont dan fluit Jeanne hem wel terug. Mijn maag knort. Ik kan haast niet meer wachten, zo lekker ruikt het. Ik laat Peter maar praten. Hij vertelt graag over het golfen. Alleen is het jammer dat het hele verhandelingen zijn over de technische kant van het spel. Ik krijg het idee, dat er bij golf maar weinig gelachen wordt. En dat vind ik nu een echte handicap.
Dan klinkt daar de stem van Jeanne: “Komen jullie aan tafel?”

Als ik om twaalf uur, een kilootje zwaarder en een stuk onvaster op mijn benen, naar huis loop, heb ik een heerlijke avond achter de rug. Jeanne als Peter hebben samen voor het eten gezorgd. Allebei koken ze erg graag en erg goed en ze doen zeker niet voor elkaar onder. Opnieuw bedenk ik, hoe ik het getroffen heb met mijn buren. En dan mag Peter misschien een beetje typisch zijn, hij blijft een prima buurman.
Hup, daar lig ik bijna op mijn neus. Ik val haast over een klein bankje, dat ik vergeten ben op te ruimen. Ik hoor rechts van mij zachtjes lachen; een late voorbijganger, die mij heeft zien struikelen. Met enige moeite krijg ik de sleutel in het slot en ga naar binnen. Ik voel me relaxed. Vrijdagavond, nog een heel weekend voor de boeg. Het maakt niet uit, hoe laat ik in bed stap, morgen kan ik uitslapen. Dus duik ik de kast in om met een fles vol kleine slaapmutsjes terug te komen. Een likeurtje is een mooie afsluiting van een drukke week. Het is toch ook heerlijk in mijn eigen huis nog een slaapmutsje te drinken. Het zou natuurlijk fijner zijn, als ik nu hier met een vriend zat. Samen in ons nieuwe huis. Een vriend, is het enige dat nog aan mijn geluk ontbreekt. Een moment schiet Matt door mijn hoofd, mijn maatje waar ik graag en vaak mee uit ga. Ik heb wel eens gedacht verliefd op hem te zijn. Nu moet ik oppassen niet sentimenteel te worden. Ik voel een sentimentele dronk opkomen, dus pep ik me op, zet de geluidsinstallatie op verboden decibels en zing luidkeels mee met “Eres tú “. Het helpt, ik ben weer redelijk nuchter en het weemoedige gevoel is verdwenen. Om geen geluidsoverlast te geven, draai ik de volumeknop terug en knip intussen de TV aan. Ik val midden in de herhaling van DWDD in slaap. Een dik half uur later word ik pas wakker. Vreemd genoeg, voel ik me fit en uitgeslapen, en besluit ik nog een uurtje naar de homobar in het centrum te gaan. Snel een kam door mijn haar, geld, fietssleuteltje en huissleutel gepakt en karren maar. Binnen tien minuten sta ik voor de ingang van de homobar. Een opgewonden gevoel trekt mijn buikspieren samen. Zal ik dan vanavond de liefde van mijn leven tegen komen? Als ik uitga, speelt het altijd door mijn hoofd: “Zal ik nu de ware Jacob ontmoeten?” Als zesentwintigjarige wil ik zo langzamerhand wel een vaste vriend.

Ik kan niet zeggen dat het er heel gezellig is, daar is het te druk voor. Dat had ik natuurlijk kunnen weten. Vrijdagavond, het begin van het weekend. Iedereen staat te dicht opeengepakt en bovendien is het er ontzettend warm. En als ik al iemand zie, waar ik wel een praatje mee zou willen maken, is het bijna ondoenlijk om er te komen. Je moet je letterlijk door de menigte heen wringen. En eenmaal op de plaats van bestemming, dus naast die knappe jongen ( bleek enkel van verre) dan verhinderen de geluidsboxen iedere vorm van conversatie. Enkele uurtjes later fiets ik alleen en een illusie armer, weer naar huis. Ik ben zo nuchter als wat.






2009

© Hans Bernard

Gesloten