Hoofdstuk 42
(Daniel, donderdagmorgen, later)
Na die enerverende gebeurtenissen van zojuist was ik even blij dat ik m’n gedachten op één ding kon focussen.
Ik was op weg naar Saskia Vreeman om de laatste stand van zaken rond mijn werkstuk door te nemen. Ik had veel te vertellen……
Ik klopte op de deur van haar kamer en na een toestemmend gemompel van achter de deur ging ik naar binnen.
Mevrouw Vreeman zat achter haar schrijftafel, en stond met een brede glimlach op om me te verwelkomen. ‘Ha, die Daniel! Welkom!’
Ze gebaarde me te gaan zitten.
‘Vertel eens, hoe is het tot nu toe gegaan?’
‘Goed, en niet goed, mevrouw Vreeman…..Wat het begin van mijn Project betreft: prima! Persoonlijk: verschrikkelijk!’
Ik zweeg.
‘Daniel, voor we verder gaan, laten we één ding afspreken….. ik zou het op prijs stellen als je mij Saskia zou willen noemen….’
Ik keek verrast op.
‘Jazeker! Ik vind “mevrouw Vreeman” zo afstandelijk, als je mij bij m’n voornaam noemt praat het wat makkelijker. Uiteraard alleen, als er geen andere leerlingen of docenten bij aanwezig zijn, want het decorum moet wél in acht genomen worden!’ lachte ze.
Ik knikte.
‘Ok, Saskia dan. Nou, zoals ik je al zei: de reacties op mijn artikel zijn min of meer wel, zoals ik gedacht had. Mijn vrienden reageren zoals ik ook wel verwacht had, als vrienden dus. Er komen wat vervelende opmerkingen hier of daar, maar niet iets waar ik nu direct van wakker lig. Anders is het met mijn beste vriend Sven….’
Ik zweeg
‘Ja?’
Ik haalde m’n schouders op.
‘Onze vriendschap staat onder druk momenteel, mijn zogenaamde coming out is bepaald niet goed gevallen bij hem, hij neemt het me hoogst kwalijk dat ik mijn homoseksualiteit geëtaleerd heb voor zo’n 800 mensen, voor er met hem over te praten, en dat snap ik heel goed eigenlijk…..’
Ik keek treurig voor me uit.
‘En dan is er natuurlijk mijn eigen gevoel…..’
Saskia zweeg, zij wilde mijn hardop denken niet onderbreken.
Ik dacht na, over Sven,
Over Sven en mij,
Over mij…..
(wie ben ik????)
(wat ben ik???)
De tranen liepen – alweer - over m’n gezicht.
‘Sven heeft heel expliciet duidelijk gemaakt dat hij van me houdt, heel veel van me houdt, en daarbij komt dat er afgelopen dagen zoveel dingen gebeurd zijn dat ik eens goed ben gaan nadenken…… Sven heeft pas een voorzichtige toenaderingspoging gedaan, waar ik best wel van geschrokken ben… MAAR, het heeft me sindsdien wel erg aan het denken gezet….. Ben ik wel echt een heterojongen? Of misschien toch niet? Voel ik me dan tot Sven aangetrokken, omdat Sven Sven is? Zou ik de geliefde van Sven kunnen, willen zijn?
Weet je, toen ik met de voorbereidingen begon van dit project had ik dus geen FLAUW vermoeden wat er op me af zou komen. Ik had niet voorzien dat mijn hele innerlijke leven radicaal ondersteboven gezet zou worden….. Ik ben heel erg gaan nadenken over mezelf……
(wie ben ik??)
(Wat ben ik???)
En nu…..tsja…..ik voel me onzeker, nog steeds…… niet gek natuurlijk, want het is pas een paar dagen geleden dat dit alles in gang gezet is, en ik min of meer noodgedwongen ben gaan nadenken over wie en wat ik nu eigenlijk ben….. en ik denk dat ik het wel weet……. Maar van de andere kant is er tóch nog onzekerheid….. twijfels…… JEZUS!!!’
Riep ik uit.
‘Twijfels over Sven?’
‘Ja….nou nee, eigenlijk niet…. Ik bedoel, als ik ben die ik denk dat ik ben, dan is Sven de Ware voor mij…. Maar…..die gedachten genereren tal van gevoelens waar ik nu dus geen raad mee weet. Kijk: ik heb afgelopen dagen heel wat meegemaakt, er is heel wat over me heengekomen, ik voel veel onzekerheid nu, en is het juist dáárom dat ik me – in zekere zin althans – tot Sven voel aangetrokken? Als een rots in de branding?’
(wie ben ik??)
(Wat ben ik???)
‘Ik voel me best depressief nu……’
‘Stoppen, Daniel?’
Ik keek haar recht in de ogen.
‘In geen geval!! Ik heb A gezegd, nu zeg ik ook B. Blijkbaar heeft dit alles heel wat binnen in me van alles losgemaakt, wat er al altijd gezeten heeft; gevoelens, gedachten, noem maar op. Blijkbaar is er een bewustwordingsproces op gang gekomen, en daar schrik ik van… Maar de vraag is nog steeds: voel ik me tot mijn vriend Sven aangetrokken, omdat hij mijn vriend is, en naar wiens troostende arm ik verlang – nu meer dan ooit – omdat ik zo vol onzekerheden en twijfels zit, of verlang ik naar zijn alomvattende vriendschap, omdat ik dat – zonder het bewust te zijn – eigenlijk altíjd al verlangd heb?
Ik wil daar zekerheid in hebben…..
Saskia, ik wil me nu niet koesteren in de fysieke en emotionele warmte van Sven zonder meer, voordat ik tot in de kern van mijn ziel voel wat écht is, wat waarachtig is.
Snap je? Ik kan en wil me niet aan hem overgeven, voordat ik weet wie ik echt ben…’
(wie ben ik??)
(Wat ben ik???)
‘Lieve Daniel, ik snap je volkomen, maar ik kan je daarbij natuurlijk niet helpen, ik hoop dat je dat inziet. Alleen JIJ kunt uiteindelijk die zekerheid krijgen, alleen JIJ kunt uiteindelijk dienaangaande die vrede in je hart ervaren, en op een gegeven moment wéten: ja, ik hou onvoorwaardelijk van Sven, en hem behoor ik voor de volle 100 % toe..’
Ik keek haar met een zure glimlach aan.
‘Ja, Saskia, daar was ik ook achter, maar pijnlijk is dit alles natuurlijk wél…. Ik moet wel zeggen dat praten hierover met jou me enigszins helpt, echt waar! Het helpt me om mijn gedachten te ordenen (ze zijn zo verward…), het zal me uiteindelijk helpen om mijn standpunt te bepalen, en ik denk…’
We werden onderbroken.
Er werd op de deur geklopt.
Een van de conciërges trad binnen.
Hij schraapte zijn keel en vroeg, terwijl hij naar mij keek: ‘Ben jij Daniel ter Horst?’
‘Ja.’
Hij schraapte weer zijn keel.
‘Nou, ehm, ja, de directeur zou je graag willen spreken, nu eigenlijk…..’
Mijn hart sloeg een slag over, en ik keek mijn lerares aan.
‘Ik zou er maar naar toe gaan, Daniel, en kijken wat ze voor jou in petto hebben.’
Ik knikte en stond op.
Ik gaf Saskia een hand.
‘Bedankt voor dit gesprek, het heeft me echt geholpen, en ik zal zeker gauw bij u terugzijn om te vertellen hoe het allemaal verder verlopen is.’
‘Daar reken ik zonder meer op, Daniel! Veel sterkte en wijsheid, en laat snel wat van je horen!’
Ik liep met snel kloppend hart het lokaal uit, richting de rectors kamer en hoopte er maar het beste van………..
Hoofdstuk 43
(Daniel)
Ik klopte op de deur van de directeurskamer, en na een vaag en onduidelijk “binnen” aan de andere kant deed ik de deur open en liep naar binnen.
Achter een groot bureau zaten de directeur en een van de conrectoren, speciaal belast met de hogere afdelingen. De directeur keek me niet eens aan, en rommelde wat in de papieren die voor hem lagen, de conrector keek wel op, en zijn kleine oogjes (die absoluut te ver bij elkaar stonden!) keken mij somber aan, alsof wat hem betreft het oordeel al vaststond…..
Ik liep naar voren en wenste hun goedemorgen.
De rector keek nu op, bromde iets wat blijkbaar voor een groet moest doorgaan en gebaarde naar een stoel die voor het bureau stond.
Ik nam plaats en keek beiden vol verwachting aan.
Natuurlijk had ik dit zien aankomen en had me voorbereid. Ik was sowieso niet van plan om een en ander te laten escaleren, ik was echt niet van plan om op welke manier dan ook emotioneel te worden, dat gunde ik ze niet! Ik was wel van plan om beide heren met argumenten er van proberen te overtuigen dat het gelijk aan mijn kant stond, dat ik niets verkeerd gedaan had, en dat ik eigenlijk van mening was dat we maar het best zo snel mogelijk tot de orde van de dag moesten overgaan…….
De rector rommelde opnieuw door z’n papieren en keek me uiteindelijke aan. Hij wees naar het schoolkrantje dat opengevouwen voor hem lag.
‘Dit….eh….dit stuk is dus van jouw hand?’
Hij vertoonde een gelaatsmimiek daarbij alsof hij refereerde aan een sterk getint pornografisch stukje.
Ik keek de rector rustig aan, en met een glimlach op mijn mond zei ik: ‘Inderdaad, rector, ik heb dat stuk inderdaad geschreven, zoals de ondertekening wel duidelijk maakt.’
Hij schraapte alweer zijn keel, rommelde wat door de papieren en keek weer op.
‘Hoe heb je dit stuk eigenlijk geplaatst weten te krijgen, jongeman? Ik weet zeker dat de redactiecommissie – als zij van een en ander op de hoogte geweest ware – er zeker voor gezorgd hadden dat…eh…’
Ik onderbrak snel deze gezwollen woordenvloed en zei ferm: ‘Het spijt me rector, maar ik laat niet in m’n keuken kijken! Het gegeven hoe dit artikel uiteindelijk in de schoolkrant is gekomen acht ik dan ook niet relevant, en…’
‘Ongehoord!’ Riep de rector uit.
‘Ongehoord!’ mengde zich ook de conrector in het gesprek.
‘Aha!’- dacht ik – ‘een perfecte imitatie van een Snip en Snap revue, waarbij de rector de aangever is’, ik keek hen glimlachend aan; ik genoot…
‘Het spijt me heren, maar ik ga u echt niet wijzer maken, en misschien kunnen we dan nu tot de orde van de dag overgaan?!’
‘Ongehoord’, kraaide rector andermaal.
‘Ongehoord’ liet ook de conrector zich niet onbetuigd, als ware hij een van de medespelers in een Grieks drama.
‘Jongeman! Je schijnt niet te begrijpen dat ik de macht heb om jou te maken of te breken, hier op school, dus als ik jou was zou ik behoorlijk, en ik zeg behóorlijk inbinden, begrijp je? Dit soort praatjes van je maken de zaken er voor jou echt niet beter op, begrijp je?’
‘Begrijp je?’ zei de conrector als een soort echo, en ik moest inwendig lachen.
‘Maken of breken???? Dit lijkt verdacht veel op de uitlatingen van de leider van een fascistische cultuur, heren, is dat bij jullie zo de gewoonte??? Ik heb geschreven wat ik moest schrijven, er is niets mis mee, dus ik snap écht niet waar jullie je zo druk over maken!’
Beide heren liepen rood aan.
‘Onbehoorlijk gedrag!!’
‘Onbehoorlijk gedrag!’ papegaaide de conrector.
Nu lachte ik hardop.
‘Jullie zullen – dat hoop ik althans – mijn artikel zorgvuldig gelezen hebben. Ik heb niets fout gedaan, absoluut niet! Ik ben heel open en eerlijk voor mijn gevoelens uitgekomen, en hoopte met mijn stuk een grote schare leerlingen, docenten en ouders te bereiken. Homoseksualiteit is GEEN ziekte, GEEN afwijking. Begrijpen jullie dat????? GEEN ziekte, en GEEN afwijking, maar een gegeven dat bij sommige mensen past. IK ben door God zo gemaakt, en dat wilde ik duidelijk naar voren brengen in mijn artikel. Ik doe niemand kwaad, ik wil alleen maar goed, en in plaats van jullie op te stellen als een stelletje mallotige clowns in een derderangs circusact zouden jullie er beter aan doen om eens goed na te denken over de gevoelens die iemand als ik koestert, en waar iemand als ik mee te kampen heeft……’
Ik sprak snel en staccato, en was ook echt heel bevlogen.
‘Luister, heren! Hier, op deze school lopen naar schatting een kleine 100 mensen rond die dezelfde gevoelens als ik hebben, en voor HEN en voor mezelf wilde ik in mijn artikel een lans breken! Al die gevoelens waar ik het in dit artikel over heb zijn er altijd geweest, en zullen ook nooit verdwijnen, hoe jullie fatsoensrakkers er ook over denken. Ik wil alleen bereiken dat in alle openheid gepraat kan worden over deze zaken. Ik HAAT hypocrisie en wil alleen maar openheid en een gezond klimaat, waarin dingen bespreekbaar zijn! Jullie dragen toch als motto: Non Scolae sed Vitae discimus , nou, dan zou ik zeggen: handel er ook naar!!!! DIT is het leven, DIT is MIJN leven, het is behoorlijk verkloot tot nu toe, dus wordt het tijd om er wat aan te doen! Waar zijn jullie in Godsnaam toch bang van??????’
Ik zweeg, uitgeput.
De rector keek mij koeltjes aan. ‘Je moet weten dat ik inmiddels heel wat brieven heb gekregen, reacties van ouders, telefoontjes, en waar jij het over hebt valt dus bepaald niet goed. Het is zondig!.’
‘Zondig???’ Ik barstte in lachen uit. ‘Zondig???? Jullie menen het serieus he? Ik vind dit dus echt een BELACHELIJKE zienswijze, en in plaats van jullie zorgen te maken over de reacties van eventuele ouders zou ik me meer druk maken over het welzijn van een INDIVIDUELE leerling. Mijn ouders hebben mij destijds immers ingeschreven aan dit Instituut in de hoop dat ik goed onderwijs zou ontvangen in een ambiance die recht doet aan het geestelijk welzijn van de individuele leerling. Nu ben ik dus zwaar teleurgesteld….’.
‘Teleurgesteld!! Je weet niet wat je zegt! Jongeman, ik moet rekening houden met zoveel verschillende factoren, en het welbevinden van met name de ouders gaat mij zeer ter harte!’
‘Zeer ter harte’, mompelde de conrector.
Ik lachte heel hartelijk nu. ‘Mijn hemel! Jullie lijken wel een stelletje gedegenereerde clowns met een drankprobleem uit een tienderangs revue! Probeer eens realistisch te zijn! Ik wil alleen maar….’
‘Grapjes, helpen je echt niet meer’, orakelde de rector streng, ‘ik wil je om te beginnen tijdelijk royeren van deze school, en in afwachting van de reactie van je ouders wil ik….’
Nu ontplofte ik dus helemaal!
‘Mijn ouders?????
MIJN OUDERS??????
Godvergeten klootzak!!! Mijn vader Hans is een aantal jaren geleden geveld door leverkanker, hij is dus in vrij korte tijd van binnen gewoonweg weggerot, duidelijk????? Hij is dus onder helse pijnen doodgegaan, stuk stront!’
Ik was razend nu.
‘Jullie slogan is altijd geweest: “wij zijn er voor uw kinderen”……. Wat triest!!!! Jullie roepen MIJ hier ter verantwoording, en zijn een heel klein dingetje effen vergeten, namelijk dat mijn vader dood is.
DOOD!!!!!!!!!
Weggerot, door kanker. GODVERDOMME!!!!! Wat voor schoolleiding is dit???? Wie denken jullie eigenlijk wel dat jullie zijn?’
De heren werden vuurrood.
‘Het..ehm… spijt me, maar het neemt niet weg, dat…’
‘WAT?? Jullie willen mij van school sturen?’
‘Jouw artikel laat ons helaas geen andere keuze…. Het spijt me dat…’
‘Het spijt jullie???’ Ik lachte schor. ‘Het spijt jullie geen flikker (als jullie mij deze beeldspraak tenminste willen vergeven). Deze klucht heeft nu al te lang geduurd, “heren”, en nu’, ik keek naar de rector, ‘nu wil ik graag met de conrector alleen spreken.’
De rector keek me streng aan en sprak toe: ‘met dit soort uitvallen maak je de zaak er niet beter op, Daniel.’
Hij sprak voor het eerst mijn naam uit…….
‘Mijn besluit’, hij keek naar zijn collega, ‘ONS besluit staat vast! Jouw moeder krijgt een brief, en voorlopig zul jij geschorst zijn van dit instituut. Discussie gesloten!’
Ik was stomverbaasd.
Zomaar?
‘Rector, ik zou nog graag een gesprek met de conrector willen hebben, nu, en privé…’
Hij keek verbaasd.
De conrector keek minstens zo verbaasd.
‘Ons besluit staat vast, jongeman, en bovendien nemen wij altijd onze beslissingen gemeenschappelijk, verdere gesprekken dienaangaande lijken ons zinloos, dus….’
‘Ik sta er desalniettemin op.’
Ik keek beide heren aan.
De rector sloeg de dossiermap die voor hem lag dicht en mompelde: ‘het is besloten, verdere toelichting volgt in de brief die snel zal volgen.’
Ik pakte een envelop uit mijn tas, haalde er iets uit en overhandigde dit aan de conrector.
‘En toch, conrector, zou ik heel graag persoonlijk met u van gedachten willen wisselen….’
De conrector verstarde bij het zien van hetgeen ik hem gaf. Hij keek zijn collega aan, schutterde wat en zei toen: ‘collega, ik denk tóch dat het wel een goed idee is, om met de jongeheer Ter Horst even privé van gedachten te wisselen, dus als u mij toestaat?’
De rector haalde zijn schouders op.
‘Wel dan, het zei zo, we spreken elkaar zo dan.’
Hij stond op, en met een nieuwsgierige blik verliet hij de kamer.
We waren alleen, en ik keek met enig welgevallen mijn conrector aan.
Hoofdstuk 44
De conrector keek me aan, onzeker en knipperde zenuwachtig met z’n ogen.
Ik keek naar hem, met een flauwe glimlach om mijn lippen.
Genoegdoening!
Gerechtigheid!
Ik wilde het allebei, en nu zou ik dan in staat zijn om dat te verkrijgen….
Mijn oom Frank…..
Geruime tijd geleden had oom Frank mij een verhaal verteld, waar ik echt van gesmuld had, maar waar ik de portee niet echt van doorgrondde.
Nu dus wel. “Wraak is een gerecht dat het zoetste smaakt als het koud wordt opgediend”, zo zegt een Chinees spreekwoord. Nou ja, wraak…. Ik wilde geen wraak, ik wilde alleen maar dat er recht gedaan werd…… en ome frank had mij, zonder het te willen, en zonder het te beseffen de middelen ertoe gegeven…..
Jean Beresford!
Een dominee, en vooral: een van de conrectoren van onze school!
Ik nam mijn kans waar.
De conrector van de hogere afdelingen, Ds. Jean Beresford, had zich blijkbaar enigszins hervat en vroeg: ‘Wat ben je van plan, jongeman? Waarom heb je mij deze foto laten zien?’
‘Dat is heel simpel! Ik wil gerechtigheid!’
‘Gerechtigheid?’
‘En’, hij wees met een vertrokken gezicht naar de foto voor hem op tafel, ‘wat denk je hiermee te bereiken?’
Ik bleef kalm, zonder emoties en, raar genoeg, koesterde ik toch de een of andere vorm van respect voor de man, die er ondanks zijn branie toch wel erg hulploos uitzag.
‘Ik wil gerechtigheid, zoals ik u al zei, doctor Beresford (hij was gepromoveerd op een proefschrift over Zwingli), ik wil dat deze hele charade heel snel tot een einde komt, en Ú ben de man die dat kan bewerkstelligen’. Ik haalde de envelop tevoorschijn, nam de foto’s eruit en legde ze zwijgend voor hem op tafel.
Hij bekeek de foto’s schijnbaar onaangedaan, maar ik zag intussen wel dat zijn handen trilden…
‘Mmmm, chantage??’
Dat laatste kwam er bitter en ook wel venijnig uit.
Ik sloeg met m’n hand op tafel.
‘NEE!!! Geen chantage!! Met alle respect, conrector, maar ik heb die foto’s al járen, en als ik gewild had, had ik er al jaren geleden misbruik van kunnen maken. Misbruik ja! Maar, ik acht mezelf een fatsoenlijke vent, en dat is NOOIT in me opgekomen, geloof het of niet!
Het enige wat ik wil, nogmaals, is dat er gerechtigheid gedaan wordt, dat ik eerlijk behandeld wordt, dat ik als MENS bejegend wordt, en niet als een soort van afvallige die zwaar moet boeten voor zijn zogenaamd zondig leven…’
Hij keek me peinzend aan.
‘Stel dat ik op je verzoek zou willen ingaan, STEL….. dan moet je je wel realiseren dat deze zaak uiterst precair ligt……. De rector heeft z’n standpunt al bepaald, dat zal je inmiddels wel duidelijk geworden zijn! Ik heb uiteindelijk niet zoveel invloed als jij me schijnt toe te dichten….. En als ik dan met de rector daarover zou willen spreken, en de rector houdt aan z’n standpunt vast, wat dan?? Heb je daarover al eens nagedacht, jongeman?’
Ik knikte,
‘Zeker ja! Als het plan van onze rector doorgang vindt, dan hebben wij allebei een probleem. Ik heb een probleem, omdat ik verwijderd wordt van een school waar ik het ondanks alles reuze naar m’n zin heb, maar – als ik het zo kan inschatten - u heeft een nog veel groter probleem….’
‘Is dat zo??’
‘O ja! Absoluut! Als u naar de rector niet overtuigend genoeg kunt of wilt zijn, en ik dus van deze school verwijderd zal worden, dan zal ik voor het avond is met het verhaal naar de krant stappen. Ik ken daar iemand van de redacteuren’ (dat was niet waar, maar een beetje bluffen vond ik onder deze omstandigheden volkomen gelegitimeerd..), ‘én ik zal met de hulp van anderen zoveel mogelijk ouders middels een brief op de hoogte brengen van het feit dat onze geachte conrector, doctor in de theologie en dominee eigenlijk een gewone doodordinaire hoerenloper is, en dat al heel lang……’
‘Ik ben GEEN hoerenloper!, en wat jij ook beweert…..’
‘Al jaren lang houdt u er diverse relaties op na, doctor Beresford, u hebt tal van maîtresses, getuige deze mooie foto’s, en laten we hier in Godsnaam niet gaan discussiëren over de semantiek van het een en ander, maar de dingen gewoon bij naam noemen! U heeft heel regelmatig buiten de deur gegeten, u heeft heel regelmatig uw wettige echtgenote bedrogen, maar dat zal me eerlijk gezegd worst wezen!!!!
Geloof het of niet: maar ik respecteer hetgeen u voor deze school doet, ik waardeer uw inspanningen in zake dit instituut, maar ik ben uiterst teleurgesteld in de manier waarop u omgaat met het geestelijk welzijn van de leerlingen die aan uw hoede zijn toevertrouwd, en juist daarvoor wil ik een lans breken!
Ik wil opkomen voor mezelf, en voor allen die zijn als ik!
En u kunt me daarbij helpen……’
Hij keek me misprijzend aan.
‘En wat garandeert me dat – wanneer ik gedaan heb wat ik volgens jou zou moeten doen – ik niet enige tijd later achtervolgd zal worden door mijn verleden? Wat let jou, als je eenmaal je zin heb, om niet bijvoorbeeld volgende week alsnog te doen wat je zojuist met veel verve ter tafel gebracht heb???’
‘Mijn fatsoen, mijnheer Beresford, mijn goed fatsoen.
Ik wil maar één ding, en dat heb ik verwoord in mijn artikel..
De rector is niet voor rede vatbaar, helaas, maar u bent de aangewezen persoon om het tij te keren…. Overigens heb ik stellig de indruk dat u uw invloed naar de rector toe schromelijk onderschat……
En nogmaals: ik heb het daarnet al gezegd, en ik herhaal het nu, ik heb echt het nodige respect voor u als leidinggevende hier, en – geloof het of niet – ik respecteer u ook als persoon! Dat u buiten de deur eet, en dat blijkbaar al jaren lang, interesseert me niet.
Ieder moet zijn eigen leven leiden, en het zal me om het even zijn. Máar ik wil eerlijk behandeld worden door jullie allemaal, ik wil ook respect!! Ik ben een goede leerling, een aardige vent (tenminste dat zeggen anderen…), en ik wil niet veroordeeld worden en de uiterste consequenties dragen, alleen omdat ik me toevallig voel aangetrokken voel tot mijn eigen geslacht…..
Helaas moest ik wel m’n toevlucht nemen’, ik wees naar de foto’s op de tafel, ‘tot dit hier, maar geloof me, dat is wel het laatste wat ik eigenlijk zou willen doen…..’
‘Praten dus?’
‘Praten tot de vellen er af hangen! En o ja, er is nog iets!’
Jean Beresford trok zijn wenkbrauwen op.
‘Ik wil volledig gerehabiliteerd worden!!!’
‘Je bedoelt?’
‘Ik wil dat in de volgende uitgave van het schoolblad een stukje komt, namens de leiding, waarin jullie heel expliciet aangeven dat jullie begrip hebben voor mijn situatie, dat jullie mij de hand boven het hoofd houden, en vooral dat jullie in algemene termen duidelijk maken dat homoseksualiteit geen zonde is, en dat jongeren die aan jullie leiding zijn toevertrouwd kunnen rekenen op jullie support! Ik wil mij hier veilig voelen op school voortaan, ik wil dat ik op deze school, waar ik het zo naar m’n zin heb, kan zijn wie ik ben, zonder voortdurend de adem van jullie fatsoensrakkers in m’n nek te voelen blazen, daarom graag jullie reactie…..’
‘Je vraagt nogal wat!!! Dit gaat nooit lukken, Daniel ter Horst!’
‘Dit gaat WEL lukken! Want het alternatief lijkt me geen echte optie, moet ik het voor u schilderen, doctor dominee Beresford?’ Ik gebruikte met opzet zijn hele titulatuur.
‘Nee, niet nodig! Jouw punt is duidelijk!’
Hij stond op en liep naar het raam.
Hij dacht na.
Na enkele ogenblikken draaide hij zich om.
‘Dit is wel een heel wonderlijke morgen! En dit gesprek heeft een totaal andere keer genomen dan ik verwachtte….’
Hij zweeg even. ‘Nou goed dan. Je krijgt je zin, jongeman. Je krijgt waar je om gevraagd heb, maar om een andere reden dan je denkt.’ Hij wees naar de foto’s. ‘Dit….deze pressie….eh…..dit gedoe was niet nodig geweest, geloof me…waarom had je niet alleen je spreekvaardigheid ingezet in plaats van….dit hier?’
‘Omdat ik er niet van overtuigd was toen ik hiermee begon dat ik met argumenten alleen zou kunnen overtuigen. Nogmaals: ik wil respect, van de rector, van u, van iedereen. Ik wil niet als een afvallige langs de achterdeur van school verwijderd worden….. de foto’s heb ik gebruikt omdat ik zekerheid wilde.’
Hij knikte langzaam.
‘Het zij zo, Ter Horst…..Nou goed dan……Ik zal m’n best voor je doen. Ik doe dat niet, omdat ik zwicht voor chantage, maar omdat ik wél begrip heb voor jouw standpunt inzake “welbehagen”; je hebt daar gelijk in, iedere leerling moet zich hier wel voelen, ben ik met je eens, ook jij! Ik heb eerlijk gezegd moeite met jouw homoseksualiteit, maar nogmaals: ik zal je standpunt respecteren (heb ik eigenlijk wel een keuze???), en ik zal pleiten voor je. Je zult het niet geloven, maar dit is mijn oprechte mening, in weerwil van deze foto’s die me hier dreigend aankijken….’
Ik stond op.
‘Conrector, ik waardeer uw inzet, en verwacht een goede afloop…. Geloof me: ik ben ervan overtuigd dat u een goed mens bent, bevlogen, en alleen maar het beste willend voor deze school, en uw beslissing nu – weliswaar opgedrongen – is een goede beslissing. Het zal iedereen recht doen wedervaren, en iedereen, u ook!, zal er wél bij varen…….’
Ik liep richting deur.
‘Voor het einde van de dag zal ik je berichten, Daniel’, hij keek me recht in de ogen, ‘en nogmaals, ik zal mijn uiterste best doen……’
‘Dank u, en geloof me: als alles goed gaat zullen er alleen maar winnaars zijn! Het zal voor u en de uwen als leidinggevenden niet gemakkelijk zijn, zeker niet! Maar u zult er beslist op een hele positieve manier uiteindelijk de geschiedenis mee ingaan…..’
Ik gaf hem een hand en liep de kamer uit.
Hoofdstuk 45
(Sven, later die dag)
‘Andra moi ennepe, Mousa Polutropon, hos mala polla, plangtè, epei Troiè Ptoliétron Eperse’ zingzangde het prachtige begin van Homerus’ “Odysseia”, voorgedragen door een van m’n medeleerlingen, ergens achter in de klas. Ik houd van deze taal, ik houd van deze bonte archaïsche taal, het Ionisch Grieks, waarin Homerus zijn verzen geschreven heeft, maar deze ochtend had ik er maar weinig oor voor…………….
Er was vanmorgen een opening geschapen tussen Daniel en mij, en er was weer perspectief……
Mijn God!
Wat hield ik van mijn vriend! Ik zou dan ook alles op alles zetten om er voor te zorgen dat we bij elkaar zouden komen, dat we een twee eenheid zouden vormen, maar er zou nog wel heel wat water door de Maas stromen voor het zover was….. Ik keek glimlachend voor me uit en dacht aan het naderende gesprek met Daniel, ik verheugde me erop……
Een vrolijk gelach deed me uit m’n dagdromen opschrikken; ik keek op.
‘Mijnheer Sven! Ik ben blij, en verheugd mag ik wel zeggen dat u – gezien uw gelaatsuitdrukking – bepaald een zonnige kijk op het leven heeft! Maar wij waren dus bezig met de dactili bij Homerus, en we zouden bepaald verheugd zijn als ook u uw steentje hier zou kunnen bijdragen…’ De klas lachte. ‘Een plotselinge verliefdheid is geenszins reden om de dagelijkse gang der dingen te verwaarlozen’ oreerde van Asseldonk, onze leraar klassieke talen. Ik had tot nu toe de indruk dat onze leraar alleen maar warm kon lopen als het ging om Tacitus of Xenophon, maar nu bleek hij zich zowaar met wereldse zaken bezig te houden!
Ik besloot erop te reageren.
‘Zeer geleerde opponens!’ (hij was doctor in de klassieke taal en letterkunde, en in de wijsbegeerte), ‘de verliefdheid waaraan u refereert is bepaald niet “plotseling”, maar bestaat al geruime tijd. En om pater Phil Bosmans te citeren: "Zoals een bloem de zon nodig heeft om bloem te worden, zo heeft een mens de liefde nodig om mens te worden.", en dat is waar ik al geruime tijd mee bezig ben…. Maar vanzelfsprekend ga ik met u mede, indien ik stel dat private gedachten inzake deze kwestie geen belemmering mogen vormen om volop te genieten van uw eloquentie, zeker als het gaat om de schone hexameters van Homerus, en dan in het bijzonder die van de “Odysseia” waar wij ons deze ochtend in het bijzonder mee bezighouden…..’ Onze leraar hield van plechtig en enigszins gezwollen taalgebruik, en wij gingen daar graag in mee. Van Asseldonk glimlachte. ‘Welaan dan! Laten we dan ons private leven inzake de liefde en aanverwante proposita buiten dit lokaal, en beperken ons tot hetgeen ons leven zo boeiend en verrijkend maakt….’
Ik knikte.
Ik bepaalde me tot de les, maar heel stiekem, in m’n achterhoofd bleef ik toch doordenken over Daniel en mij….. Waar was hij toch verdorie??? Ik wist dat hij een kort gesprek met mevrouw Vreeman zou hebben, en daarna direct naar Grieks zou komen, maar de les was bijna afgelopen…. Ik was ongerust…… Ik keek op m’n horloge.
‘Jongeheer Sven! Deze les duurt nog 9 minuten! Wellicht ben ik slaapverwekkend, of – maar dat kan ik me nauwelijks voorstellen – de verzen van Homerus, maar mag ik u verzoeken….’
Ik kleurde en keek hem vol aandacht aan.
Even later ging de bel, en ik stond op. Ik liep langzaam naar van Asseldonk. ‘Het spijt me, mijnheer van Asseldonk, ik wilde niet onoplettend zijn, en vooral niet onbeleefd, maar…..’ “L’amour est un oiseau rebelle, que nul a peut apprivoiser” ….’ Ik was verbaasd! Carmen????
‘En deze dan: "Liefde trekt het verstand wat uit de goede richting.", deze is overigens van George Crabbe, in het Engels: "Love wraps the mind a little from the right." Sven, laat je alsjeblieft niet gekmaken!’ Ik was verbaasd! Mijnheer Asseldonk! ‘Ik zie je verbaasdheid, maar geloof me: ik weet meer van profane zaken dan jullie voor mogelijk houden! Ik ken jouw vriendschap voor Daniel, en natuurlijk, ik heb HET artikel, waar iedereen nu over spreekt gelezen. Ik ben het hartgrondig met hem eens…… Mijn advies: PRAAT met elkaar, bepaal jullie standpunt, en trek je in vredesnaam NIETS aan van wat anderen over jullie zeggen. JULLIE alleen bepalen wat goed is, jullie alleen zullen gelukkig kunnen worden….. Ik ben geen stoffige studeerkamergeleerde, in weerwil van wat jullie wellicht denken, ik zie veel, en ik zie ook dat jij en Daniel voor elkaar bestemd zijn! Beste jongen, volg je hart, en alles komt goed!’
Ik was verbluft. Ik stamelde: ‘Bedankt, mijnheer Asseldonk, ik zal dit gesprek nooit vergeten! Bedankt voor uw medeleven, maar met uw welnemen, ik ga nu op zoek naar Daniel, want ik weet nu niet waar mijn vriend is, en wat hij nu doormaakt. Ik….. wil hem zien……’
‘Het ga je goed, jongeheer Sven, en weet: met mij kun je altijd praten! Mijn belangstelling is echt dus niet beperkt tot Tacitus of Homerus!’
Ik gaf hem – enigszins geroerd – een hand en snelde het lokaal uit.
Verdorie!!!! Als we een kleine 30 jaar later geleefd hadden zouden we GSM’s gehad hebben, en had ik heel makkelijk kunnen traceren waar m’n vriendje nu zou zijn, maar helaas pindakaas, (leider Erdnuβbutter zoals de Duitser zou zeggen), zoiets fraais was er nu nog niet. Als er wat gebeurd was, zou Daniel zeker zijn op de plek waar ik verwachtte dat hij zou zijn…. Ik liep richting fietsenhok. Ik verlangde naar Daniel, en wilde zo graag met hem praten………..