Hoofdstuk 29
(Sven en Pieter)
In de stromende regen kwamen we het eerste bij mijn huis aan. Het was inmiddels even na drieën. Pieter keek me aan.
‘Luister schat’, zei ik, ‘zo kun je niet naar huis gaan! Wacht in ieder geval tot het ergste voor bij is.’
De jongen knikte en liep achter me aan.
Zei ik “schat”???
We gingen door de achterdeur naar binnen, de keuken in.
‘Mam????’ brulde ik, ‘Kars???’
Stilte.
Ik sloeg me met m’n hand tegen mijn voorhoofd. ‘Ai! Dat is waar ook! Weg!’
‘Weg?’
Inderdaad, door alle commotie vandaag met en rond Daniel was ik glad vergeten dat m’n ouders naar het feest van tante Johanna waren. Tante Johanna, eigenlijk een tante van vader Daniel, was afgelopen maandag 80 geworden, en dat zou vandaag groots gevierd worden; mijn ouders hebben het er nog over gehad, afgelopen weekend. Ik haalde m’n schouders op.
‘Het schiet me weer te binnen, mijn ouders zijn naar een of ander familiefeest, was ik glad vergeten!’
Maar Kars dan?
Die had allang thuis moeten zijn, want ik wist dat hij op woensdag maar 4 lesuren heeft.
Ik zag toen pas een briefje liggen op de keukentafel.
“Dag broertje van me. Ik ben bij Johan, huiswerk maken en zo. Kom tegen 10 uur thuis vanavond. Zoals je weet staat er eten in de koelkast. Niet alles alleen opeten hoor! Ik wil straks misschien ook nog wel wat. Overigens, wat vind je van het artikel van je vriend Daniel? Gr., Kars.”
Ik voelde een knoop in m’n maag.
‘Problemen?’
‘Huh? Oh, nee, voel me alleen nat, koud en zielig.’
‘Ik ook, kan ik misschien hier onder de douche?’
‘Zeker, en ik ga met je mee… kom maar.’
Pieter keek me stralend aan.
‘We kunnen onze natte kleren op de badkamer uittrekken. Ik zal die van jou in de droger doen, dan heb je tenminste wat droogs om je lijf als je hier weggaat.’
‘Oké.’
We liepen de trap op en in onze (ruime) badkamer begonnen we de natte kleren van het lijf te pellen.
Ik had de douche inmiddels aangezet, en vreemd genoeg begon ik me verlegen te voelen.
Pieter keek me aan en gaf me toen een kus.
‘Bedankt’ zei hij zacht. ‘Bedankt voor alles.’
We lieten onze onderbroek zakken en stapten in de douche.
De warme stralen kletterden over onze lijven, en ik voelde een en al weldadigheid door me heen stromen. Ik had Pieter een washandje gegeven en we waren ons aan het inzepen. Vrij snel voelde ik Pieters hand over m’n rug gaan.
Het voelde heel goed, en het wás ook goed.
Ik sloot de ogen en kreunde heel zacht.
‘Goed?’
‘Ja, Pieter, heel erg goed.’
Ik meende ieder woord ervan!
Ik draaide me om en begon liefdevol zijn buik in te zepen (ik voelde op datzelfde moment echt niet anders!), en ging steeds lager.
Ik keek.
Zijn stijve piemel had ik al in het bos gezien, maar hier, terwijl we onder de warme douche stonden, leek het anders…. Mooier.
Ik had natuurlijk ook een erectie.
‘Je bent zooooo mooi’ fluisterde Pieter.
‘Jij dus ook, lieve Pieter.’
Ik drukte de jongen, die nu helemaal van opwinding trilde tegen me aan.
Het voelde zo ontzettend goed!!!
We kusten elkaar langdurig.
Pieter begon tegen me aan te rijden, ik voelde zijn pik tegen die van mij.
Ik kreunde.
Hij klemde me vast.
Daniel was ver weg. Ik voelde me eenzaam, ik voelde me in de steek gelaten. Ik had zo’n ontstellende behoefte aan warmte en tederheid, nu.
De warmte kwam van de douche en natuurlijk ook van Pieter.
‘Kom mee’, zei ik schor, ‘ik verlang naar je.’
‘En ik naar jou, mijn lief.’
We droogden ons snel af, en hand en hand gingen we naar de slaapkamer van mijn ouders.
We gingen naast elkaar op het grote bed liggen en ik trok de dekens over ons heen. Een weldadige warmte nam bezit van ons.
Pieter trok me tegen zich aan, knuffelde me en gaf me de heerlijkste tongzoen die ik ooit had mogen ontvangen.
Ik kreunde en genóót.
Het voorspel was lang en heftig.
Natuurlijk was ik geen maagd meer, en geen onbeschreven blad, maar dit liefdesspel tussen Pieter en mij had een hele bijzondere dimensie. Zeker een half uur lang wreven we met onze lichamen tegen elkaar en zoende we heftig. Ik op Pieter, Pieter op mij, en inwendig kwam ik geleidelijk aan tot rust.
Ontspannen lag ik op een gegeven moment achterover en liet het allemaal maar gebeuren. Pieter streelde mijn lichaam overal. Geen plekje werd overgeslagen…..
Ik ging verliggen.
Ik wilde Pieters lichaam verkennen, ik wilde zo graag hém laten genieten.
Ik kuste zijn tepels.
Ik kuste zijn tenen, streelde zijn benen, en uiteindelijk likte ik zijn ballen en zijn piemel.
Eindelijk!
Ik genoot! Wat was hij mooi, en ik voelde me heel erg opgewonden.
Pieter ook, hij kreunde.
Korte tijd later waren we elkaars lichaam aan het kussen en likken, en uiteindelijk had ik zijn pik in m’n mond en hij die van mij; het was Goddelijk!
Nu kreunden we beiden om het hardst, en het einde - althans wat mij betreft – zou niet lang op zich laten wachten.
Pieter ontpopte zich als de meest actieve van ons tweeën en begon neukbewegingen te maken.
In mijn mond.
Ik begon harder te kreunen.
Ik klemde hem vast en begon op mijn beurt te stoten.
Het einde kwam gauw, en uiterst heftig.
Pieter schreeuwde ‘Ik koooooooom!’
Ik gromde.
We spoten ongeveer tegelijkertijd in elkaars mond.
Krachtige stralen zaad baanden zich een uitweg, en onze beide monden werden gevuld…….
We waren allebei uiterst verzadigd.
Ik ging tegen Pieter aanliggen, en we kusten elkaar langdurig, zodat we elkaars sperma konden proeven; het was heerlijk!
Lang lagen we zo heerlijk met onze naakte lijven tegen elkaar.
Hoofdstuk 30
(Sven en Pieter)
Pieter was de eerste die zich roerde.
‘Ik heb honger.’
‘Ik ook, lieverd.’
‘Bovendien zal ik mijn moeder moeten bellen, voordat ze ongerust begint te worden…..’
Ik sprong uit bed.
‘Kom, we gaan ons aankleden, ik zet de oven aan, jij belt je moeder, en we gaan praten….’
Pieter knikte.
‘Lijkt me een goed idee, lieve Sven.’
We kleedden ons zwijgend aan en ik voelde me goed.
Ja echt!
Ik zette de oven aan, terwijl Pieter zijn moeder belde om te vertellen waar hij was.
Het eten ging de oven in, ik schonk voor ons beiden een glas cola in en keek Pieter aan.
Hij begon.
‘Ik…eh….nou, je zult je wel afvragen wat ik…dáár…… vanmiddag aan het doen was.’ Hij wees vaag naar achteren.
Ik legde mijn wijsvinger op zijn lippen..
‘Niet belangrijk, Pieter, ik weet zeker dat…’
Hij onderbrak me.
‘Wél belangrijk! Zie je, Sven, het raakt de kern, míjn kern.’ Hij schraapte zijn keel. ‘Zie je, ik kom uit een één ouder gezin, en we zijn met z’n zevenen.’
Dat wist ik wel zo ongeveer. Hij had een behoorlijk aantal zussen en broers, en zijn vader was een aantal jaren geleden bij een ongeluk om het leven gekomen.
‘Ik heb 3 broers en 2 zussen, en met ons zevenen wonen we in een klein 4 kamer appartementje. Begrijp me goed, Sven, we hebben het goed samen! Ik prijs me gelukkig deel uit te maken van zo’n leuk gezin, maar….’
Hij aarzelde.
‘Maar?’
‘Maar, als je met 3 broers op één kamer moet slapen heb je niet veel privacy! Dat hoeft geen probleem te zijn, zie je, maar soms…..’ Hij glimlachte voor zich uit, ‘soms heb je natuurlijk wel die behoefte aan afzondering, ik in ieder geval. Ruim een jaar geleden kom ik er dus achter dat ik meer voor jongens voel dan voor meisjes, en dat is op zicht al moeilijk genoeg!’
Ik schrok op.
En als je – los daarvan – ook nog eens stelselmatig getreiterd wordt door een stelletje klojo’s..’
Ik legde mijn hand op zijn arm.
‘Het spijt me ontzettend, lieve Pieter, geloof me..’
‘O, ik geloof je en’ hij lachte me toe, ‘vandaag heb je alles ruimschoots goedgemaakt!’
Ik kneep in z’n hand. Hij vertelde verder.
‘Ik zocht dus de eenzaamheid. En… ik vond de “Nadenk Plaats”.
‘De Denk Plek’ fluisterde ik.
‘Je weet wat ik bedoel, Sven. Dáár kom ik tot rust, daar kan ik tot mezelf komen, en daar kan ik…..nou ja, daar kan ik gedeeltelijk…. Aan m’n gevoelens toegeven. Het is een eenzame plek, maar wel een veilige plek voor me. En daar heb je me betrapt……’
Stilte.
‘Lieve Sven, ik had in de verste verte geen vermoeden dat dingen….eh, dat er iets zou gaan, zou kúnnen gebeuren, zoals vanmiddag. Ik ben er gelukkig door geworden..’
‘Gelukkig?’
‘JA!! Gelukkig, want nu weet ik positief dat ik in dit godvergeten gat niet de enige ben. Ik voel me nu minder eenzaam en alleen. Voor mij is dit een Dag met een Gouden Randje…..’
Ik kuchte, niet zeker wat te zeggen.
Pieter keek me aan.
‘Dit was een heerlijke en mooie middag, lieverd, maar zoals aan alles komt ook hieraan een einde…’.
Ik keek Pieter verbaasd aan.
‘Jouw hart is bij iemand anders….’
Tranen in mijn ogen.
‘Maar hoe..?’
‘Ik heb het voortdurend in je ogen gezien, lieve Sven. Je heb veel verdriet, je heb pijn, je bent gekwetst, je voelt je gekwetst, en nu….. ben je misschien voor even net zo eenzaam als ik me lange tijd gevoeld heb….’
Ik was verbaasd.
‘Maar hoe….?’
‘Ik observeer, en ik léér! Ik weet nergens niks van, geloof me, maar ik zie wel jouw verdriet, en ik weet natuurlijk van je vriendschap met Daniel, och, daar hoef je nu toch echt geen genie voor te zijn…’ Hij pakte met beide handen mijn rechterhand.
‘Ik hou van Daniel’ doorbrak ik de stilte, ‘maar of dat wederzijds is? In ieder geval moest ik vandaag lezen dat hij…… hoe zal ik het zeggen…. Eh… dat hij ook is, als ik, als jij, Pieter. En ik had dat zo graag van hem persóonlijk willen horen! Ik voel me een beetje verraden, het doet pijn weet je, en zeker doet het geen recht aan tien jaren van hechte vriendschap…….’
‘Je zegt het: hechte vriendschap! Het zal niet makkelijk wezen, maar ik denk dat uiteindelijk alles goed komt, geloof me! Want weet je: jij bént gewoon een fijne, lieve en boven alles liefhebbende jongen, Sven!’
Ik bloosde.
‘O ja! Jij heb me mijn gevoel voor eigenwaarde teruggegeven, en dat op één middag tijd! Ik dank je daarvoor…’
Ik had ambivalente gevoelens. Had ik me nu in mijn verdriet en verlatenheid laten meeslepen?
Ik stond op om het eten op tafel te zetten en voelde me onzeker.
Terwijl ik de oven uitzette voelde ik twee armen om me heen.
‘Draai je om, Sven.’
Ik gehoorzaamde.
‘Zoals ik al zei: je heb mij vanmiddag iets gegeven wat in mijn 16 jarig bestaan nog nooit iemand voor elkaar heeft gekregen, namelijk mijn gevoel voor eigenwaarde. En vooral, je heb mij – al was het dan maar voor een paar uurtjes – warmte en aandacht gegeven. Daar is niets mis mee, zoals ik op mijn beurt geprobeerd heb jou wat warmte en tederheid heb gegeven. Ik had dat nodig, jij had dat nodig, WIJ hadden het nodig!
En nu eten, ik rammel!!’
Ik barste in lachen uit.
‘Gaat dat zomaar??’
‘O ja! En praat je nu maar geen schuld complex aan, lieverd. Ik weet zeker dat we verder hele goede vrienden zullen worden, maar geen geliefden. Als de tijd daar is, zullen Daniel en jij elkaar wenend in de armen vallen en eind goed al goed….’
Ik voelde me bevrijd en zei hem dat ook.
Het eten smaakte heerlijk……..
Hoofdstuk 31
(Woensdagmorgen, Daniel)
Ik was nerveus, en niet zo’n beetje ook!
Vandaag zou waarschijnlijk de Schoolkrant uitgedeeld worden, en hoewel ik lang en veelvuldig alles doordacht had was ik toch gespannen.
Ik probeerde me zo onopvallend mogelijk te gedragen die morgen, en hoopte maar dat ik daarin slaagde….
Het eerste lesuur was Nederlands.
Offermans was weer behoorlijk op dreef, en zijn tirade tegen “Turks Fruit” van Jan Wolkers was ronduit ridicuul. Ik had toch zo’n zin om in dat pafferige gezicht te zeggen: ‘u heeft volkomen gelijk, mijnheer Offermans, het boek is niet alleen vulgair, het is ronduit obscéén!! Pornografie is het, en niet zo’n beetje ook! Ik ben vorige week dan ook twee keer achter elkaar klaargekomen na het lezen van de belevenissen van Olga en Eric, en het zou drie keer geweest zijn, als m’n moeder niet onverwacht was binnengekomen!’
Ik zei niets.
Toen werd het schoolkrantje uitgedeeld.
Ik bladerde er maar even in, lang genoeg om te constateren dat mijn artikel erin stond.
Yes!
Ook deze hindernis was genomen.
Ik stopte het ding in mijn tas.
Het spel kon beginnen….
De lessen volgden elkaar op, en zo rond het derde uur snapte ik dat enkele mensen (hoeveel?) het artikel geheel of gedeeltelijk gelezen hadden.
Sommige medeleerlingen begonnen me aan te kijken.
Ik deed of m’n neus bloedde.
Kom maar op jongens!
Vraag maar!
Na les 3 hadden we een korte pauze, en ik keek of ik Sven ergens zag.
Nope.
Patrick, een jonger broertje van Djingo kwam nieuwsgierig op me af.
‘Hoi, Daniel.’
‘Dag Pat, what’s up, doc?’
Hij grinnikte.
‘Leuke film he?’
‘Sorry, heb hem niet gezien, maar eh… ik neem aan, dat je in deze ochtendpauze niet mijn filmkennis wilt testen….?’
De lach verdween van z’n gezicht.
‘Ik heb je artikel gelezen…..’
‘Juist ja, hoop dat je mijn stijl kon waarderen…’
‘Is het…. Ik bedoel…..is het….eh, ja… klopt het wat er staat?’
Het was eruit!
Ik keek hem koeltjes aan.
‘Over dit soort zaken maak ik nooit grapjes, Patrick! Het is heel serieus.’
Hij dacht na.
‘Weten de….Anderen het?’
Hij bedoelde ongetwijfeld mijn vrienden van de jazzband, maar sprak in hoofdletters, alsof hij het had over buitenaardse wezens.
Ik schudde van nee.
Aarzeling.
‘Nou…….. ik… eh… ik vind het knap van je! En ook moedig!’
Hij rende weg.
Welaan!
De eerste reactie was binnen!
We moesten weer naar binnen.
Het vierde lesuur was tekenen en zoals te doen gebruikelijk tamelijk rumoerig.
Maar vandaag natuurlijk zo mogelijk nog rumoeriger dan anders….
Door de klas heen en weer lopen mocht niet, want anders zou ik zonder mankeren zeker bezoek hebben gehad van deze en gene met de Prangende Vraag of het artikel op waarheid berust, of dat het een farce was.
Ik begon zenuwachtig te worden.
Sven deed zoals hij de laatste week deed, niet abnormaal.
Hij negeerde me min of meer en het was duidelijk dat hij het artikel nog niet gelezen had. Het stoorde me wel dat bepaalde klasgenoten hem steeds meer met onverholen nieuwsgierigheid begonnen aan te kijken, benieuwd natuurlijk wat zijn reactie was op Het Artikel…
Nou, dat zouden we dan snel in de gaten krijgen! Na het volgende uur was er de grote pauze en dan zou de bom wel barsten……
De bel ging.
We moesten nu naar scheikunde, het laatste uur voor de middagpauze.
Sven – anders zo bedaard – was als eerste de klas uit, en ik zag hem richting WC benen.
Ik schonk er verder geen aandacht aan.
Natuurlijk kreeg ik bij de lokaalwissel enkele vragen voor m’n kiezen, maar deze wimpelde ik af.
‘Straks, niet nu, te weinig tijd.’
De les begon, maar pas na een paar minuten realiseerde ik me dat Sven er niet was.
Nou ja, hij was op het toilet, en dat duurde misschien wat langer dan gepland…
Vijf minuten later: nog steeds geen Sven! Ik draaide me om naar Peter die bij iedere les vlak achter me zit.
‘Waar is Sven?’ siste ik.
Peter haalde z’n schouders op.
‘Is hij niet goed geworden, of zo??’ fluisterde ik.
‘MIJNHEER TER HORST!!!! Wilt u alstublieft bij de les blijven?? Dank u zeer.’
De klas lachte.
Ik moest opletten, scheikunde was nu niet bepaald mijn beste vak, en Cramer had er slag van om je bij de les te houden….
Maar ik was wel ongerust.
Cramer had zich weer omgedraaid naar het bord en schreef verder.
Ik draaide me op mijn beurt om naar Peter.
‘En??’
Weer dat schouderophalen.
Verdorie!
‘Weet je dan niets, Pe? Hij blijft toch niet zómaar weg tijdens een les?’
‘Misschien moet je buiten….’
Maar verder kwam het niet, want Cramer had er blijkbaar nu genoeg van. Hij hield een kort preekje over niet opletten tijdens de les en over mijn zwakke resultaten bij zijn vak. Kort en goed: ik werd eruit gezet.
Ik vond het allang goed. Ik pakte m’n tas en rende het lokaal uit, nagestaard door zo’n 28 paar ogen.
Hoofdstuk 32
(Daniel)
Ik zag Sven nergens, noch in de buurt van het lokaal, noch bij de herentoiletten.
Ik dacht na.
Peter had het over “buiten”.
Langzaam liep ik de deur uit en dacht na, heel goed na.
Ik begon een donkerbruin vermoeden te krijgen waarom Sven verdwenen was.
Enkele klasgenoten hadden blijkbaar mijn stukje gelezen, waarom zou Sven er dan niet eentje van kunnen zijn?
En als dat zo was….
Mijn God!
Natuurlijk had ik van te voren de impact van dit alles proberen te overzien, maar stom genoeg was ik tussen de bedrijven door wel een klein beetje het ‘incident’ op de tennisbaan vergeten … Dát maakte alles wel even anders!
Stommerik die ik ben! Waarom begin ik er nú pas aan te denken????
Lul de behanger die je bent!
Klootzak!
Ik was woedend op me zelf. Die avond – in de tennishal – had ik Sven door mijn aarzelende en afwijzende houding kwaad weten te krijgen, nu zou hij zonder meer rázend zijn!!
Ik moest dit rechttrekken, koste wat kost.
Het Project kon wat mij betreft naar de kloten lopen, als ik Sven maar niet zou verliezen.
Ik begon sneller te lopen, en wist precies waarheen.
Ik rende tot voorbij het fietsenhok en stopte toen.
Ik bad tot God in de Hemel dat Sven zou zijn op de plaats waar ik vermoedde dat hij zou zijn…..
Ik zag daar, bij de boom, een miezerig hoopje mens zitten.
Sven zat met z’n rug tegen de boom, ergens naast hem lagen wat blaadjes (kutartikel!!!), en hijzelf had z’n hoofd in z’n handen en was aan het huilen.
Mijn hart bloedde.
Wat ik ook met m’n artikel had willen bereiken, DAT zeker niet!!!!
Langzaam liep ik naar hem toe.
Na enige aarzeling legde ik m’n hand op z’n schouder en zei zacht z’n naam.
Hij reageerde!
Maar niet zoals ik verwachtte!
Hij sprong min of meer overeind en maakte aanstalten om weg te rennen.
Goede God, niet zo!
‘Alsjeblieft Sven’, smeekte ik, ‘loop niet weg, práát met me…..’
Hij lachte, maar het was bepaald geen vrolijke lach……
‘Praten?’
‘Ja Sven, praten…..’
Sven begon tegen me te schreeuwen en was dus écht heel erg boos. Ik schrok me het apezuur.
Sven begon toen een hele preek af te steken, zeg maar gerust een echte tirade. Hij was razend.
Ik probeerde er tussen te komen, maar dat maakte hem zo mogelijk nóg kwader.
Het huilen stond me nader dan het lachen.
Toen hij me uiteindelijk begon te verwijten dat ik nu niet bepaald als vriend had gehandeld, en door mijn artikel 10 jaar vriendschap min of meer op de schroothoop had gegooid, kwamen bij mij de tranen vanzelf.
Ik had mezelf veel te verwijten.
Dat Sven het inmiddels alweer op een huilen had gezet maakte het alleen nog maar erger…
Ik probeerde, toen ik er eindelijk tussenkwam, tenminste nog iets goed te maken, en bood m’n excuses aan.
Ook dát viel dus bepaald verkeerd.
Kwaad, en ook anderszins erg geëmotioneerd rende Sven weg en sprong op z’n fiets.
Ik bleef totaal ontredderd achter.
Ik ging op de grond zitten en keek met afschuw naar het schoolblad wat daar nog steeds op de grond lag.
Ik wilde dus zo graag weten, wat de repercussies zijn op een Middelbare School op een coming out verhaal?
Ha ha, repercussies te over!
Ik voelde me dof en leeg van binnen, ik kon zelfs niet meer huilen.
Ik bleef in elkaar gedoken tegen de boom zitten en luisterde naar m’n bonzende hart en de vogeltjes om me heen. “Zij maaien niet, zij zaaien niet…”
Ik bleef als in een trance zitten, en wenste vuriger dan ooit dat ik nu door een vrachtwagen verpletterd zou worden….
Er kwam iemand naast me zitten.
Ik bleef stil zitten en keek niet op of om.
Iemand gaf me een zoen op mijn wang
Langzaam draaide ik mijn hoofd.
‘Annika!’
‘Ja, lieverd. Wat is er gebeurd?’
Ik keek haar met doffe blik aan, dacht even na, en begon natuurlijk weer te huilen….
Die lieverd van een Annika hield me stevig vast en knuffelde me. Ik voelde me daardoor niet écht getroost, maar het radeloze en doffe gevoel begon wel weg te ebben. Ik deed m’n mond open.
‘Ik heb net een vreselijke ruzie met Sven achter de rug. Onze vriendschap is uit, dat is wel duidelijk. Hij heeft dus mijn artikel gelezen – jij ook neem ik aan?’
Ze knikte.
‘Nou, hij vindt het bepaald niet leuk dat ik mijn privéleven in de schoolkrant gebracht heb, zonder er met hem over te praten. Sven ziet alles als één groot verraad aan onze vriendschap….. Ik heb daarnet geprobeerd om er met hem over te praten, maar dat is dus niet gelukt; hij is boos weggelopen, na onze vriendschap voor beëindigd verklaard te hebben…’
‘Ik kan me zijn gevoelens wel een beetje voorstellen….’
‘Je hebt hélemaal gelijk! Ik ben dom geweest, en ondoordacht….. en nu is het over en uit…..’
‘Onzin! Jullie twee kennende komt alles beslist goed! Geloof me! Maar lieve en onzekere Daantje van me, wil je wel voortaan je vrienden en vriendinnen in ere houden?! Wij houden van je, en belangrijker nog: wij houden van je zoals je bent!’
Ze gaf me wederom een dikke zoen.
‘Och lieverd toch, wat zul jij het de afgelopen tijd moeilijk gehad hebben!! Het moet echt een worsteling geweest zijn. Had ons maar in vertrouwen genomen! Wij hadden je kunnen bijstaan, en je morele support kunnen geven.’
Ik voelde me een beetje gegeneerd, om adhesiebetuigingen te krijgen voor iets waar ik geen last van had…….. De pijn in m’n binnenste en de knoop in m’n maag waren echt, maar dit had te maken met Sven. Ik hoopte dat Annika het bij het rechte eind had en Sven en ik ooit, uiteindelijk weer tot elkaar konden komen, als vrienden…..
Het Project had me de eerste uren een hele belangrijke les geleerd: hou je vrienden in ere en vooral: sluit ze niet buiten en laat ze delen in je zorgen en je verdriet….
Ondanks alle ellende was ik meer dan ooit vastbesloten hiermee door te gaan!
‘Dank je lieve Annika, God weet dat ik momenteel ieder hulp zal kunnen gebruiken. En heel erg sorry dat ik jullie niet in vertrouwen heb genomen! Jullie zijn m’n beste vrienden.’
‘Dat zijn we zeker! En als goede vrienden kunnen we jou uit de eerste hand al een goede tip geven: bereid je voor acties van de kant van de directie!’
‘He?’
‘Kun je niet zeggen he, wat moet je! Maar goed, luister: Djingo en Aimée waren toevallig in de docentenkamer en hebben bij toeval een klein stukje conversatie kunnen afluisteren tussen de Rector en onze conrector!’
‘Vertel!’
‘Nou, maak je borst maar nat! Onze vrienden hebben dus gehoord dat de rector behóorlijk pissig is, sowieso al vanwege het feit dat jouw stuk in het schoolblad terecht is gekomen! En dan is hij vanzelfsprekend niet bepaald in z’n nopjes met de inhoud, dat kun je wel denken. Ze zijn beslist iets van plan, die twee!’
Ik vertelde Annika maar niet dat ik van te voren zoiets al voorzien had en dienaangaande mijn maatregelen al genomen had.
Ik reageerde zogenaamd geschrokken.
‘Dat komt er dan ook nog eens bij! Ik zal me maar eens heel goed moeten gaan beraden wat ik binnenkort tegen dat stel ter verdediging zal moeten aanvoeren. Wat denkt u, juffrouw Street?’
Annika begon te lachen.
‘Nou mijnheer Mason, u als meest beroemde strafpleiter van Californie weet toch als geen ander dat de beste verdediging de aanval is. Ik zou de heren in de tang nemen bij het kruisverhoor en de zaak is gewonnen!’
We lachten allebei nu.
‘En nu’ kwekte Annika vrolijk, terwijl ze me bij een arm nam en me meetroonde naar het fietsenhok, ‘nu neem ik je mee naar de ijssalon op de Vennixstraat, en vervolgens trakteer ik je op het grootste ijsje dat ze op de kaart hebben staan!’
‘I rest my case, your honour.’
En voor de laatste bel hadden we het schoolplein verlaten, zodat mij voor die dag verdere confrontaties bespaard bleven.
Ik had wel genoeg gehad voor deze dag……..