Al een poosje kende ik Roel, niet van uit mijn werk maar van een therapie burnout. We zijn na de therapie contact blijven houden en zijn zo vrienden geworden. Regelmatig komen we bij elkaar over de vloer. Ook met onze vrouwen klikt het goed. Na dat ik bijna een jaar thuis kwam te zitten door een burnout besloot ik te stoppen met werken en het rustiger aan te gaan doen.
Financieel was het geen probleem zodat ik me daar geen zorgen over hoefde te maken. De kinderen wonen in een eigen huis, ook daarvoor geen zorgen. Met Roel hadden we er al eens over gehad dat het onderbrengen van probleem jongeren bij gastouders erg moeilijk was, terwijl de kans van slagen juist heel groot is.
Het gaat meestal over een korte periode zodat ouders en kind tot rust kunnen komen. Later hebben wij er over gepraat en zagen het wel zitten om dit te gaan doen. Een week later hebben we met Roel afgesproken dat wij beschikbaar zijn als gastouders.
Na ongeveer zes weken belt Roel of we zeker weten dat we het willen doen?
‘Roel, je kent ons nu toch wel dat als we iets zeggen dan doen we het ook. Ga door Roel, we staan er voor’.
Het gaat om een jongen van 16 jaar, komt uit een gezin van 12 kinderen, is weggelopen en heeft een paar weken op straat gezworven, van uitputting in het ziekenhuis opgenomen. De verhouding met de vader is zeer slecht, ook met de broers en zusjes gaat het niet. Heeft geen drugs of alcoholproblemen en is behoorlijk intelligent. Naar huis is op dit moment geen optie, Robin, de maatschappelijk werker probeert een opening te vinden maar zal gezien de houding van de vader erg lastig worden.
De jongen is stil en erg in zich zelf gekeerd en wil er niets over loslaten. Volgens mij en Robin zijn de problemen veel groter dan hij wilt vertellen en is er het ernstig vermoeden dat hij thuis mishandeld is. We hopen dat hij bij jullie zichzelf kan worden en meer wil vertellen wat er gebeurd is.
We spreken af dat Robin hem donderdagmiddag komt brengen en verder afspreken wat van ons verwacht wordt.
Donderdag is het zover, ik moet tijdelijk naar een gastgezin. Robin heeft gezegd dat het is om tot rust te komen, het heel aardige mensen zijn en dat ik daar alleen zou zijn zonder andere kinderen. Daar vandaan kon ik weer naar mijn school in Rotterdam. Daar zag ik wel tegenop want daar zitten er meer van de kerk, die zouden vragen gaan stellen.
Om elf uur was Robin er, ik had mijn rugzakje met mijn kleren ingepakt en keek verdrietig naar het kleine kamertje dat ik voor me zelf had gehad en nu weer kwijt was. Robin zag het en zei,
‘jongen het komt allemaal goed, jij komt er wel’.
Ik stapte bij Robin in de auto en zag een oude fiets van thuis achter in, het was niet mijn fiets. Robin zei dat dat de enige fiets was die over was en het daar maar mee moest doen. Ook stond er een doos met wat school boeken erin.
Toen ik dit zag begon ik te huilen, ik wist dat het erg was maar zo erg! Robin reed weg en een half uurtje later stopte we voor een groot huis. Zo we zijn er, de deur ging open en een man en een vrouw kwamen naar buiten. Robin stelde me voor en gingen naar binnen.
De vrouw vroeg wat we wilden drinken en wees ons naar de zithoek. Robin vertelde wanneer ik weer naar school moest, hoe laat de bussen reden en een abonnement had geregeld. Hij vertelde mij lachend dat ik me aan de regels van het huis moest aanpassen en regelmaat moest hebben. Na nog een poosje met de gastouders te hebben gepraat ging Robin weg.
Het is wel spannend om voor de eerste keer een jongere met problemen in huis te krijgen. Roel had gezegd dat hij goed had gekeken of we een beetje bij elkaar zouden passen en had er alle vertrouwen in dat het goed zou gaan.
Donderdagmorgen was het zover. De jongen zou door Robin worden gebracht. Om half twaalf waren ze er. Robin stelde de jongen voor als Yorick. Toen ik de jongen zag kon ik me niet voorstellen dat hij thuis niet te houden was en voor zoveel problemen zorgde.
Ik zag een verlegen jongen, klein voor zijn leeftijd, een brilletje, leuk om te zien. Na wat met elkaar gepraat en gedronken te hebben ging Robin weg. Er viel een stilte, Yorick zat verlegen te kijken en wist niets te zeggen.
‘Yorick, heeft Robin je verteld wat er bij ons van je verwacht wordt?’
‘Hij heeft verteld dat ik me moet aanpassen aan de regels van het huis, en als ik het niet weet het moet vragen’.
Ok, ik zal je de regels vertellen. Je hoeft niet zo verschrikt te kijken, zoveel zijn het er niet. We eten altijd met elkaar, dat vinden wij belangrijk. Als je weg gaat willen we weten waar je naar toe gaat, als je thuis komt ook. Je moet je eigen spullen opruimen, dus ook je kamer.
‘Verder hopen we dat je het naar je zin zult hebben, en dat je je op je gemak gaat voelen. En als je wilt praten zijn we er voor je. Als je hier mee kunt leven zullen we met elkaar een fijne tijd hebben’.
‘Noem ons maar bij de voornaam dan voelen we ons niet zo oud!’
Zo zullen we nu je kamer laten zien, en laten we je meteen ook de rest van het huis zien.
Het valt gelukkig mee, ze zijn heel aardig. Nou die regels kan ik het wel volhouden ben allang bij dat ik thuis weg ben.
Het is een groot huis, eerst beneden de keuken, bijkeuken, garage, de slaapkamer met badkamer van Henk en Marjon.
Boven de werkkamer van Henk en een kamer voor Marjon, en een logeerkamer die voor mij is. Een gigantisch grote kamer net als de rest van het huis.
Er staat een groot tweepersoons bed een tafel met een TV, twee grote stoelen en nog is er ruimte genoeg. Ook is er een eigen badkamer, met er naast een inloop kast. Henk zegt dat we zaterdag nog wat spullen gaan kopen zoals een buro, stereo, computer met printer (want die zal ik voor school wel nodig hebben dacht hij). Een internet aansluiting was er al.
Verder nog wat spulletjes om het mijn kamer te maken. Dit werd me te veel een begon te huilen, nog nooit had iemand dit voor mij gedaan. Majon pakte me vast en knuffelde me en zei:
‘Wen er maar aan want wij willen dat je het goed bij ons hebt’.
Marjon vroeg zullen wij helpen je spullen op te ruimen of wil je dat alleen doen? Ik wilde het alleen doen want ik schaamde me voor wat ik had. Als ik iets nodig had moest ik het zelf pakken en hoefde dat niet steeds te vragen.
Na dat ik mijn kleren in de kast gelegd had ben ik wat te drinken gaan halen en ben weer naar mijn kamer gegaan. Ik was moe een ben op bed gaan liggen en in slaap gevallen.
‘Marjon, heb je gezien wat hij aan kleren heeft?’
‘Als we morgen boodschappen doen zullen we daarna niet met hem kleren gaan kopen?’
‘Lijkt me een goed plan, dan kijk ik zaterdag ook voor een fiets want die hij nu heeft daar komt hij niet ver mee’.
‘We kunnen maar beter nog niet zeggen wat we van plan zijn dat hij ziet het vanzelf’.
Het was inmiddels half 7 en nog was Yorick op zijn kamer.
‘Marjon ik zal hem roepen voor het eten, of hij durft niet of hij is in slaap gevallen’.
Zachtjes klopte ik op zijn kamer deur, ik hoorde niets en klopte maar wat harder, geen reactie. Ik opende de deur en riep zijn naam, toen ik naar binnen ging zag ik dat hij lag te slapen. Zachtjes schudde ik aan zijn schouder om hem wakker te maken. Versuft keek hij me aan,
‘het eten is klaar kom je?’
Langzaam werd hij wakker, neem even een douche dan fris je op. Wij wachten wel even. Tien minuten later was hij beneden en zag er wat beter uit. Kom we gaan eten, ik hoop dat je het lust.
‘Thuis moesten we alles eten of je het lusten of niet want dan had je geen eten’.
Hier mag je zeggen als je het echt niet lust, dan houden we er rekening mee. Ga je gang want voor je opscheppen doen we niet, als je meer wil dan pakje het. Na het eten wilde hij weer naar boven gaan, dus zeg ik,
‘Yorick je hoeft niet alleen boven te zitten wij vinden het niet erg als je hier blijft en televisie kijkt of wat anders doet. Je mag een boek pakken, er ligt een leesmap, of gewoon een beetje hangen op de bank. Dit is voorlopig jou huis en hier moet je je thuis voelen’.
Hoe lang ik geslapen heb weet ik niet, maar Henk moest me wakker maken voor het eten. Eerst wist ik niet eens waar ik was en dat ik het droomde dat ik in een groot mooi huis woonde, maar toen ik rond keek zag ik dat het geen droom was. Henk zei dat ik maar even moest gaan douchen om wakker te worden. Snel heb ik het gedaan en ben naar beneden gegaan waar de tafel al gedekt was, het rook lekker in de keuken, ik had toch wel honger.
Henk vroeg of er dingen zijn die ik niet lust dan kunnen ze er rekening mee houden. Thuis moesten we alles eten daar werd niet naar gekeken. Het eten was lekker. Na het opruimen wilde ik weer naar boven gaan maar dat hoefde niet. Ik mocht ook beneden bij hun TV kijken of wat lezen. Om 10 uur wilde ik wel naar bed en vroeg of het mocht.
‘Natuurlijk jongen ga lekker slapen, welterusten’.
De volgende morgen was ik al vroeg wakker, beneden hoorde ik nog niets. Ben maar wat gaan lezen op bed, na een poosje hoorde ik een deur beneden. Ik heb me snel aangekleed en naar beneden gegaan. Henk en Marjon zag ik niet, wel kwam er een hondje naar me toe dat ik nog niet gezien had. De hond van Henk en Marjon was het niet. Toen ik in de keuken kwam was een jongen brood aan het smeren. Hij zei:
‘hallo ik ben Marcel en jij moet Yorick zijn’.
‘Ben jij de zoon van Henk en Marjon?’
‘Ja, ik kom Dora brengen want ik werk overdag dan is hij niet de hele dag alleen in mijn appartement. Vanavond kom ik hem weer halen’.
‘Als je ook wat wil moet je het pakken, want mijn vader en moeder zijn vrijdags niet zo vroeg op’.
Even later ging hij weer weg. Net toen ik een boterham wilde smeren kwam Henk de keuken in.
‘Goedenmorgen Yorick, lekker geslapen? Lust je ook warme broodjes?’
‘Ja lekker’.
Na een kwartiertje konden we eten en dat was gezellig. Henk ging douchen en met Marjon ruimde de ik de tafel af en zette alles in de vaatwasser. Toen ook Marjon klaar was vroeg ze of ik mee ging boodschappen doen?
Wordt vervolgd.