Aangenaam verrast door Robert 24

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Bingo
Berichten: 216
Lid geworden op: ma 22 dec 2008, 23:32

Aangenaam verrast door Robert 24

Bericht door Bingo » za 10 okt 2009, 21:45

Aangenaam verrast door Robert deel 24


Pedro en ik liepen het water uit, en gingen naar de handdoeken van ons. Onderweg daarheen vertelde hij, hoe hij voor twee jaar terug ( hij was toen dertien ) met de politie in aanraking was gekomen.
Hij wilde niet verder gaan in details, hij zei wel dat het echt vernederend was geweest.
‘Maar niet alle politieagenten waren zo, er waren er ook die onderdak voor je zochten’. ‘Of je zelfs trakteerde op eten ( oké, meestal was dat uit de muur ) maar toch je had als zwerf kind iets warms binnen’, vertelde hij.
Ondertussen waren we bij onze handdoeken aan gekomen, Pedro moest lachen. Robert en ik hadden wel onze handdoeken uit gespreid, maar lagen er naast.
Pedro greep me vast en begon met mij te stoeien. En we rolden heerlijk door het warme zand. We zagen er op een gegeven moment uit als gepaneerde kroketten, dus liepen we naar het water.
Bij iedere stap die we deden, voelden we het zand tussen onze billen schuren.
Ofschoon het eigenlijk wel lekker aanvoelde, waren we blij toen we ons konden afspoelen.
Het water was nog heerlijk warm, we spoelde elkaar af. Niet dat we dat zelf niet konden, maar het was gewoon een fijner gevoel.
Toen Pedro met zijn handen over mijn rug en billen wreef, dacht ik dat ik door de grond zakte.
Dat werd nog erger, mijn voorkant moest ook nog zuiver worden gemaakt.
Zijn handen waren dan wel zacht, maar door al dat zand genoot ik extra. Hij stond achter me, ik voelde zijn recht omhoog staande pik tussen mijn billen drukken.
Het was een zodanig heerlijk gevoel, hoe mijn tepels quasi werden geschuurd.
Nog lekkerder werd het toen, hij mijn weer stijf geworden paal onderhanden nam.
Met een hand nam hij mijn zak vast, en liet mijn ballen door zijn zanderige hand rollen.
De andere hand trok mijn voorhuid naar achteren, hij draaide schurend over mijn eikel.
Het was heerlijk maar toch dacht ik “ga alsjeblief niet te lang door, anders kom ik nog eens”.
Ik weet dat ik zo snel achter elkaar niet kan ik spuiten, daar zou ik me voor schamen.
Gelukkig had Ron op zijn horloge gekeken, hij floot op zijn vingers, dat we moesten komen.
Geschrokken keken we naar hem, hij wees op zijn horloge en wenkte ons.
Helaas voor Pedro, maar die had pech, hij gooide zich in het water en kwam schoon boven.
Met een zoen op zijn mond, bood ik hem mijn excuus aan.
Hij lachte en legde zijn arm over mijn schouders, we liepen snel terug naar onze plaats.
Wij pakten snel onze spullen en kleedden ons aan, Robert en Ron waren al gekleed.
Robert vroeg ineens, ‘waar is Willem eigenlijk afgebleven?’
Ron knikte en zei, ‘die kent mijn fluitje ook al, daar achter komt hij aan gehold’.
‘Volgens mij moeten we Willem en Pieter goed in de gaten houden’, zei Robert.
Verbaasd keek ik hem aan en vroeg, ‘hoe bedoel je dat?’
‘Nou volgens mij lusten ze er ook wel pap van’, zei hij lachend en wreef Pieter door zijn haar.
Aan Pieter zijn gekleurd hoofd konden we zien, dat Robert wel eens gelijk kon hebben. Toen Willem klaar was met zich aan te kleden, liepen we naar de plek waar Pedro zijn vader ons zou oppikken.
We moesten nog eventjes wachten, maar na een kwartiertje kwam de wagen aanrijden.
Hij begroette ons en vroeg, ‘hebben jullie ook genoten, van het zwemmen?’
Natuurlijk moesten we dit bevestigen, Willem liet blijken dat hij ook nog van ander dingen had genoten.
Hij zei meteen daar bovenop, ‘ik heb nog nooit zulke mooie vlinders en vissen gezien’.
De vader van Pedro lachte en zei, ‘ja jongen, voor zulk een mooie natuur moet je extra van Nederland naar hier komen’.
Hij vroeg, ‘blijven jullie nog langer in Como?’
Maar voordat iemand iets kon zeggen zei Pedro, ‘jammer genoeg niet, ze zijn helaas alleen op de door reis’.
Wij keken hem alle verwonderd aan, en zagen nog net hoe hij Pieter een luchtkusje gaf.
Pedro zijn vader had niets in de gaten, die moest natuurlijk op het verkeer letten.
Hij zei, ‘dat is inderdaad jammer, anders zou Pedro jullie nog wel meer mooie plekjes laten zien’.
Pedro zei, ‘dat hij dit zeker had willen doen, maar de mooiste plekjes hadden ze nu al gezien’.
Ja, lachte zijn vader, ‘ik weet dat je een waterrat bent, voor jou is er niets mooier dan de zee’.
We werden netjes voor het hotel er uitgelaten, we bedankten hem en zeiden, ‘hopelijk tot een volgende keer’.
Pedro hield even de hand vast van Pieter, en wreef met de andere hand een traantje weg.
Pieter verging het niet veel anders, ze hadden nog wel hun e- mail adres uitgewisseld.
Met de woorden ooit kom ik jou bezoeken, nam hij afscheid van Pedro.
We bleven zwaaien tot de wagen om de hoek was, daarna gingen we pas naar binnen.
Ergens liepen er bij ons allen een traantje over de wangen, het was ook erg gezellig geweest.
We liepen met Willem en Pieter mee, naar hun kamer en die van onze ouders.
Nadat we hadden aangeklopt, deed oom Harry open en liet ons binnen.
Het eerste wat Tante Els vroeg was, ‘en jongens, hoe was het op het strand?’
Willem zei, ‘het was erg gezellig, maar het was eigenlijk geen zee’.
Nee, dat kon ook niet zei Willem zijn vader, ‘daar zijn we nog te ver van weg’.
‘Maar de Duitsers zeggen tegen een meert(je) zee, ze spreken over een baggerzee in plaats van baggermeer of (gat)’.
Robert en ik namen afscheid van hun, en wensten hen een goedenacht.
Voordat we de deur uitliepen vroeg Robert, ‘hoe laat ontbijten we eigenlijk, en komen jullie ons ophalen?’
Tante Els zei, ‘rond acht uur komen we jullie wel halen, of anders de twee jongens’.
Lachend zei Robert, ‘hé jongens, denk er aan wel met de handjes boven de lakens slapen’.
Nadat hij nog snel welterusten had geroepen, trok hij snel de deur achter zich dicht.
Pieter en Willem namen namelijk al de aanval houding in.
Toen we weg waren trokken de jongens hun kleren uit, en verdwenen de badkamer in.
Na het douchen keken ze nog even naar de TV, maar ze waren er eigenlijk veel te moe voor.
Na een half uurtje vertrokken ze naar hun bed, ze gaven Willem zijn ouders een nachtzoen en weg waren ze.
Oom Harry zei nog jullie weten nog wat Robert zei, ‘denk eraan jongens, handjes boven de lakens hoor’.
Willem keek zijn vader lachend aan. Onderweg naar hun bed kwamen ze langs een stoel’.
Daar lag een kussen in. Hij greep die en smeet deze naar zijn vader.
Lachend bukte hij en zei, ‘wacht maar ik pak jou wel terug, als we op Corsica zijn’. Toen we onze kamer hadden bereikt en de deur hadden geopend, lieten we ons op het bed vallen.
Ik vroeg, ‘ben jij ook zo moe, die paar uurtjes strand hebben me toch wel aangegrepen?’
‘Ja, ik val om van de slaap, eerst het liefdesspel van vanmiddag, en toen nog de voortzetting op het strand’, zei hij.
‘Ik zou zo zeggen, nog even samen afdouchen en dan braaf gaan slapen’.
Ik zei, ‘het lijkt wel of je gedachten kunt lezen, ha, ha, ha’.
‘Trouwens al zou ik het willen, ik ben bang dat ik hem zelfs niet meer overeind zou krijgen’.
‘We zullen zien of je gelijk hebt’, en Robert trok zijn kleren uit.
Ik volgden zijn voorbeeld, en zag toen ik bloot was dat mijn jongeheer al lekker aan het slapen was.
Tijdens het douchen lukte het Robert toch, mijn knaapje werd weer wakker.
Robert zei lachend, ‘zie je nu, mijn handen krijgen alles voor elkaar’.
‘Zelfs slapende honden maken ze wakker, of in dit geval slapende knaapjes’.
Ik gaf hem een zetje, stapte uit de douche en droogde me af.
Toen ik de slaapkamer binnen liep, liet ik me dwars over het bed vallen.
Met een glimlach op mijn mond, lag ik te wachten tot ook hij klaar was.
Toen hij eindelijk kwam, schoot ik echt in de lach.
Hij had een handdoek om zijn haren geslagen, en kleine Robert was niet meer zo klein.
Robert zijn paal stond recht naar voren te wijzen.
Ik zei, ‘waar zijn jouw goede voornemens nu gebleven, jij wilde toch ook braaf gaan slapen.
‘Dat kan toch ook, ze bijten niet dus mogen we ze toch wel in slaap aaien’, zei hij.
‘Maar als jij zo blijft liggen’, vraag ik me af waar ik moet slapen?
Ik stak mijn arme naar hem uit en zei, ‘of je slaap in mijn armen of op de grond’.
Hij ging op me liggen en zei, ‘met zo weinig keuze blijf er maar één ding over’.
We gingen nu gewoon op bed liggen, en voordat we in slaap vielen gaven we elkaar een innige tongzoen.
Even later vielen we doodvermoeid in slaap, we lagen in de ons zo bekende lepeltjeshouding. Robert zijn stijve pik zat vast tussen mijn benen geklemd, terwijl zijn arm om me heen lag.
De volgende morgen rond kwart over acht, klopte de jongens op onze deur.
Robert viel ineens in dat hij de deur was vergeten af te sluiten en riep: binnen.
Willem en Pieter voelden aan de deurklink en maakte de deur open.
Robert en ik lagen op onze buik, om onze ochtenderectie te verbergen.
Nog voordat Pieter en Willem goedemorgen wensten, zei Willem, ‘dat is ook lichtzinnig, iedereen kan zomaar naar binnen komen’.
‘Nou en? Er valt hier toch niets te halen buiten onze onschuld dan’, zei Robert.
‘En of dat niet genoeg is, opperde hij’.
‘Ja, je hebt gelijk Willem, maar we waren gisteren gewoon doodmoe en zijn vergeten om de deur goed af te sluiten’, zei Robert.
‘Zeg alsjeblief niets tegen pa en ma, anders krijg ik dit het volgend jaar nog ettelijke keren te horen’.
Willem zei, ‘ ik zeg niets, als je er maar de volgende keer aan denkt’.
‘Waarom liggen jullie zo braaf op je buik, heeft dat een speciale reden? Vroeg Pieter.
Als op commando draaide we ons tegelijk op onze rug.
Onze half stijve pikken kwam tevoorschijn, de erectie had ondertussen afgenomen.
Willem zei, ‘o, jullie hadden dus last van een odol’.
Robert vroeg verbaasd, ‘odol, wat bedoel jij daar nu weer mee?’
‘Odol betekent; Ontzettende Dikke Ochtend Leuter of een ochtenderectie’, zei Willem.
We schoten natuurlijk gelijk in de lach, onze dag kon niet meer stuk.
Jullie weten toch “een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd”
Langzaam kwamen we overeind, en gingen op het randje van het bed zitten.
Pieter en Willem bleven gewoon staan.
Robert zei, ‘jongens, als jullie het niet erg vinden dan gaan wij ons douchen’.
‘Dus neem even plaats op ons mooi balkon, leg gerust jullie voeten op het tafeltje dat vinden we echt niet erg hoor’, zei Robert lachend.
‘Maar laat ons in godsnaam even met rust, zodat we kunnen gaan douchen’.
‘Maar wel opschieten hoor, wij hebben allemaal al trek in een heerlijk ontbijt’ opperde Willem.
‘We zullen ons best doen, maar toveren kunnen we niet’.
Robert en ik gingen de badkamer in, daar kusten we ons eerst even wakker.
Daarna douchten we ons extra snel, en binnen een half uur stonden we ons al aan te kleedden.
Pieter zei lachend, ‘dat hebben jullie snel gedaan, zeker ook al trek gekregen?’
Onze spullen lieten we nog op de kamer staan, en gezamenlijk gingen we naar de eetzaal.
Toen we de zaal binnenkwamen, zagen we hun ouders al vrij snel zitten.
Robert zijn moeder zei, ‘ zo, dat hebben Pieter en Willem goed gedaan, wij hadden nooit gedacht dat jullie zo snel konden zijn’.
‘En zeker niet s ‘morgens’, zei zijn vader er achteraan.
Pieter zei, ‘ dat we een mooie kamer met een fraai uitzicht vanaf het balkon hadden’.
‘Na het ontbijt komen we even kijken, maar nu wordt er eerst gegeten’, zei tante Els.
We stonden op en liepen naar het ontbijtbuffet, ieder nam wat hij wilde.
Bij de koffieautomaat keken we de ouders vragend aan.
‘Ja, ja vandaag mogen jullie ook koffie nemen, maar het wordt geen gewoonte hoor’, zei oom Harry.
‘Op Corsica, blijft het bij melk of thee’.
Als een koning zo rijk, pakten we allemaal koffie.
We liepen terug naar onze tafel, en begonnen aan het ontbijt.
Willem nam als eerste een slok koffie, en trok gelijk een vies gezicht.
‘Dat hebben wij weer, mogen we eindelijk eens koffie nemen bij het ontbijt, smaakt die niet’.
Zijn ouders schoten in de lach, het scheelde niet veel of ze hadden de koffie uitgespuugd.
Ik nam ook voorzichtig een slokje koffie, ik zei, ‘dat valt toch best mee, ik heb wel eens ergere gehad’.
‘Dan moet je de koffie op Corsica eens proeven, dan merk je het verschil wel’, zei Willem.
‘Als jullie braaf zijn, mogen jullie misschien wel een kopje proberen’, zei tante Els.
Na een uurtje waren we klaar met het ontbijt, en gingen we met zijn alle naar Robert en mijn kamer.
We lieten alles zien, en vervolgens lieten we hun het uitzicht van ons balkon zien.
Ze moesten Willem gelijk geven, het was inderdaad een prachtig uitzicht.
Lachend zei Robert, ‘tja, ieder krijgt wat hem toe komt, niet waar’.
‘Pakken jullie nu maar jullie spullen, zodat we weg komen’, zei oom Harry.
We keken even rond, om te zien of we ook daadwerkelijk alles hadden ingepakt.
Daarna liepen we naar hun kamer om de spullen daar weg te halen.
Ik vroeg, ‘oom Harry wat denkt U, zouden we de deurkaart mee mogen nemen als souvenirtje?’
Daar stond een mooie foto van het hotel op, en hun adres met telefoonnummer.
‘Bij het uit checken vraag ik het wel even, dat zou inderdaad leuk zijn’.
Nadat we de wagen hadden ingeladen, liepen we terug om uit te checken.
Oom Harry betaalde maar zei niets over de deurkaartjes, daarop stootte ik hem aan.
Hij keek me verbaasd aan, en tegelijk sloeg hij zich tegen zijn voorhoofd.
Oom Harry spraak de man achter de balie aan, en vroeg of we de deurkaartjes konden meenemen.
De employé liep naar zijn chef, en even later kwam hij met de kaartjes in de hand terug.
Hij zei, ‘het is normaal niet gebruikelijk, maar bij wijze van uitzondering mag ik ze meegeven’.
Oom Harry bedankte zich, en legde nog eens vijf euro extra op de balie. ‘Met de woorden dit is voor de koffiekas, en nogmaals hartelijke dank dat U voor ons een uitzondering wilde maken.

Gesloten