Diep gaan (deel 4)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Amexic
Berichten: 142
Lid geworden op: wo 10 jun 2015, 20:14
Vul het getal in: 123
Locatie: Antwerpen

Diep gaan (deel 4)

Bericht door Amexic » za 04 mei 2019, 11:43

Diep gaan (deel 4)

We gaan op bezinningsweekend. Sommige weekends in de voorbije jaren waren vrijwillig. Sommige zijn voorzien in het lesprogramma zoals dit jaar. Geen enkel miste ik. We vertrekken op donderdag al. Ik ben katholiek met overtuiging. Dat motiveert.
De Bijbel is de bron. Ik put er wijsheid uit. Er staat niet wat er staat. Men probeert voor ons een pad uit te tekenen op school. Men poogt ons in een richting te duwen. Men probeert ons wijs te maken dat we elitair zijn en later de maatschappij in handen moeten nemen. Dat past in hun kraam. Ik lach er mee. De meesten van ons zullen later grijze muizen zijn. Ik behoor niet tot diegenen die de maatschappij vorm zullen geven. Als ik iets geleerd heb op school, dan is dat ik kritisch hoor te zijn. De bijbel is een mooi boek. Het is gemakkelijk om alles letterlijk te nemen. Dan hoef je zelf niet meer na te denken. Je moet je leven zelf maken naar eigen godsvrucht en vermogen.
Wil je naar de Bijbel leven, dan is dat niet vrijblijvend. Maar je mag zelf interpreteren en er naar proberen te leven.
We gaan naar de abdij van Postel. Iedereen krijgt een persoonlijke kamer. De abdij is voorzien op retraites.
Er wordt geen les gegeven. De nadruk ligt op interactie. Ontspanningsmomenten en groepsgesprekken wisselen elkaar af Eens de eerste schroom overwonnen, geraak ik op dreef. Ik ben bereid om me te smijten.
Vaak ben ik een stille in de klas maar filosoferen over wat ik belangrijk vind in het leven geeft me energie.
Alles wat jongens van onze leeftijd bezig houdt, komt aan bod. Dus ook relaties. Er zijn er maar twee in de klas die een lief hebben. Dat is Geert, en Rob natuurlijk. Die staat voor alles op de eerste rij. Rob heeft zich een tijdje geleden door een meisje laten afhalen op vrijdagavond. Ze stond gewoon aan de deur van de klas te wachten. Dat veroorzaakte grote opschudding op onze jongensschool. Rob is bij de prefect op het matje geroepen. Een strafbaar feit kan hem niet ten laste gelegd zijn. Het meisje heeft zich niet meer op school laten zien nadien.
Alle besproken onderwerpen zijn in een katholiek sausje gegoten. 'De hoeksteen van de maatschappij is het gezin vanuit het huwelijk.' Ik behoor niet tot de rebellen die alles in vraag stellen. Veel standpunten die men op school voorhoudt deel ik. Het gaat over trouwen of samenwonen. Eric gaat altijd in het verzet: 'Samen wonen is een groter bewijs van liefde voor elkaar dan huwen.' beweert hij.
'Als je elkaar trouw belooft, heb je geen ketting nodig die de ander aan je bindt. Trouwen is een vorm van egoïsme.' Dat laatste is nogal sterk.
'Het huwelijk is een manier om te bezegelen dat je mekaar zo graag ziet dat je in goede en kwade dagen je leven wil delen. Samen wonen gaat niet zo ver.' vind ik.
Er ontstaat daar een hele discussie. Dan springt het gesprek over op andere vormen van liefde. 'Liefde tussen twee mannen kan niet.' vind pater Mermans. 'Dat is geen liefde, dat is lust.'
'Twee jongens kunnen heel goede vrienden zijn. Als je daar nog een schepje bovenop doet dan heet dat liefde.' weer is het Eric die standpunt inneemt. De fout die de pater maakt is zijn waarheid letterlijk in de Bijbel zoeken. Hij komt met teksten uit het oude testament over homofilie. Hij krijgt de hele klas tegen. Ik spits de oren maar kom niet tussen in het gesprek.
'Je kan alles verklaren met Bijbel teksten.' zegt Chris. 'Je moet je naaste liefhebben als jezelf. Als die naaste toevallig een man is, wat is daar verkeerd aan?'
De man wordt met zijn eigen wapens bestreden. We hebben ettelijke uren godsdienstles achter de rug in onze schoolcarrière. Hij is verloren. Zo gaat dat in een klas jongens... met z'n allen tegen één.
Terwijl jongens als Peter en Ludo soms als homo verketterd zijn, neemt de hele klas het nu voor hun soort op.
'Homofilie is een goede zaak tegen de overbevolking op de wereld, net als het celibaat.' stelt Eric.
Haha, het celibaat op gelijke hoogte stellen met homofilie, dat is een goeie.
De pater trapt er met beide voeten in. ''Gaat en vermenigvuldig u.' zei god tegen Noah en zijn zonen. Homo zijn is tegen de natuur. Je gaat dan in tegen de wil van God. En het celibaat is een keuze om God ten volle te kunnen dienen.'
'Je bent homo. Dat heb je niet te kiezen. Dat zit diep in je zoals je karakter. Als homo je natuur is, die heb je niet te kiezen, hoe kan je dan op die manier tegen de wil van God ingaan?' Dat is er weer eentje van Chris.
Pater Mermans ziet in dat de discussie hopeloos is en geeft ons een pauze. Chris heeft zich niet verraden maar ik weet dat hij goed weet waar hij het over heeft.
Ik ben uitgelaten. Buiten neem ik een aanloop en spring over een prikkeldraad die een grasveld afschermt. Ik geraak er ruim over maar de draad is hoog. Dit is dom.
Ik ben goed in een aantal dingen en tamelijk competitief. In hoogspringen ben ik goed. In het eerste middelbaar sprong ik over mijn eigen lengte. De kleinste van de klas die hoger kon springen dan zijn eigen lichaamslengte maakte destijds indruk. Ik kan nog dingen die niemand kan. Ik kan uit kleermakerszit op één been opstaan zonder dat het andere de grond raakt. Ik kan zuiver op armkracht touwklimmen tot het plafond van de sporthal. Alleen Johan doet me dit na. Over deze draad springen was dom. Stel je voor dat ik de prikkeldraad had geraakt.
Ik ben fier op mijn anders zijn. Ik ben linkshandig dat is verre van uniek. Het heeft me als kind het idee gegeven dat ik anders ben. En dan is er mijn grote geheim. De discussie van daarnet heeft me gesterkt in de overtuiging dat ik homo ben. Ik hoef me niet te schamen voor mezelf. Ik ben wie ik ben. Daar kan geloof niets aan veranderen. Ik heb me niet gemengd in het gesprek. Het onderwerp zou me uit mijn comfortzone gehaald hebben.
We doen wat balletje stamp op het voetbalveld tussen twee bezinningssessies in. 'Dat heb je goed gezegd.' geef ik Chris een compliment terwijl we naast elkaar staan op het veld. 'Hij moet maar niet van die onzin verkopen. Met de Bijbel kan je iedereen doodslaan. Dit is niet mijn manier van geloven.'

Thuis schrijf in een hele bladzijde in mijn dagboek over het bezinningsweekend. 'Ik hoef me niet te schamen voor wie ik ben', noteer ik in grote letters. In piepkleine letters staat er bij genoteerd: 'Ik ben homo', rekening houdend met de mogelijkheid dat iemand mijn dagboek stiekem zou lezen.

We hebben een periode atletiek tijdens de turnles. We lopen een parcours van zeven kilometer, deels door het bos, deels langs het kanaal. Ik ben goed in de hele korte spurt. Op afstanden tussen de honderd en de achthonderd meter moet ik het afleggen tegen de jongens met langere benen. Wat de lange afstand betreft: hoe verder hoe liever. Johan gaat er als een hinde vandoor. Die zien we pas terug bij de aankomst. De verhoudingen liggen min of meer vast. Chris is de eeuwige tweede. Ik strijd meestal voor de derde plaats. Rob en de mindere goden doen het kalmpjes aan. Ik weet dat ze een stuk foeteren en dat ze sigaretten mee nemen voor onderweg.
Een paar jaar geleden kon ik me niet indenken dat Ludo tot iets fysieks in staat geweest zou zijn. Opmerkelijk dat ik hem als concurrent gekregen heb.
Vandaag volg ik hardnekkig het voetspoor van Chris. Chris versnelt. Hij geraakt niet van me af. Ik voel me goed en neem over. Ik hoor aan de zware ademhaling van Chris achter me dat hij het moeilijk heeft. In een ultieme spurt haal ik het van hem. De enige keer dat ik hem overtroef. 'Goed gelopen.' hijgt hij en slaat een arm om mijn schouders. Dit voelt zo goed.
'Ik ben tot op de bodem moeten gaan.' zeg ik.
'Wees gerust, ik ook.'

Ik geraak meer en meer gefixeerd op Chris. Overal volg ik hem. Ik hang zo veel mogelijk in zijn buurt rond. Ik heb de indruk dat dit onze vriendschap bevordert. Hij is altijd vriendelijk, zo is hij van nature. Ik denk dat hij mij graag heeft. Ik zie hem regelmatig met Tom op school arriveren. Ik blijf jaloers op Tom. Jaloezie vlamt op telkens ik de twee samen zie. Jaloezie brengt me in tijdsnood. Ik moet Chris duidelijk maken wat ik voor hem voel. Hoe langer ik wacht, hoe waarschijnlijker het wordt dat mijn kans verkeken is. De scenario's die ik bedenk, blijven onuitgevoerd. Ik raap op een dag alle moed bijeen. 'Ik wil je iets vragen over de taak van Nederlands.' Hij gaat met me mee naar waar mijn boekentas staat. Mijn vraag is echt. We gaan daarna het domein van het college in op zoek naar klasgenoten. Het is een grijze kille dag, dat kan in mei maar het regent voorlopig niet. Eindelijk heb ik hem voor mij alleen, zonder stoorzenders.
'Ik moet je wat vertellen. Het kan niet anders.' Ik zie hem vragend kijken. Ik adem diep in en gooi de zin er uit. 'Ik ben verliefd op jou.'
'Wat zeg je nu?' Hij glimlacht vriendelijk.
'Ik word gek van het te verzwijgen. Ook ik ben homo en helemaal verliefd op jou.' Het komt er vlotter uit dan de eerste zin.
'Ook homo? Jij verliefd op mij? 'Ook...? Heb ik ooit gezegd dat ik homo ben. Ik ben dat niet.'
Ik zak door de grond. Ik kan niets meer uitbrengen. We wandelen verder, ginds staan een aantal jongens van onze klas.
Chris mijmert nog wat verder zonder antwoord van mij.
'Jij homo? Speciaal. Had ik niet verwacht. Best grappig, een jongen die verliefd wordt op mij. Nee, niet grappig.' Vermoedelijk heeft hij mijn gezicht gelezen en hij zwijgt tot we het groepje bereiken.
Ik verwijder me discreet en ga terug naar de speelplaats. Ik ben diep teleurgesteld en geschrokken. Wat heb ik me misrekend. Chris is nu misschien uit de doeken aan het doen tegen de rest dat ik homo ben.
Angstig gluur ik tijdens de les rond in de klas. Ik zie geen vreemde reacties. Heeft hij nog niks verteld?
We krijgen de resultaten van onze laatste wiskundetest. Ik heb een vier. Samen met de nul van de vorige maakt dat een gemiddelde van twee. Dat cijfer zal op het tussentijds rapport terecht komen.

Vandaag heb ik geen rechtstreekse bus naar huis. Ik sta te wachten in een dorp onderweg op mijn aansluiting. Het is grijs en er valt druilige motregen.
Ik ben diep ongelukkig, zo diep dat ik zou blijven staan aan de halte wanneer de bus stopt. De onvoldoende van wiskundige heeft alles nog erger gemaakt.
Ik begrijp ten volle waarom mensen zich voor een trein gooien of van een gebouw springen, zo erg is het.
Hoe diep kan je gaan?

Gesloten