VRIJGEVOCHTEN - hoofdstuk 16

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

VRIJGEVOCHTEN - hoofdstuk 16

Bericht door Lucky Eye » vr 25 jan 2019, 17:49

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



VRIJGEVOCHTEN



Hoofdstuk 16

Na de vrijpartij hadden ze eerst nog lange tijd bij elkaar gelegen. Lekker strelend, lekker zoenend, gewoon volop van elkaar genietend. Maar… zoals altijd had Rinze zijn maag gevoeld en wist hij dat het tijd moest zijn om iets te eten. En dus hadden ze zich gedoucht, zomerse kleren aangetrokken om daarna naar het restaurant te lopen. Op het park was het al erg rustig. Een duidelijk teken dat het toeristenseizoen nog niet begonnen was, want dan zouden kinderen tot laat in de avond buiten aan het spelen zijn, tenminste als het weer het toeliet. In het restaurant was het echter behoorlijk druk. Alle tafeltjes waren bezet, maar voor twee personen werd er snel iets geregeld. Een klein tafeltje werd vlak bij de deur naar de keuken geplaatst en daarna werden er twee stoelen bijgezet.

Nadat ze de menukaart bestudeerd hadden, kozen ze beiden voor lasagne. Lekker Italiaans eten, zo verklaarde Karl, om nieuwe krachten op te doen. De opmerking werd gevolgd door een vette knipoog en Rinze had wel een idee waar hij op doelde. Rinze's been gleed naar die van Karl en streek er langs. Karl pakte de hand van Rinze en drukte er een kus op om daarna meteen de jongen recht in de ogen te kijken. Rinze bloosde gelukkig niet, een teken dat hij zich ook bij dit soort liefkozingen in het openbaar op zijn gemak voelde. De jongen was verrekte volwassen voor zijn bijna 17 jaren en al helemaal als je zijn overbeschermde thuissituatie meetelde, zo concludeerde Karl. Het eten werd opgediend, maar echt stil hielden beiden zich niet. Rinze wilde toch nog even de toelichting geven waaraan hij eerder niet toegekomen was omdat Karl hem de mond gesnoerd had met een zoen.

"Maar nou even serieus hè!" zo begon hij. "Ik hou van je, Karl van Houthem, om alles wat je bent. Je bent echt een heel bijzonder mens. Toen ik diep in de problemen zat en er zelfs even een gedachte bij mij opkwam om er helemaal uit te stappen…" Voor het eerst verwoordde hij deze toespeling naar Karl en het deed hem zichtbaar schrikken. "Ja, zo rot voelde ik me Karl! Maar ik heb het idee ook heel snel verworpen hoor!"

"Blij toe ,jongen!"

"Maar toen was jij er en hielp me eruit. En dat is al de dagen daarna zo gegaan. Als ik ergens mee zit, weet jij of een oplossing te bedenken of me op andere gedachten te brengen. Ik hou van je, Karl en weet niet of ik ooit wel voldoende voor jou terug kan doen!"

"Je bent een dwaas, Rinze van der Weide!" zo sprak Karl met volle mond.

"Hallo! Ik maak je complimenten en jij gaat schelden?"

"Ik noemde je alleen maar een dwaas en dat is geen schelden maar de waarheid!"

Rinze toonde vraagtekens op zijn gezicht.

"Je bent een dwaas als je denkt dat het in een relatie gaat om iets doen en iets terugdoen. Zo werkt dat niet, schat! Als ik iets voor jou kan doen, doe ik dat zonder dat ik ervoor 'betaald' wil worden op een later moment. Je hoeft dus geen seks met me te hebben, als jij het idee hebt dat je me daarmee terugbetaalt voor de dingen die ik voor jou doe!"

Auw, Rinze voelde duidelijk de scherpe ondertoon in de laatste zin en toen hij Karl aankeek zag hij dat diens gezicht behoorlijk betrokken was ineens. Toen hij bewust zijn ogen zocht, draaide Karl die zelfs af.

"Als ik dingen voor jou doe," zo ging Karl met de ogen gericht op het bord verder, "doe ik dat omdat ik het wil! Omdat ik jou wil helpen! Ik zou iedereen in de wereld willen helpen als het kon, maar dat kan ik niet! Ik beperk me dus tot de mensen die op mijn pad komen. Jij kwam op mijn pad van de supermarkt terug naar huis en daar ben ik blij om, want op dat moment had jij dringend hulp nodig en ik kon je die gelukkig geven. Direct op dat moment en in de dagen daarna. Daar gaat het mij om, Rinze. Ik hoef verder helemaal niets van jou als jij het idee hebt dat jij mij zo nodig terug moet betalen!"

"Is het ooit bij je opgekomen dat ik seks met je heb, omdat ik dat wil! Als jij het idee hebt dat ik seks met je heb omdat ik het als een betalingsverplichting zie, dan heb je het verkeerd."

"Ik had dat idee niet tot jouw woorden van zo-even."

"Het spijt me, Karl! Die woorden waren dan niet goed gekozen. Ik probeerde alleen maar mijn dankbaarheid onder woorden te brengen en had het dus anders moeten brengen. Het spijt me echt! Kijk me aan. Alsjeblieft?"

Karl liet de niet echt interessante resten van zijn eten voor wat ze waren en vestigde zijn ogen op die van Rinze. Hij zag de tranen daarin glinsteren.

"O man! Zo had ik het niet bedoeld!" en meteen pakte hij Rinzes hand beet.

"Geeft niet, Karl. Het is goed om dit soort dingen uit te praten en duidelijk te maken voor elkaar. En echt geloof me al die intieme momenten tussen ons waren voor mij net zo'n plezier als voor jou. Geen moment heb ik eraan gedacht dat ik op die manier jou terugbetaalde voor de dingen die jij voor mij deed. Geloof je me?"

"Ja! Ik geloof je, schat!" Ze bogen zich naar elkaar toe en kusten elkaar. "Tjonge," zei Karl daarna, "het is wel wat met ons. Vanmorgen hadden we al een conflict en nu al weer!"

"Ach, je moet maar zo denken," zei Rinze, "vanmorgen hebben we het weten af te zoenen, dat zal ons straks ook wel lukken!" En opnieuw liet hij zijn been langs die van Karl gaan.

Ze aten af en bestelden daarna nog een dessert. Karl een klein ijsje en Rinze de grootste die er maar te krijgen was. De terugweg naar hun huisje liepen ze met de arm om elkaars schouders geslagen. Beiden waren ze voldaan en voor eventjes stil. Terug in hun huisje bleek dat ze allebei behoorlijk moe waren. Het afzoenen zou er zeker vanavond niet van komen. Ze kropen snel in bed en dicht tegen elkaar aan. Een beetje strelen, een beetje zoenen en toen was het toch echt 'welterusten'.

De volgende ochtend was Karl al op tijd wakker. Opnieuw genoot hij van de aanblik van zijn slapende vriendje. De jongen sliep heel rustig en Karl was daar reuzeblij om. Ergens was hij dus de grote ongerustheid over zijn moeder kwijtgeraakt, zo luidde zijn conclusie. Een goed teken want op dit moment kon hij gewoon niets aan de situatie doen. Het was afwachten tot er bericht zou komen van Matthieu. En, zo beredeneerde Karl terwijl hij zijn horloge controleerde, dat zou nog zeker een paar uurtjes duren. Het was nog maar halfacht. Halfacht? Dan was het hem voor het eerst sinds tijden gelukt om langer te slapen dan normaal. Hij glimlachte.

En tegen dat glimlachende gezicht keek Rinze aan, toen hij slaperig de ogen opende. "Lach je nou alweer?"

"Als ik jou zie, dan kan ik niet anders, lief vriendje van me."

"Je bent een slijmerd Van Houthem. Een grote slijmbal en dat al op de vroege morgen. Maar zeg eens, waarom glimlachte je nou echt?"

"Ik ben zelf nog maar net wakker en daarom moest ik glimlachen."

"Oké, ik snap het niet dus leg maar weer eens uit." Terwijl Karl zijn verhaal deed begon Rinze echt wakker te worden en het te begrijpen. "Enig idee hoe het komt dat je altijd zo vroeg wakker bent?"

Karl trok zijn schouders op ten teken dat hij geen flauw idee had.

"Onrust misschien?"

"Zou kunnen."

"En nu een soort van totale ontspanning."

"Op zich vreemd natuurlijk, want gisteren was het behoorlijk hectisch."

"Zeker als je onze ruzies meetelt," gniffelde Rinze.

"Ja, zoiets is niet echt ontspannend te noemen. En dus weet ik het echt niet waarom ik nu ineens wel langer kan slapen."

"Pijnig je mooie hoofd er maar niet over, schatje. Hou het er gewoon op dat het een goed teken is."

"Dat zal ik doen. Ontbijten of eerst iets anders."

"Stomme vraag natuurlijk," zei Rinze en zette zijn benen naast het bed. "Eerst ontbijten natuurlijk, want ik sterf van de honger zowat en volgens mij hebben we helemaal niets in huis."

"Shit!" mopperde Karl. "Je hebt gelijk. We moeten eerst naar het winkeltje hier om het nodige in te slaan. "Maar alleen dingen voor het ontbijt hoor! Ik ben een echte Nederlander en weet dat dit soort kampwinkeltjes altijd veel te duur is."

"Ja hoor, lieverd. Ik zal me beheersen en je niet op kosten jagen!" Snel bukte Rinze zich toen een kussen in zijn richting vloog.

Het was heel snel douchen en terwijl ze dat deden heel eventjes aan elkaar zitten alvorens ze naar het winkeltje gingen. Het verkleinwoordje '-tje' was zeer terecht toegevoegd, want je kon er amper je kont keren. Gelukkig waren de meeste mensen nog in dromenland en hadden ze het rijk alleen. Karls kennis bleek juist te zijn, want alles was gewoon extreem duur. Ze hielden het bij een stukje kaas, een pak melk, een brood, een kuipje halvarine en een potje jam.

Terug in hun huisje smeerden ze het brood bij het aanrecht en namen alles toen mee naar de veranda. Daar in de vroege ochtendzon genoten ze van hun ontbijt. Karl genoot dubbelop. Ten eerste smaakte het goed en ten tweede keek hij met plezier naar de eetlust van zijn maat. Toen Karls mobieltje begon te rinkelen keken ze elkaar eerst heel even aan, alvorens Karl hem opnam.

"Karl!"

"Goedemorgen broertje! Goed geslapen?"

"Zeker Matthieu. Jij ook?"

"Ja, echt wel. Een prima hotel gevonden in Zwolle. Wel wat prijzig, maar aangezien jij de rekening betaalt neem ik het er goed van."

Karl was wijs genoeg om hier niet op te reageren en zich niet op de kast te laten jagen.

"Ik ben nu op het kantoor van Nijsingh en heb de stukken hier voor me liggen. Rinze in de buurt?"

"Ja, ik zet het toestel op handsfree zodat hij mee kan luisteren."

"Oké dan. Goedemorgen aanstaande zwager!"

Rinze grinnikte bij deze begroeting.

"Je moeder heeft inderdaad een scheiding van je vader aangevraagd en een verklaring afgegeven dat zij weet op welk adres jij verblijft en bij wie. De advocaat met wie zij dit allemaal afgehandeld heeft, zei me dat ze precies wist wat ze deed. Ze had een lijstje bij zich met punten die ze een voor een leek af te handelen. De instructies om die verklaring door te sturen naar de politie en de Raad voor de Kinderbescherming kreeg de advocaat er ook bij. Het is dus niet gebeurd in een soort van opwelling, maar alles lijkt keurig gepland."

"Oké, dat betekent dus…" reageerde Rinze.

"Dat betekent dat jullie in principe gewoon terug naar Nederland kunnen komen. Er is geen vuiltje aan de lucht meer. Je vader zal je nooit met behulp van de politie terug kunnen halen."

Waar Karl opluchting in de ogen van Rinze verwacht had, was er ineens iets anders. Een zorgelijke bik trok over zijn gezicht. De jongen sprong op en liep naar de balustrade.

"Eh Matthieu, ik bel je zo dadelijk even terug," viel Karl zijn broer in de rede, voordat die de kans had verder te gaan en brak het gesprek af. Karl liep naar Rinze toe en sloeg een arm om hem heen. "Huil Rinze als je huilen moet. Hou je niet groot, dat is helemaal nergens voor nodig."

"Ze stromen al, Karl," snikte Rinze, terwijl hij zich tegen de borst van zijn vriend aanvlijde. "Waarom heeft mijn vader altijd zo gedaan?" kwam de vraag met trillende stem over zijn lippen.

"Ik weet het niet, jongen. Ik ken je vader niet en als jij het antwoord niet weet, ken jij hem waarschijnlijk ook niet echt."

"Wat bedoel je daarmee?" zei Rinze terwijl hij zijn neus ophaalde.

"Daar bedoel ik mee, dat mensen heel vaak dingen doen vanuit een bepaalde context. Als jij op mij reageert, gebeurt dat vaak vanuit een achtergrond. Toen ik je mee uitnam naar Arnhem en we overnachtten in een hotel, was jij helemaal uitgelaten. Jij reageerde zo, omdat je zoiets nog nooit eerder had meegemaakt. Dat bedoel ik dus."

"Dus mijn vader heeft in het verleden iets meegemaakt, dat hem zo gemaakt heeft?"

"Dat zou kunnen. Dat is het meest waarschijnlijk. Maar het kan ook zijn, dat hij er zelf voor gekozen heeft om op een bepaalde manier te handelen."

"Oké, maar mijn moeder zal het wel weten dan wellicht?"

"Zou kunnen, maar soms houden mensen dingen echt compleet geheim zodat zelfs hun allernaaste, hun partner meestal, er niets van weet."

"Mensen zijn rare wezens!"

"Juiste constatering, schat maar ze zijn ook heel lief." Karl trok zijn arm aan en drukte een kusje in Rinze's krullenbol. Hij merkte dat de tranen opnieuw kwamen bij Rinze.

"Ik… ben… zo… opgelucht," kwam het er snikkend uit. "We… kunnen… doen… wat wij… willen…, Karl!"

"Ja liefste, dat is het belangrijkste. Wij doen wat wij willen. Niemand kan ons meer tegenhouden."

"Ik… ben… gelukkig, schat. En… jij?"

"Ik ben ook gelukkig, lieve Rinze. Met jou aan mijn zijde ben ik de allergelukkigste man van de hele wereld."

"Niet overdrijven…, Karl."

"Ik overdrijf niet. Jij hebt mij gelukkig gemaakt vanaf het moment dat je bent gaan praten in de 'wij-vorm'. Toen ik dat voor het eerst van je hoorde, wist ik dat het goed zat. Dat ik er niet alleen was om je uit de rotzooi te halen, maar dat je meer met me wilde. En daarmee heb je mij heel gelukkig gemaakt!"

"Ik heb het gedaan, Karl omdat het gewoon zo verschrikkelijk snel goed voelde bij jou. Eigenlijk heb ik er niets voor gedaan! Het ging allemaal gewoon! Als vanzelf!"

"Zo voelt het bij mij ook Rinze. En dat is een bewijs temeer dat het goed zit!" Karl pakte Rinze zachtjes bij zijn kin beet en draaide zijn gezicht naar dat van hem toe. De onvermijdelijke kus volgde. Toen die verbroken werd, ging Karl verder. "Zullen we Matthieu bellen?"

En zo deden ze. Matthieu had eigenlijk niet zo heel veel meer te vertellen. Met de papieren zou hij proberen de scheiding er zo snel als mogelijk door te krijgen door op de juiste knoppen te drukken, zoals hij zo mooi wist te zeggen. Daarna was het afwachten tot Rinze's moeder contact op zou nemen, iets dat ze gezegd had te zullen doen. Matthieu zou dan aansturen op een ontmoeting tussen hen beiden, zodat hij alles uit de doeken zou kunnen doen.

"En nu?" vroeg Karl.

"Tja, jullie keuze. Of je gaat terug naar Euverem of je blijft nog eventjes waar je zit."

"Oké." Snel wisselden de jongens een blik met elkaar en daaruit kwam een besluit voort. "We blijven hier, Matthieu. Als er iets gebeurt, horen we het hè?"

"Heb ik tot nu toe altijd gedaan, klein broertje van me en dat zal ik zo blijven doen. Wens me geluk, want dan hebben jullie het ook!" Met groeten over en weer werd het gesprek beëindigd.

"En wat nu?" vroeg Karl nadat hij zijn mobieltje in zijn broekzak gestopt had.

"Naar de supermarkt hè! Want we hebben dan wel ontbijt gehad, maar…"

"Jij denkt ook altijd alleen maar aan eten hè!"

"Je kent me goed Karl!"

De ontbijtboel werd afgeruimd en afgewassen en daarna liepen ze met beiden een rugzak op naar de auto. Ze reden het park af en kozen de richting van Trois Pont. Daar stopten ze bij een grote supermarkt. Van alles en nog wat werd ingeslagen en Karl vroeg zich verwonderd af of het niet veel te veel was. Rinze had echter zoiets van, als we het niet op krijgen, nemen we het wel mee naar huis. Ook aan de sfeer werd gedacht. Rinze had in het huisje wel kandelaars gezien, maar geen kaarsen en dus werden die gekocht. Ook een aantal houtblokken voor de open haard namen ze mee en badschuim. De keuze aan voedingsmiddelen liet Karl helemaal over aan zijn vriendje. Die had er tenslotte verstand van.

Terug in het huisje borgen ze de boodschappen op en daarna was het opnieuw 'en wat nu?' Ze besloten dat een fikse wandeling hen goed zou doen. Een stapel boterhammen werd gesmeerd en samen met drinken ingepakt in een rugtas. Karl was de oudste, zo besloot Rinze, en dus moest hij de rugzak dragen. Toen Karl opperde dat Rinze de jongste was en dus nog de meeste kracht had, pareerde de jongen dat door te zeggen, dat het oude altijd het eerst opgemaakt moest worden! Elkaar plagend verlieten ze het park en trokken ze het bos in aan de overkant van de weg. Het was opnieuw een prachtig mooie, zomerse dag. Het woud was echter zo dicht op sommige plaatsen, dat de zon er amper doorheen kon komen en dan werd het toch wel fris. De meer open stukken stelden de jongens dan ook meer op prijs.

Tussen de middag kozen ze een fraaie open plek uit, waar ze al zittende met de ruggen tegen elkaar aan aten. Daarna gingen ze beiden eventjes helemaal languit om uit te rusten van de zelfgezochte vermoeienissen. Na een dik half uur gingen ze weer verder. Ze liepen het bos uit en kwamen weer in de bewoonde wereld zo het leek. Kleine dorpjes kwamen en gingen maar ver van de grote weg af waren ze nooit, te horen aan de geluiden in de verte. Uiteindelijk kwamen ze uit bij de watervallen van Coo. De rivier de Amblève stortte zich hier in een paar watervallen naar beneden. Net als alle andere toeristen - want dit was dus echt een toeristische trekpleister - bekeken Rinze en Karl het van enige afstand. Extra geld betalen om het van heel dichtbij te mogen zien, vonden ze het niet waard. Zo spectaculair was het nou ook weer niet. Ze namen een ijsje op het terras, waarna ze de weg weer overstaken op weg naar de uitkijktoren. Dat was een flinke klim, maar het uitzicht was meer dan de moeite waard. Op de terugweg was het warm, heel warm en al snel ging de bovenkleding uit. Iets dat het er niet bepaald koeler op maakte, maar wel goed was voor het ontwikkelen van een mooi gekleurd lijf. Terug op het vakantiepark lieten ze zich in de stoelen op de veranda neervallen, om met de tong uit de mond bij te komen van de vermoeienissen.

"Eigenlijk te warm om zo'n eind te wandelen," concludeerde Karl.

"Word je oud, makker?" plaagde Rinze hem.

"Nee, dat niet maar het was zeker op de terugweg mij iets te warm. Het tempo gaat er dan behoorlijk uit en dan duurt het eind naar huis zo veel langer dan het op de heenweg leek."

"Leek is het goede woord, Karl, want heen en terug is het natuurlijk precies even lang."

"Ja! Dat weet ik ook rare! Maar… " Karl stopte toen hij het lachende gezicht van Rinze zag en wist dat deze hem de gek aanstak. "Ik praat niet meer met je!"

"Eindelijk rust!"

Karl stond op en opende de deur van hun huisje. Hij liep meteen door naar de douche, ging uit de kleren, schakelde het water in op koud, draaide de douchekraan open en stapte onder het heerlijk verkoelende water.

"Douche jij tegenwoordig alleen?" vroeg Rinze, toen hij de badkamer binnenkwam.

"Ja, omdat het water ons hier geen cent kost, kunnen we dat best doen!"

Eventjes dacht Rinze dat Karl het serieus meende, maar toen de straal met ijskoud water hem trof, wist hij dat het gewoon spel was. Snel stapte Rinze uit zijn schoenen en met de rest van zijn kleren nog aan kwam hij bij Karl in de douchebak staan. Karl zorgde ervoor dat Rinze uitgekleed werd. Het koude water deerde hen niet. De vuur van de liefde deed zijn werk en verwarmde hen van binnen.



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, december 2018 (herziene versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten