VRIJGEVOCHTEND - hoofdstuk 13

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

VRIJGEVOCHTEND - hoofdstuk 13

Bericht door Lucky Eye » zo 20 jan 2019, 17:09

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



VRIJGEVOCHTEN



Hoofdstuk 13

Het was Rinze’s bedoeling geweest om wakker te blijven. Eerst had hij een tijdje wat computerspelletjes geweest en toen die hem begonnen te vervelen had hij een fotoalbum uit de kast gehaald. De herinneringen deden hem pijn en tranen brandden achter zijn ogen. Maar toch waren er heel mooie momenten bij. Voorzichtig haalde hij een paar favoriete foto's eruit. Zo zou al altijd een aandenken hebben, dacht hij terwijl er een traan over zijn wang begon te rollen. Tien foto's nam hij uit het album en stopte ze in het kleine vakje van zijn rugzak. Toen was het opnieuw alle zeilen bijzetten om niet in slaap te vallen, maar het was hem uiteindelijk niet gelukt. Na het eerste knikkebollen had hij zich nog wel verzet tegen de slaap die hem de donkere diepte van de vergetelheid probeerde in te trekken, maar op een gegeven moment had hij niet meer de mogelijkheid tegengas te geven en was hij in slaap gesukkeld.
De klok die twaalf keer sloeg ten teken van middernacht zou hem niet gewekt hebben. Het hoorde tenslotte tot de normale nachtelijke geluiden van zijn thuis, maar de sleutel die in het slot omgedraaid werd deed dat wel. Meteen zat hij rechtop met de ogen wijd opengesperd om het duister te doorgronden.

"Rinze! Ben je wakker?" klonk het op fluistertoon.

"Ja mam!"

Meteen zette hij zijn benen naast het bed en liep naar de deur toe. Zijn moeder was gekleed in haar pyjama met daar overheen de hem bekende ochtendjas met bloemetjesmotief. Aan haar voeten droeg ze haar zachte slippers. Ze sloot de deur van zijn slaapkamer weer netjes achter hem af, wenkte hem achter zich aan de trap af naar beneden en daarna ging het naar de bijkeuken: de plaats die het verste van de trapopgang verwijderd was. Ze sloeg haar armen om hem heen en kuste hem op zijn wang. Rinze voelde hoe ze trilde.

"Mam! Alles goed met je?"

"Nee, niet echt natuurlijk! Ik wil je niet kwijt, jongen! Maar het kan niet anders. Je moet gaan, jongen en wel zo snel mogelijk!"

"Mam, maar waarom doe je dit!"

"Ik kan niet toelaten dat je zo behandeld wordt, jongen! Je hebt recht op een eigen leven ook als dat niet het leven is, dat je vader voor je wil."

"En jij? Wat wil jij voor mij?"

"Geluk, jongen! Alleen maar geluk en daarom moet je nu maken dat je wegkomt!"

"Maar ben je veilig als ik weg ben? Want ik wil niet dat je risico's loopt vanwege dat wat je nu voor mij doet!"

"Ik zorg voor mijn eigen veiligheid, jongen! Heb je een veilige plek?"

"Ja mam."

"Bij wie, wat is zijn adres." Waarschijnlijk zag ze de twijfel die op zijn gezicht te lezen was. "Vertrouw me Rinze! Het is belangrijk!" Rinze noemde naam en adres en had er een goed gevoel over. Ze zou hem nooit verraden aan zijn vader. Niet na wat ze nu allemaal gedaan had. "Maak nu dat je wegkomt!" En meteen nadat ze dat gezegd had, pakte ze hem bij zijn schouder en trok hem mee naar de doorgang naar de garage. Ze opende de deur in de garagedeur zo zachtjes mogelijk en duwde hem naar buiten. "Zorg dat je niet gezien wordt, jongen, je weet hoe men hier op elkaar let. Blijf uit het licht van de lantarenpalen hier in de straat!"

Rinze stond in het donker buiten. De deur werd achter hem gesloten. Hij trok de capuchon over zijn hoofd en liep voorzichtig de oprit af in de richting van de straat. De straatverlichting brandde gelukkig op halve kracht. Om en om gaf een van de lantaarnpalen licht. Bij de buren - ook van hun kerk - waren de gordijnen nog wagenwijd open. Rinze liet zich op zijn knieën zakken en kroop langs het tuinhek om niet gezien te worden. Gelukkig waren er in hun straat maar aan één kant huizen, zodat zijn idiote gedrag niet opgemerkt zou kunnen worden door mensen die aan de overkant woonden. Kruipend op handen en knieën ging hij langs het hekwerk van de buren en toen stond hij nog niet op. Hij koos ervoor om nog een eindje zo voort te gaan. Je wist tenslotte maar nooit of er iemand voor het raam stond en dan zou die persoon misschien nog best ver de straat in kunnen kijken. Rinze stond op en begon meteen keihard te rennen. Hij wilde zo snel mogelijk weg van de plek waar zijn vader was!

Karl was al om halfelf in Raalte aangekomen. Hij wist van Rinze dat zijn ouders tegen die tijd altijd naar bed gingen en had er dus rekening mee gehouden dat vanaf die tijd er gelegenheid zou moeten komen voor Rinze om het huis op de een of andere manier te verlaten. De parkeerplaats was volledig donker en hij koos het allerdonkerste plaatsje uit om zijn auto neer te zetten. Het wachten duurde hem lang. Hij was doodzenuwachtig en keek constant in de achteruitkijkspiegel het parkeerterrein op, wat hem een ellendige kramp in zijn nek bezorgde. Ook raadpleegde hij voortdurend zijn horloge wat hem nog zenuwachtiger maakte. Toen het twaalf uur werd, las hij nog een keer het Sms’je door dat Rinze hem gestuurd had. Het kon niet anders dan dat hij op de goede plaats was. Toch nog maar even wachten dan. Net toen hij het niet langer kon verdragen om binnen te zitten, ging de portier aan de passagierszijde open. Karl dacht een hartverzakking te krijgen en staarde wezenloos in het gezicht van zijn vriend.

"Waar kom jij zo ineens vandaan?" klonk het totaal verbaasd.

"Van huis, Karl. Alsjeblieft laten we gaan rijden," reageerde de jongen gejaagd, terwijl hij plaats nam en de veiligheidsriem omdeed.

Karl was nog steeds verbaasd en terwijl hij de wagen startte viel het hem op dat Rinze geheel en al in het zwart gekleed was. Dat verklaarde een boel. Hoe goed hij ook gekeken zou hebben op de donkere parkeerplaats, zou hij de jongen nooit hebben kunnen zien. Hij had zich die ellendige nekpijn dus kunnen besparen. Maar ja… achteraf weet je dingen altijd beter.

"Alles goed gegaan?" vroeg Karl, terwijl hij het parkeerterrein afdraaide en naar rechts reed in de richting van Raalte.

"Het is beter om het dorp en ook Raalte te mijden," reageerde Rinze met enige angst in zijn stem. Karl stopte de wagen. "Waar gaan we heen?"

"Mijn thuis is de meest veilige plek voor ons op dit moment."

"Zuid-Limburg dus," reageerde Rinze meer als overpeinzing voor zichzelf dan als reactie op Karls antwoord. "Dan kun je het beste over ’t Nijenhuis rijden en dan in de richting van Deventer en Apeldoorn."

"Leid me, Rinze ik ben hier in de binnenlanden niet zo heel erg bekend."

Eindelijk hoorde hij de jongen iets grinniken en Karl was daar reuze dankbaar voor. Tot nu toe was hun conversatie puur zakelijk geweest zo leek het wel en vrij monotoon van klank gebleven. Op aangeven van Rinze draaide Karl de auto en reed toen over het spoor weg. Rinze zat vrij gespannen naast hem en toen Karl bemerkte dat de jongen af en toe knikkebolde, zette hij de wagen aan de kant van de weg.

"Wil je praten?" Rinze schudde het hoofd.

"Nu nog niet. Ik ben ontzettend moe."

"Oké, dan ga je nu achterin de auto liggen en maak je het jezelf zo comfortabel mogelijk."

"Maar kun je het wel vinden dan?"

"Ja jongen, dat gaat prima, denk ik. Zorg jij er nu maar voor dat je wat rust krijgt."

Rinze stribbelde niet tegen, stapte uit en maakte het zich achterin zo gemakkelijk mogelijk.

"Een slaapzak?" zei hij verbaasd.

"Ja, ik heb met alles rekening gehouden jongen."

Terwijl Karl de auto weer startte en optrok, hoorde hij het geritsel van kledingstukken en hoe de jongen in de slaapzak kroop. Een tijdje was het stil achterin, maar ineens begon de jongen te praten.

"Karl?"

"Ja?"

"Ik heb mijn moeder je naam en adres gegeven."

Eventjes was er schrik bij Karl, maar hij herstelde zich snel genoeg om zijn vraag in elk geval niet verwijtend te laten klinken.

"Waarom?"

"Ze vroeg me ernaar, Karl en ik vertrouw haar volkomen. Ze heeft zoveel voor mij gedaan altijd al en vooral vannacht. Ze heeft me geholpen uit huis te komen, Karl. Zonder haar zou dat haast niet mogelijk geweest zijn."

"Dan is het goed, Rinze. Ga nu slapen."

"Ja Karl."

Lang voordat Karl bij Deventer was, was de jongen al vertrokken. Karl verkoos in deze nachtelijke uren de snelweg boven de route door Noord-Limburg, die hij normaliter prettiger rijden vond. De snelweg zou hem sneller thuis brengen en hij had behoefte aan een flinke portie 'thuis'. En zijn thuis zou Rinze ook goed doen, daar was hij van overtuigd. Bewust overschreed hij de maximum snelheid, om nog eerder in Euverem aan te komen. Tussen Eindhoven en Thorn stopte hij eventjes om de benen wat te strekken, wat te drinken en een plas te plegen. Hij telefoneerde naar huis en kreeg zijn moeder aan de lijn, die haar bezorgdheid maar moeilijk kon onderdrukken.
Karl gaf aan dat alles goed ging, dat hij al een flink stuk op weg was en wat zijn vermoedelijke aankomsttijd zou zijn. Nadat hij zijn moeder enigszins gerust had gesteld, hing hij op. Rinze merkte van deze korte onderbreking helemaal niets en sliep rustig door.
Het was tegen halfvier in de ochtend toen Karl Gulpen binnenreed. De provinciale weg voert dwars door het plaatsje en was zo goed als verlaten. Meteen buiten het stadje sloeg Karl de eerste weg links in en op datzelfde ogenblik voelde hij zich thuis. De weg kronkelde voor hem uit en de snelheid moest flink aangepast worden. Als je hier dagelijks reed wist je precies hoe de weg liep, maar in het donker en na al een tijdje hier niet meer te zijn geweest, vond hij het verstandiger om het rustig aan te doen. De lampen aan weerszijden van het hek dat toegang verschafte tot het terrein van zijn ouders brandden, ten teken dat ze verwacht werden. De oprijlaan naar het huis was goed verlicht en toen hij de auto voor het huis parkeerde zag hij ook de wagen van Matthieu staan. Zijn moeder had de boodschap - hij had niet anders verwacht - goed uitgevoerd. Rinze sliep gewoon door. Terwijl zijn ouders en zijn broer het huis uitkwamen, tilde Karl zijn vriendje in de slaapzak van de achterbank. Iedereen maakte meteen ruimte voor hem zodat hij Rinze naar binnen kon dragen.
Toen was het de vraag waar hij hem neer moest leggen. Zijn moeder stelde voor om de bank naar de haard, waarin een knetterend vuur brandde, te verplaatsen zodat de slapende gast het in elk geval niet koud zou krijgen. Matthieu en zijn vader schoven met vereende krachten de bank van zijn plaats tot de plek die moeder aanwees en toen legde Karl hem daar voorzichtig op neer.

'Ah,' verzuchtte zijn moeder, 'wat een lief menneke'.

Karl glimlachte en pinkte een traan weg. Daarna volgde de uitgebreide en intieme begroeting van zijn familieleden. Toen die achter de rug was, liepen Matthieu en Karl naar buiten.

"Waar ben ik?" vroeg Rinze met schorre stem, terwijl hij zich probeerde op te richten.

"Je bent bij ons jungske," zei de moeder van Karl. "Ik ben Hanna, de moeder van Karl en dat daar in zijn schommelstoel is Toine zijn vader. Heb je honger?"

En dat vond Rinze echt een vraag van een moeder. Zoiets zou zijn moeder ook kunnen vragen, bedacht hij zich en met de gedachte aan zijn moeder kwamen de tranen. Snikkend rolde hij zich op in de slaapzak. Meteen was Karls moeder bij hem en troostte hem zoals ze al haar tien kinderen vaak had moeten troosten. Kalme woordjes, een hand door het haar dat alles hielp in de regel heel erg goed. Ze vroeg hem een eindje op te schuiven, zodat ze bij hem kon gaan zitten en trok hem tegen zich aan. De tranen stroomden nog harder.

Karl en Matthieu kwamen binnen en sloegen het schouwspel gade. Karl beet zich op zijn onderlip en hield zich groot. Matthieu merkte het echter op en sloeg kameraadschappelijk een arm om de schouder van zijn kleine broertje. Bij Rinze begonnen de tranen langzaamaan te drogen. Hanna vroeg nogmaals of hij honger had en de jongen knikte. Toen zijn moeder opstond, maakte Karl van de gelegenheid gebruik om haar plekje in te nemen.

"Ik heb haar niet eens kunnen vragen, hoe ik haar kan bereiken," merkte Rinze op.

"Wie bedoel je?" vroeg Karl.

"Mijn moeder. Ze heeft me heel goed geholpen vannacht, anders was het een stuk moeilijker geweest om het huis uit te komen en toen… toen moest alles zo gehaast dat ik helemaal vergeten ben haar te vertellen hoe ze mij zou kunnen bereiken!"

"Dat zal wel goedkomen, Rinze. Geloof me. Op de een of andere manier neemt zij wel contact met jou op of wij met haar."

"Ja?"

"Ja!"

Toen Hanna hem de kom soep aanreikte, besloot Rinze dat hij eigenlijk eerst maar eens moest gaan praten. De soep was bovendien nog veel te warm om te eten.

"Misschien is het goed dat ik eerst vertel wat er allemaal gebeurt is," zo begon hij. Matthieu wilde echter heel graag naar zijn bed en onderbrak hem.

"Als je het niet erg vindt, dan wil ik eigenlijk wel heel erg graag terug naar mijn bed. Maria begreep er al niets van toen ik midden in de nacht opstond om hier naar toe te gaan en verdenkt me vast van allerlei duistere zaakjes," zo zei hij met een knipoog. "Maar voordat ik wegga, zou ik graag van je willen weten, wat de meisjesnaam van je moeder is."

"Julia Wiltinghe," zei Rinze om vervolgens de achternaam nog eens te spellen. Matthieu schreef het op.

"Ik heb mijn kleine broertje uitgelegd wat ik van plan ben te doen, maar nu ik weet dat je moeder waarschijnlijk aan jouw kant staat, moeten die plannen iets gewijzigd worden. Karl weet wel wat ik bedoel, zo denk ik en hij zal het je later allemaal wel uitleggen. Welterusten voor straks!" En daarmee liep hij naar de buitendeur.

"Misschien moeten wij ons ook maar terugtrekken vrouw," zo kwam het geluid van Karls vader vanuit de hoek.

"Ja, ik denk het ook," sprak Hanna en ze begon aanstalten te maken om de boel op te ruimen.

"Als jullie het niet erg vinden, zou ik heel graag willen dat jullie erbij blijven als ik het vertel," zei Rinze haast op fluistertoon. "Jullie hebben wellicht het idee dat wat ik ga vertellen heel privé is, maar…" en hier aarzelde hij heel eventjes zoekend naar de juiste woorden, "ik voel me zo goed hier dat ik jullie helemaal niets wil onthouden. Ik wil heel graag bij Karl horen en daar horen jullie ook bij. Dus alsjeblieft als jullie nog even de ogen open kunnen houden?"

Beiden namen ze weer plaats en Rinze vroeg Karl hoeveel zijn ouders al wisten.

"Ze zijn op de hoogte tot en met zondagavond, toen heb ik ma nog gebeld."

"Oké, dan ga ik vanaf daar verder."

Rinze vertelde heel kalm zijn verhaal. Hij liet niets achterwege en vooral zijn gevoelens van angst niet. Hij vond het geen enkel probleem zich volledig open te stellen tegenover deze mensen die hem zo liefdevol midden in de nacht opnamen in hun huis. Hij voelde zich hier goed. Hij voelde zich hier thuis. De gevoelens echter maakten ook dat hij opnieuw moest huilen. De frustratie om het gedrag van zijn vader maakten hem boos en verdrietig tegelijk. Zeker toen hij vertelde hoe hij hem gesommeerd had zich volledig te ontkleden. Ook bij zijn toehoorders - tenminste bij Karl en zijn moeder, want Toine kon hij in het halfduister niet zien - waren duidelijk emoties waarneembaar. Hanna's vingers bewogen continue in haar schort en Karl beet zijn onderlip kapot. Ook het gedeelte waarbij zijn vader hem zowat aangevlogen was, werkte op zijn gevoel.

"Echt, geloof me," zo sprak hij, "Ik heb alleen maar gedaan wat ons het beste leek, Karl. Me dus vooral niet laten provoceren, maar hoe kon ik weten dat hij zo heftig zou reageren toen hij zag dat ik in de zon gezeten had? En vooral die klap die hij toen mijn moeder heeft gegeven. Die doet mij nog steeds heel erg zeer. Die was voor mij bedoeld niet voor haar." Karl trok hem eventjes tegen zich aan en liet hem toen verder praten. De jongen besloot uiteindelijk met: "Nou ja… de rest is dan dat ik de parkeerplaats bij het station opliep, bij Karl instapte en dat hij mij hier naartoe heeft gereden.".

Het werd stil. Niemand zei iets en toch was er geluid te horen. Hanna snikte zachtjes en ook Karl kon zich niet goed houden. Vanuit de donkere hoek waar de schommelstoel stond hoorde Rinze hoe Toine luidruchtig zijn neus snoot.

"Kom op mensen!" zo verbrak Rinze de stilte die hem beangstigde. "Niet huilen alsjeblieft. Het ergste ligt achter ons en het enige dat ik vreselijk rot vind, is dat ik niet weet hoe dat moet met het contact met mijn moeder."

"Ik denk dat dat wel goed komt," zei Karl met een gebroken stem. "Matthieu heeft een detectivebureau ingehuurd, dat je ouders de komende dagen in de gaten zal houden. Nu het erop lijkt dat je moeder je steunt, zal hij ze apart laten schaduwen om te kijken wat voor ontwikkelingen er verder gaan gebeuren."

"Denken jullie dat mijn moeder bij mijn vader weg zal gaan?" verwoordde Rinze het idee dat ineens bij hem opkwam.

"Ik weet het niet, maar uit jouw woorden zou je het haast kunnen opmaken. Ze zei je dat ze voor haar eigen veiligheid zou zorgen toch?" Rinze knikte. "We weten niet wat er gaat gebeuren, maar ik denk dat er wel iets gaat gebeuren en dan zitten de mensen van Matthieu er bovenop en weten we in elk geval wat er gebeurt."

Hoe vaag het allemaal ook klonk Rinze vatte het op als een geruststelling en nam dan eindelijk een hap van de soep.

"Heerlijk ma," zei hij nadat hij het geproefd had. Er werd gelachen en Rinze kreeg meteen een hoofd als een boei. "Het is toch wel goed dat ik dat zeg, hè?"

"Zeker jungske! Je noemt me maar Hanna of ma, wat jij wilt! Ik ben heel blij dat jij je hier bij ons thuis voelt."

Iedereen had honger gekregen en Karls moeder schepte voor een ieder een kom soep vol. Ook Rinze lustte er nog wel eentje en toen kwam dan eindelijk de vraag die hij Karl al zo lang had willen laten stellen.

"Ma?"

"Ja?"

"Karl heeft mij wat van uw pilletjes gegeven om goed te kunnen slapen, wist u dat?"

"Ja, dat heeft hij me verteld."

"Wat ik vragen wilde, hebben die invloed op je eetpatroon?"

"Je bedoelt of je er meer eetlust van krijgt of juist minder?"

"Meer," antwoordde Rinze.

"Nee, jongen. Niet dat ik weet in elk geval. Ik heb gewoon het idee dat je een gezonde Nederlandse jongen bent en nog in de groei. Dus eet ons hier alsjeblieft de oren van de kop en laat je nergens door weerhouden."

Rinze besloot dat te doen en tot grote verbazing van een ieder liet hij zich ook een derde kom soep goed smaken. Toen werd het toch echt tijd dat iedereen zijn bed zou opzoeken.

"Ik heb voor jullie Karls slaapkamer klaargemaakt," zei Hanna.

Karl haalde Rinze's kleren en de koffer uit de auto waarna Rinze eindelijk uit zijn slaapzak kwam om, nadat ze Hanna en Toine een 'goede nacht' gewenst hadden, de trap op naar boven gingen. Karl volgde hem en gaf hem aanwijzingen. Op de eerste verdieping ging het eerst een lange gang door met aan weerszijden allemaal deuren.

"Hier sliepen mijn broers en zussen," lichtte Karl toe.

"Had iedereen een eigen kamer dan?"

"Yep. Mijn pa en ma hadden en hebben het idee dat iedereen recht heeft op zijn privé. Er is beneden de ruimte voor het familiegebeuren, maar daarnaast moet elk zich ook terug kunnen trekken in zijn eigen territorium. En hier gaan we de trap op naar de tweede verdieping."

"Je slaapt op zolder dus."

"Ja! Maar wat voor een zolder, menneke!" grinnikte Karl.

Opnieuw veel kamers zo bleek uit de rijen deuren. Karl dirigeerde zijn vriend naar de eerste deur rechts. Rinze bleef netjes wachten tot Karl bij hem was.

"Durf je niet alleen naar binnen?"

"Dat wel, maar het is tenslotte jouw kamer."

"Oké."

Karl opende de deur en knipte het licht aan. Rinze stapte na zijn vriend over de drempel en zag een mooie, ruime kamer die vrolijk was ingericht. Er waren duidelijke overeenkomsten met Karls flat in Zwolle zo vond Rinze.

"Ik slaap dan wel op zolder, maar beschik wel over een eigen badkamer. Vol trots opende Karl de deur in de achterwand van de kamer en showde Rinze zijn privé domein.

"Waren de anderen niet jaloers op je?"

"Ach, niet echt. Ze wisten dat ik meer tijd dan wie ook op mijn eigen kamer doorbracht en misgunden me het absoluut niet." Karl liet zich neervallen op zijn bed en kreunde.

"Ben je moe?"

"Ja man, ik ben totaal op."

"Wil je meteen slapen?"

"Oké, wat wil jij eerst doen dan? Toch geen seks hè?" Rinze gniffelde.

"Nee, dat niet tenzij jij natuurlijk vreselijk graag wilt." Karl trok een lelijk gezicht ten teken dat hij echt niet wilde. "Eigenlijk zou ik wel even willen douchen als dat kan en het niet al te veel lawaai geeft in huis. Ik wil je ouders niet tot last zijn, begrijp je?"

"Ja, ik begrijp het. Ze zullen het eventjes horen, maar het ook wel doodnormaal vinden dat we na zo'n lange rit ons willen opfrissen."

"Zouden ze denken dat we seks hebben. Nu al?"

"Daar denk ik niet over na, jungske! Laat ze maar denken wat ze willen. Kom we gaan douchen!"

Rinze was eerder uit de kleren dan Karl, maar dat was natuurlijk ook geen wonder. Hij droeg nou eenmaal slechts twee kledingstukken. Samen stonden ze onder de heerlijk warme stralen van de douche en voelden zich goed. Af en toe wisselden ze een kusje uit of raakten ze elkaar aan zonder verdere bijbedoelingen. Snel droogden ze zich daarna af en kropen onder het dekbed.

"Mmm, ligt lekker hè?" verzuchtte Karl vragend.

"Zeker Karl. Het voelt hier zo ontzettend goed aan. Blijven we hier lang?"

"Nee! Jammer genoeg niet. Matthieu vind het beter dat we voorlopig eventjes het land verlaten, dus zodra we morgen… straks dus wakker zijn gaan we verder."

"Oké."

"Vind je het rot?"

"Enerzijds wel, maar aan de andere kant wil ik voorlopig eventjes zo ver mogelijk bij mijn vader vandaan, zodat ik zeker weet dat hij me niet meer in zijn macht krijgt. Dat wil ik nooit meer Karl!"

Karl trok zijn maatje tegen zich aan.

"Ik zal alles doen om dat te voorkomen Rinze."

"Ik geloof je Karl. Je hebt al zo ontzettend veel voor me gedaan. Dat wat je me beloofd hebt, heb je allemaal waar gemaakt en dus heb ik geen enkele reden om je niet te geloven."

Rinze kreeg geen antwoord meer van Karl, want die was in slaap gevallen. Zachtjes streelde hij door Karls donkere haren. Hij was blij dat hij hier was. Ver bij zijn vader vandaan en hij moest nu ophouden aan zijn vader te denken, want anders zou deze nog steeds invloed uitoefenen op zijn leven en dat was wel het laatste dat hij wilde. Stop het denken en ga slapen, zo sprak hij zichzelf streng toe.



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, december 2018 (herziene versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten