VRIJGEVOCHTEN - hoofdstuk 10

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

VRIJGEVOCHTEN - hoofdstuk 10

Bericht door Lucky Eye » za 12 jan 2019, 17:52

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



VRIJGEVOCHTEN



Hoofdstuk 10

Rinze had alles aardig goed gepland, zo dacht hij. Bewust was hij wat langer op het station blijven rondhangen, om maar niet te lang te hoeven wachten op school, voordat het tentamen zou beginnen. Lang wachten zou kunnen betekenen dat zijn medeleerlingen hem zouden gaan ondervragen, want hij kon zich niet voorstellen dat zijn vader gisteren niet al zijn klasgenoten gebeld had, om te kijken of hij daar wellicht onderdak had gekregen. Desalniettemin kwamen die vragen zodra hij het schoolterrein opstapte. Meteen werd hij omringd door zijn klasgenoten die allerlei vragen door elkaar riepen. Simon, de klassenvertegenwoordiger, maakte echter handig gebruik van de hem gegeven autoriteit en maakte met een keiharde uitroep een einde aan het krakeel.

"Wat is er aan de hand Van der Weide," maakte hij handig gebruik van het moment van stilte dat aanbrak meteen na zijn kreet.

"Wat wil je weten?" zei Rinze terwijl hij op een bankje ging zitten. Enkelen schoven aan beide kanten naast hem, terwijl de rest zich er omheen schaarde.

"Gisteren is iedereen uit de klas eerst door je vader gebeld. Hij wilde weten of jij misschien bij een van ons was. Daarna belde ook nog eens ds. Jager, die ons op het hart drukte vooral eerlijk te zijn en te blijven en aan te geven waar jij was, als wij dat wisten. Dus… enige uitleg zou wel op z'n plaats zijn, lijkt me."

Simon stond recht voor hem de armen over elkaar gevouwen. Rinze zuchtte diep.

"Ik heb problemen thuis en misschien is het goed als dat het enige is dat ik vertel. Anders zouden jullie er alleen maar last mee kunnen krijgen."

Het door elkaar geroep en gevraag begon opnieuw en Simon herstelde opnieuw de rust met zijn harde stem.

"Rot voor je Van der Weide. Ik hoop dat alles goed komt."

De bel ging en de hele klas liep naar binnen. Rinze was hartstikke blij dat het hier bij gebleven was. Natuurlijk waren er vragen bij iedereen, maar hij vond echt dat hij verder niets moest vertellen. Karl had eerder al eens een opmerking gemaakt over dat te veel weten niet goed zou kunnen zijn en ook de voorzichtigheid van Matthieu had hem er toe gebracht zo weinig als mogelijk los te laten. In het lokaal zocht hij zijn tafeltje op met daarop het nummer 96: zijn examennummer. Hun leraar natuurkunde had een paar opmerkingen vooraf en daarna werd het tentamenwerk uitgedeeld. Het was Rinze's voornemen om zo snel mogelijk de school weer te verlaten. Daarom bekeek hij vooraf goed naar het aantal punten dat er met elke vraag te verdienen viel. Daarna koos hij die vragen uit waarvan hij zeker wist het juiste antwoord te weten en vervolgens ging hij als een razende aan het werk.
Drie kwartier later telde hij alle punten bij elkaar op en kwam volgens de bijgeleverde tabel uit op een zes. Een prima cijfer voor nu besloot hij, schoof zijn stoel achteruit en stond op. Meteen merkte hij dat iedereen in zijn richting keek. Hij negeerde de blikken, liep naar de toezichthouder bij de deur en leverde daar zijn werk in. 'Nu al klaar?' werd hem op zachte toon gevraagd. 'Ja meneer,' had hij geantwoord en had het lokaal verlaten. Buiten gekomen zette hij het meteen op een rennen. Het voelde hier niet goed. Steeds harder rende hij in de richting van het station, waar hij wist dat hij de vrijheid weer tegemoet zou kunnen gaan. Hij stoof het voetgangerstunneltje onder de IJsselallee in en ineens werd hij zich bewust van andere rennende voetstappen.
Meteen stopte hij en draaide zich om. Niets te zien. Maar… toch heel erg vreemd. Hij rende verder en toen hij de zuidelijke ingang van het station naderde, stopte hij met rennen en meteen registreerden zijn oren achter hem opnieuw het geren van andere mensen. Hij keek over zijn schouder en zag twee mannen die ook net het hardlopen hadden gestaakt. Oké, dacht hij bij zichzelf, nu vertrouw ik het helemaal niet meer. De ene man kwam hem bovendien erg bekend voor. Hij liep de trap af de tunnel in. Onderaan de trap sloeg hij linksaf en bleef meteen staan, alsof hij geïnteresseerd was in de vertrektijden van de treinen op één van die grote gele borden. De twee kwamen ook de hoek om één van hen botste zowat tegen hem op. Rinze wist wie de man was.
De twee liepen verder de tunnel in en toen ze bijna bij de trappen aan de andere kant waren, zette de jongen zich weer in beweging. Hij zag dat de ene de linker trap en de ander de rechter nam. Welke hij dus ook zou nemen, ze zouden hem spotten, als het inderdaad zo was dat ze hem volgden. Toen hij de rechtertrap naar boven nam, zag hij de voor hem onbekende man staan voor de broodjeszaak. Rinze bleef staan en keek om zich heen, alsof hij zelf aan het bedenken was waarheen hij wilde gaan. De ander hield zich op bij de Free Records Shop en nadat hij al zijn moed bijeengeraapt had liep hij deze winkel binnen vlak langs de man. Rinze neusde wat rond en bedacht zich dat het wellicht het beste was om een plek op te zoeken waar mensen waren en dan was het station niet de beste keuze.
Hij verliet de winkel en ook meteen het station. Bij het zebrapad stak hij over om vervolgens rechts af te slaan in de richting van het bankgebouw. Eventjes moest hij wachten om een fietser voor te laten gaan en toen stak hij het kleine zijstraatje over. Nog een keer wilde hij checken of hij echt gevolgd werd. Eventjes voorbij de ingang van de bank stopte hij en knielde met een been op de grond om zogenaamd zijn veter vast te maken. Daarbij had hij - diep bukkend - de gelegenheid om tussen zijn benen door te kijken. Hij wist inmiddels precies wat de kerels droegen en terwijl hij daar zo zat, zag hij hoe ze stopten en deden alsof ze een poster bekeken. Duidelijk dus! Rinze richtte zich weer op en zette er flink de pas in. Hij liep de straat in van het Bilderberghotel in de richting van het centrum. Af en toe niet al te opvallend om zich heen spiedend, wist hij dat nu de ene man achter hem liep en de andere overgestoken was naar de rechterkant van de straat. Hij pakte zijn nieuwe mobiele telefoon uit zijn broekzak en belde het nummer van Karl.
Karl had vanaf het moment dat Rinze weggegaan was totaal geen rust kunnen vinden. Natuurlijk had hij geprobeerd zich op zijn adem te richten, maar… het was hem niet gelukt. Zeker niet toen hij voelde dat hij een 'ADHD-aanval' zou krijgen. Hyperactief was hij ineens geworden en als een stuiterbal stuiterde hij door de woning. Hij rende van de woonkamer naar de keuken naar zijn werkplek steeds maar iets heen en weer dragend of verleggend. Hij had de ene was uit de wasmachine gehaald en in de droogtrommel gedaan, om daarna de tweede in de wasmachine te doen. Daarna had hij de ramen van de woonkamer gelapt en de vloer gedweild.
Toen was hij bekaf geweest en had hij zich doodmoe - vooral van zichzelf - op de bank neer laten ploffen. Normaal zou hij nu een pilletje van zijn moeder genomen hebben en naar bed zijn gegaan, maar dat kon hij nu niet doen. Niet eerder dan dat Rinze weer thuis zou zijn of zou hebben gebeld. Hij schrok op toen zijn telefoon rinkelde en had het ding meteen te pakken. Hij zag dat het Rinze was.

"Alles goed?" riep hij.

"Nee, niet echt. Ik kan niet naar huis komen, want ik word gevolgd door twee kerels"

"Wat?" Rinze herhaalde wat hij eerder gezegd had. "Ik ben bang, Karl. Wat moet ik doen?"

Karl was ineens helemaal helder en niet meer moe noch hyperactief. Nu moest hij er zijn voor de jongen en hem zien te redden uit de situatie waarin hij nu zat.

"Even rustig aan jongen. Laat me denken," zei hij om voor zichzelf tijd te winnen. Na een aantal ogenblikken begon hij weer te praten. "Je weet het zeker hè, dat je gevolgd wordt!"

"Ja, heel erg zeker." En Rinze legde uit hoe hij het gemerkt had en voor alle zekerheid nog een keer gecheckt.

"Oké, zorg ervoor dat je niet in paniek raakt."

"Maar ik ben bang, Karl!"

"Lieverd. Probeer niet met je emoties te reageren. We zitten nu in een vreselijk rottige situatie, maar daar komen we alleen maar uit als we volledig kalm blijven en ons verstand blijven gebruiken. Als we nu toestaan dat de emoties met ons op de loop gaan, dan redden we het niet, Rinze! Begrijp je me!"

"Ja," zei Rinze met een snik in zijn stem.

"Ik hou van je, Rinze!"

"Ik ook van jou Karl, maar…"

"Luister nu goed naar wat ik je zeg. Zorg dat je tussen de mensen blijft. Zoek een grote winkel of zo op, maar zorg ervoor dat je nooit ergens alleen met die twee bent. Blijf tussen de mensen."

"Daar had ik al aan gedacht, Karl."

"Waar ben je nu?"

"Ik loop nu langs de singel in de richting van het centrum."

"Prima. Ik hang zo op en regel iets. Geef me vijf tot tien minuten."

"Bel je terug?"

"Zeker jongen! Ik bel binnen vijf tot tien minuten terug. Tot zo!"

"Oké!"

Karl verbrak de verbinding en begon te ijsberen. Oké! Wat nu? Stevig stapte hij door en bedacht hoe hij de jongen zou kunnen helpen. Met zijn eigen auto naar het centrum gaan en hem ergens oppikken was geen optie, want dan zouden die twee zijn nummerbord kunnen noteren en hem zo alsnog aan Rinze kunnen linken en dat was iets wat de jongen absoluut niet wilde. De auto van iemand anders lenen zou ervoor kunnen zorgen, dat die iemand anders de politie op z'n dak gestuurd kreeg, dus dat kon ook niet! Maar… wacht eens eventjes, zo zei hij tot zichzelf. Als ik ervoor kan zorgen dat niemand de auto ziet. Als ik kan zorgen voor een soort van vertragingstechniek, zodat die twee Rinze's spoor heel even bijster raken dan…
Het plan ontvouwde zich heel snel in zijn hoofd. Hij schreef wat steekwoorden op, streepte er weer een aantal door om die te vervangen door nieuwe en zo vormde zich zijn strategie. Toen hij de pen op de tafel wierp, zat alles in zijn hoofd en wist hij precies hoe het zou moeten gaan. Nu eerst Peter bellen.
Rinze had bewust zijn tempo na het telefoontje met Karl wat vertraagd. Zodoende gaf hij zichzelf wat meer tijd, had hij het idee, en kon hij zich ook beter richten op zijn ademhaling. Dat laatste zorgde ervoor dat hij iets rustiger werd en dat die vervelende knoop die zich in zijn maag had ontwikkeld langzaamaan wat begon weg te trekken. Ook zijn hart bonkte nu niet meer zo hard en hij bemerkte dat hij nu nog scherper zijn omgeving in de gaten kon houden. Via de singel bereikte hij de brug naar de Luttekestraat. Hij had gemerkt dat de man die aan de overkant van de straat liep dichterbij was gekomen, omdat Rinze bij de brug dus een keuzemogelijkheid had: of hij zou de stad ingaan of hij zou verder langs de singel lopen. Zoals afgesproken met Karl liep hij de stad in. De eerste winkelstraat was meteen al behoorlijk druk. Niet zo erg als de Diezerstraat in de regel, maar toch druk genoeg zodat je goed moest uitkijken waar je liep.
De jongen voelde dat de twee de afstand tot hem nu verkleind hadden, zodat ze hem niet uit het oog zouden verliezen. Het leek erop alsof ze vrij professioneel waren, maar… ook weer niet helemaal, want dan zouden ze allang door gehad hebben dat hij wist dat hij gevolgd werd. Toch? Oké, niet teveel aan die twee denken, zo sprak hij zichzelf rustig toe. Aan het eind van de straat stak hij het marktplein over en liep de Diezerstraat op. Hier was het - ook als was het maandagmiddag - beduidend drukker. Meteen sloeg hij rechtsaf de Roggenstraat in naar de achteringang van de V&D. Een prima plek met veel mensen om het je achtervolgers moeilijk te maken en er in elk geval voor te zorgen dat ze geen belagers werden. Net toen hij de deur van de V&D openduwde, ging zijn telefoon die hij steeds in de hand had gehouden. Meteen nam hij op. Gelukkig! Het was Karl.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

"Peter, kan ik je auto vandaag even lenen?" Zo was Karl begonnen meteen nadat Peter de telefoon had opgenomen.

"Zeker wel, Karl maar wat is er aan de hand man, je klinkt ontzettend opgewonden alsof je in een heel spannend jongensboek zit?"

"Sorry Peter, maar ik heb nu geen tijd om het allemaal uit te legg…"

"Dat doen we dan ook niet, Karl. Bovendien heb ik ook absoluut geen tijd, want ik sta te wachten op de Schipholtaxi, die eigenlijk al 10 minuten te laat is."

"Owww, sorry man ik had je nog willen bellen…"

"Geeft niet Karl, je hebt vorige week woensdag me al een prettige vakantie gewenst, dus dat zit wel snor. Je kunt jezelf binnenlaten met je eigen sleutel en de sleutels van de auto en de papieren leg ik in de broodtrommel. Die weet je te vinden hè?"

Karl reageerde positief en daarna verbrak Peter het gesprek met een gehaast 'doei', omdat zijn taxi waarschijnlijk voorreed. Daarna zocht Karl het nummer van Oscar in zijn telefoonboek. Hij maakte verbinding en wachtte totdat er aan de andere kant werd opgenomen. Dat duurde even en dat wachten maakte hem enorm zenuwachtig. Eindelijk werd er dan opgenomen.

"Oscar, met Karl. Ik heb je hulp nodig!"

"Oké, meestal beginnen we een gesprek met 'hoe gaat het ermee' en zo, maar ik begrijp dat je daar nu geen tijd voor hebt. Steek van wal, leg me het een en ander uit en zeg maar wat je van me wilt." Dat was Oscar. De spraakwaterval onder zijn vrienden. Karl begon te vertellen en toen hij uitgepraat was, nam Oscar het gesprek meteen over. "Je wilt van mij dus een vertragingstechniek om dat vriendje van jou een paar minuten de tijd te geven weg te komen."

"Yep, dat is het. Maar heeft jullie winkel een achteringang, waarmee je op de Badhuiswal uitkomt?"

"Ja, dat is geen enkel probleem. En heel goed bedacht van je als ik het mag zeggen. Je had strateeg moeten worden, Karl."

"Dank je Oscar, maar…"

"Niet te snel Karl, ik moet even denken en zoals je weet kan ik praten en denken heel goed tegelijk, dus denk niet dat als ik lekker doorratel er niet gedacht wordt hier. De uitgang is dus geen probleem. Hoe heet je vriendje?"

"Rinze."

"Rinze kan het beste gewoon door de ingang aan de Diezerpoortenplas binnenkomen. Hij weet waar de winkel is?"

"Denk het wel en anders leg ik hem dat nog wel uit."

"Oké, ik weet het al, snel hè?"

"Je bent een genie Oscar!"

"Niet slijmen Karl, daar bereik je niets mee," klonk het grinnikend aan de andere kant van de lijn.

"Vertel op Oscar. Wat moet hij doen."

Oscar gaf een uitleg die op zich heel kort was. Hij gaf de vluchtroute aan die Rinze zou moeten gebruiken vanuit de winkel naar de Badhuiswal. Daar zou Karl hem dan moeten opwachten met de auto.

"De rest laat je maar aan ons over. Eindelijk weer eens een verzetje! Heerlijk zoiets!"

"Ben blij dat ik je van dienst kan zijn Oscar. Maar hoeveel tijd heb je nodig."

"Het is nu 15:25 uur."

"Nee, 15:27 uur," corrigeerde Karl hem.

"Ja hoor, Pietje Precies in de bocht. Sorry hoor Karl, was heel even vergeten dat jij elk uur het tijdsein belt." Ondanks de gespannen situatie waarin hij verkeerde moest Karl lachen. "Geef ons hier 20 minuten om de boel te organiseren dat moet voldoende zijn. Redt hij het zolang?"

"Ja, moet kunnen. Oscar je bent echt geweldig dat je dit voor ons wilt doen."

"Ach je weet hoe ik ben. En… ik maak graag gebruik van jouw diensten, dat weet je."

"Altijd tot wederdienst bereid Oscar. Bedankt!"

Karl drukte op de rode knop zonder op een laatste reactie van Oscar te wachten, omdat hij zo snel mogelijk Rinze wilde bellen.

Rinze drukte meteen de groene knop in die de verbinding tot stand bracht. Karl was duidelijk in zijn instructies en heel gedecideerd. Toen hij zijn verhaal gedaan had, moest Rinze voor de zekerheid alles nog eens herhalen. Rinze had goed geluisterd en maakte geen enkele fout in het weergeven van de eerdere instructies.

'Gaat dit werken?' had hij willen weten.

Karl had hem verzekerd dat er helemaal niets mis kon gaan. Dat alles nu in de handen lag van Oscar en de andere mensen in de winkel en dat die 100% te vertrouwen waren. Met een kus over en weer verbraken ze de verbinding. Rinze wist dat hij nog 20 minuten tijd moest zien te rekken. Dus maar weer opnieuw langs de rekken met Cd's en Dvd's bij de V&D. Vervolgens naar de Dixons, om daar hetzelfde te doen en zich ook te vergapen aan allerlei andere elektronische apparatuur. Toen in de richting weer van de Diezerstraat en plotsklaps stond hij tegenover een jongen die hij kende. Gelukkig eventjes iets zinvols te doen zo had hij het gevoel. Midden op straat bleven ze staan en ontspon er zich een leuk gesprek. Rinze kende de jongen van de busreizen in de winter van en naar school. De jongen zat op een andere school en was voor Rinze altijd een bron van inlichtingen op allerlei gebieden die thuis in de taboesfeer vielen.
Het gesprek verliep leuk en gaf Rinze de tijd om eventjes niet meer aan die twee te denken. Na een kwartiertje gaf Rinze aan dat hij weg moest en vriendelijk namen ze van elkaar afscheid. Oké, vijf minuten om naar de Diezerpoortenplas te komen moest voldoende zijn en bovendien zou het niet heel erg zijn om even iets later aan te komen. Dan had iedereen iets meer tijd, maar… zo bedacht hij zich ineens misschien zou Karl zich wel ongerust maken en meteen zette hij er flink de pas in.
Karl was meteen na het gesprek met Oscar in zijn auto gestapt en naar het huis van Peter gereden een aantal straten verder. Met de sleutel die hij van diens woning had, liet hij zichzelf binnen. Al een aantal jaren zorgden ze over en weer voor elkaars planten en post bij afwezigheid. In de broodtrommel vond hij de autosleutel en de papieren. Snel ging hij weer naar buiten. De witte Peugeot stond een eindje verderop in de straat. Karl rende ernaar toe, stapte in, startte de auto en reed weg. Zich een weg banend door het stadsverkeer van Zwolle keek hij regelmatig op zijn horloge. Hij mocht absoluut niet te laat komen.
Het was druk op de weg maar gelukkig was het maandag en dan viel het in de regel nog wel mee en zo dus ook vandaag. Te snel reed hij door de straten op weg naar zijn bestemming. Ook niet weer te snel rijden, want dan zou hij alleen maar de aandacht op zich vestigen en aangehouden worden door de stadscowboys was wel het laatste dat hij nu kon gebruiken. Hij had alle minuten nodig om op tijd te komen en het plan te laten slagen.
Rinze had de tijd goed in de gaten gehouden en toen hij merkte dat hij te vroeg zou komen, was hij nog maar eventjes bij de speelgoedwinkel van De Wit naar binnen gelopen. Snel even naar de bovenste verdieping voor de modelspoorbanen en zich eventjes daaraan verlekkeren. Een jongenswens die hij altijd had gehad, maar die nooit in vervulling was gegaan, helaas. Zijn horloge raadpleegde hij diverse keren. Met twee à drie minuten moest hij de computerwinkel waarnaar hij op weg was wel kunnen bereiken. De trappen af en meteen voelde hij weer de ogen in zijn rug van één van zijn achtervolgers. Buiten regende het weer. De ander stond de etalage te bekijken.
Snel links af de Diezerstraat weer op en naar het einde ervan lopen. Hij versnelde zijn tempo iets. De regen viel nu ook veel harder. Het zebrapad over en dan aan de linkerkant van de weg verder de brug over. Daar was een klein buurtje met een paar winkels, die een goede ligging hadden zo tussen het winkelhart van de stad en een nieuw winkelcentrum. Hij was nog wat te vroeg en bleef op de stoep even wachten. De man die achter hem gelopen had, stond nu ook stil en bekeek opnieuw een etalage. De ander liep nog op enige afstand aan de overkant van de straat. Rinze wachtte een gunstig moment af en sprong toen vlak voor een aanstormende auto de straat over. De auto moest flink afremmen, om hem niet te raken maar Rinze had daar geen oog voor. Het plan was nu in werking getreden.
Hij liet in gedachten zijn achtervolgers compleet los en snelde de winkel binnen. Hij zag de hoge stapels dozen achter de deur, rende om de verkoopbalie heen en dook naar links. De deur stond, zoals Karl aangegeven had, half open. Hij glipte erdoor en deed de deur achter zich dicht. Snel rende hij de gang door. Een trapje op, een deur open en toen was hij in de personeelskantine zo bleek. De deur in de tegenoverliggende muur openen en dan weer een trapje af. Keihard rende hij nu een lange, brede gang door waarin links allemaal dozen opgestapeld stonden.
Aan het einde van die gang was een door zonlicht verlicht raam. Hij trok de deur open en kwam uit op een pleintje dat aan alle kanten omring was door gebouwen. Hij zag het nauwe gangetje tussen de oude huizen en rende erop af. Het stonk er enorm, maar Rinze rende door. Hij kwam uit op een vrij rustige straat en tuurde naar links en rechts. Hij zag de witte auto staan en rende ernaar toe. Snel trok hij de achterdeur open, stapte in, trok de deur achter zich dicht en ging languit op de bodem van de auto liggen. Karl reed de auto meteen de weg op en voegde zich rustig in het verkeer.



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, december 2018 (herziene versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten