Sjoerd deel 1

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

Sjoerd deel 1

Bericht door Hans Bernard » za 08 aug 2009, 11:43

SJOERD deel 1.


Lusteloos liep Sjoerd door het winkelcentrum. De wereld was een grote zooi. Deze koopstraat een en al luchtkasteel, louter dromen. “En dromen zijn bedrog…” klonk het uit de talloze, verspreide luidsprekers. Uit pure verveling trapte hij tegen een reclamebord. Knal! Iemand botste tegen hem op.

“Kun je niet uit je doppen kijken? Je denkt zeker dat jij de enige bent die hier loopt,” was zijn eerste reactie. Hij keek in een vrolijk, opgewekt gezicht.

“Het gebeurde niet met opzet.” De jongen keek hem vriendelijk aan.

Sjoerd voelde zich lullig. Waarom was hij meteen zo opgefokt. Hij bedacht wat hij kon zeggen als excuus. Ondertussen bekeek hij de jongen die voor hem stond. Tjonge, die mocht er zijn. Lekker lijf, mooie bos gitzwart haar en een lach om bij te smelten. Wedden dat hij op de sportschool trainde!

“Sorry,” mompelde Sjoerd, “ik heb vandaag mijn dag niet.”

“Dat merk ik. Misschien kan ik je wat opvrolijken? Heb je soms zin om een pilsje te gaan pakken?”

Sjoerd reageerde verbaasd. Een wildvreemde jongen die hem uitnodigde om wat te gaan drinken. Och waarom eigenlijk niet?

“Mm graag,” stemde hij toe.

“Wel, ik ben Paul.”

“Sjoerd,” stelde hij zich voor.

Hij wist niet hoe hij het had. Zo even leek de wereld een groot troosteloos oord en nu ineens scheen de zon te stralen als nooit tevoren. Een onbeschrijfelijk gevoel maakte zich van hem meester. Hij moest even in zijn arm knijpen om te zien of hij niet droomde. Het winkelcentrum leek plotseling te bestaan uit één kolkende, dansende menigte van louter opgewekte mensen. En hij liep daar tussen, naast een knappe gozer, die hem nota bene voor een pilsje uitgenodigd had. Even later zaten ze lekker onderuitgezakt op een terrasje. Paul met zijn glas in de hand, maakte een toostgebaar. Het leek of Sjoerd hem al tijdenlang kende. Het voelde zo vertrouwd. Gek eigenlijk. Je ging toch niet zo maar met een onbekende jongen ergens een terrasje pikken. En toch zat hij hier met Paul, die hij een kwartier geleden nog nooit gezien had. Veel had hij nog niet gezegd maar dat hinderde ook niet. Alleen al het naast hem zitten gaf een lekker gevoel.

“En, een beetje tot rust gekomen?”

Sjoerd knikte.

“Heb je soms zin in een tosti of iets dergelijks?”

Sjoerd kreeg een kleur, hij zag er toch niet zo hongerig uit.

“Schaam je niet, ik heb ook trek,” zei Paul met een lach.

“Nou vooruit, bestel voor mij maar hetzelfde als voor jou. En laat mij dan nog een pilsje betalen.”

“Als je het niet erg vindt, neem ik bij mijn eten liever een glas melk,” antwoordde Paul.

Het meisje dat de bestelling kwam opnemen, noteerde twee broodjes gezond en twee melk. Sjoerd zakte weer relaxed onderuit en raakte per ongeluk het been van Paul. Een paar seconden langer dan nodig liet hij het zo, voor hij zijn been terugtrok. Hij had het er helemaal warm van gekregen. Waar was hij nu mee bezig? Hij was niet goed wijs. Hij moest zich niet van alles in zijn hoofd halen. Alleen in seksverhalen lagen kerels, voor de dag om was, al met elkaar in bed. Bovendien was Paul, zo hetero als de pest. Dat kon je zo wel zien. Hij merkte dat Paul hem onderzoekend aan keek.

“Wat doe jij eigenlijk, Sjoerd, werk je of zit je nog op school?”

“Ik ben pas 20 geworden en heb lang genoeg op school gezeten. Ik heb de Havo afgemaakt en werk nu in de schouwburg. Overdag zit ik op de administratie en ’s avonds werk ik soms als er zieken zijn. Je weet wel, in de garderobe jassen weghangen, mensen hun plaatsen wijzen en bardienst in de pauze.”

“Leuk werk” zei Paul enthousiast.

“Ja, gaaf. Je ontmoet zo allerlei mensen én ook artiesten.”

“Dat is natuurlijk helemaal te gek, “ zei Paul met een lichte jaloezie in zijn stem.

“Vind je?” vroeg Sjoerd lichtelijk verbaasd. “Het went gauw hoor aan al die artiesten om je heen, althans de meesten. Alleen de echte grote sterren doen je elke keer opnieuw weer kippenvel krijgen. “

“Ik zou er ik weet niet wat voor over hebben om een dergelijk baantje te hebben.”

Sjoerd keek Paul onderzoekend aan. Zou hij dat nu echt menen?

“Nou, als jij dat echt wilt, kan ik er wel voor zorgen dat jij gastheer wordt hier in de schouwburg.

“Echt, Sjoerd?”

Paul keek hem aan of hij zojuist de honderdduizend had gewonnen. Hij boog zich voorover legde een hand op Sjoerd zijn knie en zei:

“Ik zal je eeuwig dankbaar zijn. Weet je, dit wil ik dat al sinds ik met mijn ouders voor de eerste keer naar een voorstelling geweest ben. Maar ik wist niet hoe dit aan te pakken en nu kom jij mij ineens vertellen dat jij ervoor kunt zorgen. Fijn man. Je bent een kerel uit duizenden.”

Nog steeds lag zijn hand op Sjoerd zijn knie. Die wist niet hoe hij moest kijken. Zijn been tintelde van opwinding en het ‘je bent een kerel uit duizenden’ bleef maar in zijn oor doorklinken.

Op dat moment schalde er door het winkelcentrum: “ Paultje”

Paul ging meteen rechtop zitten, haalde zijn hand van Sjoerd zijn knie en keek rond of hij kon ontdekken vanwaar er geroepen werd. Wild zwaaiend stond op de eerste verdieping een lange slungelige knul. Weinig enthousiast hief Paul zijn hand op. Als hij nu maar door liep en hen met rust liet. Helaas een paar tellen later stapte Dorus, het ex-vriendje van Paul, het terras op. Trok een lege stoel naar zich toe en zette zich naast Paul. Hij had Sjoerd nauwelijks aangekeken toen hij het terras opkwam. En ook nu deed hij of Paul de enige was met wie hij daar zat. Sjoerd voelde zich nogal ongemakkelijk omdat hij met opzet min of meer genegeerd werd. Hij besloot zijn glas leeg te drinken en weg te gaan. Hij stond op, zei Paul hartelijk gedag, bedankte hem voor zijn gastvrijheid. Met een kort knikje naar Dorus verliet hij het terras. Opnieuw was zijn humeur tot beneden het vriespunt gedaald. Wat een zak van een kerel. Werd het net een gezellige middag kwam die vent roet in het eten gooien. Hij was echter nauwelijks een paar meter van hen vandaan toen hij Paul hoorde roepen:

“Hé Sjoerd, ik wil je telefoonnummer nog, anders kom ik niet te weten of jij dat baantje voor mij hebt kunnen regelen”

“Weet je wat, geef mij jouw nummer maar dan bel ik zodra ik iets weet,” riep Sjoerd terug.

Hierop gaf Paul zijn nummer, knipoogde voor hij weer ging zitten om zijn gesprek met Dorus voort te zetten.

Met een licht gevoel in zijn buik liep Sjoerd het winkelcentrum uit, pakte zijn scooter en reed naar huis. Hij glimlachte bij de herinnering aan ‘de botsing’ en alles wat er daarna gebeurd was. Ineens schoot hij in zijn lach. Hij was weggelopen en had helemaal niet meer aan zijn broodje gedacht. Nou ja, dan was Dorus er maar goed mee. Ofschoon hij het hem eigenlijk niet gunde. Hij ging nu zo vlug mogelijk uitzoeken of er nog gastheren voor de schouwburg nodig waren. Hoe eerder hij dat wist, des te sneller kon hij Paul bellen. Misschien gingen ze dan samen nog eens een pilsje pakken. En dan kon hij proberen aan de weet te komen of Paul een vriendinnetje had. Hij besloot daarom toch maar op zijn scooter naar de schouwburg te rijden, ook al was het zijn vrije middag. Bovendien had hij morgen een snipperdag genomen zo vlak voor het weekend. Dus als hij niet ging kon hij pas volgende week maandag op informatie uit. Nee, nu maar snel gaan kijken. Opnieuw toverde alleen al de gedachte aan Paul bij hem een glimlach op zijn gezicht. Wat een hufter, die Dorus, dacht hij er meteen achter aan. Dat zou zijn vriend niet zijn. Hij was eigenlijk wel benieuwd hoe Paul en Dorus elkaar kenden. Zo in gedachten reed hij bijna de schouwburg voorbij. Hij stopte, wachtte tot er een opening was om over te steken en draaide terug naar de schouwburg. Bij de artiesteningang, de ingang ook voor het overige personeel, zette hij zijn scooter op de standaard. Wel zo dat de portier er een oogje op kon houden. Dat vroeg hij hem ook toen hij binnenstapte. Snel liep hij door naar de adjunct-directeur, die personeelszaken in zijn portefeuille had. Een kwartiertje later kwam hij glunderend naar buiten. Het was gelukt er was een vacature. En hij kon Paul vragen om contact op te nemen met de adjunct.

Hij bedacht dat hij niet naar huis wilde want hij moest nog wat eten. Maar eens even bellen of Judith soms thuis was. Met Judith had hij samen op de Havo gezeten en zij was zijn beste vriendin. Als zij een jongen was geweest was hij er zeker verliefd op geworden. Ook na hun schooltijd waren ze onafscheidelijk gebleven. De telefoon ging over en het was Judith die aan de andere kant van de lijn hing. ‘Of ze een terrasje mee ging pikken?’ Dat wilde ze wel en ze spraken af in de stad bij ‘de Glazen Koepel’.
Hij was er eerder dan Judith en vond nog een tafeltje bijna in de hoek. In de hoek zelf stond een ronde tafel waar drie oudere heren en een jongere man zaten. Waarom wist hij niet maar zijn aandacht werd naar die tafel getrokken. Een van de drie senioren had het hoogste woord en Sjoerd kon bijna letterlijk verstaan waar hij het over had. Over een homotijdschrift. In het homotijdschrift, ‘Uit de kast’ stond voor de eerste keer een vervolgverhaal. En als Sjoerd het goed begreep moest één van de vier de schrijver ervan zijn. Sjoerd verzette zijn stoel zo, dat hij wat meer zicht had op het groepje. Als hij moest gokken zag de man met de baard er het meest als schrijver uit. Of zou die jonge kerel, die er wel wat artistiek uitzag, de schrijver zijn? Wat leuk als hij kon ontdekken wie het was. Het homotijdschrift lag namelijk in de bibliotheek. Hij kon daar het vervolgverhaal lezen. Leuk dat hij dan ook de schrijver ervan in het echt gezien had. Hij zou best eens met een schrijver willen praten. Durfde hij het aan om zich in het gesprek te mengen? Op dat moment zag hij Judith binnen komen. Wat was het toch een schat van een meid. Vrolijk lachend en met haar armen zwaaiend, kwam ze op hem af.

“Tof Juut, dat je meteen kon komen” kuste hij haar en riep een ober.

Judith gooide haar jas op de stoel die vrij was en ging naast Sjoerd zitten. Ze was hartstikke blij dat Sjoerd haar gebeld had of ze tijd had. Ze liep al de hele middag niks te doen en zich erg te vervelen. En dit uitje was een welkome afwisseling. Toen ze binnen kwam zag ze dat Sjoerd naar de mannen aan de tafel achter haar zat te kijken. Nieuwsgierig als ze was keek ze ook, over haar schouder, naar het gezelschap in de hoek. Wat zei die jonge kerel? Zoiets van ‘als ik mijn boek heb uitgegeven en ik kan met schrijven mijn boterham verdienen…….’ De rest ontging haar. Spannend, een echte schrijver?

“Wat kijk je naar die kerels,” vroeg Sjoerd.

“Ik zag jou die mensen achter ons observeren toen ik hier binnen kwam en ik was benieuwd naar wat jouw aandacht had getrokken. Ik vang net een opmerking op en volgens mij is die jonge vent in dat zwarte pak een schrijver,” antwoordde Judith. “En mijn kop eraf als die andere naast hem geen nicht is.” Waarom zij dat er aan toevoegde wist ze eigenlijk zelf niet. Of was het misschien om Sjoerd uit zijn tent te lokken. Er werden zo links en rechts wat opmerkingen over hem gemaakt waar ze niet echt blij mee was. En omdat ze diep in haar hart misschien wel meer voor hem voelde dan ze wilde toegeven was ze benieuwd wat er van die roddels waar was.

Sjoerd voelde zich rood worden. “Is dat erg dan?” was zijn min of meer kortaffe reactie. “Bovendien vind ik dat je iemand wel erg vlug een etiket opplakt. “ Dat laatste kwam er niet erg vriendelijk uit.

Judith keek hem enigszins bevreemd aan. Waarom reageerde Sjoerd ineens zo geraakt? Zou er dan toch iets van waar zijn van de geruchten dat Sjoerd op jongens viel.

“Je hoeft niet boos te worden, ik bedoel er niets mee. Ik had zomaar het idee. En ik vind het best zolang ze zich maar met elkaar bemoeien en niet met mij,” zei Judith gedecideerd. Ze schrok wel enigszins van haar eigen opmerking. Ook Sjoerd keek haar verschrikt aan. Had ze een hekel aan homo’s? Hij kon het zich haast niet voorstellen. Hij voelde de moed in zijn schoenen zakken. Wat moest ie nou? Hij had juist Judith gebeld om haar naar aanleiding van zijn ontmoeting met Paul te vertellen dat hij homo was. Dat had hij al zo lang willen doen maar er was nog geen goede aanleiding voor geweest. En nu dus wel. Maar misschien was het maar goed dat hij plotseling niet meer durfde. Want hij wist niet eens of Paul wel op jongens viel. Het was dus een beetje voorbarig om Judith al deelgenoot te maken van iets, dat er helemaal niet was en misschien ook wel nooit zou komen. Daarbij kwam nu, dat hij niet wist of Judith homo’s wel of niet accepteerde gezien haar uitspraak daarnet.

“Wel Sjoerd en waarom moest jij mij zo dringend spreken?”

Wat moest hij nu voor een smoes verzinnen? Gelukkig kwam op dat moment de ober met hun bestelling aanlopen. Hij zette de punten appelgebak en de twee glazen thee op het tafeltje.

“Mm lekker,” riep Judith en pakte meteen zo’n grote punt met appel en slagroom. Sjoerd was blij met het uitstel.

“Volgens jou is die jonge kerel de schrijver?” schakelde hij gauw op een ander onderwerp over. “Ik dacht die met die baard.”

“O nee, dan zou ik nog eerder kiezen voor die man in de hoek. Je kunt goed zien dat hij gewend is te observeren. Hij houdt alles nauwgezet in de gaten. Maar misschien zijn het allemaal wel schrijvers, die hier in 'de Glazen Koepel' een vergadering hebben.”

“Je moet ook gaan schrijven, Juut, met zo’n fantasie. Hier vergadering, alle vier schrijver en dan ook nog een nicht. Ik zou bijna geneigd zijn om het te gaan vragen, kijken of jij het bij het rechte eind hebt.

In de hoek klonk gerommel. De vier mannen maakten aanstalten om op te stappen. Toen ze langs het tafeltje van Sjoerd en Judith liepen, greep Judith haar kans. Zij vroeg met een ontwapenende glimlach aan de jongste van de vier of hij soms schrijver was. Beiden zagen de man verrast opkijken en ja knikken. Sjoerd raapte al zijn moed bij elkaar en vroeg of hij ook in ‘Uit de kast” schreef. Nu was de verbazing bij de schrijver compleet. Er klonk duidelijk trots in zijn stem toen hij dit bevestigde en aan Sjoerd vroeg hoe hij daarbij kwam. Terwijl hij uitlegde hoe dat zo gekomen was, zat Judith enigszins verongelijkt aan haar thee. Ze ergerde zich aan het enthousiasme waarmee Sjoerd met de mannen stond te praten. Ze wist het nu zeker, het waren alle vier nichten en straks zouden anderen het idee krijgen dat Sjoerd ook zo was. Daar moest ze niet aan denken. Zij wilde niet met homo’s gezien worden. Toch vreemd dat Sjoerd nooit verkering had gehad, bedacht zij opeens. Ze besefte ook dat hij nooit over meisjes praatte. Het zou toch niet waar zijn dat Sjoerd op jongens viel. Judith raakte totaal van streek. Diep in haar hart voelde ze weer dat warme gevoel voor hem. En juist door een dergelijke uitnodiging als deze vanmiddag had ze weer hoop. Hoop dat zij ook meer voor hem kon zijn dan alleen maar een goede vriendin. En nu ineens dit. Zijn enthousiasme en de gretigheid waarmee hij naar de jonge schrijver stond te luisteren gaven duidelijk iets anders aan.

De mannen knikten vriendelijk toen ze naar buiten liepen.

“Wat een aardige kerel, die schrijver. Ik heb hem mijn emailadres gegeven dan kunnen we nog eens napraten over het verhaal in het homotijdschrift ‘Uit de kast'.

Judith begreep niet wat haar bezielde. Ze hoorde zichzelf zeggen:

“Ik heb hier geen zin in. Dus als je het niet erg vindt, stap ik op.”

En zonder nadere verklaring pakte ze haar jas, zei geen gedag en verdween, Sjoerd in opperste verwarring achterlatend. Hij keek gelaten naar het glas thee, dat onaangeroerd op het tafeltje stond naast een halve appelpunt waar de slagroom vanaf gegeten was. Als in trance pakte hij zijn appelgebak en begon te eten. Wat had hij in ’s hemelsnaam verkeerd gezegd of gedaan? Gedachteloos stak hij een stukje appel in zijn mond en keek naar buiten. Meteen veerde hij op. Daar liepen Paul en Dorus, druk pratend. Sjoerd voelde een steek. Hoe was het mogelijk dat hij zo onder de indruk van Paul was? En dat terwijl hij hem amper een paar uur kende. De twee jongens verdwenen uit het oog en Sjoerd verviel in een somber gepeins, nauwelijks genietend van zijn appelpunt. Zonder er verder bij na te denken at hij ook de helft op die Judith had laten staan. Eigenlijk was hij kwaad op haar. Het was toch belachelijk om zomaar weg te lopen. Dat deed je toch niet als goede vrienden. Ze moest het zelf maar weten, hij zou niet de eerste zijn die belde. Daarbij kwam dat ze duidelijk had laten merken niets van homo’s te moeten hebben. Dus kon hij maar beter de vriendschap verbreken. Hij pakte zijn jas en liep naar de kassa om af te rekenen. Buiten gekomen startte hij zijn scooter en reed naar huis. Toen hij echter langs de bibliotheek kwam besloot hij eerst het vervolgverhaal in ‘Uit de kast’ te lezen. Een beetje schichtig zocht hij tussen de tijdschriften het bewuste nummer van het homotijdschrift. Nog steeds was hij bang gezien te worden. Aha, daar lag het. Hij nam het mee naar een tafeltje achteraf om ongestoord te kunnen lezen. Daar was de eerste aflevering van het vervolgverhaal ‘Marnix’. Hij had misschien hooguit een regel of tien gelezen toen hij gestoord werd.

“Is het spannend?” klonk het achter hem.

Sjoerd draaide zich om en keek in het stuurse gezicht van Dorus. Hoe kwam die nou hier, vroeg hij zich af en waar bemoeide hij zich mee.

“Dat gaat je niets aan,”zei Sjoerd, flinker dan hij zich voelde en hij boog zich over het blad om verder te lezen.

“Nou dat gaat mij dan misschien niets aan, maar wat mij wel aangaat is jouw omgang met Paul. Als ik jou was zou ik Paul maar met rust laten want hij valt niet op halve zachte kerels zoals jij. Hij ziet liever een echte vent.”

Sjoerd was compleet uit het veld geslagen. Wat had dit te betekenen? Hij bleef roerloos zitten en zuchtte opgelucht toen hij Dorus hoorde weglopen. Hij was niet direct bang uitgevallen maar had het toch niet op types als Dorus. Alleen zat hij nu wel met een groot probleem. Hij wist nu dat Paul ook op jongens viel, maar als hij naar Dorus luisterde was Paul wel verboden terrein. Opnieuw begon hij aan het verhaal uit het homotijdschrift. Hij probeerde zijn aandacht erbij te houden maar telkens dwaalde hij af en dacht hij aan de dreigende woorden van Dorus. Het was het middagje wel. Eerst een rotbui, daarna de ontmoeting met Paul. Vervolgens het afspraakje met Judith en de ontmoeting met de schrijver en het onverklaarbare gedrag van Juut. En ten slotte de dreigementen van Dorus. Alles bij elkaar een behoorlijk heftig gebeuren. Sjoerd voelde zich rot. Hij was een gevoelige knul, die zich gemakkelijk dingen aantrok. Hij kon er zich bijna niet toe zetten om het verhaal uit te lezen. De letters vervaagden en hij dagdroomde weg. Hoe lang hij daar zo in zichzelf gekeerd gezeten had kon hij niet zeggen maar iemand van de bibliotheek schudde zachtjes aan zijn schouder.

“Sorry kerel, maar de bibliotheek gaat sluiten,” fluisterde een Harry Potterfiguur hem in het oor.

Sjoerd begon onmiddellijk zijn spullen bij elkaar te pakken, verontschuldigde zich voor de overlast en verliet de leeszaal. Door het verkeerslawaai kwam hij weer een beetje bij zijn positieven. Hij startte zijn scooter en reed richting huis. Vanuit zijn ooghoeken bemerkte hij nog juist dat Dorus ook de bibliotheek uit kwam. In zijn spiegel zag hij hoe die hem na stond te kijken terwijl hij wegreed. Hij voelde een rilling over zijn rug lopen. Daar was hij nog niet klaar mee. Het was druk op de weg. De winkels sloten, klanten en personeel waren op weg naar huis. Hij liet zich met de stroom meevoeren. Soms zag hij een bekend gezicht of collega die ook in de schouwburg werkte. Hij reed nu het centrumgebied uit. Het werd minder druk en hij schroefde de snelheid van zijn scooter wat op. Het leek wel of hij met het verlaten van het centrum ook alles wat er die middag gebeurd was achter zich liet. Naarmate hij dichter bij huis kwam voelde hij zich opgewekter. Hij merkte dat hij honger begon te krijgen. Het laatste stuk waagde hij het erop en gaf vol gas. In no time was hij thuis. Snel de scooter in de schuur. Toen hij de keuken wilde binnen stappen was de buitendeur op slot. O ja, zijn ouders waren niet thuis en Vonne, zijn zus, was bij haar vriendin. Hij diepte zijn sleutels op uit zijn jaszak, stak de goede in het slot en stapte naar binnen. Hij was nog geen drie stappen in huis of de telefoon ging. Hij pakte het toestel van het basisstation. Met zijn vrije hand borg hij zijn spullen op en terwijl hij naar boven liep naar zijn kamer zei hij:

“Met Sjoerd”. Het bleef even stil aan de andere kant van de lijn.

Dan klonk zonder enige inleiding: “Met Judith, ben jij homo?”





Sjoerd dl. 21 februari 2009 hjt.

Gesloten