NIEUW IN CALIFORNIË - hoofdstuk 7

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

NIEUW IN CALIFORNIË - hoofdstuk 7

Bericht door Lucky Eye » za 03 nov 2018, 12:05

NIEUW IN CALIFORNIË
Een verhaal van Ardveche, met zijn toestemming vertaald in het Nederlands door Lucky Eye.

Hoofdstuk 7- Geheimen
"Hoi jongens," probeerde ik op een zo'n normaal mogelijke manier te zeggen, maar ondertussen brandde ik van nieuwsgierigheid om te weten wat er zich tussen hen had afgespeeld. "Je bent wakker, hoe voel je
je?" Ik richtte me tot Curtis, die zwakjes glimlachte, en een neutraal gegrom als antwoord gaf, weer ging liggen en z'n ogen sloot. Er hing een zilveren kruisje om z'n nek dat me nog niet eerder was opgevallen. "Ik heb me wel eens beter gevoeld. Ik ben je iets schuldig, vriend." "Je had me op die manier niet moeten ontglippen." "Ik weet het." "Hier," ik herinnerde me plotseling de sigaretten in m'n borstzakje, en
gooide ze op de bank naast hem. "Maar je mag hier binnen niet roken." "Bedankt." Hij lachte stilletjes en pijnlijk, waarschijnlijk door de beweging die het veroorzaakte. "Drew, ik ga kijken of ik je oma ergens mee kan helpen, en laat jullie twee even praten, “Oké?" zei Tyler, die ik een beetje had genegeerd. "Dat hoef je niet te doen," zei ik.
"Dat weet ik, maar jullie tweeën moeten over een paar dingen praten, dus doe ik het toch." En zonder nog een woord te zeggen liep hij weg. Ik keek hem na, en draaide me langzaam om naar Curtis, stil zittend aan het voeteneinde, bang om hem pijn te doen. "Je hebt het zwaar," zei hij, met een uiterlijk onbewogen gezicht. "Je hebt het hem verteld, hè?" "Ja." "En hoe vatte hij het op?" "Hij heeft me niet geslagen." "Maar goed ook, hij heeft m'n vader helemaal in elkaar geslagen." En opnieuw kon ik niet zien wat hij er van dacht. Het leek er op dat hij weer in zichzelf gekeerd was en was bijna net zo koud als de eerste dag op school. Hij wilde mijn blik niet ontmoeten en het leek net of hij echt wilde dat ik de kamer verliet.
"Eigenlijk, was ik dat gedeeltelijk," bekende ik en wachtte een moment op zijn reactie die niet kwam. Hij keek alleen op en wachtte tot ik verder zou gaan. "Nadat ik gezien had wat hij jou had aangedaan, kreeg
ik een waas voor m'n ogen en was ik zo kwaad dat ik hem wilde vermoorden. Tyler moest me van hem afhalen. Het spijt me." "Waarom?" "Ik haat geweld, het maakt me net zo slecht als hem." "Misschien." "Blijf je zo kortaf?" "Misschien niet." "Je bent niet grappig." Ik begon me te ergeren aan dit spelletje, maar ik probeerde m'n stem zo normaal mogelijk te laten klinken. Ik realiseerde me dat hij een rotdag had gehad (maar niet te spreken over een rot leven) en ik wilde zijn problemen niet groter maken. "Als jij het zegt." "Luister. Wil je dat ik je alleen laat?" "Nee!" "Oh." De heftigheid van zijn antwoord verraste me. Zijn gedrag had er verdraaid veel op geleken dat hij wilde dat ik weg zou gaan. "Ik bedoel..., dat is het niet. Oké?"
"Ik weet het niet. Is dat zo?" Oké, dat was misschien geen opbouwend antwoord, en ik weet dat ik meer bezorgd moest zijn om z'n welzijn dan ik was, maar ik voelde me ook bezeerd en afgewezen. Er was duidelijk iets gaande tussen hem en Tyler, iets waarover ze liever zwegen dan dat ze het mij vertelden. En hij deed zo koud tegen me, dat ik niet wist wat ik denken moest. Ik voelde me precies als wat ik waarschijnlijk was, een buitenstaander. "Geef me dat overhemd even, wil je?" Hij veranderde abrupt van onderwerp en keek opnieuw van me weg. Ik wist niet hoe ik moest reageren, grotendeels omdat ik niet wist wat ik voelde. Het viel me op dat hij zei 'dat' in plaats van 'mijn' overhemd, maar ja, het was tenslotte degene die ik hem geleend had. Vatte ik alles te letterlijk op? Waarschijnlijk. Ik gaf het hem. "Waar ga je naartoe?" vroeg ik terwijl hij het aan probeerde te trekken.
Ik denk dat ik hem moest helpen, maar dat deed ik niet. Ik stond naar hem te kijken met samengeknepen lippen, en met mijn handen diep in m'n zakken. "Naar de keuken dommie, ik ben geen invalide." Hij grinnikte naar me, en de stemming steeg tastbaar. "Dat is maar hoe je het bekijkt." "En alleen mijn manier telt. Luister, het doet verrekte zeer, maar het is niet zo erg. En het is nu voorbij, Oké? Ik moet opstaan en zelf dingen doen, zodat ik je niet meer tot last zal zijn." "Je kan hier blijven zolang als nodig is." "Dat weet ik, maar dat wil ik niet." "Oh," zei ik, opnieuw. Voelde me verward en down, en niet voor de eerste keer. "Het is niet dat ik het niet waardeer, maar ik wil niet tot last zijn, of in de weg lopen. Ik kan voor mezelf zorgen. Oké?"
"Ik denk het. Het lijkt erop dat je je besluit al hebt genomen." Ik kon de bitterheid in m'n stem niet tegenhouden en huiverde innerlijk over de toon van m'n stem. "Oh, in Godsnaam Drew!" "Je hebt gelijk, sorry. Ik dacht, om het zo te zeggen, dat ik het begreep. Ik hoopte alleen dat je een tijdje zou blijven." "Ik zal wel moeten. Ik denk dat Lois me niet zo snel zal laten gaan. Denk je van wel?" Ik lachte erom, maar ik had nog steeds die doffe pijn in m'n buik. Dus zo voelt het om afgewezen te worden, huh? Ik denk niet dat ik het leuk ooit leuk zal vinden. Het kwam toen bij me op dat het dit misschien was wat Curtis voelde toen ik hem zei dat ik alleen belangstelling voor Tyler had. Au. Hij ging een beetje wankel staan, maar leek oké tot hij bukte om z'n broek van de stoel te pakken. Hij hijgde en huiverde een beetje toen hij voorover boog, en toen hij weer recht ging staan draaide hij zich naar mij toe en trok z'n wenkbrauwen op.
"Ik denk dat ik voorlopig geen opdrukoefeningen kan doen." Ik wist niet of ik moest lachen of huilen, om de manier hoe hij met deze hele, afschuwelijke, situatie omging, dus schudde ik alleen m'n hoofd naar hem. "Een beetje vrolijker, Drew." "Sorry." Hij gaf geen reactie, ging gewoon verder met aankleden met af en toe een kreun. Ik bleef staan waar ik stond zonder hem te helpen, wetend dat hij al genoeg in verlegenheid was gebracht bij de gedachte hoeveel mensen hem in deze situatie gezien hadden, en wilde het zelf doen. Toen hij klaar was ging hij opnieuw staan en lachte zwakjes naar me, aangevend dat ik voorop moest gaan naar de keuken. Tyler en Lois lachten om een of andere grap of iets anders toen we binnen kwamen. Ik was onmiddellijk onder de indruk hoe snel ze zich 'verbonden' voelden. Hij was bezig tomaten te snijden, terwijl Lois brood smeerde, en als je niet beter wist, zou je denken dat ze elkaar hun hele leven al kenden.
Niet voor de eerste keer ging ik me beter voelen door de aanwezigheid van m'n oma. Haar openheid en goede humeur maakten dat mensen zich op hun gemak bij haar voelden, een talent dat ik hevig bewonderde. "Oh, hallo Curtis," zei Lois, waarschijnlijk verbaasd hem weer in beweging te zien. Ze stopten allebei met lachen en Tyler zond me een vragende blik. "Hoi." Hij lachte braaf en manoeuvreerde zichzelf op een stoel. Hij bewoog zich voorzichtig teneinde zichzelf zo weinig mogelijk pijn te doen en gaf de indruk dat hij niet zo erg toegetakeld was. Lois schokschouderde en besloot niets te zeggen over wat er vandaag gebeurd was tot hij er zelf over begon, en ging verder met waar ze mee bezig was. "Je kan kiezen tussen kalkoen of pastrami," stelde Tyler met een glimlach voor. Het leek er op dat hij door ging met het spelletje. Was iedereen gek geworden? O nou, als hij het zo wou spelen, kon hij het zo krijgen. Voor nu tenminste.
"Kalkoen," zeiden Curtis en ik tegelijk. We keken elkaar aan en barsten in lachen uit. Tyler en Lois keken elkaar eveneens aan, maar ze haalden hun schouders op en schudden hun hoofd. "Auw! Auw! Oh God! Maak me niet aan het lachen!" Curtis snakte naar adem, met z'n armen om z'n buik, zichzelf heen en weer wiegend. "Je verdiende loon," zei Tyler droog. "Dat is dus de meelevende maatschappij," zei ik instemmend, terwijl Curtis z'n adem terug kreeg. "Terug aan het werk, keukenjongen!" "Van die opmerking krijg je spijt," zei Tyler grijnzend. Ik kon het niet helpen, maar ik grijnsde terug, ook al wilde ik niet. "Drew, waarom pak je de gazeuse niet, en schenk je vier glazen vol," vroeg Lois. "Doe ik."
Een paar minuten later zaten we allemaal gezellig te eten en te drinken. Het was net een normale dag en het leek in de verste verte niet of er iets ongewoons gebeurd was. Curtis en ik aten in stilte terwijl Lois ons informeerde over haar ochtend in het ziekenhuis, en Tyler zei dat we zaterdag allemaal naar de wedstrijd moesten komen. Al met al was het een vrij rustige lunch. Toen we klaar waren stond Lois
op om op te ruimen. "Zo, ik heb genoeg te doen, dus gaan jullie drieën maar, anders lopen jullie me toch maar voor de voeten." Ze ging druk in de weer om op te ruimen. "En Curtis?" "Ja." "De dappere soldaat uithangen is fijn en ik ben onder de indruk hoe groot en sterk en onafhankelijk je bent, maar doe het in hemelsnaam rustig aan. Tenminste voor twee dagen. Oké?" Eerst probeerde hij haar uitdagend aan te kijken, maar tenslotte liet hij z'n hoofd hangen en mompelde een antwoord. "Oké." "Grote jongen. En nu eruit, alle drie."
Gehoorzaam dromden we de keuken uit, en lieten ons in de kamer in stoelen neervallen. Stilte daalde over ons neer totdat Tyler, onze eigen oppepper, die verbrak. "En wat nu?" "Nou, ik weet niet hoe het met jullie tweeën zit maar ik wil een sigaret. Mag ik op de veranda roken?" en keek vragend naar mij. "Ik denk het wel maar je zou helemaal niet moeten roken, of wel?" "Net vond je me al humeurig maar als ik nu geen nicotine krijg moet je helemaal oppassen." Hij grijnsde breed om te laten zien dat hij een geintje maakte en drukte zichzelf op om naar buiten te gaan. Ik wilde met hem meegaan. " 't Is oké Drew, ik red het wel. En ik wil niet dat je tegen me begint te kankeren over passief meeroken." Ik ging weer zitten, en een moment later was ik opnieuw alleen met Tyler. Deze keer was zo mogelijk nog ongemakkelijker. "He, weet je wat?" vroeg ik uiteindelijk, toen een gedachte bij me opkwam. "Wat?"
"Curtis' gitaar zat niet bij z'n spullen die hij heeft meegebracht." "Speelt hij gitaar?" "Ja, hij heeft het zichzelf geleerd," zei ik trots. "Wow, is hij goed?" "Um, ik heb hem nooit horen spelen, maar ik weet zeker van wel." Ik voelde de trots voor m'n vriend een beetje zakken. "Ik ook," lachte Tyler. "Misschien moet ik hem een nieuwe geven. Snap je, om hem een beetje op te vrolijken." "Ze zijn niet goedkoop Drew." "Dat weet ik." "Zou je het vreemd vinden als ik de kosten met je wil delen?" Ik moet vragend hebben gekeken, want Tyler haalde z'n schouders op en keek weg, voor hij verder ging. "Ik heb het gevoel dat ik hem ook iets moet geven." "Waarom?" "Er is een winkel in de stad die ze tweedehands verkoopt. 'Stanley's', David heeft daar gewerkt." "Vlug van onderwerp veranderd Ellis!" "Klaag me maar aan. Oké? Ik vind het rot voor de jongen." "Hij heeft je medelijden niet nodig." Waarom zat ik plotseling zo in de verdediging?
Misschien om dat ik wanhopig graag wilde weten wat er tussen hen gebeurd was. Het had geen zin Tyler er naar te vragen maar misschien kon ik Curtis bewerken. Maar als hij halsstarrig bleef, zou ik ook niets uit hem krijgen. Misschien wist Kate het. "Weet ik, en het is geen medelijden." "Goed. Over hoeveel hebben we het?" "Ik weet het niet. Honderd, honderdvijftig dollar misschien." "Zoveel?" Ik was verbijsterd. Ik had misschien 40 dollar contant. Ik had wel wat op m'n spaarrekening maar daar wilde ik niet aankomen. Toch was dit erg belangrijk, tenminste voor mij wel. "Ik denk het. Heb je zoveel?" "Ik kan eraan komen. Doe jij de helft?" "Zeker. Het is het waard." "Wacht even." Ik draafde naar de keuken waar Lois een gieter stond te vullen. "Loisssss," zei ik op mijn meest vleiende toon. "Nee." "Je weet nog niet eens wat het is."
"Oké, gooi het eruit," ze draaide zich om en leunde achterover met haar armen over elkaar om me aan te horen. "Tyler en ik dachten dat het een leuk idee was om voor Curtis een nieuwe gitaar te kopen, vanwege het feit dat hij z'n eigen bij z'n vader heeft laten liggen." Ze bleef me zwijgend aankijken. "En, we willen hem geen reden geven om daar weer naar toe te gaan." "Drew, dat is een geweldig idee. Maar wat heeft dat met mij te maken?" "Nou, er is een probleem..." "Hoeveel?" zuchtte ze. "Het is een lening." "Goed. Hoeveel?" "Misschien 40 of 50 dollar." "Oké, maar als je moeder er achter komt..." "Bedankt Lois!" ik kuste haar wang. "Je bent de liefste." "Dit is geweldig om te doen Drew. Vergeet die lening, neem het geld maar."
"Nee. Ik bedoel, het is oké. Ik wil je terug betalen. Ik wil dat dit van mij komt, eerlijk gezegd." "Begrepen. Hier." Ze gaf me 50 dollar. "Betaal maar terug wanneer je kunt," en lachte naar me. "Je bent een goed mens Drew, diep vanbinnen misschien, maar het zit er." Terug in de kamer zat Tyler in een tuinblad te bladeren met het enthousiasme van een patiënt in de wachtkamer van een tandarts. Ik
hield het geld omhoog, plus de veertig die ik al had. "Ik heb negentig. Dus kunnen we het ons veroorloven om iets goeds voor hem te kopen, toch? Jij hoeft niet zoveel in te brengen." "Gaaf, dat is oké." "Dit is echt aardig van je Tyler. Ik meen het." "Hé, het was jouw idee vriend!" Ik gaf hem het geld. "Bedankt. Ik ken de jongen die de zaak runt een beetje, dus zal ik er voor zorgen dat we het beste krijgen dat hij heeft. Ik kan David om advies vragen maar ik denk dat dit beter tussen ons kan blijven, hè?" "Ja, waarschijnlijk wel."
"Zal ik nu gaan? Hou jij hem bezig?" "Gaaf. Doe het snel, anders wordt hij achterdochtig." "Ik weet zeker dat jij hem kan afleiden van het feit dat ik weg ben!" En weg was hij. Ik stond een paar minuten te overpeinzen wat hij met die opmerking bedoelde en liep toen naar achteren om Curtis gezelschap te
houden. Ik stond in de deur naar z'n rug te kijken, terwijl hij met z'n ellebogen op de reling leunde en rustig rookte, starend in de verte. Hij leek zo vredig, net als hij sliep, alsof niets hem interesseerde op
dat moment. "Ik weet dat je daar staat Drew," zei hij zonder zich om te draaien. "Hoe weet je dat ik het was?" "Ik ruik het geurtje dat je gebruikt." "Echt?" "Nah. Ik hoorde Tyler wegrijden. Is hij terug naar school?" "Um, ja."
"Blijf je daar staan, of kom je naar buiten om me gezelschap te houden?" Hij had zich nog steeds niet omgedraaid en ik wist niet of hij wilde dat ik bleef of wegging. Als hij tijd nodig had om na te denken en zijn gedachten over het gebeurde op een rijtje te zetten, wilde ik niet in de weg staan. Aan de andere kant wilde ik niet dat hij alleen was om te gaan tobben en misschien zichzelf de schuld te gaan geven. Ik besloot dat als hij wilde dat ik wegging hij dat wel zou zeggen, dus liep ik naar hem toe en ging naast hem over de reling staan leunen. Tegenwind! Zo stonden we in stilte terwijl hij z'n sigaret oprookte, die uitdrukte en naast een andere neerlegde, om ze waarschijnlijk later in de asbak te gooien. "Zo," zei ik. "Zo." "Hier staan we dan." "Geen twijfel mogelijk." "Ik vind je teddybeer leuk." Ik probeerde de stemming op te beuren. "Bedankt." "Hoe heet hij?"
"Um, het is een beetje stom." Hij was duidelijk verbijsterd over het onderwerp en ik begreep wel waarom. Hij probeerde volwassen en sterk over te komen maar toch had hij zijn nek geriskeerd voor een oude, versleten teddybeer. "Kom op." "Oké, z'n naam is Pooky. Tevreden?" Er klonk een zweem van plezier in z'n stem. "Pooky?" Ik moest lachen. Zou jij dat niet gedaan hebben? "Hij was van mijn moeder." Zo snel als hij het zei, was zijn stemming omgeslagen van vrolijk naar droefgeestig. Niet echt verdrietig, hoewel hij nog steeds niet over z'n moeders dood heen was (waarvan hij natuurlijk niet wist dat ik dat wist ), maar dacht aan een meer vrolijker tijd. "O. Het spijt me. Ik wilde niet spotten..." "Nee, het is goed, echt."
Hij leek tevreden toen ik naar hem lachte. Hij draaide zich naar me toe en glimlachte. "Het is een stomme naam." Er was opnieuw stilte terwijl we allebei onze eigen gedachten hadden. Tenminste, daar ging ik van uit. Ik staarde zomaar voor me uit naar de bomen en genoot van het gevoel om nergens aan te hoeven denken. Ik vond het erg makkelijk om stil te zijn en niets met hem te doen. Er ging een
vreemde soort rust van hem uit. "Het spijt me echt van vanmorgen Drew. Ik wist niet dat hij gekomen was en me daar zou betrappen. Denk dat hij z'n baan weer kwijt is." Hij snoof spottend. "Je hoeft je niet te verontschuldigen." "Jawel, ik had je niet zo moeten laten staan, dat was fout. Als we vrienden willen worden moet ik meer open zijn, en je vertrouwen. Ik hoef geen andere..." Hij stopte.
"Een andere wat?" "Een andere Tyler. Oké?" "Nee. Ik begrijp je niet. Waar heb je het over?" "Het is een lang verhaal." "Mensen zeggen dat altijd. Zo? Ik luister." Curtis gaf een diepe zucht en ik zag hem opnieuw lichtjes huiveren. Een deel van me was kwaad dat ik hem dit aandeed maar ik wilde weten wat er aan de hand was. Sommige ideeën die zich in mijn hoofd gevormd hadden duidelijk niet plezierig en ik wilde dat hij vertelde dat ik het mis had. En aan de andere kant dat ik gelijk had. "Oké." Een nieuwe zucht. "Jaren geleden waren Tyler en ik vrienden, tijdens de lagere school." Hij pauzeerde opnieuw, naar het leek om z'n gedachten te ordenen, stak een nieuwe sigaret aan en inhaleerde diep, voor hij verder ging. "Hij was toen ook al zo concurrerend, duidelijk plezieriger in de omgang, en beter in sport dan ik. Ik aanbad hem, begrijp je? Hij was zo cool, zijn ouders hadden geld, en hij was populair en slim." "Wat is er mis gegaan?" "Jeez, niet zo ongeduldig! Daar kom ik zo op." "Sorry."
"En je verontschuldigd je teveel. Wat er mis ging was dat mijn moeder ziek werd. Kanker." "Het spijt me." "Nu doe je het opnieuw." Hij maakte een grapje maar van binnen was hij niet vrolijk. Ik besloot om voor de rest van het verhaal m'n mond dicht te houden. "Ik was denk ik dertien jaar toen het zich openbaarde. Ik wist niet dat het ernstig was." Hij snoof, en voor de eerste keer zag ik tranen in z'n ooghoeken. Ik sloeg m'n arm over zijn schouder, en was even bang dat hij hem weg zou slaan, maar dat deed hij niet. "Je hoeft het niet te vertellen als je niet wilt." Dat voornemen heeft dus ook niet lang geduurd. Ik moet stoppen met beloftes maken die ik niet kan houden. "Nee, het is oké. Mijn vader en moeder waren helemaal in beslag genomen door dat alles, en hadden weinig tijd voor mij.
Ik denk dat ik er een beetje gepikeerd over was, ik was altijd het middelpunt van hun bestaan geweest, snap je? Enigst kind." Ik knikte om te laten zien dat ik hem begreep. "Ik ontspoorde een beetje. Vechtpartijen. Stelen. Niets groots, meer aandachttrekkerij. Ik werd een extra kopzorg voor ze, een
die ze niet konden gebruiken. Ik zag dat niet. Ik maakte haar laatste maanden extra zwaar, begrijp je?" "Ik weet zeker dat ze het begreep." "Misschien. Mijn vader niet, dat weet ik zeker. Toen begon hij flink te
drinken. En ik snap waarom. De ziekenhuisrekeningen waren zo hoog, en hij besteedde al z'n vrije tijd aan haar. We moesten het huis verkopen en naar iets kleiners verhuizen. En ik veranderde in een soort van crimineel."
Hij snoof opnieuw en sloeg met zijn vuist op de reling, en ik kon de boosheid in z'n stem horen. De arme jongen gaf zichzelf de schuld van iets waar hij niets aan kon doen. Ik wou dat er een manier was om hem dat te laten inzien. "Curtis..." "En toen ging ze dood. Zomaar. Ze was al maanden ernstig ziek maar toch
was het nog zeer plotseling. Ik was van school naar huis gestuurd omdat ik weer gevochten had en was ze dood. De laatste keer dat ik haar gesproken heb was ik boos. Ik had ze beiden verteld dat ik ze haatte. Het laatste wat m'n moeder me hoorde zeggen was dat ik haar haatte. O God, Drew!" Hij draaide zich om en begroef z'n gezicht in m'n schouder, zijn lichaam heftig schokkend. Ik voelde mijn eigen tranen komen uit medelijden voor zijn pijn. Dit verdiende hij niet.
"Curtis, je moeder wist dat je haar niet haatte," zei ik , maar hij reageerde niet en bleef huilen. Ik wist niet waarom, maar ik had het gevoel dat dit noodzakelijk was, iets dat hij al die jaren nodig had, maar al die tijd had opgekropt. Dus onderging ik het in stilte. Ik hield hem vast en wachtte. Uiteindelijk duwde hij me weg en haalde z'n mouwen over het gezicht. "In ieder geval, toen begon m'n vader pas echt te drinken. Eerst viel het wel mee. Hij werd dronken en sliep z'n roes uit." Hij pauzeerde om opnieuw te snuiven en z'n gezicht af te vegen, en gaf me een verontschuldigende glimlach. Ik legde een hand op zijn arm en kneep er zachtjes in. "En toen, ik weet het niet, moet hij een soort muur om zich heen hebben gebouwd. Hij verloor z'n baan en hij werd gemeen. Toen is hij begonnen me te slaan."
Hij stopte om een nieuwe sigaret op te steken, maar z'n handen trilden zo erg dat ik de lucifer voor hem aan moest doen. "Bedankt. Hij begon te zeggen dat het mijn schuld was dat ze dood was. 'Jij ondankbare kleine bastaard!', zulke dingen. 'Jij hebt haar net zo vermoord als die verdomde kanker', snap je?" "Curtis...", begon ik opnieuw. Ik was blij dat hij me onderbrak, want m'n stem trilde zo dat ik niet wist of ik wel verder kon praten. "In het begin geloofde ik hem. Hij had gelijk, ik had haar vermoord. In ieder geval dat het sneller was gegaan." Zijn stem werd harder toen zijn schuldgevoel overging in boosheid. "God, het was zo oneerlijk. Ik was veertien. Ik wist het niet. Ik onderging het al die jaren. Laatstelijk was het niet zo erg, ik werkte na school, dus de meeste tijd was ik niet thuis." "Dit had nooit mogen gebeuren."
"Nooit? Ja het leven is hard, toch? Ik heb je medelijden niet nodig." Hij schudde m'n hand van zijn arm en draaide z'n gezicht weg. Ik legde m'n hand onmiddellijk weer neer. "Doe alsjeblieft niet zo. Je weet wat ik bedoelde." "Yeah. Sorry. In ieder geval miste ik een heleboel van school en Tyler probeerde me te helpen. Hij was jonger dan ik maar wel slimmer. Maar ik ging hem op school ontlopen nadat het slaan was begonnen. Ik wilde niet dat hij, of iemand anders, de blauwe plekken zou zien. Ik weet het niet, misschien dacht ik dat m'n vader het recht had om dat te doen. Ik was moeilijk in de klas, als ik er al was, 'ontwrichtend'. Dus de leraren misten me niet. Ik bleef zitten, maar het interesseerde me niet. Toen werd ik gearresteerd voor een winkeldiefstal.
Ik weet niet eens meer wat, iets onbenulligs, iets wat ik niet eens nodig had. Toen mocht Tyler van z'n moeder niet meer met me omgaan. Hij was de enige die nog met me probeerde te praten." Ik zei niets en wachtte tot hij verder zou gaan. Nu hij begonnen was leek het erop dat hij zijn hele verhaal zou vertellen. "Het verraste me niet. Ik deed net of ik het niet erg vond. Ik was sterk," zei hij met een fel gezicht. "Ik had niemand anders nodig. Iedereen die dicht bij me stond ging dood, of verliet me. God, ik was een grote puinhoop. Hij probeerde zijn moeder te verdedigen en kwam naar me toe. Maar ik wilde niet praten, dus rende ik weg. Hij kreeg me te pakken, hij was een stuk sneller dan ik." Hij lachte bitter. "Ik denk dat het een beetje dom was om weg te rennen. Maar toen hij me had, schreeuwde ik tegen hem en begonnen we te vechten.
Hij wist niet wat er aan de hand was, ik had niet zo tegen hem tekeer moeten gaan. Maar hij was sterker, dus gooide hij me op de grond, sloeg me een paar keer, stond op, en rende weg. Naar huis denk, en dat was de laatste keer dat ik met hem gepraat heb. Tot vandaag." Hij stopte en trapte z'n sigaret uit. "En vandaag?" vroeg ik. "Hou je niet van de domme Drew, dat staat je niet." Mensen vertellen me de laatste tijd wel meer dat iets me niet staat. "Ik weet dat je stond te luisteren, al weet hij dat niet." Ik werd rood, en schoof ongemakkelijk met m'n voet, en keek recht vooruit. "Het spijt me, maar ik moest weten wat er tussen jullie gaande was," en in gedachten was ik zo verdomde blij dat het niet was wat ik vreesde. Maar tegelijkertijd kon ik niet geloven hoe verschrikkelijk Curtis leven was geweest, en ik had medelijden met hem. "Maak je geen zorgen. Ik heb hem nooit met een vinger aangeraakt."
"Au Curtis! Dat is het niet." Ik dacht dat ik vrij goed kon liegen maar sinds ik Curtis had ontmoet, leek het of hij door me heen kon kijken en deze keer was niet anders. Hij legde de vinger op de zere plek, en hij wist het. "Ik moet zitten." Hij liep naar de bank ging behoedzaam zitten, en sloeg op het houtwerk. Ik zag hoe gespannen hij was toen ik naast hem ging zitten. "Wil je iets drinken of zo?" "Nee, het gaat wel goed." "Je denkt vaak aan je moeder, hè?" "Yeah. De laatste tijd steeds meer. Ik ga vaak naar haar graf en praat dan tegen haar. Het klinkt stom maar het geeft me een goed gevoel. Ik vertel haar wat er in mijn leven gebeurd, snap je, belangrijke dingen, en hoeveel spijt ik heb van alles." Hij pauzeerde, en ik zat stil wetende dat er meer was dat hij wilde zeggen. Snel sprak hij verder.
"Ik heb haar over jou verteld." Ik was overweldigd, en voelde een brok in m'n keel. "Daar was ik naar toe gegaan na het eten die avond." "Curtis, ik weet niet wat ik zeggen moet." "Wil je iets echt stoms horen?" vroeg hij, en keek me verlegen aan. "Zeker." "Soms als ik een nieuwe melodie heb geleerd, ga ik naar haar toe en speel het voor haar. Ze hield van muziek." "Curtis, dat is niet stom. Dat is het liefste wat ik ooit gehoord heb." Ik leunde voorover en omhelsde hem, en na een kleine pauze (alsof hij zichzelf niet vertrouwde) omhelsde hij mij. Ik voelde de spanning uit z'n lichaam wegvloeien en na een tijdje kuste ik z'n wang en liet hem los. Hij legde zijn hand op de plek waar ik hem gekust had. "Waarom deed je dat?" "Om je te bedanken." "Waarvoor?" "Dat je me genoeg vertrouwt om het met me te delen," en kuste hem
opnieuw. "Ik mis haar," zei hij met bevende stem.
"Ik weet het, maar ze heeft nu rust." Ik stopte, me realiserend dat dat uit de mond van een zeventienjarige hopeloos clichématig, en vreselijk, vreselijk uit de hoogte moest klinken. "Ze was zo zwak op het eind Drew. Het was vreselijk. Ik mis haar zo erg, maar ik weet dat ze wilde dat de pijn zou stoppen. M'n vader...hij mist haar ook. Hij voelt zich alleen. Hij is geen slechte man, hij weet niet hoe hij zonder haar verder moet." Ik wist niet wat ik zeggen moest, zover als ik er bij betrokken was, iemand die een kind zo sloeg, wat de omstandigheden ook waren, WAS een slecht mens. "Denk jij dat er een hemel is?" Hij keek naar me op, met vochtige ogen, en hij leek zo bang en alleen, dat mijn hart naar hem uitging. Ik begon ook te huilen, en ik kon alleen maar knikken.
"Ik hoop het zo. Ik hoop dat ze het nu beter heeft, ze verdient het," zei hij, me recht aankijkend met al zijn pijn open en bloot in z'n prachtige groene ogen. Ik wist dat dit iets was waar hij doorheen moest, maar ik wilde z'n ogen nooit meer op zo'n manier zien. "Ik haat het om op een andere manier aan haar te denken, koud en dood in die kist, helemaal alleen..." Hij moest stoppen en z'n tranen terugdringen. "Je moeder was zoveel meer dan wat er in die kist ligt Curtis." Toen omhelsden we elkaar opnieuw, en hij klampte zich aan me vast, als dat arme verwarde kind dat hij was, die nooit om z'n moeder had kunnen
huilen, omdat hij dacht dat hij haar gedood had. Ik voelde met hem mee, z'n verdriet was nog zo vers. "Ik mis haar. Als ik in plaats..." "Nee!. Zeg dat niet!. Nooit!" Ik schudde hem iets harder door elkaar dan
de bedoeling was en hoorde zijn tanden klapperen.
"Je moeder zou dat nooit hebben gewild." Ik omhelsde hem hevig, proberend mijn kracht in hem over te brengen, om hem te laten zien hoe stom die gedachte was. We zaten nog steeds zo, toen ik het geluid van banden op de oprit hoorde, en wist dat Tyler terug was. "Wie is dat?" En hij keek naar me op. "Ik ga even kijken, en ik pak iets te drinken voor je, en een Kleenex. Oké?" Ik haalde z'n haar door de war terwijl ik opstond, en hij sloeg zachtjes op m'n hand. Maar de lach op zijn gezicht maakte me duidelijk
dat het slechts een schijnprotest was. Hij vond het net zo leuk als ik. Ik ging het huis binnen, en opende snel de voordeur. Tyler kwam naar me toe lopen met een gitaar in z'n hand en met een grote glimlach op z'n gezicht. "Perfecte timing."
"Hé. Heb je gehuild?" En hij keek bezorgd. "Ja." Ik snoof en veegde over m'n gezicht. "Curtis vertelde me over z'n moeder. Hij is door een hel gegaan," legde ik uit, en Tyler deinsde iets terug. "Ik weet het. Ik wou dat ik meer had gedaan, harder geprobeerd." "Van wat hij vertelde heb je je best gedaan." "Niet hard genoeg. Hier. Jij moet dit aan hem geven, en hier is 20 dollar, hij was maar 140. Ik laat het aan jou over." "Nee. Het is van ons beiden en we geven het ook met z'n tweeën. "Ik wil me niet opdringen." "Dat doe je niet. Het is voorbij. Hij wil net doen of het niet gebeurd is en dat gaat makkelijker als we er allemaal zijn." Ik was verbaasd over mezelf hoe volwassen ik me gedroeg. "Kom op." Ik maakte vlug een
kop thee, terwijl Tyler de gitaar uit het zicht zette. Toen riep ik Curtis om binnen te komen. "Hé daar," zei Tyler.
"Wat is er aan de hand," vroeg Curtis, van het ene naar het andere grijnzende gezicht kijkend. "We hebben een verrassing en het is van ons beiden," zei ik terwijl Tyler met een zwaai de gitaar pakte en hem aan Curtis gaf, die verbijsterd keek. Hij keek naar de gitaar, en toen van het ene naar het andere gezicht. "Dit kan ik me niet veroorloven ..." zei hij uiteindelijk, met een wat onvaste stem. Ik kon zien dat hij op het punt stond om opnieuw te gaan huilen. "Waarom zou je een cadeau moeten 'betalen'?" vroeg Tyler. "Maar dit moet een fortuin hebben gekost." Hij leek verward. "Het maakt niet uit wat het heeft gekost, we wilden het je geven. Het was bedoeld om je een beetje op te vrolijken," zei ik. "Hij is prachtig, ik weet niet wat ik zeggen moet jongens. Drew, je hebt al zoveel voor me gedaan, en Tyler, ik heb je altijd alleen maar problemen bezorgd. Ik..." Zijn stem stierf weg, en hij haalde diep adem. "Hartstikke bedankt."
Hij zette de gitaar tegen de muur, en strekte z'n armen naar ons beiden uit en gedrieën omhelsden we elkaar. Een beetje ongemakkelijk, maar het was een prachtmoment. Ik voelde opnieuw de tranen in mijn ogen en kon zien dat Curtis ook huilde, maar deze keer was het van blijdschap. "Dit is het liefste wat iemand ooit voor me gedaan heeft," zei hij, terwijl hij achteruit stapte en z'n tranen wegveegde. "God, kijk mij nou, huilend als een baby. Bedankt jongens. Ik..." Hij stopte opnieuw. "Speel eens een stukje voor ons, maestro!" zei Tyler, die zich als eerste hervond. Ik gluurde naar hem en ik zou er m'n hand niet voor in het vuur durven steken, maar ik dacht dat ik een glimp van een traan in z'n ogen zag.


©original text: Ardveche
©Nederlandse vertaling: Lucky Eye, 2018. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten