NIEUW IN CALIFORNIË - hoofdstuk 6

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

NIEUW IN CALIFORNIË - hoofdstuk 6

Bericht door Lucky Eye » za 03 nov 2018, 12:03

NIEUW IN CALIFORNIË
Een verhaal van Ardveche, met zijn toestemming vertaald in het Nederlands door Lucky Eye.

Hoofdstuk 6 - Biechten
"Maakt het je echt niet uit?" Ik begreep dat het geen enkele zin had om een heteroseksuele verweer hoog te houden. Mijn hetero verpakking was geheel en al weggeblazen sinds we hier waren komen wonen en ik wist niets anders te doen dan eerlijk te zijn en de consequenties voor lief te nemen. "Nee. Het maakt me niets uit." Zijn prachtige gezicht straalde oprechtheid uit en ik was er geheel door overdonderd. "Je bent wat je bent, kerel, het is niet jouw fout dat je door bepaalde dingen anders bent geworden dan anderen. Het zou niet eerlijk zijn je dat zelf te verwijten." Hij haalde zijn schouders op. Het was wel niet de meest elegante samenvatting van de sociale druk die een homoseksuele teenager voelt maar tegelijkertijd gevoelig en verrassend. Erg gevoelig, misschien was hij wel niet zo dom als Kate gezegd had en zo ongevoelig als Curtis had gezegd. Misschien deed ik er beter aan om hem zelf te
beoordelen gebaseerd op eigen observatie en ervaringen uit de eerste hand, zo te zeggen! Bovendien, misschien had ik die ervaring al opgedaan.
"En je haat me niet?" "Jou haten? Na vandaag, Drew, ik heb meer respect voor jou dan voor iemand anders die ik ken. Natuurlijk haat ik je niet. Kom op, laten we Curtis' spullen naar binnen brengen, oké?" Het was duidelijk dat de conversatie over was, Tyler had gezegd wat hij wilde en beschouwde het onderwerp als gesloten. Ik kon daar goed mee leven; hij was tenminste niet weggelopen. Terwijl hij opstond klapte hij me op mijn schouder, een gemoedelijk, vriendelijk gebaar, maar duidelijk berekenend om te laten zien dat er niets was veranderd. Maar wat zou er ook veranderd moeten zijn. We kenden elkaar nog maar een paar dagen. Ach, er was nog steeds tijd. Misschien. "Oké," Ik probeerde een brave glimlach op mijn gezicht te toveren maar het was waarschijnlijk een grimas en liep hem achterna. Ik kon er niets aan doen maar bewonderde de manier waarop hij liep, terwijl ik hem volgde naar de auto en de manier waarop zijn kleren om hem hingen.
Zo perfect! Of de manier waarop zijn haren wapperden in de zachte bries. En hoe het zonlicht werd opgevangen in het glas van zijn horloge terwijl hij zijn armen heen en weer zwaaide. Of eigenlijk alles, alles aan hem. Ik weet wat je denkt. Echt, maar ik kon er gewoon niets aan doen. Er was iets dat me zo vreselijk naar hem deed verlangen. Hij leek zo zeker van zichzelf op elk moment. Niet op een haantjesachtige manier. Maar gewoon relaxed, weet je? Alsof hij geen enkele zorg had. "Heb jij de sleutels?" Ik werd ruw gewekt uit mijn overpeinzingen en mijn stille beschouwing van zijn rug. En misschien ietsjes lager dan zijn rug (hallo, ik ben ook maar menselijk). Ik klopte op mijn broekzak, maar kwam bij inspectie van de inhoud geen sleutels tegen. "Ik heb ze waarschijnlijk in de auto gelaten," en trok een gezicht met half onnozelheid half sorry erop.
"Gelukkig is dit een rustige buurt, vriend. Ik denk niet dat hij blij zou zijn als je zijn auto had laten stelen?" Hij lachte en trok de deur open, leunde voorover en haalde de sleutels uit de ontsteking mij een
eerste klas nieuwe blik gunnend op iets lager dan zijn rug. "Hier," hij gooide te sleutels naar me toe. "Als jij de kofferbak controleert, neem ik deze doos mee." Hij opende de achterdeur en leunde naar binnen voor de doos terwijl ik daar stond met de sleutels. Ik aarzelde maar een klein ogenblikje bang om betrapt te worden en opende toen de kofferbak van Curtis' auto. Het was duidelijk dat hij geen koffer had kunnen vinden. Een lading kleren lag slordig op een hoop tezamen met wat andere spullen. Hij had echt grote haast gehad. Een object trok mijn aandacht meer dan al het andere en toen Tyler terugkwam stond ik ermee in mijn handen.
"Wat heb je gevonden?" zei hij terwijl hij achter me kwam staan. Zonder iets te zeggen draaide ik me om en liet hem het verfomfaaide en versleten object zien dat ik uit de auto had gepakt. "Een beertje?" "Yeah." Mijn stem was zwak. Ik vond het vreemd dat Curtis er aan gedacht had om juist zoiets mee te nemen. Zoiets als deze oude, versleten beer. Dat hij een nieuwe aframmeling door zijn vader had getrotseerd vanwege een teddybeer met één oog en een arm die er half bijhing. "Ja dat was het, eens." "Nou. Aan de kant, laten we dit naar binnen brengen." Hij sloeg zijn armen om een stapel kleren heen en liep terug naar het huis mij daar achterlatend zoals hij mij had aangetroffen. Omdat ik me schuldig voelde dat hij al het werk deed, pakte ik ook wat spullen en legde deze op een shirt, met zijn naam erop, en gebruikte dit als een knapzak. Er was verrassend weinig eigenlijk. Een paar beduimelde boeken en
misschien 12 Cd's.
Het herinnerde mij eraan dat ik zo geklaagd had hoe weinig spullen wij meegenomen hadden hier naar toe en meteen voelde ik me verrekte egoïstisch toen ik de vergelijking trok met wat Curtis had. Tyler voegde zich weer bij me en pakte de laatste spullen op. Hij sloeg de kofferbak dicht en in stilte liepen we naar het huis. In de keuken had hij de eerste lading kleren al gesorteerd, waarbij hij twee jassen apart had gelegd en de rest doorverwezen had naar het washok. De doos stond bij een paar boeken en ik ontlaadde mijn bundeltje ernaast waarna ik Tyler het shirt aanreikte. Terwijl ik toekeek, moest ik toegeven dat hij erg efficiënt en capabel was. Hij leegde de zakken van de jassen en haalde een oude tinnen tabaksdoos tevoorschijn. Hij legde het bij de ander spullen neer. "Nou, dat is zo'n beetje alles," zei hij en ging tegenover me zitten.
"Wat zit daarin?" vroeg ik terwijl ik knikte naar de tabaksdoos. "Zou het niet weten, maar kan het wel raden." "Wat?" Ik was verward en terwijl hij mij schuin aankeek viel langzaam het muntje. "Oh." "Misschien is het beter dat je het even opbergt op een plek waar je moeder het niet zal vinden." "Misschien is het dat wel niet." Ik pakte het blikje en controleerde de inhoud om zeker te zijn. En wat denk je, het was precies wat we beiden gedacht hadden: marihuana. Een aantal gerolde stickies. Tyler had gelijk. Mijn moeder zou uit haar dak gaan als ze dit zag. ""Zullen we die doos ook even controleren voor het geval dat?" vroeg ik. Eigenlijk was ik een beetje teleurgesteld in Curtis en bang dat we nog vreselijker dingen zouden vinden. Je moet weten dat ik het helemaal niet op drugs heb.
Ik heb het ooit eens geprobeerd (maar niet geïnhaleerd, ECHT niet, ik rook niet en deed alleen maar alsof, om erbij te horen). Maar er zou meer in die doos kunnen zitten. "Jouw keuze, man," haalde Tyler zijn schouders op. Ik besloot dat het beter was om toch maar even te kijken alleen maar voor de zekerheid. Curtis zou toch zeker geen rotzooi in huis brengen. Zou hij? Maar stel je voor dat het zoiets was als cocaïne of iets anders dat veel geld waard zou zijn en hij niet had willen achterlaten. Ik schaam me er eigenlijk voor om te bekennen dat ik eraan gedacht had iets werkelijk slechts te zullen vinden. Ik stond op en begon de spullen een voor een uit de doos te halen. Er was eigenlijk niets bijzonders. Een oud fotoalbum, nog een paar boeken, een discman, een aansteker en een paar pakjes sigaretten en op de bodem een sigarenkistje. Dit laatste (Monte Cristo, het merk dat mijn vader rookte) zette ik tussen Tyler en mij in en ik keek er naar het slechtste vrezend.
"Maak jij het maar open," zei ik. "Wat maakt het uit." Hij haalde het sluitinkje weg en sloeg het deksel
open. Ik zuchtte toen ik de zorgvuldig geopende brieven en gevouwen papieren zag die met een elastiekje bijeen werden gehouden. Maar toen Tyler het er uithaalde, begon mijn hart over te slaan van hetgeen er onder lag. Netjes gestapelde bundeltjes geld. Gebruikte biljetten en een heleboel. 'Oh, Curtis! Waar ben je in verzeild geraakt?' vroeg ik me in mijn hoofd af. Tyler liet een fluittoon horen en keek me aan. "Hoeveel denk je dat het is?" "Dat zullen we snel weten," en ik reikte naar de biljetten, maar Tyler’s
hand greep de mijne voordat ik ze aan kon raken. Het voelde warm en droog en erg sterk maar mijn gedachten waren veel meer bezig met het geld. Maar ook had ik plotseling een levendige flash back van hoe diezelfde hand de neus van Curtis' vader tot moes had geslagen.
"Vind je dat je dat moet doen? Ik bedoel het zijn privézaken. Wat we aan het doen zijn is net zoiets als zijn post lezen of zoiets. En het kan niets bijzonders maar iets heel onschuldigs zijn." "Zou kunnen." Hij had gelijk. Ik moest proberen om Curtis te vertrouwen. Maar ik realiseerde me des te meer dat ik eigenlijk helemaal niets van hem wist. Ik had nu al zoveel verschillende karakters gezien: de onverschillige op school, de serieuze die middag, de speelse de volgende dag, koppig en tegelijkertijd vervuld van haat. Kon de echte Curtis misschien opstaan. Ik legde de brieven weer terug zoals we het
gevonden hadden en sloot het kistje. "Luister. Je moet weten dat Curtis en ik gewoon vrienden zijn. Ik
bedoel, ik ken hem nauwelijks." Zelfs nu, en vraag me niet waarom, weet ik niet of ik probeerde hem duidelijk te maken dat ik vrij en ongebonden was of dat ik wilde zeggen dat ik niets te maken had met
waar Curtis dan ook maar bij betrokken was.
"Yeah?" Het leek me dat hij niet overtuigd was. "Yeah." Hij is een geweldige gozer en ik maak me vreselijke zorgen om hem maar ik voel me niet aangetrokken tot hem." Ik sloeg mijn ogen opnieuw neer en verafschuwde me voor hetgeen ik gezegd had. Wat was mijn probleem en wat had het te doen met dit alles? "Waarom niet? Hij ziet er toch goed uit?" "Wat?" Ik was compleet van mijn stuk. Tyler had zojuist gezegd dat hij vond dat Curtis er goed uitzag, wat zat hier fout? "Zei je net dat je vond dat Tyler er goed uitzag?" "Ik zei niet dat ik dat vond. Ik zei dat hij het is. Begrijp je wel, objectief gezien." "Maar hij is een vent." "Nou en? Dat betekent toch niet dat ik het verschil tussen knap en lelijk niet kan vaststellen. Of wil je de competitie beperken." Hij lachte ondeugend naar me.
"Ik dacht. Maar weet je, er is iemand anders." Daar was het plotseling eruit. Ik slaakte een diepe zucht en wachtte op zijn respons. Ik wachtte om te zien hoe hij zou reageren op iets dat bijna een proclamatie was dat ik in hem geïnteresseerd was. "Ja? Iemand daar ginds in het Oosten?" Mijn gedachten schoten direct terug naar de arme, pathetische Josh en die laatste avond bij mij thuis. Ik nam me voor om binnenkort contact met hem op te nemen. "Uh, nee. Iemand hier." "Wie?" "Weet je dat echt niet? Of probeer je dit alleen maar verwarrender te maken?" "Huh?" Hij leek oprecht verbaasd door mijn vraag. Ik nam een nieuwe hap adem en keek hem recht in de ogen en vertelde het hem. "Jij." "Ik??" Hij was van zijn stuk gebracht maar duidelijk niet uit het veld geslagen.
Hij bleef zitten waar hij zat maar zijn gezicht sprak boekdelen. Dit was niet de reactie die ik verwacht had. "Maar je kent me niet eens." Had ik dat niet al eerder gezegd met betrekking tot Curtis? En hij kon zich toen niet voorstellen dat ik me niet aangetrokken voelde tot Curtis. Waarom was dit ten opzicht van hem dan anders? "Ik weet het." "Wow." "Is dat een goede 'wow' of een slechte 'wow'?" "Een goede wow, neem ik aan. Ik bedoel dat ik me geflatteerd voel maar, maar..." Hij raakte het spoor bijster en ik kan niet zeggen dat ik dat niet begrijp. Hoe geef je op zoiets een passend antwoord? Ik dacht terug aan mijn eigen compleet stomme respons toen Josh iets dergelijks tegen mij had gezegd. En eigenlijk bracht Tyler het er veel beter van af dan ik destijds.
"Het is prima. Ik begrijp het ik verwacht heus niet dat je plotseling je eigen latente homoseksualiteit aan mij onthuld en je in mijn armen werpt. Ik weet het, dit is het echte leven." Ik probeerde een lachje maar het klonk hol en niet zoals ik ben en dus vroeg ik me af hoe nep het Tyler in de oren moest klinken. "Ach nee maar." Je vraagt je nu wellicht af waarom ik het hem vertelde en dat vraag ik mezelf nu ook af. Hij had me gezegd dat hij het niet erg vond dat ik gay was en dat hij blij was voor mij en Curtis (niet dat er een Curtis en mij is) en onze relatie respecteerde. En wat doe ik vervolgens? Ik maak ons beiden belachelijk door hem te vertellen dat ik op hem val. Ik geloof dat ik gewoon een talent heb om dingen totaal in het honderd te laten lopen. Het had me toch duidelijk moeten zijn dat we nooit meer dan gewone vrienden zou zijn geworden hoezeer ik ook hoopte en bad voor meer en zelf gewone vrienden leek nu verder weg dan ooit.
Hoe kun je vrienden zijn met iemand waarvan je weet dat hij je mentaal uitkleedt elke keer als hij naar je kijkt? Ik wachtte op wat hij zou gaan zeggen. Of dat hij gewoon zou opstaan en weggaan. Maar hij bleef in stilte bij me zitten en het moment werd langer en langer. "Hé luister, misschien is het, het beste dat je gewoon teruggaat naar school," verbrak ik uiteindelijk de stilte. Maar het leek eeuwen te duren voor hij reageerde en toen hij dat deed verraste hij me opnieuw. "Nah. Ik kan best wat tijd missen daar. En daarnaast, moet ik hier blijven om je te helpen op hem te passen. En jij, ziet er vreselijk uit." Ik kon het niet geloven, wat moest ik nog meer zeggen om ervoor te zorgen dat hij weg zou gaan? Of misschien was te vraag wat ik zou moeten doen. Maar, maak je geen zorgen, ik deed niets. Ik ben niet helemaal van de pot gerukt. Nou ja, niet helemaal-helemaal.
Hij was geweldig, maar als ik een poging had gewaagd, had hij vast iets van zijn bedaardheid verloren. Een klein gedeelte van mijn hersens begon zich af te vragen hoe dat zou zijn maar ik sabelde die gedachte neer. "Waarom doe je dit? Ik bedoel wat maakt het jou uit? Eerder zei je dat hij een loser is dus waarom al die moeite?" "Daarom." "Oh, goed antwoord zeg." Hij snoof en stond op om de koffiepot te halen. "Wil je nog eentje?" "Geldt dat aanbod ook voor mij?" Lois kwam de keuken binnen met een paar
tassen vol met groenten en Tyler begon haar meteen te helpen. Ik wist niet of ik kwaad moest zijn dat zij op zo'n vreemd moment was binnengekomen of juist blij. Blij omdat we zo beiden de tijd hadden om even aan iets anders te denken en de sfeer wat op te helderen. Ik besloot tot het laatste gezien de staat van onze huisgast en het feit dat ik haar aan mijn zijde nodig had tegenover mijn moeder als die terugkwam.
Ik stelde haar voor aan Tyler en vatte de gebeurtenissen van die ochtend voor haar samen. Haar gezicht betrok terwijl ze naar me luisterde en toen ik klaar was richtte ze zich tot Tyler. "Het lijkt erop dat we jou allemaal, en in het bijzonder Curtis, geweldig dankbaar moeten zijn. Jou en je vader." "Dat is prima." "Hmm. En hoe is het met hem?" vroeg Lois mij. "Hij slaapt. Dr. Ellis heeft hem iets kalmerends gegeven. Maar weer behoorlijk zwak. Het enige verschil is een diepe snee in zijn voorhoofd." "Dus dat kunnen we niet zo eenvoudig voor je moeder verbergen. Of we moeten zeggen dat hij is gevallen. Zo dat lukken?" "Humm, ja. Ik denk het wel. Blijf ik over als de verantwoordelijke." "Nou ja, Andrew, het was ook verrekte onverantwoordelijk van jou en ik denk wel dat je de boosheid van je moeder zult overleven als we het houden op een val. Tenslotte, gaat het niet over jou maar over Curtis."
Ik kromp iets ineen terwijl ze dit zei omdat ik me realiseerde dat dit de eerste keer was dat ik een spoortje van boosheid van haar te horen kreeg. En ze had gelijk. Ik stelde me nog steeds op als de zielige zondebok terwijl het toch duidelijk mijn schuld was. "Maar verwijt jezelf niets. Curtis is, zo weten we, een verrekt stijfkoppige jongeman. Hij zou altijd een manier gevonden hebben om je kwijt te
raken als hij dat wilde." "Ik denk het. Maar toch had ik hem beter in de gaten moeten houden. Ik
voel me er behoorlijk rot onder door alles wat er gebeurd is." "En weer gaat het over jou! Jij hebt reuze geluk gehad dat je vrienden hebt die om je geven en bereid waren hun school te laten voor wat het
was om jou te komen helpen." Ze staarde me aan en ik leunde voorover op mijn stoel. "Zeg, Tyler, heb jij al iets te eten gehad?" "Nee mevrouw, dat heb ik nog niet." "Lois alsjeblieft."
"Als jullie twee nu deze spullen eens opbergen dat maak ik ondertussen sandwiches, oké?" Ze was haar normale blije zelf weer en ik was opgelucht. Ik vond het niet leuk als Lois fronste, omdat ze het zo zelden deed, leek het des te erger. Ze hield zichzelf bezig met haar taak, maar al snel bleek dat we haar in de weg liepen. "Drew, als jij nu eens Curtis' spullen naar boven brengt en Tyler als jij eens gaat kijken hoe het met hem is. Kijk eens of hij nog slaapt of dat hij misschien iets te eten wil hebben?" We knikten en ik pakte de jasjes en de doos. Dankbaar voor het excuus om de keuken te kunnen verlaten en uit haar buurt te zijn. Tyler en ik liepen samen op en onze wegen scheidden zich onder aan de trap. Voordat hij in de zitkamer verdween, trok hij zijn wenkbrauwen naar me op en grijnsde hij.
Boven was het kamer nog net zo als ik hem 's ochtends had verlaten. Een ogenblik stond ik daar en dacht aan wat zich die nacht daar had afgespeeld en wat ik tegen Curtis had gezegd. Nu ik er aan dacht,
realiseerde ik mij hoeveel pijn ik hem moest hebben gedaan. Hier was een jongen die zich totaal in zichzelf had teruggetrokken, die met niemand op school praatte en waarvan iedereen dacht dat hij een idioot was. En hij vertrouwde mij, hij had een poging gewaagd en probeerde me te leren kennen omdat iets in mij hem vertelde dat ik anders was. En wat deed ik? Ik spuugde in zijn gezicht. Figuurlijk bedoel ik, maar je begrijpt wel wat ik bedoel. Ik was niet anders dan die anderen en haatte mezelf diepgrondig op dat moment. Hoe had ik hem dat kunnen aandoen? Maar wat veel belangrijker was. Hoe zou hij mij ooit weer kunnen vertrouwen nu gebleken was wat een zak ik was. Ik moest met hem praten en hem laten weten dat hij nog steeds op mij kon rekenen. Dat ik echt zijn vriend was.
Snel liep ik de trap naar beneden maar toen ik op de overloop halverwege kwam hield ik halt om mijn gedachten te rangschikken. Ik wist niet eens of hij wel wakker was zo wat zou ik me haasten. Langzaam nam ik de laatste treden en toen ik de zitkamer in wilde gaan, werd ik me bewust van de zacht pratende stemmen daar. Ik kon geen enkel woord verstaan maar hij was tenminste wakker en voelde zich blijkbaar goed genoeg om met iemand te praten. Maar met Tyler? Dat verraste me. Ik liep de hoek om en keek de kamer in. Tyler zat gehurkt bij de bank met zijn rug naar de deur. Curtis lag erop ongeveer zoals we hem daar hadden achtergelaten maar zijn kleren lagen netjes opgevouwen op een stoel en hij had Lois quilt over zich heen. Ik kon een stuk van zijn bovenlichaam zien en de blauwe plekken daar maar niet zijn gezicht vanwege Tyler die ervoor zat.
Ik weet niet waarom maar in plaats van gewoon naar binnen te gaan, trok ik mezelf iets terug en bleef staan, moeite doend om gemompelde gesprek te kunnen horen. "Vergeet het man, dat is geschiedenis," zei Curtis juist. Wat was geschiedenis? Zijn vader? "Ik kan het niet vergeten." "Natuurlijk wel, het lukt je voor wat is het drie jaren?" Als ik al het idee had gehad om mezelf aan hen te vertonen was dat nu wel helemaal weg. Wat was Tyler gelukt om gedurende drie jaar te vergeten? Wat gebeurde er tussen hen twee? "Yeah. En het spijt me. Ik kan er niets aan doen maar misschien als we gepraat hadden was dit alles nooit gebeurd." Tyler leek echt overstuur. "Tyler, dit heeft niets met jou van doen. Hij ging over de rooie toen mijn moeder overleed. Er is niets dat jij had kunnen doen." "Ik had je vriend kunnen zijn." "Dat was je. Ik duwde je weg. Weet je nog wel?"
"Nee. Ik had je moeten kunnen begrijpen. Het was een moeilijke tijd voor jou toen. Ik wist dat en gedroeg me als een zak." "Het is niemands fout. Je was nog maar veertien toen." Met allerlei theorieën probeerde ik de gaten in het gesprek op te vullen. Wat het ook was waarover ze spraken het was belangrijk voor hen. "Ik wou dat ik het weer goed kon maken." "Dat is niet nodig." "Ja, dat is het wel. God, al die ellende die jij al die jaren over je heen hebt gekregen terwijl ik niets deed. Ik deed er zelfs aan mee!" Tyler klonk echt boos op zichzelf. "Hey, je moest aan je image denken!" Curtis' lach klonk fake zelfs voor mij die in hal luisterde. "Ja, prima. Kunnen we misschien opnieuw beginnen? Vanaf hier? Met een schone lei?" Het klonk me in de oren alsof hij zo zou gaan beginnen te huilen.
"Natuurlijk kunnen we dat maat." Toen volgde een stilte en ik waagde het om voorzichtig naar binnen te gluren. Tot mijn verbazing omhelsden ze elkaar als oude vrienden. Hun gesprek scheen voorbij en daarom liep ik zachtjes terug een eindje de trap op. Met veel lawaai daalde ik de treden af en toen ik de zitkamer binnenkwam, zaten ze daar alsof er niets gebeurd was.


©original text: Ardveche
©Nederlandse vertaling: Lucky Eye, 2018. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten