NIEUW IN CALIFORNIË - hoofdstuk 3

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

NIEUW IN CALIFORNIË - hoofdstuk 3

Bericht door Lucky Eye » zo 21 okt 2018, 07:28

NIEUW IN CALIFORNIE
Een verhaal van Ardveche, met zijn toestemming vertaald in het Nederlands door Lucky Eye.

Hoofdstuk 3 - Mijn Nieuwe Vrienden

En zo liepen we weg uit de kantine. Tyler nam geen moment z'n hand van m’n schouder, terwijl we tussen de tafels door manoeuvreerden. Niet dat ik klaagde, als het een ander was geweest wel, maar in zijn geval wilde ik wel een uitzondering maken. Zijn greep was ferm, maar niet pijnlijk, gewoon een 'vrienden onder elkaar' greep. "Ben jij goed in wiskunde?" vroeg hij toen we de hal binnenkwamen, en eindelijk haalde hij z'n hand weg. "Uhm, ik denk het wel, het was tenslotte het enige vak waarbij ik niet zakte op m'n oude school." Ik gaf hem mijn patente scheve Quinn grijns, en hij glimlachte terug en lachte kort. "Gaaf, je kan bij mij zitten." Kon dat? Ach, deze keer, denk ik, als hij er op stond. We stopten bij zijn kastje waar hij zijn wiskunde boeken uithaalde en we vervolgden onze weg via de blauwe lijnen naar lokaal M6 waar Mevr. Kennedy al op ons wachtte. "Ah Tyler, goedemiddag. En jij bent, eh, Andrew Quinn?" Dit laatste was tegen mij terwijl ze mijn naam controleerde op een papier op haar bureau. Directeur Blackburn moet gezorgd hebben voor het papier werk tijdens de lunch.
"Uhm, ja mevrouw." "Wat beleefd! Neem plaats Andrew, en als je wat wilt weten hoef je maar te vragen." Snel liep ik naar de achterkant van het lokaal achter Tyler aan, en pakte een stoel in de rij naast hem. Dit kon nog wel eens een hele leuke klas worden, had ik het gevoel. Tyler stelde me voor aan een meisje dat voor me zat. "He Tomski, dit is Drew, hij is nieuw. Tomski is de vicevoorzitter van de leerlingenraad." "Charmant als altijd, Tyler lieverd. Hai Drew, ik ben Kate, alleen Tyler gebruikt mijn achternaam, vanwege z'n eigen redenen. Hoe bevalt het je tot nu toe?" "Leuk je te ontmoeten, 'eh' Kate, het is niet slecht voor een school, scheikunde was een beetje pijnlijk." Ik ben niet zo goed in het beschrijven van meisjes, om zo te zeggen ik sla geen acht op ze (ik bedoel, vermoedelijk hebben ze kenmerken waardoor ze anders zijn maar ze interesseren me niet) en ik heb nooit vriendinnen gehad vanwege de jongensschool.
Kate zag er leuk uit, denk ik, niet lelijk of zo, rossig blond haar en een leuke glimlach en ze leek me een heel leuk persoon. "Oh, met wie zat je opgescheept?" Ze leek echt in mijn antwoord geïnteresseerd, wat me minder zenuwachtig maakte. Iedereen die ik tot nu toe ontmoet had was echt aardig, maar ik had het gevoel dat niemand aandacht had voor mijn antwoorden. Weet je, de tijd die ik sprak te gebruiken om te denken aan de lunch, afspraakjes, of aan wat zal ik zo meteen zeggen. Maar zij keek me recht aan, gespannen, of ze probeerde uit te vinden wat me bezighield. Ik stelde me voor dat ik problemen met haar zou krijgen, weet je, haar teleurstellen om mijn geheim te bewaren. "Dr. Bates?" "Ha psycho, jij
blij!" "Ja, en ik zat naast een jongen die de hele tijd sliep. "Curtis Reid? Ja dat doet hij, ik kan geen hoogte van die jongen krijgen.” Terwijl de les verder ging leunde Tyler van tijd tot tijd opzij om verschillende mensen te beschrijven terwijl ze spraken.
Het werd me al snel duidelijk dat ik in een gave omgeving beland was. Iedereen meer dan drie plaatsen van Tyler af beschreef hij als verliezers of gekken en kon mij meestal hun namen niet vertellen. Tenzij ze 'total losers' waren, leken ze te genieten van hun eigen speciale status. We hadden het over lesstof die ik al had gehad, dus was ik in staat me bijna de hele tijd op hem te concentreren, en de meeste tijd van de les te spenderen aan het staren in z'n ogen en weg te dromen. Het was duidelijk waarom hij niet goed was in wiskunde, hij hoorde geen woord van wat Mevr. Kennedy zei, maar wie ben ik? Als elke hand omhoog ging, en Tyler gaf een reactie, berispte Kate hem en verschafte mij een paar nieuwe feiten. "Dat is Chris nog iets, totale verliezer, schaakclub, " zou Tyler zeggen.
"Tyler, je bent vreselijk, dat is Chris Coleman. Hij is ook een fantastisch pianist, en heeft een IQ van ongeveer 200. Hij zat bij ons op de lagere school, en woont ongeveer twee straten bij je vandaan. Hij is echt lief, bracht Kate in zonder zich om te draaien om ons aan te kijken. "Oké, wat maakt het uit." Zie je hoe het gesprek ging? Een paar keer keek Mevr. Kennedy boos onze kant op die we allemaal beantwoorden met innemende glimlachen en plotseling hernieuwde (als kortstondige) aandacht voor onze boeken. Het was niet dat hij een slecht persoon was of zo, het was gewoon dat deze mensen geen deel uitmaakten van zijn wereld en het interesseerde hem niet. Hij duldde hen niet op een kwaaie manier. Hoor mij, ik ken de jongen amper twee uur, en ik zat hem nu al te verdedigen. Nou, kun je het me kwalijk nemen?
Het leek een korte tijd tot de bel ging en we verzamelden allemaal onze spullen om op weg te gaan naar de volgende fase van onze ontwikkeling Ik klopte op mijn zakken, en zocht naar mijn nu hevig verfrommelde rooster, om uit te vinden waar ik nu naar toe moest. "Studieles, hetzelfde als ik, " voerde Kate aan terwijl ik nog zocht. "De roosters zijn redelijk gemakkelijk, jij zit in groep D, ik in groep C, dus terwijl jij wiskunde hebt, heb ik biologie. Kom op, dan loop ik met je mee." "Hm, oké, bedankt." "Tot straks jongens." Tyler sloeg me op de rug. "Er zijn mensen die zichzelf niet overschatten." "Bemoei
je met jezelf Tyler," riep Kate naar zijn verdwijnende rug. "Drew, zie je bij deur drie uur, 'Oké? Veel plezier samen," riep hij terug, zich omdraaiend en achteruit lopend met een grote grijns op z'n gezicht. Hij trok veel betekenend z'n wenkbrauwen op en botste tegen een jongen op, tassen en boeken door de hal gooiend.
Verbazingwekkend genoeg verontschuldigde de andere jongen zich en was hij om de hoek verdwenen voor ik kon antwoorden. Tyler was duidelijk een persoon die gewend was mensen te overvallen met zijn plannen, en dingen op z'n eigen manier te doen. Duidelijk genoeg. "Jeez," zei ik, als een soort zelfverdediging om elke suggestie te verminderen dat ik geïnteresseerd was in Kate. "Relax Drew, Tyler's verstand is niet zo groot, zodat andere organen een handje moeten helpen bij het denken." We lachten allebei en vervolgden onze weg naar de schoolbibliotheek voor het laatste uur van de dag. Kate begroette de bibliothecaris bij naam, en nam me mee naar een tafel bij de anderen vandaan. Ergens in de Amerikaanse literatuursectie, uitleggend dat een van de leukste dingen van het zitten in de raad was, de vrijheid van toezicht.
"Zo, met wat voor extra leerstof laat je je nog meer in?" vroeg Kate. Een zak met M&M's openmakend en
mij er een paar aanbiedend. Ik pakte een handvol en begon ze te sorteren, in kleine stapeltjes overeenkomstig de kleur, wat ze gefascineerd bekeek. Ik had een gele minder dan de andere kleuren dus
voegde ze er een aan toe. "Bedankt, ik weet het nog niet," zei ik. "Een beetje veel, hè? Voor een dag bedoel ik. "Ja, zoiets. Het is een groot verschil met m'n oude school." "Je bedoelt om dat wij hebben... meisjes?" Ze pauzeerde en keek links en rechts voor ze dat laatste woord zei, met een soort van gedempte stem. Toen begon ze hard te lachen, en ik begon te blozen en keek naar m'n M&M's." Ik plaagde je, sorry. "'t Is oké." "Zo wat ga je doen? Sport? Muziek? Toneel? Journalistiek misschien? He, wat dacht je van de schaakclub," grapte ze. "Ja, dat maakt indruk op Tyler." Ik had het gezegd voor ik me realiseerde wat ik deed, en had er meteen spijt van toen ze haar hoofd scheef hield en me lang aanstaarde.
"Lazer op met Tyler, " zei ze eindelijk. Gelukkig dacht ik. "Hij is een leuke jongen, ik hou een beetje van hem, maar eigenlijk is hij gewoon een domme sporter, wie alleen geeft om wat hij zelf denkt. Je moet doen wat jij wilt, niet wat hij denkt wat gaaf is. Laat je niet veranderen in een van zijn kleine volgelingen." Te laat. "Ik ben niet echt een meeloper om je de waarheid te zeggen. Ik deed aan sport op mijn oude school, maar meestal om dat het moest." Ik probeerde weg te komen van het gevaarlijke onderwerp Tyler. "Moet een hel geweest zijn, een jongensschool. Ik kan het me niet voorstellen op een meisjesschool te zitten. Ik zou gek worden. "Het was niet zo slecht, " antwoordde ik. En naar waarheid gezegd was dat ook zo. Het was allemaal een zaak van perspectieven, echt.
Ik at alle M&M's in een keer op. "Ik vraag me af wat een psycholoog zou zeggen van je M&M rangschikking," vroeg ze. "Dat ik een dwangmatige obsessieveling ben, waarschijnlijk." Ik ben het niet, ik heb het altijd leuk gevonden dingen te sorteren op kleur. Altijd gehad. Mijn overhemden zijn op kleur gerangschikt, net als mijn krijtjes toen ik nog een kind was. Het is het enige wat een soort van obsessie voor me is, kleuren, wel en mijn kleren, wat niet echt een apart iets is als je er over nadenkt. Ik keek uit het raam, en de stilte verspreidde zich een paar minuten. Het was geen lastige stilte of zoiets, we hadden
gewoon niet veel te zeggen. Ik denk dat het toen was dat ik wist dat we goede vrienden zouden worden, weet je? Als je gewoon bij iemand kan zijn zonder iets te zeggen of te doen, dat is best fijn. "Rond
hangen met de sportploeg na school, huh?" "Ja, Tyler heeft iedereen uitgenodigd bij hem thuis."
Er waren een paar mensen bij de tribunes, rokénd. Een klein groepje, de meesten zwart dragend, leken vrij zielig daar buiten, net zoals kantoor personeel die samen scholen bij de deur van hun gebouw. Regen of zonneschijn, er op los rokénd. In het geval je het nog niet wist, ik rook niet. Een klein stukje bij hen vandaan, op zijn rug liggend op een klein muurtje met z'n knieën een beetje opgetrokken, was de jongen van mijn scheikunde les, die ik kende als Curtis. Ik keek naar hem, terwijl hij langzaam een hand naar zijn mond bracht en een trek nam van z'n sigaret. "Curtis Reid." Kate volgde mijn blik." Hij is aantrekkelijk, of niet?" "Heb zijn gezicht niet goed gezien," antwoordde ik. Kut. Wat had ik net gedaan? Wat had ik net gezegd?
Had ik mijzelf net bloot gegeven aan een totaal onbekende? Kon ik hier uitkomen? Was er iets anders wat ik kon voorwenden in plaats van wat ik had gezegd? Kon ik beweren dat ik de vraag niet goed had gehoord? Kon ik een epileptische toeval veinzen en de bibliotheek worden uitgedragen? Misschien had ik het niet hardop gezegd, en dacht ik het alleen. Misschien als ik me hard concentreerde ik hier in een
oogwenk niet meer zou zijn. En misschien is de maan echt van kaas gemaakt. Ik draaide me langzaam om en keek haar aan. Ze glimlachte vriendelijk naar me." Ik bedoel, ik weet het niet." "Hoe overleefde je
op een jongensschool, Drew?" "Luister..." "Drew, " ze onderbrak me. "Maak je geen zorgen, ik geef er niet om, en ik zal het niemand vertellen. Ik denk dat het wel gaaf is, en je ziet er uit of je wel iemand kan gebruiken om er over te praten. En ik weet meer van jongens dan de meeste mensen om je heen." "Echt? Ik bedoel, het maakt je echt niet uit?"
"Helemaal niet, mijn broer is ook homo." "Sst." Ik keek scherp om me heen of niemand ons had afgeluisterd." Ik heb het nog nooit aan iemand verteld." "Dat is wel duidelijk." "Is dat zo?" "Jazeker, je bent het klassiek gesloten persoon. Maar de manier waarop je naar Tyler keek heeft je een beetje verraden." "Deed ik dat?" Ik weet dat ik niet veel kon bijdragen aan deze discussie, maar ik was
doodsbang bij het idee dat mensen in staat waren het te ontdekken door alleen naar je te kijken. Dat was angstig. "Oh, maak je geen zorgen. De meeste mensen zijn niet in staat het te zien, ik weet waar ik op moet letten." Ze pakte mijn hand om me gerust te stellen. Het hielp niet. Een dag. Ik was nog niet eens een dag door gekomen, en nu was dit al gebeurd. Kut. Had ik dat al gezegd? Kut. Kut. Kut. Zo. Niet dat het me beter deed voelen.
"Hoe kan het zo duidelijk zijn?" Ik wou het weten. En om je de waarheid te zeggen, zou ik graag de kwestie veranderen in een jammerlijk soort van 'oh, wrede wereld'. "Dat is het echt niet. Ik zweer het je, bij iemand anders kom je voor 100% over als hetero. Toch denk ik dat het tragisch is dat de gemeenschap maakt dat je dat moet doen. "Ik ben het er mee eens, natuurlijk doe ik dat, maar dat is
eigenlijk niet het punt hier, of wel? "Je gaat het toch niet aan iemand vertellen, toch?" De gedachte onderworpen te worden aan een openlijke inspectie maakte me doodsbang. Het idee dat iedereen het wist, naar me keek en over me praatte. Een nog vreselijker gedachte kwam bij me op. "Je gaat het toch niet aan Tyler vertellen?" "Nee, natuurlijk niet. 'He Tyler, Drew heeft een oogje op je'. Kom op, hoe waarschijnlijk is het dat ik dat doe." "Ik weet het niet." "Oh, nou bedankt."
Ik denk dat dat laatste antwoord verkeerd was, maar echt, ik ken haar nog maar zo kort. "Sorry." "'t Is oké." Ze glimlachte opnieuw." Ik weet dat het niet makkelijk is, vooral op jouw leeftijd. Maar weet je, waarom ga je niet met Don Scott, de begeleidend decaan, praten? Hij kan je in contact brengen met jongerenpraatgroepen en zo." "Wat, zoiets als 'Anonieme Homofielen'? Hoi, ik ben Andrew en ik ben homo! Ik denk het niet." "Het is niet allemaal zo. Het maakt het misschien makkelijk om andere mensen te ontmoeten die in dezelfde situatie zitten, en om elkaar te helpen ermee om te gaan. Misschien ontmoet je een leuke jongen, en het is allemaal vrijblijvend." "Ik zou het niet kunnen." Stel dat ik een leuke jongen zou ontmoeten... "Oké, het is niet voor iedereen. Weet je, ik neem alle folders voor je mee zodat je ze kan lezen en dan kijk je wat je er van vind." "Wil je dat doen?" "Natuurlijk wil ik dat. Ik heb mijn broer hier doorheen zien gaan toen hij net zo oud was als ons, en het was een hel voor hem. Ik wens dat niemand toe. Misschien moet je eens met hem gaan praten."
"Eh... bedankt, misschien is dat niet zo'n goed idee. Kunnen we niet van onderwerp veranderen?" "Wat jij wil, maar ik wil je alleen maar laten weten dat je hier niet alleen voor staat." "Bedankt, zo wat vind je van het weer?" Ik probeerde een frisse en normale toon, en een grote gemaakte grijns, dat een lach bij haar ontlokte. Het ongemakkelijke moment ging voorbij, en we praten over van alles de rest van het uur. Leraren, school, wat er in de stad te doen is, normale tiener praat. Net voordat de bel ging, scheurde ze een hoekje van een bladzijde uit haar agenda en schreef haar naam en telefoonnummer voor me op. "Voor het geval je wilt praten, oké?" "Bedankt Kate, echt ik meen het." Ik deed het papiertje in de zak van m'n overhemd. "Geen probleem, ik haat het om een ander te zien lijden, vooral iemand die leuk is en grote bruine ogen heeft. En je geheim is veilig bij me, meisjes padvinders erewoord." Ze grijnsde naar me en ik glimlachte terug.
Dit was een vreselijke eerste dag geweest en geen vergissing. "Kom op, ik loop met je mee." Ik zou stand houden in Tyler's uitstraling en mezelf iets meer koesteren. "Hij lijkt harder dan hij is." Dit was denk ik, de eerst keer in m'n leven dat ik opmerkingen maakte over een andere man z'n verschijning tegen een ander. Het voelde verbazingwekkend bevrijdend om te doen. Het enige om me zorgen over te maken was, dat ik mijn masker zou laten vallen en dat het een gewoonte zou worden. Ik wilde niet eindigen als een nichterig en verwijfd, bekritiserend en krengerig type, die op elke jongen die langs liep commentaar had. Ik haat dat. We voegden ons bij de stroom kinderen in de hal, en stevenden af op het afgesprokén ontmoetingspunt, met haar hand op m'n arm terwijl we liepen. Het voelde goed om zo met
iemand te lopen die mijn geheim wist en er zo onbevangen bij was en me accepteerde zoals ik was. Misschien was Californië meer liberaler dan de rest van het land.
Ik begon te denken dat misschien, heel misschien, meer mezelf kon zijn hier, meer dan ik tot nu toe geweest was. We liepen de hoek om en door de glazen deuren kon ik Tyler zien met een paar jongens lanterfanten en dollen op de stoep, wachtend op mij. Op mij. Dat was hartstikke leuk, het waren aardige mensen. Ik was terug op aarde. "Wat is er achter deur drie?" zei een stem die ik meteen herkende als die van mezelf. Op dat moment keek Tyler in de school en zag mij en Kate naderen en trok z'n wenkbrauwen opnieuw naar me op, en ik herinnerde me dat Kate haar hand nog steeds op m'n arm lag. Ze moet
gevoeld hebben dat ik lichtelijk verstijfde en haalde hem meteen weg. We arriveerden in de warme middag zon. "Nou, ik laat jullie jongens achter voor jullie machorituelen, " zei Kate en liep de trappen af.
"Te veel testosteron bezorgt me hoofdpijn. Tot morgen."
We keken haar na. "Jij vuile hond!" Tyler stompte me op m'n arm. "Ik laat deze jongen een uur alleen, en kijk wat er gebeurt!" sprak hij tot de groep die allemaal waarderende geluiden lieten horen, "snel gedaan, mijn jongen!" "Het is niet wat je denkt, " protesteerde ik. Tyler sloeg een arm om m'n schouders en met z'n andere wreef hij door m'n haar. Zoals ik zei, normaal haat ik dat, maar ik zou liegen als ik zei dat mijn weerstand hier niet meer dan betaald was. "Natuurlijk niet, versierder!" Hij lachte. Ik besloot het zo te laten en het had geen zin om verder te protesteren, en op een bepaalde manier was het een soort van hulp om hem te laten denken dat Kate en ik iets met elkaar hadden. Tenzij hij ook een gesloten boek was. Verdomme. Kans 22. Hoe kon ik hem laten weten dat ik geïnteresseerd ben zonder dat hij het wist dat ik geïnteresseerd ben? Een moeilijk iets.
"Waar is verdomme David?" Zijn stem doorbrak m'n gedachten en ik liet hem gaan. "Waarom bel je je
moeder niet terwijl we op die klojo wachten?" Hij gaf me zijn mobieltje, een smal glanzend zilveren telefoon. Ik opende de klep en begon het nummer in te toetsen voor dat ik me realiseerde dat dat het nummer van Pennsylvania was. Ik had absoluut geen idee wat het nummer van Lois was. Waarom zou ik? We waren hier gisteren aangekomen en ik had nog geen reden gehad om te bellen. "Eh Tyler, ik weet m'n nummer niet. Hoe dom is dat? Maar zo als je weet ben ik hier gisteren pas gekomen." "Geweldig!" Hij grijnsde naar me. "Misschien dat ik naar huis ga, en jullie later opzoek?" "Ik woon een heel eind buiten de stad, kerel. Heb je een auto?" "Mijn moeder heeft de auto." Op dat moment kwam David de
trap aflopen. "Nou, we gaan er nu naar toe. Dus het is jouw keus, meegaan of naar huis gaan." Jee bedankt Tyler, dat maakt het makkelijk. "Ik ga maar naar huis, m'n moeder zou alleen maar ongerust worden als ik niet thuis kom of bel. En aangezien ik niet kan bellen..."
Ik stopte. "Oké, jammer, een andere keer, ja?" Tyler begon de trap af te lopen gevolgd door z'n kleine groep sporters. David wachtte eventjes, sloeg me op de schouder, haalde z'n schouders op, en met een zacht 'tot later' volgde hij hen. Ik stond hen na te kijken, en voelde me shit. Mijn oude ik had gezegd, 'krijg wat' en was hen achterna gegaan, maar ik had die belofte aan mezelf nu eenmaal gemaakt, dat ik de beste zoon zou zijn die er was. Het zou moeilijk worden om dat vol te houden. Ik wou gaan, echt waar, en net als bij Tyler waren er andere organen die nu voor me aan het denken waren, maar ik onderdrukte het en ging op weg naar huis. Ik liep net een paar seconden de heuvel op, toen me iets te
binnen schoot. Ik had geen aandacht besteed aan de route die we vanmorgen hadden gereden. De dingen gingen van kwaad tot erger.
Ik wist ongeveer waar ik woonde, ik had geen idee waar het was in relatie met waar ik was en ik had geen telefoonnummer. En al had ik dat, ik had geen telefoon om te bellen. Kut. En wat nu? Ik dacht dat het beste wat ik kon doen was, de heuvel oplopen en kijken of ik iets bekends zag of aan iemand de weg vragen. Zoals Tyler zei, klotezooi. Zo ploeterde ik verder de heuvel op, en toen ik boven kwam leken beide kanten erg hoopgevend. In gedachten gooide ik een muntje op en koos rechts. Ik liep door met aan beide kanten identieke huizen met identieke tuinen. Een lange weg met aan de ene kant dezelfde omheiningen en aan de andere kant dezelfde bomen. Niets aan deze weg kwam me bekend voor. Een oude Ford passeerde me terwijl ik keek en besloot om terug te keren. Ik liep opnieuw de heuvel op, stak de weg over, en begon opnieuw. Deze keer kwam ik voorbij een klein wit kerkje wat me vaag bekend voor kwam, en begon me iets opgewekter te voelen.
Maar dat duurde niet lang, niets anders in de straat liet bellen bij me rinkelen. Ik hoorde opnieuw een
auto naderen, en besloot hem aan te houden en de chauffeur om de weg te vragen. Ik draaide me om, en de auto minderde vaart nog voor ik mijn hand had op gestokén. Het was dezelfde auto die ik gezien had in de andere straat. Geweldig, ik was pas twee dagen in Californië en ik zou nu al vermoord worden. Kon deze dag nog erger? Ik deed een stap naar voren, en het nieuwe gezichtspunt verhinderde me om door de voorruit te kijken, maar in een fractie herkende ik de chauffeur. Curtis Reid, de raadselachtige (lees onbeschofte) jongen van mijn scheikunde les. Degene waarvan Kate dacht dat hij aardig was. Ik liep naar de auto, en terwijl ik een stap naar beneden deed, boog ik voorover door het zijraampje om
hem aan te spreken. "Je lijkt verdwaald."
Hij constateerde het als een feit, z'n armen leunend op het stuur en kijkend door de voorruit naar de weg voor hem. "Eh, zoiets ja. Het is dom, maar al deze straten lijken op elkaar en ik, eh, wel, ik weet niet precies waar ik woon. "Dat lijken voorsteden voor jou." Hij had nog steeds geen oogcontact gemaakt en z'n stem behield de vette, toonloze, ongeïnteresseerde kwaliteit die ik eerder op de dag gehoord had. "Ik denk het. Zo, eh, denk je dat je me kan helpen?" "Stap in." "Bedankt." Ik voegde daad bij het woord en stapte in voor dat hij van gedachten zou veranderen. Ik kon hem nog steeds niet goed zien vanwege de zon, en we zeiden beiden een tijdje niets. "Je zult me moeten vertellen waar je zijn moet, anders komen we er nooit, "zei hij eindelijk. Zichzelf optrekkend met beide handen aan het stuur, me nog steeds niet aankijkend.
Ik voelde me een idioot, maar ook erg ongemakkelijk, alsof ik hem iets moest uitleggen. "Luister, als het een probleem is..."begon ik. "Vertel me gewoon waar je woont." Hij viel me in de rede voor ik verder kon gaan, en in zekere zin was ik opgelucht. Om eerlijk te zijn, ik kon er mee leven alles net zo lang uit te leggen als ik maar voor middernacht thuis was. "Eh zeker, het is Chestnut Street." Hij snoof en mompelde iets dat leek op 'logisch', maar ik besloot het te laten rusten toen hij de auto startte en een snelle U-bocht maakte om de heuvel af te rijden die ik zojuist was opgelopen. Of hij wist een kortere weg, of ik zat er totaal naast in mijn herinnering. Och, ik had nooit zoveel aandacht voor mijn omgeving, ik verdwaalde nog in onze tuin. Misschien niet meteen, maar dan krijg je een idee. Plotseling geverfde lijnen leken een veel beter idee dan ze vanmorgen hadden.
De rest van de rit voltrok zich in volledige stilte, tot we in een bekende straat kwamen en ik het huis kon zien. "Welke?" Het plotselinge geluid van z'n stem liet me schrikken. "Eh, die, met een soort van toren?" Waarom kwamen zoveel dingen die ik zei vandaag, en wat ik zeker wist, eruit als een vraag? Normaal ben ik niet zo timide, ik zweer het, misschien was het de nieuwigheid van alles. Meer zelfpsychotherapie. Misschien moest ik maar een boek kopen. We reden de oprit op, en mijn moeders auto was er niet. Nou, omdat ik zo was opgevoed vroeg ik hem binnen, wetend dat hij nee zou zeggen, als hij het op kon brengen om zo vriendelijk te zijn. "Hartstikke bedankt man, ik was zo verdwaald. Luister, wil je even
binnenkomen om, eh, iets te drinken of zo?" Hij draaide zich langzaam om en keek me een hele tijd zwijgend aan.
Ik begon me ongemakkelijk te voelen, of ik hem een aanzoek had gedaan of zoiets. Ik wou al zeggen
'geeft niet', en slikte toen het leek of hij ontspande en antwoordde. "Bedankt." Nou, dat had ik niet verwacht, maar ik had het gevraagd, dus moest ik ermee doorgaan. Ik kan niet zeggen dat ik het een
aantrekkelijk vooruitzicht vond. Praten met deze jongen was niet echt makkelijk, maar ik was hem iets schuldig voor het naar huis brengen. Dus knikte ik naar hem, opende de deur en stapte uit. Hij stapte aan de andere kant uit, rekte een beetje, en veegde z'n vuile blonde haar uit z'n ogen. Ik ving een flits van groene ogen op, en zag dat z'n mouw een knoop miste zodat z'n manchet licht heen en weer ging in de wind.
Ik stond bij de auto naar hem te kijken als een idioot, wachtend tot hij bewoog, en denkend aan dat Kate gelijk had. Hij zag er echt leuk uit. Waarom had ik dat niet eerder gezien? "Eh, deze kant op, "zei ik eindelijk, terwijl hij me komisch aankeek. Hij had een paar sproeten op de brug van zijn neus, en zijn gezicht was lekker gekleurd (vergeleken bij mijn Oostkust bleekheid) en regelmatig gevormd. Erg leuk, zoals ik zei. Hij volgde me naar de voordeur en naar de keuken. Vlug stak ik mijn hoofd in de serre om te kijken of er nog iemand was. Er leek niemand te zijn. "Lois!" riep ik naar boven, maar er kwam geen antwoord. "Eh, wat wil je, we hebben..." Ik opende de koelkast en deed een snelle inspectie voor hem. "Cola is goed." Ik gaf hem een blikje en pakte er een voor mezelf. "Bedankt."
We openden de blikjes gelijktijdig en pakten elk een stoel bij het eiland in het midden van de keuken. Er was weer een lange onhandige stilte en toen begonnen we tegelijk te praten. "Zo waar..."begon hij. "Zo hoe gaat..."begon ik. We stopten allebei, en zeiden tegelijk 'jij eerst'. Dit kwam grappig over en ik veerde op. Hij lachte niet hardop, maar deed me een gunst met een brede glimlach, wat zijn gezicht nog knapper maakte. "Na jou," zei ik uiteindelijk. "Het was niet belangrijk, "zei hij en stopte. Ik dacht dat het gesprek was afgelopen, maar hij begon opnieuw. "Ik wilde je vragen waar je vandaan komt." "Pennsylvania, maar mijn moeder is hier geboren. Dit is het huis van m'n oma. "Ik heb je daarvoor
gewaarschuwd, jongeman!" Lois' stem kwam van de achterdeur, waar ze juist binnenkwam met een mand met fruit. "Lois. Hoi, dit is Curtis.
Hij keek me scherp aan, en ik realiseerde me dat hij me zijn voornaam niet had verteld en zou wel denken dat ik vragen over hem had gesteld. "Eh, hallo, "zei hij, en veronderstelde dat het een vereiste was om er 'mevrouw' aan toe te voegen. "Ben je niet aantrekkelijk?" Lois was net zo direct tegen hem als tegen iedereen. Ze bekeek hem taxerend van top tot teen, terwijl ze de mand op het aanrecht neerzette. Curtis bloosde en keek van haar weg naar mij met een smekende blik in z'n ogen. "Lo-isss" zei ik opnieuw. Ik had het gevoel dat ik dat vaak deed. "Lois zal het doen, doe nu je overhemd uit, Curtis." "Wat? !" We zeiden het tegelijk. "Oh, als ik twintig jaar jonger was, zou ik doen wat jullie twee nu denken. Geef me je overhemd, dan zal ik een knoop aan die mouw zetten."Curtis was een moment sprakeloos, tilde toen z'n arm op en keek naar de manchet en lachte.
"Dat is niet nodig..."Hij wilde protesteren, en wie kon het hem kwalijk nemen. Ik wed dat hij hier niet had over onderhandeld toen hij stopte om me te helpen. "Natuurlijk wel, dat is het minste wat ik kan doen om je terug te betalen voordat je AN-Drew naar huis hebt gebracht, dat was hartstikke goed van je." Ze benadrukte de eerste twee letters van mijn naam om me terug te betalen voor het eerdere 'Oma'. "Nu gaat Drew thee voor me zetten terwijl ik m'n naaikist pak, en ik verwacht dat overhemd uit als ik terug kom. De rest kun je aanhouden." Ze maakte een geintje toen ze de keuken verliet, maar we hoorden allebei duidelijk dat ze er aan toevoegde, "Voor dit moment." "Jeez, sorry hoor. Als het iets uitmaakt, zo doet ze bij iedereen." Ik probeerde een verontschuldigende glimlach. Wat een eerste indruk om te maken. "Je oma is er een, "zei Curtis uiteindelijk, en lachte snuivend. "Ik mag haar wel."
Meteen stond hij op en trok z'n overhemd over z'n schouders. Daaronder droeg hij een effen wit T-shirt, dat te slobberig zat om het voor mij mogelijk te maken om iets over zijn bouw te zeggen, maar ik kon zien dat z'n armen aardig bruin waren en lekker gespierd. Meer dan die van mij in ieder geval. "Ik wil haar niet tegen me krijgen." "Vertel mij wat, "bevestigde ik terwijl ik thee zette. Het ijs leek gebrokén, en alles wat er voor nodig was, was de gemeenschappelijke huivering van een zich schamende mannelijke tiener wanneer hij geconfronteerd wordt met een ouder vrouwelijk familielid. "Dat hoorde ik." Lois kwam terug met de naaikist in haar hand, en ging verder met het leeg gooien van een pot met knopen op het aanrechtblad, op zoek naar een die paste.
Ik keek een tijdje naar haar zoekend in de hoop knopen, en ze vergelijken met degene van het overhemd tot ik medelijden met haar kreeg. Ik sloeg de voorkant van het hemd opzij om haar te laten zien waar aan de binnenkant twee paar knopen zaten. "Kijk nou eens, wat zullen ze straks wel niet denken." "Die bejaarden." Ik zuchtte en kreeg een vernietigende blik. "Zo Curtis, vertel eens wat over jezelf, "vroeg Lois terwijl ze de draad door de naald stak. "Um, wat moet ik vertellen?" Hij keek bezorgd. "Wat je maar wil." "Um..." "Nou, begin maar hoe je deze snoodaard hebt ontmoet, "en ze knikte met haar hoofd in mijn richting. "Wat zijn je dromen, wat is je passie. Hoe zijn jullie vrienden geworden? Kortom, alles." Zoals hij naar me keek had hij tussen de regels door zoiets gehoord als, 'wat doen je ouders?'. Lois concentreerde zich op het naaien, en mistte de paniek op z'n gezicht.
"Um, nou, ik heb, Andrew, Drew, bij scheikunde ontmoet." "Maar toen was hij niet zo sociaalvoelend, "viel ik in, en kreeg opnieuw een boze blik toegeworpen, deze keer van Curtis. Ik vond z'n verlegenheid wel leuk, het was niet aardig van me, maar zeg nou zelf, hij was vanmorgen niet zo vriendelijk geweest. "Um, nee. Nou, en toen zag ik hem lopen en zag dat hij verdwaald was, en gaf hem een lift. Dat is het zo ongeveer. "Elkaar op een andere manier tegenkomen, is altijd een nieuwe start." Lois mompelde, "Ga verder." "Um, ik moest hier in de buurt zijn." Hij pauzeerde, likte aan z'n lippen en nam een grote slok
van z'n cola, z'n blik gefixeerd op z'n overhemd dat gemaakt werd. Ik denk dat als hij kon, hij het had gegrepen en weg was gerend. Hij vond dit niet leuk.
"Ik, eh, kom hier om te oefenen, op m'n gitaar. Ik zit niet in een band of zo, ik vind het gewoon leuk, weet je, voor mezelf. "Wat voor muziek vind je leuk?" "Um, van alles, denk ik. Vooral muziek met goede akoestische gitaren, dat ik kan proberen na te spelen." "Je leert het jezelf?" "Um, zo ongeveer." "Hartstikke goed, ik wil je wel eens horen spelen. Alsjeblieft." Ze hield het nu van alle knopen voorziene overhemd omhoog, wat hij met liefde aanpakte. "Ik denk dat ik jullie nu wel genoeg heb gekweld, en aan jullie gezichten te zien is dat zo, dus ga ik terug naar m'n bloemen. Drew, waarom vraag je Curtis niet om te blijven eten?" "Oh nee, dat hoeft niet, U bent al vriendelijk genoeg geweest, "protesteerde hij. "Uitstekend, dat is dan geregeld. Waarom vermaken jullie je niet tot Re's moeder thuiskomt? Het is fantastisch dat Drew nieuwe vrienden maakt, en zulke beleefde, en zo makkelijk."Curtis keek me hulpeloos aan en ik haalde m'n schouders op.
"Oké, bedankt Mevr. , eh, Lois." "Geen dank." Ze liet ons alleen in de keuken en ging terug naar de tuin. Ik zat stil tot de achterdeur dicht was en keek toen naar Curtis. "Sorry daarvoor, je hoeft niet te blijven, weetje, als je iets ander hebt te doen of zo." Aan de ene kant wilde ik dat hij bleef, en ik bekeek hem nauwkeurig terwijl hij z'n overhemd aantrok met een geconcentreerde blik op z'n gezicht. "Nee, het is goed, ik heb geen haast om naar huis te gaan." Hij gaf me een half ironische lach en draaide zich om. "Als jij het goed vindt, ik bedoel, ik was vrij onbeschoft vanmorgen. Ik kan begrijpen waarom je niet wil
dat ik..." "Maak je daar geen zorgen over." Ik poeierde de verontschuldiging af, als het dat was tenminste. "Zo, eh..." "Ja, um, wil je de rest van het huis zien?" "Prima." Hij stond op, opgelucht iets
anders te doen dan door Lois te worden ondervraagd.
Ik was verbaasd dat ze hem liet zitten met zoveel vragen, misschien had ze in de gaten dat hij er niet van hield om over zichzelf te praten. Ik liet hem alles op de begane grond zien, en nam hem toen mee naar boven om mijn nieuwe kamer te laten zien. "Dit is groter dan mijn hele huis, "zei hij toen hij de zolderkamer binnenliep. Er was iets in z'n stem wat ik niet kon thuisbrengen, geen jaloezie of zo, misschien een soort droefheid. Ik wist het niet, misschien verbeelde ik het me. Ik wist niet hoe ik op
deze opmerking moest reageren, dus beschouwde het als overdrijven en snoof alleen. Hij verbaasde zich over mijn imposante, al zeg ik het zelf, CD verzameling, en liet z'n vinger langs de titels gaan. "Luister, het spijt me echt van vanmorgen, Drew, "zei hij, zich omdraaiend in mijn richting maar me niet recht in de ogen kijkend.
"Kijk, ik ben dit niet gewend, oké? Ik ben op mezelf op school, ik val niemand lastig en zij vallen mij niet lastig. Ik hou er van om met rust te worden gelaten." Ik vroeg me af wat psychologen zouden zeggen over het gebruik van zoveel woorden als 'luister'. "Waarom stopte je om me een lift te geven?" Ik was nu nieuwsgierig. "Ik weet het niet, het was om zo te zeggen, nou..." hij werd vaag. "Oh, goed, ik begrijp het, "zei ik ironisch. Hij verwonderde zich over het 'torengedeelte' van de kamer, en keek uit het raam. "Ik pas daar niet in, toch?" "Wil je het proberen?" Ik kon het niet helpen om hem dat te vragen. "Ik denk het niet. Maar kijk, toen ik je daar zag op straat, leek je zo hopeloos verloren." "Ja?" "Wel, ik weet het niet, het leek net of ik mezelf met je identificeerde, denk ik, snap je? Het nieuw zijn. Jij bent ook een soort uitzondering. "Dus je had medelijden met me?" "Nee dat niet. Alleen, ik weet wat het is om alleen te zijn zonder iemand om je te helpen, oké? Mijn levensverhaal. Ha!"
Hij draaide zich om naar het raam. "Ik begrijp het." "Doe je dat?" "Niet echt, ik snap niet dat je zo koud bent op school, je lijkt me een leuke jongen, dus waarom sluit je jezelf zo af?" Ik wilde het echt weten, maar hij keek me lange tijd aan en gaf tenslotte een vrijblijvend antwoord. "Het is een lang verhaal." "Ik luister." "En ik zeker al m'n ellende bij jou uitstorten." Hij snoof opnieuw. "Als jij wilt praten, wil ik wel
luisteren." Ik verbaasde mezelf met de toon waarop ik sprak, het was echt gemeend. Verbazingwekkend, ik wilde echt luistern, en als ik kon, hem helpen. Alhoewel we elkaar nog maar heel kort kenden en bijna niets tegen elkaar hadden gezegd, vond ik hem aardig en wilde zijn vriend worden. "Ik zou hier niet moeten zijn en weg moeten gaan." "Je bent vrij om te gaan, ik kan je niet tegenhouden. Maar je moet wel door de tuin om bij je auto te komen, en Lois is daar!" grapte ik, proberend de gespannen sfeer te doorbreken die er plotseling hing.
Hij keek me een moment aan, z'n gezicht totaal uitdrukkingloos, en barste toen uit in een lachbui waarbij hij op m'n bed moest gaan zitten tot hij was bij gekomen. Ik denk, al was het niet grappig bedoeld, dat het op dit moment het juiste ding was om te zeggen. Hij plofte terug op het bed, met z'n armen boven z'n hoofd, haalde diep adem, en liet het langzaam weer ontsnappen voor dat hij z'n hoofd draaide en me aankeek. "Dus?" vroeg ik. "Je bent een aardige jongen, Drew, en ik ben een klootzak. Het spijt me, oké?" "Oké." Hij draaide z'n hoofd weg en keek opnieuw naar het plafond. Ik zag dat doordat hij was neergeploft, dat z'n T-shirt uit z'n zwarte spijkerbroek was gekropen, en nu kon ik de bovenkant van z'n onderbroek zien, en een dun streepje van z'n navel die net als z'n armen lekker bruin was. Ik keek stiekem naar hem, hij leek niet in de stemming om te praten, en ik was bereid om te wachten tot hij begon, want ik had mijn eigen gedachten.
"Weet je dat Tyler je meteen laat vallen als hij er achter komt, "zei hij plotseling. "Waar achter komt, dat ik met jou heb gepraat?" "Dat ook, maar ik bedoel omdat je homo bent." "Wat?" In hemelsnaam, kon iedereen hier dwars door me heen kijken? "Waar heb je het verdomme over? Waarom denk je dat ik homo ben?" Ik dacht dat mijn respons nu overtuigender overkwam dan bij Kate in de bibliotheek. Hij draaide z'n gezicht opnieuw naar me toe. "Kijk me recht aan en zeg dat het niet zo is." "Ik..." Plotseling was dat wat zo verdomde makkelijk klonk, onmogelijk te bewijzen. Onder zijn koele en kalme groene blik, kon ik het niet echt ontkennen. "Ik wist het. Als je geen homo was geweest, had je me nu geslagen in plaats van domme vragen te stellen. Echte hetero's ontkennen het, vriend, die vragen niet waarom denk je dat?"
Hij trok zichzelf op om te gaan zitten, en hingen zijn benen over het voeteneinde, en keek me recht
aan. "Jezus Christus, "zuchtte ik. "Ik heb dit gelul niet nodig." "Ik denk het wel. Je moet stoppen je te verbergen, kom er voor uit." "Oh, advies van jou? En jij bent zo verdomde geschikt om mij te vertellen
hoe ik me moet gedragen? Jij hebt me daar een ego, je bent een verdomde socioloog, en een hypocriet." "Dat is eerlijk, "zei hij mild. "In Godsnaam, vecht terug, neem het niet langer." Als hij zo door bleef
gaan, zou ik me nog ongemakkelijk gaan voelen door tegen hem te schreeuwen. "Nee, je hebt gelijk, dokters genezen zichzelf, antwoorde hij. "Wat gebeurt er vandaag met me?" Ik vroeg het aan het plafond, of iets van een macht wat daarboven zat. "Wat is er MIS met mij??"
Plotseling wilde ik huilen, en er was niets wat ik kon doen om het tegen te houden, dus begonnen de tranen over m'n wangen te rollen. "He, er is niks mis met je." Voordat ik kon reageren liep hij door de kamer en sloeg z'n armen om me heen. "Laat me los, "zei ik, zwak worstelend in z'n greep. "Geen kans, "zei hij, me in z'n armen houdend. "Oh kut, "jammerde ik, en toen begroef ik mijn gezicht tegen z'n schouder en gaf me over aan de tranen. Ik huilde mijn ogen uit m'n hoofd, en het leek voor altijd door te gaan. Hij bewoog niet en liet me niet los. Hij hield me gewoon vast, en af en toe mompelde hij zoiets als 'het is goed'. Na wat aanvoelde als een uur, maar wat niet langer kon zijn dan 5 minuten, begon hij zacht de achterkant van m'n hoofd en nek te strelen, en wiegde me langzaam. God, wat voelde dat goed om zo
te worden vastgehouden en iemand te hebben die er voor me was. Hoe kon iets dat zo goed voelde fout zijn. Ik vergat dat hij een totale vreemde was, de tweede totale vreemde die mijn geheim ontdekt had in een paar uur tijd.
Ik begon te snuiven terwijl de tranen hun weg vervolgden. "Wat is er verdomme mis met mij?" vroeg ik stilletjes aan z'n schouder. "Niets, als er iets mis is met jou, is er ook iets mis met mij. En er is niets mis met mij." En dat zeggend kuste hij m'n voorhoofd. Nou, als de tranen al wilden stoppen, dan deed dit hen in een keer stoppen. Ik deed een stap naar achteren en keek hem aan, gedeeltelijk in shock en
gedeeltelijk met nieuwe ogen. "Wat zei je net?" en meteen gevolgd door een andere gedachte wie ik ook hardop zei. "Wat DEED je net?" "Je weet precies wat ik zei, en ik DEED dit." En deze keer kuste hij me op m'n lippen. Een lichte korte kus, maar het deed m'n knieën knikken. Hij pakte mijn armen en hield me omhoog met een zachte lach. "Ja, dat effect heb ik op mensen." Hij lachte zuur naar me. "Wil je gaan zitten of wil je koud water over je gezicht gooien?" "God, ik moet er afschuwelijk uitzien, sorry Curtis." "Waarom?" "Door me zo te laten gaan, wat een toestand." "Maak je geen zorgen, ik vind je kwetsbare kant wel leuk."
Hij lachte naar me. "Maar dat was een auto in de wasserette, dus ik denk dat je je beter zelf weer mooi kan maken." Dat maakte hem de tweede persoon (familieleden niet mee gerekend) in een week tijd die zei dat ik knap was. De tweede man. De tweede man die zei dat IK knap was, en belangstelling voor me had. Seksueel, zoals in seks. Mijn gedachten waren verwarrend, en het enige wat ik zeker wist, was dat m'n moeder me zo niet mocht zien. Dus ging ik naar de badkamer om m'n gezicht te wassen. Ergens moest ik oogdruppels hebben, dus rommelde ik rond tot ik ze vond, en spoot ze vrijelijk in beide ogen. Ik zag eruit als een mol in het plotselinge daglicht, dus schudde ik m'n hoofd heen en weer. "Wat vind je leuk?" zei een geamuseerde stem bij de ingang. Curtis stond naar me te kijken, leunend tegen de deurpost met z'n armen voor z'n borst gevouwen, en die (mooie/irritante) halve glimlach op z'n lippen.
"Vertel jij het maar, kun je zien dat ik gehuild heb?"
"Nou, je ogen zijn nog een beetje rood, maar ik denk niet dat het iemand zal opvallen, en het zal zo wel weg zijn." "Hoe kun je zo rustig zijn?" Ik kon niet geloven dat hij zo verdomde rustig was. Was hij hier het laatste half uur geweest? Wel dat was hij, maar het leek op hem minder effect te hebben dan op mij. "Omdat ik hier al klaar voor was sinds de wiskundeles." "Wat?" "Ik wilde je zodra je binnen kwam. Maar ik stelde me voor dat je geen interesse in me had, snap je, niet bij de sporters, aan de verkeerde kant van de lijn, dat soort dingen. Hij keek naar z'n voeten en hij voelde zich niet op z'n gemak. "Jij lijkt alles te zijn wat ik niet ben, zo zelf verzekerd en slim en rijk, en het soort jongen die denkt dat ik een soort van freak ben. Dat is de echte reden dat ik zo vreemd deed in de klas." "En wat deed je van gedachten veranderen?" "Ik weet niet of ik dat al gedaan heb."
Dat was niet het antwoord dat ik verwachte. "Wat? Heb je me niet net gekust? Twee keer." "Ja, maar
ondanks dat je een aardige jongen bent, wil je niet gezien worden met iemand als ik. De Tyler's en Davids van deze wereld accepteren dat niet. Niet als vriend, en helemaal niet als 'de' vriend. Ik pas me niet aan." Het ergste was dat hij gelijk had. "Je hebt het helemaal verkeerd," zei ik hem. "Is dat zo?" "Ja!" zei ik zo nadrukkelijk mogelijk, en ik zag dat hij me terug zou fluiten op m'n leugen, toen een stem van beneden een einde maakte aan het gesprek "Andrew!" Mijn moeders stem klonk naar ons op. Ik keek naar hem met een smekende blik. Ik wist het niet zeker, maar ik wist wel dat er veel vanaf hing wat hij nu zou doen. "Andrew?" "Je moet haar antwoorden, na het eten kunnen we verder praten," zei hij met een zwakke glimlach, en vervolgde, "Als jij dat ook wil." Ik knikte. "Boven, mam!" riep ik terwijl ik hem bleef aankijken.
Hij liep terug naar m'n CD's, koos er een uit, en we hadden een typisch oppervlakkige woordenwisseling als tussen twee normale vrienden. "Muziek?" "Goed." "Gaaf." "Wat?" "Savage Garden." "Oké." "Zeker weten?" "Maakt me niet uit." Hij legde de CD in de stereo en drukte op play, het volume draaiend tot een niveau zodat een gesprek nog mogelijk was. Het was een veelzeggende keus om het nummer 'I believe you can't control or choose your sexuality' te kiezen, maar voordat ik commentaar kon geven kwam mijn moeder de kamer in. "Hoe was het op school, schat?" vroeg ze meteen, en merkte toen Curtis op, zittend op het bed. "Oh, sorry, Lois had niet gezegd dat er nog iemand was. Hallo, ik ben Andrew's moeder." "Um, hoi Mevr. Quinn, leuk U te ontmoeten." Ik denk dat hij toen de aandacht wou vestigen op iets uit de scheikunde les. "Moeder, dit is Curtis, een vriend van school."
"Oh fijn, blijf je eten, Curtis?" "Nou, eh, Lois had al gevraagd, als het goed is? Misschien moet ik jullie maar alleen laten voor een familie-etentje." "Nee, het is goed, ik vind het hartstikke fijn dat Andrew zo snel vrienden maakt. "Ma-a-am!" "Sorry, nou het is leuk je te ontmoeten Curtis. We gaan zo eten, ik roep jullie wel." "Oké." zeiden we tegelijk. "Ik laat jullie alleen." Ze keek een beetje vreemd naar me,
wierp een blik op Curtis, fronste licht, en verliet de kamer zonder nog iets te zeggen. Ik weet zeker dat niemand iets gemerkt zou hebben, maar ik wist zeker dat ze wist dat er iets was gebeurd voor ze binnen kwam. Ik gluurde naar Curtis en zag wat zij ook gezien moet hebben. "Shit, je overhemd is nat." "En?" "Nou, ik heb rode ogen, jij een nat overhemd. Je hoeft geen geleerde te zijn om de overeenkomst te maken, of wel?" En ik wist dat m'n moeder niet gek was.
"Je verbeeldt je dingen. Er kunnen zoveel redenen zijn waarom mijn overhemd nat is, en het is maar een
beetje nat. Ik denk dat het haar niet eens opgevallen is." "Misschien, "maar ik was niet overtuigd. Ik zou er snel genoeg achter komen zo gauw hij weg was, dus kon ik beter tijdens het eten iets verzinnen om alles te verklaren. Maar misschien maakte ik me zorgen om niets. Ik ging naast hem op bed zitten. Niet omdat ik het perse wilde, maar omdat er tot nu toe maar een stoel in de kamer was, en die stond een beetje ver weg bij m'n PC. Zo dicht bij hem leek een bonus. Hij lachte opnieuw naar me en sloeg z'n arm om m'n middel. Ik ademde diep in en m'n maag kromp licht ineen. Het voelde zo goed. "Ik weet niet wat ik van je denken moet, Pennsylvania," zei hij zachtjes terwijl hij z'n hoofd op m'n schouder legde. "Ik weet het echt niet." Zo zaten we een tijdje in stilte te luisteren naar een paar nummers, tot de stem van m'n moeder naar boven riep dat het eten klaar was.
Plotseling was ik uitgehongerd, maar ondanks dat wilde ik niet dat hij me losliet, en toch moesten we
naar beneden. "Kom op, voordat ze een zoekploeg stuurt." Ik stond op en hij volgde me. "Wordt het pijnlijk?" vroeg hij. "Lois." Ik knikte "Ja." "Je redt het wel." En deze keer kuste ik hem, op z'n wang, maar het leek hem niet gerust te stellen en gebaarde dat ik voor moest gaan. Toen we beneden kwamen werden we meteen aan het werk gezet om de tafel klaar te maken, terwijl moeder en Lois in de keuken de rest deden, en toen zaten we met z'n vieren aan een heerlijk maal. Het gesprek verliep rustig. Mijn moeder overduidelijk tegen mij aan het praten over haar dag, hoewel Curtis er ook was, en ik was niet echt geneigd om over mijn dag te praten.
Dus deed Lois dat voor ons allen en ratelde over haar dag. Over hoe goed haar groenten het deden, over het vorderen van de zwangerschap van haar kat, en alles wat er bij haar opkwam. Ik doe dat ook, weet je, als er een stilte valt de gaten opvullen. Ze was erg grappig, en niemand vond het erg dat zij het gesprek domineerde. Ik denk dat we er allemaal blij om waren, zodat we onze eigen gedachten konden laten gaan. Ik wierp af en toe een blik naar Curtis, maar hij leek geobsedeerd met het ronddraaien van het eten op z'n bord of het beleefd luisteren naar Lois. Hij keek bijna niet in mijn richting. "Curtis, waarom help je me niet met opruimen? Dan kan Andrew even bijpraten met z'n moeder, en dan kunnen jullie daarna gaan doen wat jonge jongens tegenwoordig allemaal doen, "zei Lois ondertussen opstaand en de borden opruimend.
Ik verslikte me in een slok water, maar het viel niemand op. "Oké, dat is goed, "antwoordde Curtis. Al
klonk hij niet zo enthousiast als hij zou willen. Ik had medelijden toen ze hem weer begon te pesten, en werd ik alleen gelaten met m'n moeder. "Hoe was je dag?" vroeg ik. "Wel goed, we hebben nu een advocaat. Suzanne Chambers, met wie ik op school heb gezeten. Misschien weet zij een baantje bij een vriend als secretaresse, wat beter is dan niets, dan kan ik van daaruit verder zoeken." "Maar je hebt een veel te goede opleiding daarvoor." "Bedelaars hebben geen keus, schat." "We zijn geen bedelaars." "Nee, maar bij je oma groeit het geld niet op de rug, en ik zal toch moeten bijdragen in de kosten. Ik hoef geen huur te betalen, maar er moet ook eten komen, en er moeten rekeningen en zo betaald worden. Het meeste heb ik nodig om Suzanne te betalen. Het is niet ideaal, maar voor nu moet het maar even." "Het zal wel, maar zoals ik zei, ik kan ook iets zoeken."
"En zoals ik zei, nee, concentreer jij je maar op school. Trouwens, hoe was het?" "Het was leuk. Ik heb een boel leuke mensen ontmoet, en ik denk dat ik het leuker zal vinden dan op mijn oude school." Ik gaf haar een beknopt verslag van de dag. Een soort van geselecteerde (hoogtepunten)."Sommige leraren zijn een beetje vreemd, maar dat is geen nieuws." "Nee, ik denk het niet." Er viel een lange pauze, en ik wist dat er meer was. "Je nieuwe vriend lijkt een beetje, eh, vreemd." "Hij is gewoon heel rustig." "Nee zonder gekheid, hij heeft amper 3 woorden gezegd tijdens het eten." Ik knikte, wat kon ik anders doen. Ik moet er wel bij zeggen dat moeders het bijna nooit eens zijn met de vrienden die hun kinderen kiezen. En als ze wist wat er vandaag hier in huis was gebeurd, had ze een hartstilstand gekregen, denk ik. "Als je hem beter leert kennen, komt hij wel los."
Er kwam gegiechel uit de richting van de keuken, gevolgd door het lage geluid van Curtis' lach. "Hoor je, Lois mag hem ook al." "Hmm, waar komt hij vandaan, en wat doen z'n ouders?" "Weet ik veel, wat maakt dat nou uit." "Niets natuurlijk." "Maar?" "Er is geen maar." "Ach, kom op moeder, ik ken je wel beter. Wat is het probleem?" "Niets, er is alleen iets aan hem dat me een beetje onzeker maakt. Ik weet niet wat het is, misschien iets beschermends." "Dat z'n ouders geen geld hebben maakt hem nog geen slecht persoon, of een crimineel of zo," reageerde ik nogal heftig. "Oh Andrew, dat is niet eerlijk, dat heb ik niet gezegd.
Ik wilde alleen maar zeggen dat ik het gevoel heb dat hij iets verbergt, iets wat hij niet wil zeggen." "Je zei net zelf dat hij bijna niets zei, dus is er wel meer dat hij niet heeft gezegd." "Doe niet zo bijdehand, je weet wat ik bedoel." "Maakt niet uit, je hebt hem net ontmoet. Je moet hem wel een kans geven." "Dat doe ik, ik vind alleen dat je voorzichtig moet zijn." "Goed, genoteerd. Misschien moet ik eerst referenties van mensen vragen voordat ik beslis of ik wel of geen vrienden met ze word, huh." "Ik zei doe niet zo bijdehand, "me een uitbrander gevend. Ik reageerde een beetje overdreven, maar na wat erboven was gebeurd, was ik hem heftig aan het verdedigen.
"Laat het rusten, oké?" "Zal mij een zorg zijn." "Alsjeblieft Andrew, doe nou niet zo, het is een lange dag geweest, het spijt me." "Mij ook, sorry." "Ik weet dat je het goed bedoelt, ik wil alleen niet dat je je inlaat met slecht volk. Ik maak me zorgen om je cijfers, ook al doe jij dat niet." "Oké mam, ander onderwerp. Ik heb je toch gezegd dat ik beter m'n best zou doen." "Dat weet ik." Ik werd behoed voor meer pijnlijke
vragen door de terugkeer van Lois en Curtis. "Deze jongen kan afwassen als de beste, ik hoefde bijna geen vinger uit te steken," deelde Lois ons mee. "Net zo getalenteerd als dat hij er uit ziet." Curtis bloosde opnieuw en snoof ongemakkelijk. "Moeder, breng die jongen niet in verlegenheid." Mijn moeder was me net voor om hem te verdedigen. "Ga zitten, dan kunnen we praten. De jongens kunnen zichzelf wel amuseren." "Doe niets wat ik ook niet zou doen, " riep Lois ons achterna.
Toen ik me omdraaide om haar m'n meest vernietigende blik te geven, knipoogde ze naar me wat het effect totaal verloren liet gaan. Terug in mijn kamer stonden we elkaar aan te kijken zonder iets te zeggen. Het was Curtis die als eerste iets zei. "He, hoe laat is het?" "Eh, negen uur denk ik." Ik keek op m'n horloge en zat er niet ver naast. "Tien over." "Oh, dan moet ik zo gaan." "Ja?" "Ben bang van wel." "Oh." "Ik denk niet dat je moeder het goed vindt als ik blijf slapen, vriend." Hij grijnsde naar me en sloeg me speels op de schouder. Ik dacht er aan hoe anders de Curtis was die voor me stond, dan de stuurse 'Reid' van de natuurkundeles. En hij zei dat hij niet wist wat hij aan mij had? Ha! "Nee, ik denk het niet." Wat ik jammer vond, want op dat moment zou ik willen dat hij de hele nacht kon blijven. Al was het alleen maar om me vast te houden zoals hij eerder had gedaan.
"Maar ik dacht dat we gingen praten?" "Dat zal moeten wachten tot een andere keer, sorry." "Kan ik je bellen?" "NEE, "zei hij zo beslist, en was ik zo verbluft, dat ik niet meer wist wat ik moest zeggen. Hij keek naar me en z'n gezicht verzachtte iets. "Sorry, maar ik geef nooit m'n telefoonnummer, want m'n vader houd er niet van dat mensen naar ons huis bellen. Sorry." Hij haalde zijn schouders op om te laten zien dat het niet zijn regel was." Oké, kunnen we afspreken na school morgen?" "Kan niet, moet werken. Kom je naar de tribunes tijdens de lunch, ja?" "Um ja, dat kan ik wel doen." Ik lachte naar hem. "Oké. Ik moet opschieten, maar ik zie je dan?" "Oké." "Nou, dan ga ik maar." "Dat zei je al." "Ja." Hij pauzeerde en hield z'n hoofd scheef." Mag ik je opnieuw kussen?" "De laatste keer vroeg je dat ook niet." "Dat was anders." "Ik denk het." "Mag ik?" Ik knikte, en hij stapte naar me toe, sloeg z'n arm om m'n middel en trok me naar zich toe.
Toen onze lippen elkaar raakten, wist ik meteen dat hij gelijk had. Dit was anders dan de laatste keer. Dit
was kussen. Voor dat moment leek het een eeuwigheid te duren, maar zodra hij zich terugtrok, leek het verre van dat. "Bedankt." Ik haalde adem en hij lachte naar me. "Ik zie je morgen." We liepen naar beneden. Hij zei gedag tegen Lois en m'n moeder, en bedankte hen voor de gastvrijheid. Ik keek naar hem terwijl hij naar z'n auto liep en wegreed. Hij knipperde een keer met z'n lichten en was verdwenen. Morgen kon voor mij niet snel genoeg komen. Ik ging terug naar binnen en liep naar de keuken voor een glas water. Om een of andere reden was mijn mond kurkdroog. Terwijl ik bij de gootsteen stond, kwam Lois achter me staan en legde haar hand op m'n schouder.
"Ik vind je nieuwe vriend aardig, al doet je moeder dat niet." "Bedankt Lois," zei ik, terwijl ze de keuken weer uit liep. "Hij is erg leuk, laat hem niet gaan." Ze liet me achter bij de gootsteen, de betekenis van die woorden overdenkend. Ze waren op allerlei manieren uit te leggen. Misschien moest ik maar een uithangbord om m'n nek hangen. Hoewel, iedereen die tot nu toe door me heen kon kijken, stond aan mijn kant. Dus misschien was het toch niet zo erg. De tijd zal het leren. Ik liep naar boven, en na een half gelukte poging om wat op te ruimen en m'n kamer in orde te maken, stapte ik in bed. Terwijl ik mezelf streelde met het gezicht van Curtis in gedachten, viel ik in slaap.


©original text: Ardveche
©Nederlandse vertaling: Lucky Eye, 2018. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten