Wollig (deel 9)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Amexic
Berichten: 156
Lid geworden op: wo 10 jun 2015, 20:14
Vul het getal in: 123
Locatie: Antwerpen

Wollig (deel 9)

Bericht door Amexic » za 12 mei 2018, 15:24

Wollig (deel 9)

Ik schrok van het geluid van m'n GSM.
'Goed thuisgekomen? Je mailadres vergeten vragen.' Eric had het zijne ge-SMS't.
'Goed, hier heb je mijne: ......'
Daar was hij onmiddellijk weer: 'Ik mis je nu al.'
'Ik ook.'
Daar bleef het bij. Zijn bericht bracht me in ietwat betere stemming.
Ik belde m'n ouders kort dat ik goed was aangekomen, uit een soort verplichting.
De volgende dag gaf m'n collega een briefing. Drie weken nam ik zijn praktijk over. Voor wat hoort wat, hij had mijn verlof mogelijk gemaakt.
Buiten een paar ziekenhuisopnames en enkele ongelukjes had de man weinig bijzonders te vertellen. Er waren weinig zieken dus zou het qua drukte meevallen, stelde hij me gerust.
Onderweg naar huis reed ik langs de supermarkt om de lege koelkast aan te vullen. Ik probeerde gezond te eten. De nadruk lag meestal op de snelheid van de bereiding.
Daarna slorpte het werk me op en drong andere gedachten naar de achtergrond.
's Avonds tijdens de weinige vrij tijd kwam hij terug , Eric. Soms herbeleefde ik zoete herinneringen in wat hij me schreef, vaak voelde ik een scherp gemis wat me ongelukkig maakte.
Eric soupeerde thuis zijn laatste vakantieweken op en had tijd voor lange mails. Hij had de notities uit zijn dagboek van tijdens onze Zwitserse weken in een reisverslag uitgewerkt.
'Er staat wat er staat. Ik heb niets willen verbloemen.' las ik.
Geboeid las ik over onze eerste ontmoeting. En ik die dacht dat ik hem onopvallend discreet had zitten observeren op de bus... Ik las ook over wat ik veroorzaakte door op de rem te gaan staan.
Elke dag kreeg ik een vervolg, het telde dag per dag van de vakantie op en tegelijk telde ik af naar onze volgende afspraak. Natuurlijk zaten er een paar Stelvio ritten in verwerkt waarin ik ontbrak. Veel ging echter over onze belevenissen door een iets andere bril bekeken dan die van mezelf. Wat was ik toch een moeilijk geval. Dat ik zo kon twijfelen.
Ondanks de weinige vrije tijd, maakte ik telkens een moment vrij om hem van antwoord te dienen.

Nerveus wachtte ik hem op op m'n appartement, een oneindige drie weken na het afscheid.
'Je bent perfect op tijd. Toch zat ik al ongeduldig op je te wachten.' begroette ik hem.

'Hoe dichterbij ik kwam, hoe sneller ik ben gaan rijden.' Hij had altijd een antwoord klaar.
'Goed hier geraakt?'
'Perfect.'
'Je weet dat ik je wilde komen halen.'
Hij was met de trein gekomen, eerst een stuk met de fiets en dan de fiets op de trein gezet. Van het station tot bij me thuis kon men even goed te voet afleggen.
'Ja pa.'
'Ik heb je gemist.' wist ik nog uit te brengen tijdens de lange omhelzing in de garage, waar ik hem zijn fiets liet stallen. Ik had hem vreselijk gemist.
Ik troonde hem mee naar de woonkamer. 'Iets drinken?'
Zou hij mijn spanning opmerken?
Hij kwam eerder verlegen over. Zo kende ik hem niet.
'Je moet niks open doen voor mij. Een water is goed.'
We zaten wat naar elkaar te kijken en het gesprek vlotte aanvankelijk niet.
Daarom liet ik hem mijn woonst zien.
'Je woont groot.'
'Zo groot is het niet. Tja, voor mij alleen zou een studio voldoende zijn.' Ik koos dit in de eerste plaats omdat er een praktijk in moest worden ondergebracht.
De inpandige garage stelde ik ook erg op prijs. Na tijdens m'n studies jaren op een te smal bed geslapen te hebben, was mijn huidige exemplaar een luxe uitspatting.
Voor de rest richtte ik alles deftig maar zuinig in met Ikea meubels. De tweede slaapkamer deed dienst als een soort werkkamer, met bureau, PC en een boekenrek.
We beslisten om de fiets te nemen wegens te mooi weer om de hele dag binnen te blijven.
'Eindelijk eens met ons tweetjes op pad.' Ik wilde geen kilometers gaan vreten.
Poperinge is een klein en rustig stadje. Levendig kan je de sfeer er niet noemen. We waren snel buiten het centrum.
'Ik weet een mooi plekje.' Ik wees Eric het doel in de verte. De Mont des Cats, lag net over de Franse grens. De van ver zichtbare beboste heuvel torende een 150-tal meter uit boven het zacht glooiende landschap.
We passeerden het oorlogskerkhof Lijssenthoek. Eric wilde het per se bezoeken.
'Dit is niet het romantische plekje dat ik in gedachten heb.'
Het hielp niet. Hij was afgestapt en ik, voorbij de ingang gereden, moest gedwongen rechtsomkeer maken.
We legden de fietsen aan elkaar vast en dwaalden tussen de graven. De rijen netjes uitgelijnde witte kruisen op een kort gemaakt gazon brachten me in een ingetogen stemming. Elk graf droeg naam, leeftijd en nationaliteit en rang van de gesneuvelde soldaat. Ze waren jong, meestal jonger dan mezelf en zelfs vaak jonger dan Eric.
'Zo zinloos. Wat een verspilling van levens.' merkte Eric op.
'Hun leven voorbij nog voor het begonnen was.'
Ik zag water in z'n ogen schieten en werd zelf week.
Tranen liepen ongecontroleerd over mijn wangen en een paar snikken ontsnapten me.
Eric raakte nogal onder de indruk van mijn, vond ik zelf, overdreven reactie.
Toen we eindelijk op het werkelijk idyllische plekje boven op de Mont des Cats op een bank zaten, vroeg hij: 'Waarom was je zo verdrietig?'
'Ik ben zelfs niet verdrietig.'
'Waarom weende je dan? Ik weten wat je daar dacht.'
'Je moet je geen zorgen maken. Ik ben gewoon een moeilijke mens.
Het is vreemd. Toen we daar de graven van de gesneuvelden bekeken en ik je ogen vochtig zag worden, voelde ik plots dat we op dat moment precies hetzelfde dachten. Dat ging diep.
In plaats van me verdrietig te voelen, werd ik op dat moment juist heel gelukkig. De tranen kwamen vanzelf. Ik heb nogal overdreven gereageerd.'
Hij trok mijn schouder tegen zich aan: 'Je bent niet moeilijk, je bent ingewikkeld. Ik hou van hoe je over alles nadenkt en je gedachten formuleert. Je bent zo nuchter. Kon ik maar beter je gedachten lezen.'
Ik keek in Eric's noch blauwe, noch bruine ogen waarin evenmin gedachten leesbaar waren. Ja hij had gelijk, ik ben niet het meest extraverte type.
Hij keek me monsterend aan door het Zorro masker van sproeten dat de zomer op z'n gezicht achterliet. Zijn blik toonde de gekende uitdagende verwondering die me altijd op m'n gemak stelt.
'Soms zou ik een pluk-de-dag type zoals jij willen zijn.'
'Ben ik dat? Ik heb al de hele week stress voor de eerste schooldag.'
'Je gaat dat goed doen. Je hebt het van nature. '
'Best mogelijk, toch heb ik stress.'
De tijd gleed voorbij. Honger deed ons op zoek gaan naar iets eetbaars.
We vonden een frituur beneden de heuvel in Godevaarsvelde. Veel Noord-Franse plaatsen dragen nog hun oorspronkelijke of eventueel verfranste Vlaamse naam als getuigen van hun geschiedenis.
Ik geef het niet graag toe maar ze bakten daar goeie Franse friet. Terug in Poperinge loodste ik Eric naar het terras van het café bij het hop museum waar we lekker in de zon zaten.
Enkele mensen begroeten me. Hier genoot ik intussen naast herkenning ook erkenning. Een koppel kwam naar ons toe en schudde ons de hand. Eric stelde ik voor als 'Eric'. Ik zou willen verkondigd hebben: 'mijn vriend Eric'. Het leek me beter dat voorlopig privé te houden. Ooit zou ik er mee naar buiten komen als onze relatie standvastig was.
'Bedankt voor wat je voor ons moeder hebt gedaan.' sprak de vrouw.'
Ik bood haar mijn deelneming aan, een beetje laat maar ik had hen niet meer gezien intussen. 'Ik heb weinig kunnen doen.'
'Je was er wanneer het nodig was.'
Het liep hier allemaal door elkaar, privé en professioneel. Ik vond het moeilijk om het gescheiden te houden. Maar ook niet erg: het leverde sociaal contact op.
Met de komst van Eric had ik nog geen rekening gehouden. Toch oppassen met de plattelandsmentaliteit. Het kon me patiënten kosten: op de vlakte blijven dus.
Eric keek toe. Gelukkig waren ze beleefd genoeg om het kort te houden.
Geen diep gesprek meer zoals daarboven op de Catsberg.
Terloops keek ik naar een deel van zijn grote bilspier tussen knie en bermuda, opgespannen door de houding waarin hij zat. Mooi, mooi, mooi.
'Blijf je slapen?' Hij wist ongetwijfeld de klepel bij mij hangen.
'Ik heb thuis afgesproken dat ik de trein van acht uur zou nemen. Als ik die mis, geraak ik niet meer thuis vandaag.
'Ga ik niet erg vinden.'
'Je gaat weinig moeite moeten doen om me te houden. Niet te erg gaan aandringen.'
'Als je maar terug komt.'
'Natuurlijk kom ik terug.' Hij schopte met een voet in mijn richting.
'Au.'
'Beloofd volgende keer blijf ik wel. Ik heb je trouwens niet eens geraakt. En nee, volgende week als je naar ons thuis komt, kan je niks verwachten.'
Dat hadden we onderweg afgesproken.
'Dat lijkt op zelfkastijding.'
'Dat is het ook. M'n ouders zijn breeddenkend; maar 't is je eerste bezoek dus...'
'Begrijp ik. Eerst de keuring ondergaan en hopen op een positief oordeel.'
Hij stak z'n tong uit: 'Lach er maar mee.'
Er bleef net genoeg tijd over om bij me thuis in de garage afscheid te nemen.
Stevig tegen me aan: het was niet alleen mijn bobbel die contact maakte.
'Laat me nu los of ik moet blijven.'
'Waarom zou ik?' Maar ik liet hem vrij.
'Veel succes maandag.' riep ik hem na.
Hij zwaaide even achterom waarna ik op de fiets sprong in de achtervolging.
Ik zou hem nogmaals uitwuiven in het station.

Gesloten