MORGENSTER - hoofdstuk 29

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

MORGENSTER - hoofdstuk 29

Bericht door Lucky Eye » zo 17 dec 2017, 09:11

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



MORGENSTER

Hoofdstuk 29


Vrijdag 11 juni

'En dat is zo'n beetje de conclusie van ons team,' zo besloot de jeugdpsycholoog Mark Jenkins nadat hij een lange uiteenzetting had gegeven over hun bevindingen met betrekking tot Stan. 'Wat vind jij ervan, Stan?'

'Ik weet het niet,' zei Stan.

'Had je zoiets verwacht?'

'Nee.'

'Oh. Helemaal niet?'

'Nee.'

'Waarom niet, als ik vragen mag?'

'Omdat ik mezelf niet anders ken dan dat ik ben.'

Max moest glimlachen. Een heel logisch antwoord en voor Stan moesten antwoorden logisch zijn.

'Oh. Maar … jullie dan?' richtte hij zich tot Richard, Edith en Max.

'Dat wat je beschreven hebt, dat herken ik heel goed,' reageerde Richard. Hij voelde zich als eerste aangesproken omdat hij en Stan bij elkaar hoorden. Ook als ze halfbroers geweest zouden zijn, zou dat zo gevoeld hebben voor hem. 'En wat Stan zegt is helemaal waar. Hij is altijd zo geweest.'

Max liet het nog eens op zich inwerken. De conclusie was PDD-NOS. Een afkorting voor de Engelse term Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified. Een pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet anders omschreven. Het behoorde tot de Autisme Spectrum Stoornissen (ASS) wat een stoornis was in de informatieverwerking in de hersenen. Mensen die zoiets hadden, en dat had hij ook wel in Stan herkend, hadden vaak problemen met sociale interactie en verbeelding. Ze waren erg in zichzelf gekeerd of maakten geen of heel moeilijk oogcontact met anderen. Het inleven in andere mensen was voor hen heel erg moeilijk. Het herkennen van gezichtsuitdrukking of lichaamstaal vonden ze heel erg moeilijk. De taakontwikkeling kon vertraagd zijn en ze namen figuurlijke uitdrukking vaak letterlijk. Verder gingen ze vaak helemaal op in iets dat hun interesse heeft, zodanig dat er nergens anders meer aandacht voor was.

'Maar wat moet ik hier nou mee?' vroeg Stan.

'Het weten dat jij zo bent als ik omschreven heb, kan al een geruststelling zijn,' zo formuleerde Mark. 'Je zei het net al heel erg mooi eigenlijk, zo ben ik altijd geweest. Een keiharde waarheid. Je bent zoals je bent. En anders hoef je ook niet te zijn. Het is vooral belangrijk voor anderen om te weten.'

'Dat snap ik niet!'

'Jij kunt jezelf niet anders maken dan je bent, Stan. Anderen kunnen wel rekening met jou houden. Als jij anderen vertelt dat jij PDD-NOS hebt, dan kunnen zij daar rekening mee houden.'

'Oh.'

'Bedoel je,' zo probeerde Richard meer duidelijkheid voor Stan te krijgen, 'dat anderen zich dan iets aan moeten passen aan Stan?'

'Ja, dat bedoel ik. Stan, jij kunt je moeilijk aanpassen aan anderen. Je snapt soms niet wat anderen van je willen. Begrijp je me?'

'Ja. Dat is lastig. Ik vind het vaak onduidelijk. En dan … nou ja … dan doe ik soms maar wat en dat pakt wel eens verkeerd uit. Hier vinden ze dat niet erg maar op school wel. Toen … '

De psycholoog zag dat Stan het moeilijk had en daarom onderbrak hij zijn gedachtegang. 'Maar op school wisten ze niet dat jij PDD-NOS had. Als ze dat wel hadden geweten, dan wisten ze dat ze dingen voor jou heel erg duidelijk moeten uitleggen. Het moet voor jou heel goed uitgelegd worden zodat jij precies weet wat jij moet doen. Ben ik zo duidelijk genoeg, Stan, want anders moet je het gewoon zeggen en dan probeer ik het nog beter uit te leggen.'

'Ja.'

'Heb jij nog vragen, Stan? Of jullie?'

Richard had nog wel iets. Hij wilde graag weten of er een oorzaak was. Jenkins gaf aan dat er diverse oorzaken konden zijn. Zo werden in de theorieën op dit gebied onder andere genoemd erfelijkheid en problemen bij de moeder tijdens de zwangerschap. Heel even keek Richard naar Max. Zou dat … zou dat het veroorzaakt kunnen hebben. Een nieuwe vraag die later beantwoord zou moeten worden, zo hoopte hij.

'Stan, je mag,' zo sloot Mark Jenkins de bespreking af, 'altijd contact met mij opnemen als je iets wilt vragen. Dat mag je zelf doen maar je mag ook vragen of een van de anderen dat voor jou wil doen. Maak daar gebruik van. Als je ergens een probleem mee hebt, houd het niet in jouw hoofd alleen. Praat erover. Vaak heel belangrijk.'

'Ja, dat is het,' zo erkende Stan. Een week geleden was het helemaal uit de hand gelopen. Had hij Richard geslagen terwijl hij dat eigenlijk helemaal niet wilde. Gelukkig was alles goed gekomen en hadden hij en Richard daarna nog heel lang met Edith en Max gepraat in de keuken. 'Praten. Vanuit mezelf, kan ik dat ook leren?'

'Dat is best lastig, Stan. Jij hebt grenzen. Je kunt niet alles wat anderen kunnen. Maar weet dat je daardoor niet minder of slechter dan anderen bent. Je bent zoals je bent, Stan.'

'En leren? Kan ik dat?'

'Dat kun je heel erg goed. Maar alleen als degene die jou iets wil leren er rekening mee houdt dat jij PDD-NOS hebt. Gelukkig hebben wij al heel veel leraren scholing daarin gegeven. Belangrijk is dus dat als jij iets wilt gaan leren je leraar weet dat jij PDD-NOS hebt.'


***

Zaterdag 12 juni, Victoria, British Columbia, Canada

'Weet je zeker dat die gasten te vertrouwen zijn? Dat ze dat wat jij wilt ook zo zullen doen?'

'Nu nog niet helemaal, jongen, maar daarvoor moet ik ze eerst in de ogen kunnen kijken. Het telefoongesprek dat ik had met mr. Drummond gaf me vertrouwen en daarom heb ik die afspraak gemaakt,' gaf Steve Johnston zijn mening.

'Maar … als je… '

'Als ik twijfel, Joe, dan drink ik een kop koffie met hen bij Starbucks maar meer ook niet. Je weet wat ik wil.'

'En je kunt mij altijd bellen hè, als je het niet vertrouwt.'

'Ik weet het, Joe. Je bent in de buurt en blijft wachten als ik besluit om echt met hen te gaan praten. Jij rijdt ons dan naar de "Taxi Rank".' Snel stapte Steve uit voordat Joe nog meer tegenwerpingen zou kunnen maken. Joe was een prima vent maar iets te bezorgd om hem soms. Hij kon zich nog steeds prima redden. Hij liep de hal in en keek even rond. Hij zag Starbucks al en liep er in een rechte lijn naar toe. Natuurlijk lukte dat niet helemaal. Overal waren mensen en het gebeurde hem regelmatig dat hij naar rechts of links moest uitwijken om andere mensen te ontwijken. Anderen die net als hij waarschijnlijk een doel voor ogen hadden maar daarbij, en dat was het verschil, geen oog hadden voor de rest van de wereld om hen heen. Hij zag het tweetal staan en dook even een kiosk in. Hij pakte een krant, sloeg deze open en nam de tijd om langs de krant heen de oude man en de jongen naast hem te bekijken. De oude man moest zo van zijn eigen leeftijd zijn en dus zou hij hem eigenlijk niet oud moeten noemen. Als de piepkuikens het waagden hem oud te noemen dan konden ze een beuk krijgen. De man droeg een koffertje in zijn hand en de jongen had een rugzak op zijn rug. Ze keken om zich heen. Waarschijnlijk op zoek naar hem. Niet wetend trouwens hoe hij eruit zou zien. Alles bewust door hem georkestreerd om te voorkomen dat hij er niet uit zou kunnen stappen, als hij dat wilde. Hij vond het tijd om zich bekend te maken, betaalde de krant en liep weer de hal in. Recht liep hij op hen af. 'Mr. Drummond?' probeerde hij en stak zijn hand uit naar de oudste van de twee.

'Mr. Johnston?' Max nam de hand aan en drukte deze stevig. 'En dit is Richard,' zo stelde hij zijn metgezel voor.

'Ben jij de kleuter die ik destijds naar Metchosin reed?'

'Nee. Dat was Stan.'

'Ah … ja … nu weet ik het weer. Zij noemde hem Stanley of heb ik dat fout.'

'Zijn officiële naam is Stanley maar ik heb hem altijd Stan genoemd.'

'Dan maar zo laten,' zei Steve met een knipoog. Hij had tijd genoeg gehad om hen beiden recht in de ogen te kijken en was tevreden. 'Vinden jullie het goed om mee te gaan naar de "Taxi Rank" het is daar rustiger dan hier bij Starbucks. Een betere gelegenheid om vertrouwelijk met elkaar te praten.'

Richard keek Max aan. Zag hij even een aarzeling? Ja. Dat moest het geweest zijn. Want Max kwam met een tegenvraag.

'Waarom niet hier?'

'Starbucks is mij eigenlijk te druk. En … nou ja … eerlijk gezegd wilde ik weten wat voor vis ik in de kuip had. Ik wilde jullie in de ogen kunnen kijken. En mijn bevindingen zijn positief en dus wil ik graag mijn verhaal kwijt maar dat liever dan niet hier. Hier luistert iedereen mee en dat wat ik wil vertellen kan dat niet hebben. Dus … sorry dat ik zo zeg … graag of niet.'

'Dan graag,' reageerde Max zonder verdere aarzeling. Hij wilde antwoorden hebben. Ze waren tenslotte niet voor niets met Toby naar Victoria gevlogen. Ze volgden Steve die er flink de pas in had. Johnston was van zijn leeftijd, zo schatte hij in, en net als hij nog zeer goed ter been. Nog geen last van ouderdomskwaaltjes. Buiten de aankomst- en vertrekhal stond een hele rij taxi's te wachten. Johnston liep naar een taxi toe, opende voor hen de achterportier en vroeg hen vriendelijk om in te stappen.

Richard was bang dat ze een regel aan het overtreden waren en vroeg aan de chauffeur: 'Is het niet gebruikelijk dat je de eerste in de rij taxi's neemt?'

'Als jullie gewone klanten waren geweest wel. Maar dit is een speciaal ritje, dus relax.'

'Oké, ik vind het goed. Hoelang duurt het voor we op de plaats van bestemming zijn?' Het antwoord was vijftien tot dertig minuten, afhankelijk van de drukte in het centrum.

Toen Steve naast Joe ingestapt was verliet deze meteen de rij. Richard zag dat de taxi's achter hen een plaats opschoven. Zo werkte het. Richard keek om zich heen. Hij kende de stad goed. Met Elementary School was hij er één keer geweest om een museum te bezoeken en later op High School was hij er een paar keer geweest. Ook met Stan was hij diverse keren naar Victoria geweest voor inkopen. Meestal kleren. In Metchosin had je alleen een supermarkt en een drogist. Meer niet. Het bankfiliaal was opgedoekt een paar jaar terug. De tijd vloog terwijl hij zo in gedachten naar buiten aan het kijken was en voordat hij het wist, stopte de taxi langs de kant van de weg. Max opende de deur en stapte naar buiten en hij volgde hem. Ze stonden vlak bij de "Taxi Rank". Steve ging hen voor naar binnen, riep wat naar de man achter de bar en daarna liep hij verder. Ze zouden dus niet in het café zelf gaan zitten, zo concludeerde hij.

'Kijk, dit is een mooi plekje voor ons drieën,' zei Johnston nadat hij een deur in de lange gang had geopend.' Al komt straks koffie of thee brengen, net wat jullie willen.'

Max liep langs Steve en ging op een stoel bij een tafeltje zitten. Richard zette zijn rugzak op de grond en nam naast hem plaats.

'Onwennig, nietwaar?'

'Ja. Helemaal mee eens,' was de mening van Max. Hij had het gevoel dat hij niet helemaal grip op deze man had en dat beviel hem eigenlijk niet. Ditmaal stond niet hij aan het stuurwiel maar Johnston en dat vond hij niet prettig. Even was er afleiding toen Al binnenkwam. Hij vroeg wat er gedronken wenste te worden en met de bestelling voor drie koffie verdween hij weer.

'Hoe zit het,' begon Richard. 'Je vroeg of ik de kleuter was die jij naar Metchosin hebt gereden maar voor zover wij weten is de chauffeur van destijds overleden.'

'Volgens de registratie was het John. De vrouw van John was al lange tijd ernstig ziek. De oudere chauffeurs hadden onderling de afspraak gemaakt dat we een aantal ritten per dag op naam van John zouden zetten. Kon toen nog allemaal makkelijk omdat het niet allemaal elektronisch ging. Zo had Johan toch een goed inkomen en kon hij bij zijn vrouw blijven om haar bij te staan en te verzorgen en wij konden het wel missen. Een stukje zorg voor elkaar. Daarom stond de rit op naam van John maar … ik reed hem. En ik bracht haar en de kleuter naar Metchosin.'

'En je weet wie zij is?'

'Ja. Maar vooraf wil ik de garantie dat jullie het niet aan de grote klok gaan hangen. Zij is belangrijk … nou ja … haar man, beter gezegd, en ik wil absoluut niet dat er iets uitlekt naar de pers of zo want dat zou hen beiden kunnen beschadigen. Vandaar dat ik vraag om vertrouwelijkheid en ik ook niet wilde praten met zo'n onderzoeksbureau. Die lui … die vertrouw ik niet.'

'Het gaat ons erom,' opende Max, 'om de achtergrond van Stan te achterhalen. Hij woont op dit moment bij mij en mijn vrouw samen met Richard. Stan weet niet wie zijn ouders zijn en dat willen we proberen te achterhalen. Het is nooit ons doel om anderen te beschadigen.'

'En jij? Jij bent jonger, jij denkt er anders over?'

'Nee. We hanteren één lijn. Voor ons is de waarheid over de herkomst van Stan het enige dat we willen weten. We zullen haar, als we haar te spreken krijgen, nooit onder druk zetten of dreigen met bekendmaking in de pers of wat dan ook. Als ze mee wil werken is dat prima, wil ze het niet, dan leggen we ons daarbij neer.'

'Dat vind ik mooi. Dan doe ik jullie mijn verhaal.'


***

Zaterdag 3 juli, Hawaï,U.S.A.

Enigszins verfomfaaid kwamen Jocelyn en Max aan op Hawaï. Een lange vlucht van Monterey via San Francisco had hen uiteindelijk op Daniel K. Inouye International Airport, ook bekend als Honolulu International Airport doen belanden. Meteen bij de gate werden ze ontvangen met de traditionele Lei Groet en werd hen een bloemenkrans met prachtige bloemen omgehangen. Daarna liepen ze verder om hun bagage op te halen.

'Dit land is gewoon veel te groot,' verzuchtte Jocelyn, 'als je ergens heen wilt, moet je uren reizen,' en onderwijl plukte ze haar koffer van de band. 'Dat is die van jou, Max!' En nog voordat Max een hand kon uitstrekken naar zijn kleine koffer had zij die al voor hem te pakken. 'Sorry, soms ben ik te snel.'

'Geeft niets. Heel handig een hulpje voor zo'n oude man als ik.'

'Jij en oud … die twee woorden passen niet bij elkaar.'

'Maar soms … voel ik het toch wel dat ik wat ouder begin te worden hoor.'

'Logisch. Je bent zeventig. Zou tijd worden ook.' Samen liepen ze verder. 'Weet je hoe Johan Hartman eruit ziet?'

'Nee. We hebben afgesproken dat hij een bordje omhoog zou houden met de namen Harper en Drummond. Dat moeten we toch kunnen vinden?' Ze liepen naar de aankomsthal.

Meteen bij binnenkomst liet Jocelyn haar blik door de hal gaan. Op enige afstand stonden mensen die waarschijnlijk reizigers kwamen afhalen. Ze zag bordjes met een naam erop maar niet met hun namen. Haar blik werd getrokken door een man die op een bankje zat en niet keek in de richting van de aangekomen passagiers. 'Kijk eens daar,' wees ze Max met haar vrije linker hand.

Max keek in de richting die hem aangewezen werd en bleef stilstaan.

'Richard en dan een flink aantal jaren ouder. Zou kunnen toch? Die man heeft veel van hem weg.'

'Ja. Vandaar dat ik ook even stil bleef staan. Er zijn duidelijke overeenkomsten. Zelfde kleur haar in elk geval. Dat bijzonder zwarte.'

'Kijk, we hebben hem eerder gevonden dan hij ons,' zei Jocelyn toen de man eindelijk oog had voor de aangekomenen en hij een bordje in de lucht stak. Hij bleef echter wel zitten. 'Zullen we dan maar?' Ze stevenden op hem af en bij hem aangekomen verontschuldigde de man zich meteen.

'Professor Drummond, mevrouw Harper, het spijt me geweldig dat ik even niet goed oplette. En mijn verontschuldigingen dat ik blijf zitten. Ik heb een klein ongelukje gehad en kan daarom niet zo lang staan.'

'Geen enkel probleem, meneer Hartman, wij hebben u gevonden en u ons. Maar noemt u mij liever geen professor.'

'Maar ik heb u gegoogled en gezien dat u onder andere les hebt gegeven aan de universiteiten van Los Angeles en San Francisco.'

'Dat klopt.'

'Maar Max is bescheiden. Daarnaast heeft hij nog een eredoctoraat aan de universiteiten van Oxford, Johannesburg en Berlijn.'

'Ja, en toch heb ik liever dat ik Max genoemd wordt. En mijn onvolprezen hulp heeft liever ook niet dat je mevrouw tegen haar zegt. Zij heet Jocelyn. Zullen we dus maar afspreken elkaar bij de voornaam te noemen?'

'Oké. Duidelijk. En wat mij betreft prima. Ik heet Johan maar ik luister ook naar John. Vanwege mijn ongelukje kan ik niet autorijden en daarom heb ik mijn zoon Charles meegenomen. Kijk, daar komt hij aan met de krant waar ik om gevraagd had.'

Max en Jocelyn draaiden zich om en keken in de richting die Johan hen duidde. Beiden waren ze enorm verrast. Misschien beter gezegd onthutst. Waar ze al enige gelijkenis gemeend hadden te zien tussen Richard en Johan was de overeenkomst met Charles Hartman niet te beschrijven.

'Alles goed? Pa? Heb ik iets van iemand aan of zo?'

'Nee … euh nee, absoluut niet,' was het Max die zich als eerste herstelde maar innerlijk moest hij enorm lachen. De woorden van de jongen waren helemaal juist. Hij had iets aan van iemand. 'Dit is Jocelyn Harper en ik ben Max Drummond,' stelde hij hen beiden voor. Er werden handen geschud. 'En met je vader hebben we zojuist afgesproken dat we elkaar bij de voornamen zouden noemen en wij vinden het prima als jij dat ook doet.'

'Ik zou durven wagen om mijn vader bij zijn voornaam te noemen,' lachte de jonge Hartman. 'Hij zou spontaan een rolberoerte krijgen.' Nogmaals een luide lach. 'Maar als u beiden erop staat, dan doe ik dat natuurlijk.'

Johan had zijn gasten vreemd aangekeken nadat hij hen op zijn zoon had gewezen. Hun monden waren dan wel niet open gevallen maar het had weinig gescheeld, vertelde zijn gevoel hem. Wat was er aan de hand? Tijd om er nu over te praten was er niet want Charles was voortvarend en vroeg of hij de bagage van Jocelyn zou dragen.

'Nee, dank je,' wees Jocelyn het vriendelijke aanbod af. 'Maar zou je misschien Max willen helpen?'

'Natuurlijk. Ik dacht … nou ja … dat het goed was het eerst aan … '

'Goed gedacht, jongen,' complimenteerde Johan zijn zoon. 'Dames eerst.'

Toen Max toch zijn eigen bagage op wilde pakken was Charles sneller en hem voor. 'Gaan jullie met me mee? We kunnen langzaam lopen hoor, want mijn ouwe heer is niet zo snel. Hij dacht gisteravond dat hij al beneden was maar hij moest nog twee treden. Hij wilde te snel en nu zal hij een tijdje rustig aan moeten doen. Goed voor hem!'

'Dank je, voor je bespiegelingen, Charles!'

'Graag gedaan, Pa.' Charles grinnikte.

Max genoot van de manier waarop vader en zoon Hartman met elkaar omgingen. Het was spontaan, plagerig maar wel op een goede en hartelijke manier. Het was net zoals hij met zijn eigen kinderen was omgegaan toen ze in die leeftijd waren. Ook meteen aanleiding voor hem voor een vraag. 'Mag ik je vragen hoe oud je bent, Charles?'

'Op 6 oktober word ik 21. Hoezo?'

'Nee, gewoon interesse.'

'Heeft het te maken met Richard?'

'Ja. Wij zijn hier voor hem, nietwaar. Wij zijn hier gekomen als zijn vertegenwoordigers.'

'Oké. Ik zal voor nu niet verder vragen, laten we gaan. De auto staat dichtbij.'

Max en Jocelyn lieten de Hartmans voorop gaan. Eindelijk tijd om even een blik met elkaar te wisselen zonder dat het op zou vallen. Jocelyn vormde met haar mond een geluidloos "Wauw" en Max knikte. Het was bijzonder. Heel bijzonder.

De rit naar het huis van de familie Hartman duurde zo'n drie kwartier. Eerst was het langs de stad Honolululu gegaan en daarna een tijdlang langs de kust. Een prachtig uitzicht hadden ze gehad vanuit de auto. Charles was een goed chauffeur.

'De naam Hartman waar komt die vandaan?' vroeg Max terwijl hij tussen de voorstoelen door iets naar voren leunde. De manier waarop je het schreef was Nederlands, zo wist hij. De Duitse variant schreef je namelijk met tweemaal de letter N op het eind. Maar de Nederlandse oorsprong kon hij niet helemaal rijmen met het uiterlijk van de twee voor in de auto en dat van Richard.

'Ga je gang, Junior,' zei Johan terwijl hij zijn zoon tegen de bovenarm tikte.

'Hé!' klonk het verontwaardigd uit de mond van Charles.

'Sorry. Wil jij het vertellen, Charles, jij bent een tijdje terug begonnen met een onderzoek naar de oorsprong van onze families.'

'Amateuristisch hoor, maar wel goed, zo denk ik.'

'Nu is het mijn beurt om "Hé!" te roepen,' was Johan van mening. 'Je besteedt er heel veel van je vrije tijd aan, man! En je bent heel secuur in alles. Neemt niet alles zomaar aan maar wil meerdere bronnen hebben voor je iets voor zeker aanneemt.'

'Dank je, Pa. De familienaam Hartman is afkomstig van Hartman Daniëlszoon uit Groningen in Nederland.'

Max hoorde namen voorbijkomen maar wist absoluut niet hoe hij dat zou moeten schrijven maar het belangrijkste voor hem was dat de Nederlandse oorsprong bevestigd werd. Even was er de neiging om ernaar te vragen maar in de stem van Charles klonk een enorm stuk enthousiasme door en dat wilde hij nu niet onderbreken met een vraag van zijn kant.

'Deze Hartman, het was toen dus een voornaam, ging naar de kolonie Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. Eerst werkte hij voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie maar later ging hij werken op een particuliere plantage. Daar werkte hij zich op en uiteindelijk kon hij het bedrijf overnemen. De Hartmans vermengden zich met de plaatselijke bevolking.'

'Legaal, door huwelijken,' voegde Johan toe.

'Yep. Geen sprake van bijvrouwen of zo. Allemaal heel netjes. Een prima uitgangspunt om een goede relatie te blijven houden met de oorspronkelijke bewoners van het land.'

'Is het daarom, die vermenging laat ik het maar noemen, dat jullie er niet helemaal Europees, Nederlands, uitzien?' vroeg Max om bevestiging van dat wat hij gemeend had te zien.

'Yep.' Het antwoord van Charles was kort omdat hij even goede aandacht moest schenken aan het verkeer dat ineens erg druk was geworden om hen heen.

'De ogen, de geringe lichaamslengte en de haarkleur, zijn duidelijk tekenen van onze deels Indonesische wortels,' vulde Johan aan voor Charles. 'Die trekken lijken zich vooral voort te zetten in mannelijke lijn. Als je een foto van mijn vader op twintigjarige leeftijd naast een foto van mij legt op die leeftijd en ook daar nog een naast van Charles dan zie je haast geen verschil.'

Charles lachte. 'Heel vreemd zoiets! We zouden echt een drieling kunnen zijn. Alleen de kleren en de haardracht verschillen maar verder … haast niets.' Hij gaf richting aan en verliet even later de snelweg. 'De familie van zowel van Opa, de Hartmans, als die van mijn Oma, de Coens met een C aan het begin, komen dus oorspronkelijk uit Nederland. Van haar kant moet ik nog veel dingen onderzoeken. Er schijnt ergens de een of andere hoge hotemetoot te zitten maar die heb ik nog niet kunnen ontdekken.'

'Geef het tijd, Charles! Je doet zoveel dingen naast je studie!'

'Maar het is gewoon frustrerend om er niet achter te komen.'

'Ik kan je vader alleen maar gelijk geven, Charles,' merkte Jocelyn op. 'Frustratie leidt tot niets. Zorgt alleen maar voor lijden.'

Charles zocht in de achteruitkijkspiegel het gezicht van Jocelyn en merkte dat zij ook oogcontact wilde op dat moment. Hij zag haar knipoog. 'Dank je. Zoiets heb ik af en toe nodig. En mijn ouders en zusje steunen me enorm. Soms helpen ze ook mee met het zoeken.'

'Prachtig,' was Max van mening. 'Een echt familieproject dus.'

'Toen de Tweede Wereldoorlog was afgelopen hebben de families net als vele andere al hun bezittingen verkocht en zijn ze naar Nederland gegaan.'

'Waarom?'

'Het opkomend nationalisme was de voornaamste reden, denk ik. Onafhankelijkheidsstrijders wilden volledig af van de band met Nederland. Na de Japanners zouden de Nederlanders eraan moeten geloven.'

'Maar de families hadden beiden toch banden met de lokale bevolking via huwelijken?'

'Ja, maar vele nationalisten hadden extreme ideeën. Iemand die ging trouwen met een Nederlander werd gezien als een landverrader.'

'Ah, jammer.'

'In Nederland hielden de families contact met elkaar. De Hartmans gingen terug naar Groningen.'

'Is dat een stad?'

'Ja. Het ligt in het noorden van Nederland. Wennen in het nieuwe, oude vaderland was moeilijk. Het was koud, nat en de mensen waren zo anders. De Nederlanders hadden ook net een bezetting achter de rug en alles moest weer opgebouwd worden. Niet dat mijn voorouders daar niet aan mee wilden werken maar … '

'Het wennen was erg moeilijk,' begreep Max.

'Ja. En daarom besloten een aantal families om gezamenlijk naar Amerika te emigreren. Er waren strikte regels voor die emigratie. Niet iedereen uit Indonesië mocht naar Amerika komen. De Hartmans en de Coens voldeden aan die regels. Eerst woonden ze een tijdje in Maryland maar later trokken zij en andere families naar Hawaï en daar wonen ze nu al weer een hele tijd naar volle tevredenheid. Mijn volle tevredenheid, in elk geval,' zo besloot Charles zijn verhaal. 'En precies op tijd beëindigd want kijk, rechts van u ziet u Residentie Hartman.' Charles reed naar het hek toe, drukte iets in op zijn smartphone, die hij aan het begin van de rit in de carkit had gezet, en de toegang werd geopend.

De auto werd geparkeerd en de voordeur van het huis ging open. Een vrouw en een meisje kwamen naar buiten.

'Welkom!' luidde de begroeting. 'Ik vind het heel fijn dat u gekomen bent beiden.' De vrouw was tussen de veertig en vijftig zo schatte Jocelyn. Ze zag er mooi uit. Klein van stuk, net als haar man, zoon en dochter. Haar trekken waren duidelijk Polynesisch. Een kind van de eilanden? Ze stelde zich voor als Anouhea en benoemde haar dochter met de naam Haimi. Voor Jocelyn was haar vraag beantwoord. Ze vond het mooi klinkende namen. Naar de betekenis wilde ze niet raden. Dat was meer iets voor Max.

'Wat doen we met de bagage?' kwam een praktische vraag van Charles.

De volwassenen keken elkaar even aan zonder een woord te zeggen.

Anouhea nam het woord en zei: 'Ik heb begrepen dat jullie een logeeradres hebben in Honululu.' Ze zag dat er geknikt werd. 'Maar ik heb ook begrepen dat jullie morgenvroeg weer weg zullen gaan. En daarom zou ik willen voorstellen dat jullie hier blijven logeren. '

'Ruimte zat!' kwam Charles ertussen en haalde zonder dat er een antwoord gegeven was alvast de koffers uit de laadruimte van de auto.

'Het is gewoon handiger,' ging zijn moeder verder. 'We hebben dan alle tijd om goed met elkaar te praten. Daar zijn jullie tenslotte voor gekomen.'

'Ja, maar … we willen jullie niet tot last zijn,' verweerde Max zich.

'Ha, mijn moeder vind het alleen maar leuk dat ze voor een groot gezin kan koken en zorgen,' liet Charles zich horen terwijl hij al met de koffers naar de voordeur liep.

'Ben ik gewend inderdaad. Niet hier hoor maar thuis vroeger wel.'

Even overlegden Max en Jocelyn zonder een woord te zeggen en toen zei zij dat het goed was, dat ze graag gebruik maakten van de geboden mogelijkheid.

'Euhh … ' begon Max te stamelen. 'Is het goed dat ik even mijn benen strek? Van al dat zitten begin ik wat stram te worden.

Geen enkel probleem,' zei Anouhea, 'het eten is nog niet helemaal klaar. Charles en Haimi willen best even met u beiden rondlopen over het terrein. Toch?"

Haimi knikte en toen haar broer het huis weer uitkwam, zei ze hem wat de bedoeling was.

Gevieren liepen ze van het huis weg in de richting van de zee. Daar aangekomen en lopend langs het strand vroeg Charles of ze het mooi vonden.

'Prachtig,' zei Jocelyn, 'bijna of ik thuis ben.'

'Woon je ook aan zee?' vroeg Charles.

'Ja. Monterey ligt aan zee. Max woont aan de zuidkant van de stad en ik meer in het noorden. Ik heb een huis direct aan zee en Max heeft vanuit zijn tuin een prachtig uitzicht over de Grote Oceaan.'

'Voor ons voelt het zo gewoon. Het strand en de zee,' verduidelijkte Haimi. 'We hebben het altijd gekend. Toch? Charles?'

'Ja. Tante Vicky heeft het huis gekocht. Met feestdagen waren we altijd met de hele familie hier. En wij twee waren er ook vaak in de weekenden.'

'Hoe was Vicky voor jullie?' probeerde Jocelyn te beginnen aan de opdracht waarvoor ze hier naar toe waren gekomen.

Broer en zus Hartman keken elkaar even aan en het was Haimi die het woord nam. 'Tante Vicky was … geweldig. Wij kunnen jullie alleen maar vertellen hoe ze was in onze ogen. Hoe ze op ons overkwam. Meer niet.'

'Dat is duidelijk. En ook genoeg. Jullie ouders, jullie grootouders zullen wellicht een ander beeld hebben en met al die beelden samen kunnen Max en ik voor Richard proberen iets van een totaalbeeld te maken.'

'Het lijkt alsof je voorzichtig bent,' concludeerde Haimi.

'Dat ben ik ook. We kunnen plaatjes naast elkaar leggen maar … nooit een volledige beeld krijgen.'

'Waarom niet?' voor Charles was het niet helemaal duidelijk.

'Omdat we Tante Vicky er zelf niet naar kunnen vragen, Charles. In principe is zij de enige die het antwoord op alle vragen die mogelijk gesteld worden kan geven. Alleen zij.'

'Yep. Helemaal waar.'

'Tante Vicky was een echte tante. Iemand die tijd voor ons had. Geen kwaad woord over onze ouders. Zij zijn ook geweldig maar … wij beiden hadden toch wel vaak het gevoel dat ze het eigenlijk veel te druk hadden om ons alle aandacht te geven. Als kind begrepen we dat niet echt goed. Nu beter. Maar toch … als we bij Tante Vicky waren dat was die aandacht er wel.'

'En zo was dat ook bij Opa en Oma,' gaf Charles een aanvulling.

'Ja, alle aandacht voor ons en als kind heb je dat nodig.'

'Nu niet meer?' vroeg Max.

'Voor mij wel,' bekende Haimi ruiterlijk. 'Ik blijf nog steeds iemand die veel aandacht wil. En als het niet spontaan komt, dan trek ik die aandacht wel naar me toe. Is dat erg?'

Jocelyn gaf aan dat het belangrijk was dat ze zich gedroeg zoals ze was. Een ander willen zijn dan je bent, was volgens haar niet goed. Zou alleen maar tot frustratie leiden. 'Maar betekent het ook dat je druk bent?'

'Yep. Heel druk soms. Te druk soms.'

'In je doen en laten of ook in je hoofd?'

'Op alle fronten. En vooral dat laatste is wel eens vervelend.' Het gesprek bleek ze ineens ook vervelend te vinden want ze zette ineens de spotlights op haar broer. 'Charles is niet zo. Hij is anders. Veel meer op zichzelf. Toch? Broer?'

'Ja. Ik ben anders. Ik hoef al die drukte niet.'

'Jij hebt meer rust nodig,' concludeerde Max.

'Herkent u dat in Richard?'

Ineens werd er een connectie gelegd door Charles en dat vonden Max en Jocelyn niet erg. En daarom werd er ook door Max open en oprecht geantwoord. 'Ja. Ik herken dat bij Richard. Hij kan heel sociaal zijn. Maar af en toe trekt hij zich terug. Dan zie ik hem in de tuin zitten op het bankje met uitzicht op de oceaan en dan weten mijn vrouw en ik dat we hem met rust moeten laten.'

'Wat doet hij daar dan?' kwam de vraag van Charles.

'Denken. Richard heeft het in zijn leven niet gemakkelijk gehad. Hij heeft moeten leren dat van zich af praten heel belangrijk is maar soms … soms zoekt hij de rust en de stilte op.'

'Ik ook.' Charles viel stil.

'Hij mediteert,' lichtte Haimi toe, 'en dan zit hij een hele tijd stil en niets te doen. Ik zou er knettergek van worden.'

'Ik niet, plagerige zus! Het geeft mij rust in het hoofd.'

'Is er een reden waarom jij voor meditatie hebt gekozen?' vroeg Jocelyn benieuwd als ze was vanuit haar professie. Een antwoord kwam er echter niet want op dat moment gaven de telefoons van de Hartmans tegelijkertijd aan dat er een berichtje binnen was gekomen.

Toen Haimi zag dat Charles niet reageerde op het signaal bekeek zij het bericht en kondigde vervolgens aan: 'Ma geeft aan dat het eten bijna klaar is en vraagt of we terug komen.'

'Doen we,' zei Max. 'Ik ben wel toe aan wat eten.'

'Kijk,' zei Charles toen ze terug begonnen te lopen, 'daar kun je net het dak van het huis van onze opa en oma zien.'

'Wonen ze hier op het terrein?'

'Ja. Handig toch?'

'Zeker. Hoe oud zijn ze?'

'Opa is 73 en Oma 71. Net zo oud als jij ongeveer?' kwam Haimi met een mededeling en daaraan gekoppeld een vraag.

Max gaf aan dat hij 70 was en in elk geval van dezelfde generatie dus.

'Zeven jaar geleden kwamen we in een heel vervelende periode terecht,' begon Charles te vertellen zonder dat ze naar iets gevraagd hadden. Bij Opa werd een hersentumor geconstateerd. Een operatie was erg gevaarlijk en toch …toch koos hij daarvoor. Hij wilde blijven leven! Niets doen zou leiden tot zijn dood en daarom liet hij zich toch opereren. Hij overleefde het maar …,' Charles viel stil. Het was duidelijk te zien dat hij iets weg moest slikken. Toen hij zich hersteld had, ging hij verder met: 'Sinds de operatie kan hij slecht lopen en helemaal niet meer praten.'

'Ach … wat vreselijk!'

'Ja. Ik moet er niet aan denken niet te kunnen praten,' verzuchtte Max.

'Maar Opa heeft nog heel veel te vertellen hoor!' gaf Haimi weer. 'Als je bij hem bent schrijft hij constant zijn tablet vol! Altijd heeft hij wel iets dat hij kwijt moet aan je en dat is gewoon prachtig! Hij is zo … zo positief! Altijd! '

Jocelyn kreeg het idee dat Haimi veel weg had van haar opa. Zo schatte ze het meisje in elk geval in. Druk en positief. Charles leek haar anders toe. Meer nadenkend. Terughoudend? Bang voor de wereld misschien? Ze vroeg zich af wat daarvoor de aanleiding zou kunnen zijn geweest.

De broccoli met aardappelen en een karbonade smaakten prima, vond Max. Het gesprek tijdens het eten ging in eerste instantie over de dingen die de Hartmans die dag hadden gedaan. Een goede zaak. Thuis hadden Edith en hij dat ook altijd gedaan met de kinderen. De etenstafel was de plaats waar iedereen zijn verhaal kwijt kon. Dat de maaltijd daardoor soms heel lang uitliep was in de regel nooit een probleem geweest.

'Maar jullie zijn gekomen om dingen te weten te komen over Vicky,' zo ging Johan verder toen bleek dat de dagelijkse wetenswaardigheden waren gespuid.

'Ja,' nam Jocelyn het woord. 'Richard heeft de nodige vragen. En mogelijk kunnen Max en ik daar na vandaag en morgen antwoorden op geven.'

'Maar we weten nog niet eens zeker of Richard familie van ons is,' merkte Anouhea op.

'Daarin heb je gelijk,' gaf Jocelyn aan. 'We hebben bericht gekregen dat de DNA-monsters zijn aangekomen en eigenlijk zouden we daarop moeten wachten.'

'Je klinkt vaag,' kwam er een licht verwijt met een brede glimlach.

'Omdat ik een ander voorstel heb. Ik denk … klinkt ook weer vaag, ik weet het. Laat ik het anders zeggen. Ik ben overtuigd van mijn eigen waarnemingen. Is het goed dat ik mijn tablet even pak?'

'Natuurlijk.'

Jocelyn liep naar haar tas die bij de bank stond en haalde er haar tablet uit.

'Wat voor merk is het,' vroeg Charles omdat hij geïnteresseerd was in computers en dergelijke.

'Een Samsung. Ik wilde eigenlijk een Apple maar mijn vriendin heeft dat tegengehouden. Teveel geld voor een mooi apparaat, was haar mening.'

'Mee eens,' vond Johan.

'Maar een Apple is wel prachtig!'

'Ja. Vond ik ook maar Joëlle heeft bij ons thuis het vetorecht op het gebied van de financiën omdat ik er niet altijd even goed mee omga.'

'Wel knap dat je dat zelf zo duurt te vertellen,' vond Haimi.

'Ik ken mezelf.'

'Ze is psycholoog, dat weet je toch? Oeps!'

Jocelyn schoot in de lach. 'Jullie hebben mij dus ook gegoogled. Zou ik ook gedaan hebben hoor. Komen er ineens twee mensen op bezoek met een vaag verhaal dat er mogelijke een familierelatie is met iemand die zij kennen en ja … dan zou ik ook alles wat er te vinden is willen weten over die twee.'

'Ahum … ja, zo is het wel gegaan,' sprak Johan. 'We wilden een stukje zekerheid. Ondanks alle onzekerheid waar we eerder al over spraken.'

'Als ons gevoel, want ik durf ook te spreken voor Max, goed is. Dan … nou ja … ik wil graag dat jullie naar een foto kijken. Als jullie even bij elkaar gaan zitten of staan dan leg ik het apparaat op tafel neer en dan laat ik het jullie zien.' Ze wist dat het niet de meest subtiele manier van doen was maar … het zou wel duidelijkheid verschaffen.

Haimi en Charles stonden op van tafel en gingen achter hun ouders staan die naast elkaar zaten.

'Klaar?' Jocelyn zag de gezinsleden allen knikken en streek met haar wijsvinger over het scherm. Er verscheen een foto en meteen richtte Jocelyn haar blik op de Hartmans. Ze zag verwondering, verbazing, onthutsing net zoals zij en Max hadden doorgemaakt op het vliegveld.

'Maa… maa… dat ben ik!' riep Charles paniekerig uit. 'Hoe … hoe kom je aan een foto van mij?'

'Deze foto heb ik de afgelopen week gemaakt in Monterey in de tuin van Edith en Max. Het is een foto van Richard en op de achtergrond zie je de oceaan. En ja … de gelijkenis tussen jou, Charles, en Richard is ontzettend groot. Toen wij jou zagen op het vliegveld was die verbazing er bij ons ook.'

Johan glimlachte. Had hij het toch goed gezien. Niet geweten waar het om ging maar toch die vreemde blik op het gezicht van de twee opgemerkt.

'En … heel mooi eigenlijk. Je vroeg of jij iets van de een of ander aan had wellicht. En ja … niet van ons maar … Richard heeft precies hetzelfde T-shirt als jij.'

'Echt?' vroeg Haimi nog steeds enorm verbaasd.

Jocelyn knikte. 'De schok kan groot zijn bij jullie allemaal. Ga alsjeblieft weer zitten.' Ze zag de jongeren hun plaats weer innemen. 'Dank je. Sorry voor de schok die ik veroorzaakt heb. Maar … het was volgens mij … '

'Het is een schok, maar wel een heel bijzondere. Het doet me pijn,' verbeet Anouhea haar tranen. 'Zoveel gelijkenis met Charles … dan moet hij wel familie zijn. Het kan gewoon niet anders. Toch? Johan? Zeg nou iets!'

Johan sloeg een arm om zijn vrouw heen en trok haar tegen zich aan. 'Ik … hoef niet te wachten op dat DNA-onderzoek. De familietrekken, ik heb het geloof ik al gezegd, worden bij de Hartmans in de mannelijke lijn altijd heel sterk doorgegeven. Charles lijkt op mij, ik lijk op mijn vader, hij op zijn vader en … Richard lijkt sprekend op Charles. Het … is werkelijk … te … nou ja … Duidelijk.'

'Wat is je favoriete kleur Charles?' vroeg Max zelf wel een idee hebbend wat het antwoord zou zijn.

'Groen,' antwoordde Haimi voor haar broer, 'open zijn klerenkast en je denkt dat je de jungle binnenstapt. Heel veel soorten groen voeren de boventoon. Hij heeft wel wat andere kleuren hangen maar … groen is favoriet. Bij Richard ook?'

Max knikte.

'Maar …' verzuchtte Anouhea, 'kun je die foto op je tablet inzoomen op zijn ogen?'

'Ik heb een betere,' gaf Jocelyn als antwoord en zocht de foto die ze bedoelde. Ze legde het apparaat op tafel voor Anouhea neer en zag dat ze hem goed bekeek.

Het was duidelijk. Ze stond op van tafel, liep naar de woonkamer en kwam terug met een foto in een lijst die ze naast de tablet neerlegde. 'Kijk naar de ogen,' kwam haar verzoek.

Max keek naar een portretfoto van Vicky en wist dat Jocelyn met hem mee keek. Als je goed keek, waren er gelijkenissen. Maar … niet zo frappant als de overeenkomsten die er waren met Johan en Charles. Op de vraag van Anouhea richtte hij zich nu op de ogen van Richard en Vicky die wat kleur betreft van elkaar afweken. Daarna keek hij vervolgens eerst in de kijkers van Johan en daarna in die van zijn zoon. Johan had dezelfde kleur ogen als Vicky: donkerbruin. Maar de ogen van Charles en Richard hadden dezelfde kleur: groen, donker groen. 'En die kleur komt dus uit het voorgeslacht?'

'Ja, het is de kleur die mijn vaders ogen ook hebben.'

'Euhhh … zullen we het toetje overslaan, aan de koffie gaan en verder praten met elkaar? Want er is vast nog heel veel meer te vertellen over Richard en de Hartmans,' stelde Anouhea een wijziging van de vaste gang van zaken voor.

'Echt niet!'

'Nee,' viel Charles zijn zusje bij. 'Eerst het toetje en dan pas van tafel.'

Tot de volgende keer…



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, juni 2017
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten