MORGENSTER - hoofdstuk 28

Plaats hier je eigen verhalen.
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

MORGENSTER - hoofdstuk 28

Bericht door Lucky Eye » do 14 dec 2017, 07:42

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



MORGENSTER

Hoofdstuk 28


Met een goed gevoel liep Nathan de bioscoop uit. Naast hem liep Stan. Hij keek opzij en zag ook bij hem een brede glimlach op zijn gezicht. 'En, blij dat we deze zijn gaan kijken?' vroeg Nathan.

'Ja. Dit was een leuke film. Spannend.'

'Yep, maar je weet het hè, mondje dicht.'

Stan glimlachte naar Nathan. Hij zou zijn mond houden.

'Kom, dude, laten we wel even op het internet gaan kijken waar 'Shrek 4' nou eigenlijk over gaat want als Nancy me straks vragen gaat stellen, zijn we het haasje.'

Stan ging naast Nathan op het bankje voor de bioscoop zitten en keek hoe Nathan op zijn smartphone de titel van de door hem genoemde film googlede. Samen bekeken ze de tekst op het schermpje en Nathan vroeg of hij het een beetje kon onthouden. 'Ja. Denk het wel.'

Ineens merkte Nathan een sombere trek op het gezicht van Stan op. 'Alles goed, bro?'

Stan bromde wat.

'Als er iets is, mag je het me gerust zeggen hoor!'

'Er is niets.'

Nathan kende Stan inmiddels goed genoeg om te weten dat zo een kort antwoord het overtuigende bewijs was van het tegendeel. 'Kom op, Stan, we kennen elkaar goed genoeg om met elkaar te praten. Of niet?'

'Ja … maar … ik weet het niet altijd even goed.'

Een onduidelijke omschrijving voor Nathan maar hij was niet voor één gat te vangen. 'Kun je me uitleggen wat je bedoelt?'

'Denk je dat ze thuis praten met elkaar?'

'Ja. Dat denk ik wel.'

'Ik ook. Want het was helemaal niet de bedoeling dat we naar de bios zouden gaan.'

'Dat klopt. Er was geen afspraak gemaakt maar … is dat erg?'

'Nee.'

'Je bent toch gek op films?'

'Ja.'

'Hoeveel hebben we er gezien sinds je hier woont?'

'Ik weet het niet. Heel veel. En ik wil er nog veel meer zien,' klonk het gretig.

'En dat gaan we ook doen maar waarom nou precies je vraag of ze thuis met elkaar praten?'

'Soms denk ik … ach, ik weet het ook niet,' sloot Stan zijn poging om dat wat hij dacht onder woorden te kunnen brengen geïrriteerd af.

'Neem je tijd, Stan. Probeer het me rustig te vertellen.'

'Soms ben ik bang.'

Oh. Dit was niet wat Nathan had verwacht en ineens vroeg hij zich af of het wel verstandig van hem was geweest om aan te vragen. Nog nooit eerder had hij een echt diep een-op-een gesprek gehad met Stan. Altijd was of Nancy of Richard erbij geweest en nu … nu kon hij niet meer terugkrabbelen natuurlijk. 'Waarvoor ben je bang?'

'Voor Richard.'

Daar snapte Nathan helemaal niets van. Dit was iets dat hij totaal niet had verwacht maar … misschien moest hij gewoon verder vragen. 'Maar Richard is toch altijd goed voor jou? Hij heeft altijd voor je gezorgd. En waarom ben je dan bang voor hem?'

'Soms denkt hij heel veel. En … '

Stilte. Grote stilte. Nathan wist niet of hij die moest laten voortduren tot Stan met een aanvulling kwam of dat hij zelf verder moest vragen. Gelukkig werd de keus hem uit handen genomen toen Stan verder ging.

'Ik ben bang dat hij hier weg wil.'

'Wat?' De door hem in het kleine woordje gelegde verbijstering was geheel oprecht. 'Weg van hier?'

'Ja.'

'Waarom?'

'Ik weet het niet. Ik snap het niet. Het is goed hier. Ik ben blij en gelukkig hier. En ik … ik wil het niet!'

'Heb je Richard ernaar gevraagd?'

'Nee.'

'Oké, het is dus meer een gevoel van jou.' Voor Nathan was deze constatering iets van een opluchting. Een gevoel was iets dat je fout kon hebben en een woordelijk weergegeven iets niet.

'Ja. En … het is misschien stom van me dat ik dat de… '

'Nee. Dat moet je niet zeggen, Stan.' Nathan porde met zijn elleboog speels in Stans ribben. 'Soms proberen we de gevoelens van een ander te begrijpen. Heel lastig. Lastig omdat we iets bij een ander denken op te merken en dan … dan kunnen we het goed of fout hebben. Maar als we er niet naar vragen, weten we dat niet. Soms durven we dat niet te vragen. Zijn we bang voor het antwoord. Snap je me een beetje?'

'Ja. Ik denk het wel. Heb jij dat ook wel eens met Nancy?'

'Oh, man, laten we het daar maar niet over hebben.'

Stan begon te glimlachen. Het laatste dat Nathan had gezegd had ineens heel grappig geklonken.

'Ja. Ik heb dat ook vaak met Nancy. Zij is … heel erg lief. Dat weet je. Maar … ook zo heel anders dan ik ben. Ik … ik ben iemand van dingen doen. Zij veel meer van praten. Zij wil graag over gevoelens en zo praten en ik … ik heb die dingen niet eens, geloof ik. Nou ja … ze zullen er wel zijn ergens maar diep ondergesneeuwd.'

'Sneeuwt het hier dan wel eens?'

Nathan hield zich in. Zijn eerste impuls was om in lachen uit te barsten maar hij wist dat hij dat met Stan niet moest doen. Stan nam heel veel dingen letterlijk en het woordje "ondergesneeuwd" had bij hem meteen de associatie met echte sneeuw opgeroepen. 'Soms. Maar dan alleen in de bergen om de stad in het noorden en oosten. Maar ik ben wel eens naar de bergen geweest en daar valt soms flink veel sneeuw in de winter. Maar … ik bedoel dat ik wel gevoelens heb maar die liggen … dieper.' Hij wees ter illustratie op zijn onderbuik maar zag dat Stan het nog steeds niet helemaal begreep. 'Zij zijn verstopt. Verborgen.'

'Oh.'

'Ben ik duidelijk nu want anders moet je doorvragen. Afgesproken, Stan?'

'Ja.'

'Maar jij meende dus iets bij Richard gemerkt te hebben?'

'Ja. Richard maakt altijd plannen. Voor ons. Voor later. En nu … lijkt het of hij dat weer doet. Maar … ik … ik ben ook niet zo goed met die dingen. Ik kan het ook fout hebben.'

'Als ik merk dat er iets is bij Nancy, dan vraag ik daar tegenwoordig naar. Heb ik ook moeten leren. Eerder deed ik dat niet en dan … dan leidde dat altijd tot vervelende dingen. Nu vraag ik ernaar zodra ik iets opmerk.'

'Moet ik dat ook doen?'

Even was Nathan in dubio. Moest hij hem zeggen dat te doen of toch heel duidelijk maken dat het om een keuze ging. Hij koos voor het eerste wetende dat het tweede zou kunnen leiden tot onduidelijkheid. 'Ja. Ik zou het vragen. Gewoon doen. Richard kan je dan een antwoord geven en met dat antwoord wordt alles voor jou duidelijker. Zo is je broer. Hij zal je duidelijkheid geven als jij hem erom vraagt.' Meteen na zijn antwoord klonk het geluid van zijn whatsapp. Hji pakte zijn smartphone echter niet meteen. 'Heb ik je iets kunnen helpen hiermee?'

'Ja.'

'Oké. Even het berichtje bekijken en dan gaan we naar huis.' Nathan zag dat het een berichtje van Nancy was met de vraag of de film al afgelopen was. Hij tikte een antwoord dat ze onderweg naar huis waren en verzond dat. 'Kom, we gaan naar huis.'

'Moet ik het Richard meteen vragen?'

'Zodra jullie met z'n tweeën zijn. Dat lijkt me een goed moment.'

'Oké. Oh, niet vergeten de kaartjes voor 'Iron Man 2' weg te gooien.'

Nathan schoot in de lach. 'Dank je, maatje, anders krijgen we alsnog problemen!' Hij pakte de kaartjes uit zijn broekzak, verscheurde ze om de snippers vervolgens in de prullenbank naast het bankje te gooien.

'Ja. Je had me gezegd dat ik je daaraan moest herinneren.'

'Goed gedaan, makker!' Nathan sloeg zijn arm om de schouders van Stan en zo liep het tweetal naar de parkeerplaats waar Nathans auto stond.

Het was maar een kort ritje. Nathan merkte dat Stan onrustig was. Hij hoopte dat het niet zijn schuld was. Dat hij hem niet nog onzekerder had gemaakt met de antwoorden waarvan hij dacht dat hij er goed aan had gedaan. De auto stond nog maar amper stil of Stan rende al naar de voordeur. Nathan haastte zich achter hem aan en hoorde in de hal dat wat Stan tot Richard sprak.

'Ik wil hier niet weg!'

Nathan voelde zich rot. Was hij niet duidelijk genoeg geweest? Hij had toch gezegd dat Stan het moest vragen als hij en Richard met z'n tweeën waren? Oh … ineens begon het hem te dagen. Hier in het bijzijn van de anderen waren ze ook met z'n tweeën. Oké, het was al gebeurd. Niets meer aan te doen.

'Euh … ' stamelde Richard.

'Waarom wil je weg, Rich?'

'Ga rustig zitten, Stan,' deed Richard een poging zijn broer wat tot kalmte te manen.

'Nee! Zeg het me! Je moet praten met me. Me dingen zeggen als jij … nou ja … ik weet het niet.'

Richard was inmiddels naast Stan gaan staan. Hij pakte hem bij de arm en leidde hem naar de bank. 'Ga alsjeblieft zitten.' Toen Stan was gaan zitten, zette hij zich naast hem. 'Ja, we moeten praten. Jij en ik samen.'

'Maar waarom wil je weg.'

'Ik wil niet meer weg. Ik ga hier niet meer weg. Ik blijf hier, samen met jou.'

'Maar … ik dacht … ik dacht dat je weg wilde.'

'Had je dat gemerkt bij mij?' In Richard stem was duidelijk iets van verbazing en ook iets van blijdschap te horen. Zijn broer had iets gemerkt bij hem en dat … dat was heel bijzonder.

'Ja. Maar ik ben ook zo stom soms!'

'Nee, Stan, dat ben je niet. En het is niet goed om dat te zeggen. Bovendien had je het helemaal goed. Ik heb er inderdaad aan gedacht om hier weg te gaan en … ik dacht dat jij het niet zou merken. Dat is pas stom!'

'Als ik het niet mag zeggen, mag jij dat ook niet!'

'Je hebt gelijk. Doen we het allebei niet. Maar zoals ik al zei, we blijven hier allebei. Vanavond heb ik heel lang met Edith, Nancy, Jocelyn en Max gepraat. Dat had je vast wel begrepen.' Richard zag Stan knikken. 'En … ik heb heel bijzondere dingen aan hen verteld en ook heel bijzondere dingen van hen gehoord. En dat alles, dat alles, zal ik je straks vertellen.'

'Waarom straks? Mag Nathan het niet weten? Want als dat zo is, dan vind ik het niet eerlijk! Nathan is mijn vriend!'

'Ik vertel het straks ook allemaal aan Nathan,' gaf Nancy te kennen.

'Oh.'

'Ik vertel het je straks als we met z'n tweeën op onze kamer zijn. Was de film leuk?'

'Ja! Heel sp… Heel leuk!' herstelde Stan zich snel met een blik op zijn broeder in de leugen waarbij hij het niet kon voorkomen dat zijn hoofd rood begon te worden.

'Ik ben blij dat jullie het leuk hebben gehad samen.'

'En wij hebben ook gepraat. Met z'n tweeën!'

'Goed, Stan, want als er iets is om over te praten, dan moet je dat doen,' complimenteerde Richard zijn broer die ineens niet meer zijn broer was.

'Ja. Jij ook!'

'Ik weet het, Stan. Ik weet hoe het moet maar … ik doe het niet altijd.'

'Niet handig.'

'Nee. Dat overkomt mij ook. Maar ik wil nu graag naar onze kamer. Ga je mee?'

'Ja.'

'Heb je Nathan bedankt dat hij je mee heeft genomen naar de bioscoop?'

'Nee.'

'Hoeft ook niet,' was Nathan van mening.

Maar daar was Stan het niet mee eens. Hij goot zijn bedankje niet in woorden maar in een stevige omhelzing.

'Het is al goed, maat, we kunnen het uitstekend vinden samen. Of niet dan?'

'Vinden? Ben je iets kwijt?'

Nathan wist niet zo snel hoe te moeten reageren.

'Welterusten, allemaal,' zei Richard terwijl hij een poging deed Stan met zich mee te trekken. Iets dat niet lukte want Stan rukte zich los en hij kon bij de deur blijven wachten tot Stan, hij had het kunnen weten, iedereen welterusten had gewenst en twee zoenen had gegeven zoals hij gewend was hier te doen.


* * *

'Ik hoef niet te douchen hè want dat heb ik vanmiddag ook al gedaan na het zwemmen,' zei Stan toen ze op hun kamer waren aangekomen.

'Hoeft niet. Onze tanden poetsen is goed genoeg. Maar als je wilt, als je je bijvoorbeeld zweterig of plakkerig voelt, dan mag het wel. Maar wil je me eerst even helpen om onze bedden tegen elkaar te schuiven?' vroeg Richard.

'Dat kan niet.'

'En waarom niet?'

'Er staat een tafeltje tussen met een lamp er op.'

'Die kunnen toch wel weg?'

'Oh. Ja. Maar … waarom wil je de bedden tegen elkaar zetten?'

'Omdat we straks met elkaar moeten praten en als we dat liggend kunnen doen zonder die lamp er tussen is dat wel zo gemakkelijk.'

'Oh. Is goed. Maar ik doe het. Jij niet. Jij mag niet tillen.' Stan liep naar het tafeltje toe, haalde de stekker uit het stopcontact en zette de lamp op de tafel bij het raam. Daarna verplaatste hij het tafeltje en schoof vervolgens de bedden tegen elkaar aan. 'Zo goed?' vroeg hij en overkeek het gedane werk.

'Ja. Wil je nu het tafeltje naast jouw bed zetten? Dan kun jij het gebruiken als nachtkastje.' Richard keek hoe zijn broer, nee, gek, Stan was zijn broer niet, deed wat hem gevraagd was. En opnieuw kwam, toen hij klaar was de vraag of het zo goed was. 'Bijna. Wil je de lamp ook nog even op het tafeltje zetten?' En dat gedaan hebbend was Stan echt klaar. 'Dank je, Stan!'

Stan was in de badkamer en Richard wachtte, zittend op de rand van zijn bed, tot hij klaar was. Stan was mooi. Heel erg mooi. Dat had hij gezien toen de jongen in hun slaapkamer uit zijn kleren was gestapt, naar de kast was gelopen om een boxershort en T-shirt te pakken en pas toen naar de badkamer was gelopen. Maar hij moest er wel bij blijven. Ervoor zorgen dat er gepraat werd. Best lastig als je je gevoelens eindelijk de vrije hand kon laten terwijl er … gepraat moest worden. Hij had het niet kunnen nalaten zijn ogen goed de kost te geven. Stan zag er ontzettend mooi uit. Aan alle kanten. Enerzijds voelde het vreemd voor hem om zo over Stan te denken maar aan de andere kant ook weer niet omdat het voelde als een bevrijding. Eindelijk kon hij zijn gedachten gewoon laten gaan, mocht hij Stan zien zoals hij werkelijk was: een vreselijk mooie jongen op wie hij verliefd was. En ja, natuurlijk wist hij dat het nog best moeilijk zou kunnen worden om met Stan samen te wonen, samen te leven. Maar uitdagingen zou hij niet uit de weg gaan. Obstakels op je pad kon je ook zien als opstapjes, nietwaar?

'Jouw beurt,' zei Stan toen hij de badkamer uitkwam. Hij zag zijn broer schrikken. 'Maakte ik je aan het schrikken?'

'Ik was even in gedachten en hoorde je niet terugkomen.' Richard bleef nog even zitten en keek toe hoe Stan zich afdroogde. Hij was dus toch onder de douche gestapt. Toen hij het beeld te mooi vond en zijn lijf reageerde, stond hij op en sloot de badkamerdeur achter zich. Hij kleedde zich uit en glimlachte toen hij zijn lichamelijke reactie bezag. Hij stapte onder de douche. Niet te warm en niet te koud. Zijn gedachten schoten alle kanten uit maar gelukkig merkte hij het snel op. Een mogelijkheid om een knip aan te brengen en te zorgen dat hij met zijn aandacht bij het douchen bleef. Te lang hier blijven staan wilde hij niet. Er moest nog gepraat worden. Zijn harde verdween snel. Zag hij er tegen op? Vond hij het vreemd om dit onderwerp met Stan te bespreken? Nee, dat was het niet. Hij hoopte alleen dat het hem zou lukken om Stan alles duidelijk te maken. Hij verliet de badkamer met de handdoek in zijn hand en zag meteen iets dat hem niet aanstond. 'Stan?'

'Ja?'

'Wil jij je spullen even opruimen?' wees Richard hem op dat wat hij vergeten was.

'Oh ja. Vergeten.' Stan stapte uit bed en raapte zijn kleren van de grond om die vervolgens in de wasmand in de badkamer te deponeren. Toen hij terugkwam zag hij dat zijn broer al in bed lag. Hij zag het witte T-shirt dat hij droeg. Gelukkig was het niet meer die pyjamajas. Dat deed hem er herinneren aan toen Richard ziek was. En dat vond hij niet leuk. 'Zal ik het raam open doen?'

'Vind ik goed. Frisse lucht vind ik lekker.'

'Ja.' Stan stapte weer in bed en draaide zich meteen op zijn zij met het gezicht naar Richard toe. 'Bijna net zoals we thuis de laatste tijd altijd sliepen,' merkte hij op.

'En daarvoor ook al vaak.'

'Ja. Maar dat was stom. Dan … dan … nou ja, je weet wel.'

'Ja. En daar is helemaal niets mis mee, Stan. Je weet heus wel dat daar een aanleiding voor was. Sinds je hier woont is het maar een paar keer meer gebeurd.'

'Ja. Gewoon omdat het hier goed is.'

'Ja. En het wordt nog beter, Stan. Was 'Iron Man 2' spannend?'

'Ja, man, echt … ' midden in de bedoelde zin hield Stan zijn mond. Hij kleurde hoogrood in zijn gezicht en hals en wilde rechtop gaan zitten maar werd tegengehouden door Richard die zijn hand op zijn bovenarm had gelegd en hem zachtjes tegenhield.

'Het geeft niets, Stan. Je hebt een leugentje verteld omdat je niet wilde dat wij het zouden weten.'

'Het mocht niet van Nancy.'

'Nancy heeft een spannende film uitgelegd als niet goed voor jou maar dat is haar mening. Niet die van mij. Natuurlijk, enge films kunnen gevolgen hebben maar … om dan alle spannende en leuke films te gaan vermijden, lijkt me niet goed.'

'Oh. Dus van jou had het wel gemogen?'

'Ja.'

'Het was een heel gave film! Echt heel goed. Je moet ook een keer gaan kijken. Dan ga ik met je mee.'

Richard zag de gelaatsuitdrukking op het gezicht van zijn broer en genoot. Stan was gelukkig hier en dat bleek uit alles. 'Maar nu gaan we praten. Ik heb je heel veel te vertellen maar het is niet altijd even gemakkelijk. Daarom moet je als ik niet duidelijk genoeg ben me vragen het op een andere manier te vertellen, op een manier die wel duidelijk voor jou is. Zul je dat doen?'

'Ja, maar … wat is er nou dan?' vroeg Stan ongeduldig want hij snapte er helemaal niets van waarom er zo laat 's avonds nog gepraat moest worden. Deden ze anders bijna nooit.

'Wij zijn broers.'

'Halfbroers,' corrigeerde Stan hem.

'Ja, je hebt gelijk.'

'Dat werd mij verteld toen jouw moeder jou bij ons thuis had afgeleverd. Jij wa… '

'Ga verder,' klonk het ietwat geïrriteerd uit de mond van Stan.

'Ik zal het niet noemen, Stan. Beiden hebben we er een hekel aan hen zo te noemen en daarom doe ik het niet. Maar ze hebben altijd gelogen, Stan. We zijn geen broers, zijn geen halfbroers.'

'Huh?' Stan ging rechtop zitten en ditmaal was Richard niet snel genoeg om hem tegen te houden maar toen Richard hem vroeg om weer te gaan liggen, deed hij dat.

'Zo is het beter. Zo kan ik je in de ogen kijken terwijl ik lig.'

'Je bent moe,' meende Stan te kunnen zien op het gezicht van Richard. Vaak had hij dat soort dingen fout. Hij kon dat niet zo goed maar hij probeerde het wel af en toe, hij oefende ermee.

'Ja. En toch moeten we praten. Wij zijn geen broers. Wij zijn geen familie van elkaar.'

'Ik snap het niet! Ze hebben toch altijd gezegd dat wij halfbroers waren.'

'Lijken wij op elkaar?'

'Nee. Niet echt. Nou ja … helemaal niet. We zijn echt heel erg anders, jij en ik.'

'Dat was het eerste dat Max opviel toen ik hem een foto van ons beiden liet zien die eerste avond dat ik hier was en later ook toen hij jou in het echt zag. Twee halfbroers die helemaal in niets op elkaar lijken. Nou hoeven broers en halfbroers echt niet altijd op elkaar te lijken maar … wij verschilden volgens hem wel heel erg veel van elkaar. Of mensen familie van elkaar zijn kun je testen. Als ze bijvoorbeeld van jou en mij een haar nemen kunnen ze bepalen of wij familie van elkaar zijn.'

'Oh. We moesten een keer iets doen. Iets dat leek op een wattenstaafje in de mond en zo.'

'Ja. Dat heb je goed onthouden, Stan,' Richard was blij dat Stan het zich herinnerde. Het maakte dingen gemakkelijker om te vertellen. 'En dat wattenstaafje hebben ze bekeken. Er onderzoek naar gedaan. En daaruit bleek dat wij geen familie van elkaar zijn. We hebben geen gemeenschappelijk … familielid.'

'We zijn dus helemaal geen broers!'

Het kwam er verschrikt uit, zo voelde Richard aan en daarom strekte hij meteen zijn hand uit naar het gezicht van Stan. Hij streelde hem over zijn wang. Een niet meer geheel zachte wang. Stan zou zich morgen moeten scheren. 'Geen broers. En dat voelt waarschijnlijk heel vreemd. Voor mij in elk geval wel toen ik het hoorde. Want … we zijn altijd broers geweest. Toch?'

'Ja. Jij bent altijd mijn grote broer geweest. Je hebt me altijd geholpen zoals een grote broer dat doet. En nu … nu is dat niet waar?'

'Het blijft altijd waar dat ik je heb geholpen zoals een grote broer dat doet. Ik wist niet anders op dat moment en dus was ik toen je grote broer. En jij … jij was mijn kleine broertje. Iemand die ik wilde helpen. Als je geplaagd werd. Als je hulp nodig had met schoolwerk.'

'Jij hebt mij heel veel geleerd, Rich. Praten, lopen, lezen. Dat weet ik nog heel goed.'

'Ja. Ik ook nog,' zei Richard met een glimlach op zijn gezicht.

'Van dat lezen zeiden ze op school steeds dat ik stom was. Dat ik het niet kon.'

Heel duidelijk hoorde Richard hoe er een stuk boosheid lag opgesloten in de woorden en stem van Stan. 'En toch kon je het.'

'Ja.' De boosheid die hij zo-even had gevoeld maakte plaats voor een gevoel van trots. Hij kon toch lezen want zijn grote broer had het hem geleerd. 'Maar … als wij geen broers zijn, wat zijn we dan van elkaar?'

Het antwoord was zo eenvoudig, dacht Richard. Eigenlijk waren ze helemaal niets van elkaar. Wettelijk hadden ze geen enkele relatie. Maar om zoiets zo kort door de bocht te zeggen, door alleen het woordje "niets" te gebruiken, dat zou hij nooit doen. Het zou een enorme schok teweeg brengen bij Stan, zo kon hij zich heel goed voorstellen. Het antwoord moest dus heel goed ingekleed worden. 'Wij hebben ons altijd gedragen, ook omdat het ons zo verteld was, als broers. We hebben lol gemaakt met elkaar, als broers. We hebben voor elkaar gezorgd, als broers.'

'Jij zorgde voor mij. Ik niet voor jou. Dat kan ik niet,' was Stan stelling en kort.

'Jij zorgde op jouw manier ook voor mij.' En omdat hij wist dat Stan een voorbeeld zou willen hebben, ging hij meteen verder. 'Jij hebt altijd gezorgd dat dingen voor mij helder en duidelijk waren. We hadden maar één doel. En dat was zo snel als het kon weg van daar. Daar heb jij altijd voor gezorgd. Als ik jou zag, of hoorde via de telefoon, dan wist ik meteen weer wat er moest gebeuren.' Ooit had hij het aan Max in heel andere woorden vervat maar dat … durfde hij nu niet tegen Stan te herhalen. Het zou sowieso wel eens een emotioneel gesprek kunnen worden en dus … gebruikte hij die woorden niet. 'Bovendien heb je me ook heel veel aan het lachen gemaakt.'

'Echt?'

'Ja. En dat weet je ook wel, grapjas! Wie haalde altijd de gekste toeren uit aan het strand? Wie sprong er in zijn blootje, omdat we onze zwembroeken niet mee hadden genomen omdat het eigenlijk veel te koud was, in het ijskoude water bij Towerpoint!'

Stan begon te gniffelen. 'Richard?'

'Ja?'

'Weet je dit pas sinds vanavond?'

'Ja. Vanavond hebben Max en Jocelyn het mij verteld. En Edith en Nancy weten er ook van. Waarom vraag je dat?'

'Omdat je de laatste tijd anders was.'

'Kun je dat uitleggen?'

'Eerst nog een vraag. Ik mocht niet verliefd zijn op jou omdat we broers waren. Toch?' Stan keek naar Richard en zag hem knikken.

Richard begreep dat hij eigenlijk niet veel meer hoefde toe te lichten. Er was Stan op de een of andere manier een licht opgegaan terwijl hij dat niet had ontstoken. Stan had voldoende gehad aan de inleiding op het veel langere betoog dat hij van plan was geweest te houden.

'De laatste tijd was je anders. Ik begreep heus wel dat als ik niet verliefd op je mocht zijn ik niet aan je mocht zitten. Ik wilde dat wel. Maar … het kon niet, had je gezegd. De laatste tijd deed jij het wel. Je streelde me door m'n haren, over m'n arm, over m'n wang. En … dat vond ik heel erg fijn omdat ik nog steeds altijd op jou verliefd ben gebleven. Het mocht niet maa… '

'Je hebt het heel goed begrepen, Stan. Sinds we hier samen wonen voel ik me gelukkig. Heel erg gelukkig. De eerste tijd was het wat wennen maar al snel wist ik dat we hier veilig waren. Dat het hier goed was en ja … de laatste tijd verloor ik de voorzichtigheid wat uit het oog. Vond ik het fijn om je aan te raken want … ik ben ook verliefd op jou. Altijd geweest. Jij was er eerder mee, dat wel. Jij zei het als eerste. En alles wat ik gezegd heb toen was waar. Het kon niet! Als we halfbroers waren kon het niet! Mocht het niet! Maar … ik voelde die verliefdheid net zoals jij die voelde. Het is een heel erg goed gevoel. Toch?'

'Jahhh,' klonk het op een langgerekte zucht.

'Toen jij het mij had verteld en ik voelde dat het wederzijds was … ik bedoel daarmee dat ik ook op jou verliefd was, moest ik zien te voorkomen dat het hen zou opvallen. Je weet wel hoe hij tekeer kon gaan als er iemand op tv was die homo was.'

'Ja. Dan werd hij heel kwaad altijd en ging het meteen op een andere zender.'

'En dus moesten we heel voorzichtig zijn. Ik kon jou niet zeggen dat ik ook verliefd was op jou omdat ik bang was dat jij dan ook meteen seks zou willen.'

Stan gniffelde en werd opnieuw rood.

'En logisch! Als je verliefd bent op elkaar, dan wil je dat ook heel erg graag. Maar … dat ging dus niet. Daarom heb ik jou nooit verteld dat ik verliefd op jou was. Begrijp je waarom ik het heb gedaan?'

'Ja. Het was goed van jou. Het zou gevaarlijk zijn geweest. Je beschermde mij en ook jezelf.'

'Ja. Daarom vertelde ik het je niet. Maar nu hoeft dat niet meer. Ik houd van je, Stan! Kom je bij me liggen?' Richard schoof naar achteren op zijn eigen bed en maakte zo ruimte voor Stan.

Stan kwam dicht bij Richard liggen. Hij wilde dit heel erg graag en toch … toch voelde het vreemd. Hij voelde zich … hij wist niet hoe hij het moest noemen. En toen Richard een arm om zijn schouder legde, had hij het helemaal niet meer. Hij begon te trillen en zachtjes te huilen.

'Het is goed, Stan. Laat je tranen maar komen. Het geeft allemaal niets. Ik moet ook huilen.' De tranen kwamen terwijl hij de omarming van Stan aanhaalde. Hij trok hem zo strak tegen zich aan dat zijn ribben lichtjes pijn begonnen te doen.

'Niet doen! Straks doe je jezelf zeer,' zo klonk het huilerig uit de mond van Stan.

'Dat geeft niet, lieve Stan. Ik wil jou voelen. Jouw lijf tegen het mijne. Voel je mij ook?'

'Ja.'

'Voelt het goed?'

'Ja. Richard?'

'Ja?'

Stan viel stil. Hij probeerde de vraag die hij wilde stellen juist te krijgen. Maar misschien moest hij het ook gewoon niet vragen. Misschien moest hij het gewoon niet willen weten. Misschi…

'Stel je vraag, Stan. Blijf er niet mee zitten in je hoofd.'

'Maar misschien is het een stomme vraag.'

'Stomme vragen zijn er niet.'

'Jij bent ouder.'

Richard hoorde de opmerking. Zou Stan er moeite mee hebben dat hij ouder was? Ineens overviel hem een stuk angst. Zou Stan het leeftijdsverschil een probleem vinden?

'Ik bedoel … heb jij al seks gehad?'

Richard slaakte inwendig een putdiepe zucht en daarna begon hij te glimlachen. 'Nee, Stan, ik heb nog nooit iets gedaan met een jongen.'

'Ik ook niet.'

'Voor ons beiden is het dus helemaal nieuw. En daarom, zo denk ik, moeten we het ook niet te snel doen. We moeten er eerst met elkaar over praten.'

'Praten over seks? Is dat niet stom?'

'Lijkt me niet. Weet jij alles wat ik zou willen?'

'Nou ja … de gewone dingen. Toch?'

'En wat zijn die gewone dingen?'

'Nou ja … dat weet je wel.' Stan voelde hoe hij rood was in zijn gezicht. Hij vond het vreemd om zo met elkaar te praten.

'Noem de dingen zoals ze zijn, Stan. Je weet de termen best wel. Ik weet dat je op internet pornosites hebt bekeken en daar is helemaal niets mis mee. Maar noem de dingen zoals ze zijn.'

Stan vond het maar raar. Waarom moest je praten over seks. Je wist toch wat je wilde? Hij in elk geval wel. 'Euhhh nou ja … pijpen en neuken … dat bedoel ik,' zei hij terwijl hij voelde dat zijn gezicht nog warmer werd.

'Ja. Gewone dingen. En zoenen? Strelen? Likken?'

'Je kont?'

'Ja. Dat heb je toch wel eens gezien in filmpjes?'

'Ja maar … ik weet het niet.'

'Moet ik het wel doen bij jou? Lijkt het je lekker?'

Stan hoefde er niet over na te denken. 'Ja.' Maar hij begreep nu ook dat het raar was dat hij niet wist of hij dat bij Richard wilde doen. Maar ook neuken en zo … hij wilde het wel maar …

Ditmaal was het niet hij die aan het denken sloeg, zo bemerkte Richard. Het was duidelijk dat Stan er even niet meer bij was met zijn gedachten. Hij was ergens anders mee bezig en eigenlijk had hij veel liever dat Stan er open over was en er met hem over praatte. 'Stan, het is goed om erover na te denken. Voor jezelf duidelijk te maken wat jij wilt. En als je vragen ergens over hebt, blijf er dan niet mee zitten. Heb ik ook moeten leren. Hier. Ik had ook enorm veel vragen en dacht dat ik alles alleen moest oplossen maar … dat is niet zo. Over het onderwerp van seks tussen ons twee kunnen jij en ik met elkaar praten. En denk er daarbij aan dat niets te gek is. Er zijn geen gekke dingen. Praat over alles wat met seks te maken heeft met mij. Sluit je niet van mij af. We houden van elkaar en het delen van onze gedachten over seks hoort daar ook bij.'

'Maar … ' Verder kwam Stan niet. Hij viel weer stil.

'En dat praten, dat uitwisselen van gedachten hoeft niet nu. Daar hebben we alle tijd voor. En ik ben van plan om die tijd ook te nemen.'

'Maa… '

Richard legde een vinger tegen de lippen van Stan. 'Volgens mij ben jij nu net zo moe als ik en ik wil je nog andere dingen vertellen. Dingen die belangrijker zijn dan seks.'

'Oh.'

Richard moest glimlachen. 'Of vind jij seks het allerbelangrijkste.'

'Dat weet ik niet. Het lijkt me wel heel leuk.'

'Zeker. Seks lijkt mij ook heel erg leuk en zeker met jou. Ik vind je heel erg mooi, Stan.'

'Ik jou ook. Je bent lief.' En toen drukte Stan voorzichtig zijn lippen op die van Richard. Een voorzichtige kus. Een lieve kus.

'Dank je, Stan. Dat was heel lief van je.'

'Vertel maar verder als je wilt.'

'Eerst nog een vraag. Je merkte dat ik de laatste tijd regelmatig aan je zat en toch heb je daar niets over gezegd tegen me. Waarom niet?' Hij had het idee dat hij het antwoord wel wist en het was eerder die avond ook onder woorden gebracht maar toch wilde hij het graag van Stan zelf horen.

'Omdat ik bang was dat als ik er iets van zou zeggen je ermee zou stoppen. Ik vond het fijn dat je het deed en … nou ja … ik wilde niet dat het zou stoppen.'

'Dank je, Stan. En nu de rest.' Richard begon te vertellen dat het zijn uiteindelijke bedoeling was om samen met Stan ergens te gaan wonen. Een huis voor hen beiden. En dat, als het volgens de wet van California kon, hij ook met hem wilde trouwen. Ideeën die Stan wel aanstonden, want hij knikte heftig ten teken dat hij dat ook wilde. 'Maar zover is het nog niet. Ik wil heel graag studeren. Ik wil naar de universiteit.'

'Maar moeten we hier dan weg?'

Opnieuw merkte Richard iets van angst op in de stem van Stan. 'Nee. Dat hoeft niet.'

'Eerder wilde je wel weg hier. Waarom?'

Het was een onderbreking van datgene wat hij wilde vertellen maar Richard nam er toch alle tijd voor om het uit te leggen wat hij eerder die avond had verteld. 'Snap je het?' vroeg hij toen hij klaar was.

'Ja. Ik denk het wel.'

'Anders moet je het vragen, hè?'

'Ja. Maar mag dat ook later? Want ik denk dat ik het nu wel begrijp maar later komen er misschien nog wel vragen.'

'Dat is natuurlijk ook goed. En dan nu verder over mijn studeren. De universiteit van Los Angeles heeft op de school waar ik nu zit een eigen afdeling en ik denk dat ik de lessen hier kan volgen. Misschien moet ik soms voor een paar dagen of zo weg maar nooit lang.' Voordat Stan iets kon inbrengen van twijfel of tegenspraak, ging Richard verder. Hij vertelde dat zij beiden zolang Richard naar de universiteit zou gaan bij Edith en Max zouden blijven wonen.

'Weet je wat?' zei Stan toen hij eindelijk een gelegenheid vond om iets te zeggen. 'Ik ga ook leren!'

'Wat?' liet Richard verbaasd horen.

'Euhhh … dat weet ik nog niet.'

'Nee, zo bedoelde ik het niet. Ik … euhh … waarom zou jij gaan leren?'

'Oh. Nou … weet je … als jij werk hebt en wij wonen samen in een huis, dan kan ik niet niks gaan doen. Ik wil voor jou zorgen, Rich! Als jij thuis komt dan moet het eten klaar zijn, het huis schoon zodat jij dat niet meer hoeft te doen.'

Richard keek Stan aan en voelde de tranen in zijn ogen opwellen.

'Heb ik iets stoms gezegd want ik zie dat je huilt.'

'Het woordje "stom" moet je niet zoveel gebruiken, lieve Stan. Je hebt niets stoms gezegd. Je maakt me heel erg blij, Stan. Ik ben blij dat je zo goed meedenkt maar … je moet dat alleen maar doen als … '

'Als wat?'

'Als je dat ook zelf wilt. Het moet niet zo zijn dat je dat soort dingen wilt gaan leren omdat je vindt dat het moet.'

'Ik wil het ook. Ik help Edith al heel veel. Toch?'

'Ja, dat doe je. En vind je dat fijn?'

'Anders deed ik het niet.'

Richard moest glimlachen. Zo kende hij Stan weer. Hij sloeg een arm om hem heen en nestelde zich dicht tegen hem aan. 'Ik houd van je, Stan.'

'Ik ook van jou.' Stan gaf Richard een nieuwe kus. 'Is er nog meer dat je moet vertellen?'

'Ja. Iets over je moeder.' Even wachtte Richard of er een vraag zou komen maar toen die niet kwam, ging hij verder. 'Het gaat om het onderzoek dat Max heeft opgestart. Binnenkort gaan hij en ik naar Victoria o… .'

'Ik wil haar niet zien! Hoor je me!' Stan had Richards arm ruw van zich afgegooid en zat met zijn knieën opgetrokken en de armen daarom heen gevouwen op het bed.

'Lieve Stan, ga alsjeblieft weer liggen.'

'Ik wil niet naar haar toe! Ik wil haar niet zien!' klonk het opnieuw heel resoluut.

'Dat hoeft ook niet. Heb ik gezegd dat dat moest?'

Stan schudde zijn hoofd.

'Als ik je zou vragen het wel te doen, zou je het dan doen?'

De vertwijfeling was groot ineens bij Stan. Als Rich het vroeg zou hij het dan doen? Hij zou altijd alles doen wat Rich van hem vroeg maar dit … dit wist hij niet. Gek eigenlijk! Of niet? Maar voor hem was ze zijn moeder niet. Ze had hem weggegeven. 'Ik weet het niet. Ik doe alles voor je maar … '

'Stan, het hoeft ook niet. Het kan … ' Bijna had hij gezegd dat het niet eens kon, dat zijn moeder overleden was maar … gezien zijn dwarse houding, leek het hem beter daar voorlopig nog niet over te praten. Eerst het andere gedeelte van het verhaal, zijn gedeelte van het verhaal. 'Maar … het is wel belangrijk dat Max en i… '

'Waarom?'

Richard had zijn beginnende uitleg niet eens af kunnen maken. Stan had begrepen welke kant hij op wilde waarschijnlijk en daarom begon hij aan zijn zoveelste uitleg van die avond. 'De reden voor mijn plan om hier weg te gaan had te maken met onze achternaam. Die is gelijk.'

'Nou en?'

Richard merkte de stuurse ondertoon in de stem van Stan op en vroeg opnieuw of hij wilde gaan liggen. Toen Stan dat niet deed, gooide hij het over een andere boeg: 'Kom op, Stan, ga nou liggen. Het praat veel gemakkelijker voor mij.'

'Hmmm.'

'Het is gemakkelijker voor mij. Alsjeblieft?' Het was gezelliger dan dit in elk geval. En tegen een Stan aanpraten die zijn kop ergens tegen aangooide had geen enkele zin, zo wist hij uit ervaring. Toen Stan weer ging liggen, was Richard dan ook heel blij. 'Onze naam. Het was niet mijn bedoeling dat je hier nu al zou zijn. Dat heb ik je verteld.'

'Ja. Je wilde wachten tot jij alles voor elkaar had.'

'Ja. En dan zou ik je hierheen halen onder een … ' even twijfelde hij over het juiste gebruik van woorden '… andere naam.'

'Maar waarom? Wat is er mis met onze achternaam.'

'Er is niets mis mee, Stan, maar als wij hier zouden gaan samenwonen als twee jongens die van elkaar houden en dezelfde achternaam hebben dan … dan zouden mensen kunnen gaan denken dat het vreemd is. Die achternaam is hetzelfde.'

'En dat kan niet?'

'Mensen zouden kunnen gaan denken. Er zouden praatjes kunnen komen.' Richard speculeerde. Hij wist het. Het kwam echt wel vaker voor dat mensen die een relatie hadden toevallig dezelfde achternaam hadden. 'Ik wilde jouw achternaam veranderen zodat er in elk geval geen praatjes zouden komen. Zodat wij rustig ergens konden gaan wonen. Maar toen je toch eerder hierheen moest komen, moest ik iets anders verzinnen. En daarom wilde ik weg.'

'Maar nu hebben we nog steeds dezelfde achternaam.'

'Ik denk het niet. We zijn geen broers, geen halfbroers. We weten dat jij officieel Williams heet. Maar ik ben officieel niet hun kind en dus draag ik officieel ook niet hun naam. En daarom moet ik je nu ook het een en ander gaan vertellen over mij. Over mijn achtergrond. Het is een verwarrend verhaal. Du… '

'Ik doe mijn best om goed te luisteren, Rich. Dit is heel belangrijk voor jou. En wat belangrijk is voor jou is ook belangrijk voor mij. We horen nu echt bij elkaar.'

'Dank je, lieve Stan.' En toen begon hij het hele verhaal dat Max en Jocelyn van Mary hadden gehoord over te dragen aan Stan. Hij deed het een stuk beknopter, er werden heel andere woorden gebruikt maar de inhoud was hetzelfde. Toen Richard stopte met praten keek hij Stan indringend aan.

'Wat een idioten!'

'Ja.'

'Wie doet nou zoiets! Wie … idioot gewoon. Weet niet wat ik moet zeggen, Rich.'

'Je hoeft niets te zeggen, Stan. Het is voor mij belangrijk dat je geluisterd hebt en dat je weet wat er allemaal gebeurd is.'

'Jouw moeder heeft jou dus ook weggegeven.'

'Ja. En bij mij is het ook niet duidelijk waarom.'

'Wil je dat weten?'

'Ja. Ik wil het wel graag weten. Jij?'

'Hoeft voor mij niet.' Stan zuchtte. Het was gek allemaal. Ze waren dan wel geen broers maar … ze hadden wel een overeenkomst. Beiden waren ze weggegeven door hun moeders. Rare moeders! Wie doet nou zoiets!

'Stan, er is nog meer dat jij moet weten. Niet over mij maar over jezelf.'

'Ik wil van haar niets weten!' klonk het opnieuw.

Richard drong aan en zei dat hij van mening was dat Stan het wel moest weten maar vat op hem krijgen deed hij niet. Stan volhardde zijn duidelijk uitgesproken "nee". 'Ik kan het begrijpen, Stan, maar soms is het goed om achtergronden te weten, te weten waarom dingen zijn gebeurd, te weten wie onze moeders zijn geweest. Van mijn moeder is er familie.'

'Wil je die ontmoeten?'

'Ik heb tegen Max en de anderen gezegd dat ik het nog niet weet maar … ik wil het wel, denk ik. Maar alleen als die familie dat ook wil en zij ons beiden accepteren zoals we zijn.'

'Maar waarom? Je hebt toch niets met die mensen?'

'Dat vraag ik me dus af. Ze zijn familie van mij. Ik heb gehoord over familieleden. En … ' Richard slikte iets weg, 'het is toch familie. We hebben een gezamenlijke achtergrond. En … '

'Vind je het moeilijk om over te praten?'

'Ja, Stan, heel moeilijk. Vooral omdat ik niet snap waarom mijn moeder mij weggegeven heeft. En … eigenlijk wil ik dat wel weten. Misschien … misschien weten zij dat wel of … kunnen we er als we over haar praten achterkomen met elkaar. Dat zou ik fijn vinden. Ik wil het graag weten.'

Stan wist opnieuw niet wat hij moest zeggen. Het leek hem dan ook beter om maar niets te zeggen. Richard kende hem. Richard wist hoe het werkte bij hem.

'Moeilijk hè, Stan?'

Hij knikte alleen maar. Dat was duidelijk. Heel moeilijk maar er was iets dat hij wel wilde weten. 'Hoe weten jullie dit allemaal?'

'Mary hee… '

'Mary?'

SHIT! Hij had het anders moeten doen, wist Richard meteen. Was hij te moe? Had hij daarom de controle uit het oog verloren? Hij wist meteen dat het beter geweest zou zijn als hij een vage term had gebruikt. Iets als dat de onderzoekers van Max het hadden uitgevonden. Maar … het was niet de waarheid. En …

Stan schoot overeind en ging op zijn knieën in bed zitten. 'Zij heet zo! Hebben ze met haar gesproken?'

Hij was er zelf achtergekomen. Nu was het helemaal op z'n plaats om de waarheid te vertellen en er niet omheen te draaien. 'Ja. Ze hebben met haar gesproken. Zij heeft deze inform… '

'Ik wil niet dat je haar een naam geeft, Rich! Dat hebben we nooit gedaan. Jij en ik hebben dat nooit gedaan en ik wil het nu ook niet! Hoor je me!' Klonk het fel en woest.

Als eerste zag Richard de flikkering in de ogen van Stan. Maar ook zijn woorden en de rest van zijn volop gespannen lijf gaven heel duidelijk aan dat de rust van zo-even nu volledig verdwenen was. En dat door het noemen van haar naam. Zijn eerdere stellingname dat er met Stan beter niet over hun thuis gepraat kon worden, was helemaal juist geweest. 'Stan, probeer weer rustig te worden. Ga alsjeblieft weer liggen.'

'NEE! Ik wil het niet! Ze hebben met haar gepraat en dat wil ik niet. Jullie geven haar een naam en dat wil ik niet! Ze moet geen naam hebben, Rich!'

Richard was ook rechtop gaan zitten en deed een poging de hand van Stan te pakken. Het mislukte want Stan trok zijn hand snel achteruit. 'Stan, alsjeblieft, probeer weer rustig te worden.' Het was tevergeefs. Stan liet zich niet rustig praten. Hij stapte van het bed af en ijsbeerde wild door de kamer heen en weer. 'Ze heeft ons eerder geholpen, Stan. Ze heeft ervoor gezorgd dat jij weg kon gaan zonder dat hij je terug zou kunnen halen. Het was voor het onderzoek nodig om over gegevens te beschikken, Stan, en zij … zij werkte mee. Anders waren we nooit achter de waarheid gekomen, Stan!'

'Ik wil het niet! Ze moet geen naam hebben!' Stan stopte bij de muur en bonkte er met zijn vuisten keihard tegenaan.

Meteen sprong Richard uit het bed. Hij probeerde Stan bij de muur weg te krijgen opdat hij zich niet langer zelf zou bezeren maar het lukte niet. Stan sloeg hem van zich af. Richard wist dat hij iets anders moest verzinnen. Hij had geleerd, eerst van Beatrice en later van anderen, hoe hij een veel groter iemand kon overrompelen. Hij wierp zich op Stans benen en wist hem omver te trekken. Worstelend rolden ze over de grond. Stan sloeg naar hem. Miste. Richards lijf protesteerde. Zijn ribben deden pijn. Hij had ook geleerd dat je soms aan de noodrem moest trekken. Hulp moest inroepen en dit was zo'n moment. 'HELP!' schreeuwde hij keihard om het vervolgens nog een paar keer te herhalen. Voetstappen op de gang, de deur ging open en Max en Edith kwamen naar binnen.

'Stop, Stan!' klonk het onverbiddelijk uit de mond van Edith. 'Niet doen! Wat ook de aanleiding is, doe het niet! Houd er onmiddellijk mee op!'

Stan hoorde de woorden van Edith en liet Richard meteen los.

Richard liet zijn blik razendsnel van de kamerdeur naar de deur van de badkamer gaan en de Drummonds begrepen meteen wat hij bedoelde. Edith deed de deur van de slaapkamer dicht en ging ervoor staan en Max posteerde zich voor de andere deur. Gelukkig waren woorden bij die twee niet nodig. Ze hadden meteen begrepen wat hij bedoelde. Stan mocht niet de gelegenheid krijgen om zich nu af te sluiten. 'Stan,' probeerde Richard maar er kwam geen reactie nog.

Helemaal stil zat hij daar met opgetrokken knieën, waar hij zijn armen omheen geslagen had, op de grond. Edith had gelijk. Dit mocht niet. Hij had Richard nooit mogen slaan. Dat had hij nog nooit gedaan. Tranen kwamen uit zijn ogen. Het deed pijn. Hij had iets gedaan dat hij nooit had mogen doen. Nog nooit had gedaan. Ja, plagen, stoeien, dat was goed maar slaan … dat deed alleen hij. En nu … nu was hij niets beter dan hij …

'Stan, het is goed.'

'Nee, dat is het niet. Ik mag jou niet slaan, Rich. Ik wil niet zijn zoals hij.'

'Dat ben je niet Stan. Dat zul je ook nooit zijn.'

'Maar ik heb jou geslagen, ik wilde je pijn doen!'

'Ik weet het. Maar ik weet ook de reden daarvoor.' Heel even keek hij van Stan weg naar Max en Edith terwijl hij met de vingers van zijn hand het teken maakte dat ze dichterbij konden komen. 'Het gaat over die naam. Waarom wil je niet dat ik, wij, die naam hebben gebruikt, Stan? Kun je mij dat uitleggen?'

Hij wist precies waarom hij de controle had verloren. 'Ze mag geen naam hebben, Rich. Ik wil nooit meer aan haar aan hem herinnerd worden.'

'Ze heeft voor mij en voor jou gezorgd toen we klein waren, Stan,' deed Richard een poging om Stan te laten inzien dat er meer kanten aan Mary zaten. Iets dat hijzelf ook had geleerd die avond. Maar het was een brug, of meerdere bruggen, te ver.

'Huh!' klonk het schamper. 'Ze deed niets voor ons, Rich! Nooit! Jij hebt altijd voor mij gezorgd!'

'Maar ik was er niet altijd, Stan. Zeker niet toen jij klein was.'

'Een luier omdoen kan iedereen! Bij haar wilde ik niet eten! Nooit!'

Richard verbaasde zich enorm over die herinnering.

Edith merkte op dat het koud was in de slaapkamer van de jongens. Ze wist dat ze hielden van frisse lucht, deed ze zelf ook, maar zo in boxer en T-shirt zittend op de grond vond ze te koud. Ze haalde het dekbed van Stans bed en drapeerde dat voorzichtig over zijn schouders. Ook bij Richard deed ze dat.

'Dat is zorgen!' merkte Stan scherp op. 'Edith zorgt voor ons.'

'Je bent lief, Stan. Vreselijk lief.'

'Het spijt me zo verschrikkelijk, Rich, ik had het nooit mogen doen,' snikkend sloeg hij zijn armen om Richard heen.

'Het is goed, Stan.'

'Nee, dat is het niet. Ik ha… '

Max greep in en ging op z'n knieën op de grond naast de grootste van de twee zitten en legde zijn hand op diens schouder. 'Stan, soms doen we allemaal wel eens dingen die anders hadden gekund.'

'Zie je wel, dat het niet goed is,' begon Stan opnieuw.

'Nee, de woorden "niet goed" heb ik niet gebruikt, Stan,' maakte Max duidelijk. 'Kijk me eens aan, als je wilt?'

Stan draaide zijn hoofd weg van Richard en keek naar Max. De ogen van Max stonden zoals altijd heel vriendelijk. Het zorgde ervoor dat hij zich wat rustiger begon te voelen. Hij zag een glimlach op Max' gezicht komen. Hij voelde tranen uit zijn ogen rollen. Hij draaide zijn hoofd in de richting van Edith. Bij haar zag hij tranen en een glimlach.

'Dank je, Stan.'

'Het spijt me echt, heel erg!'

'Dat is goed, Stan, maar het overkomt ons allemaal wel eens dat we ineens iets anders doen dan we normaal doen. Het kan zijn dat er in ons ineens iets lijkt te ontploffen. Was dat bij jou ook zo?'

Hij knikte.

'Weet je nog wat het was?'

'Rich noemde … noemde … haar naam.'

'Oké. Het is voor ons allemaal heel erg gemakkelijk om dat niet te doen. Vanaf het begin dat jullie hier waren hebben we hen altijd zonder naam, zonder de woorden huhhuh en huhhuh, begrijp je wat ik bedoel, Stan?' Max zag een knikje en ging verder: 'Zonder naam, zonder titel genoemd. We zeiden steeds hen, hij en zij. En dat blijven we doen als het voor jou beter is. Is het voor jou beter zo, Stan?'

'Ja,' klonk het benepen en snifferig. 'Ik denk het wel. Maar het liefst praat ik helemaal niet over hen. En zeker wil ik hun namen niet horen!'

'Dan spreken we dat af, Stan. Hier met z'n vieren spreken we dat af en ik zal ervoor zorgen dat anderen dat ook te weten komen, Stan, daar kun je op vertrouwen. Vertrouw je mij?'

'Ja.'

'Dank je, Stan.'

'Mag ik nog iets zeggen?'

'Hé, dude,' liet Richard zich voor het eerst weer horen, 'natuurlijk mag je dat!'

Stan dacht na. Hoe kon hij dit het beste zeggen. Het maakte niet uit, zo besloot hij, als het er maar uit kwam. 'Ze heeft me één keer echt geholpen.' Meteen daarna viel hij weer stil.

De drie anderen in de slaapkamer keken elkaar even aan. Moesten ze wachten tot Stan verder ging? Kwam er niets meer?

Max nam het initiatief maar wel zodanig dat hij de bal bij Stan liet liggen. 'Wil je ons erover vertellen, Stan? Het hoeft niet, het mag wel.'

'Die laatste avond. Hij was met mij begonnen te vechten. Eerst was hij alleen maar bezig met woorden. Plagen. Treiteren. Proberen dat ik iets terug zou zeggen. Deed ik niet. Hij zei vervelende dingen over jou, Rich. Maar ik zei niets terug. Toen begon hij te slaan en te vechten. En … eerst deed ik niets terug.'

Richard zag hoe Stan huiverde. De herinnering deed hem pijn, zo was hem duidelijk. Hij legde een hand op zijn schouder en zag dat Edith hetzelfde deed.

'Toen begon ik wel terug te slaan. Ik moest wel. Hij deed me pijn … maar … toen wist ik niet meer wat ik deed. Ik wilde … ' tranen kwamen.

Edith had heel graag willen ingrijpen. Heel graag die grote, sterke jongen willen omhelzen om hem te troosten maar ze wist maar al te goed dat het verkeerd zou zijn. Jarenlange ervaring weerhield haar ervan om een zo belangrijk verhaal te onderbreken.

Ook Richard wilde troost bieden maar de hand van Max om zijn bovenarm weerhield hem daarvan. De blik in de ogen van Max was duidelijk. Niets doen. Niet nu.

'Wat voelde je, Stan?' vroeg Max bijna op fluistertoon.

'Boos. Ik was boos. Heel erg boos. Ik … ik wilde hem doodslaan! Ik had hem doodgemaakt als … als … zij mij niet had weggetrokken van hem. Dat heeft zij wel goed gedaan want anders … anders was ik nooit gelukkig geworden!'

Tot de volgende keer…



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, juni 2017
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Plaats reactie