MORGENSTER - hoofdstuk 22

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

MORGENSTER - hoofdstuk 22

Bericht door Lucky Eye » vr 03 nov 2017, 11:41

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



MORGENSTER

Hoofdstuk 22


Victoria, British Colombia, Canada, vrijdag 4 juni, 00:12 uur

Taxichauffeur Steve Johnston had zijn dienst erop zitten en zoals altijd was het nadien met de collega's even naar de kroeg. Even een pilsje en dan ging hij naar huis waar niemand meer op hem wachtte. Vanavond zou het niet anders zijn. Hij zuchtte diep.

Steve liep het café met de naam 'Taxi Rank' binnen en het leek alsof zijn ogen meteen naar het grote tv-scherm in de hoek boven de bar werden getrokken. Twee vrouwen waren in een nieuwsprogramma met elkaar aan het praten. Het geluid stond uit, zo wist hij, want de gasten maakten teveel lawaai om het te kunnen horen. De balk onder in het scherm gaf echter een verkorte weergave van dat wat gezegd werd tussen beiden. Hij tikte een bekende van hem op de schouder en vroeg: 'Wie is die blonde, piepkuiken?'

'Op zoek naar een nieuwe vrouw, Opa Johnston?'

'Geen denken aan, piepkuiken, Sandra was mijn eerste, mijn enige en zal dat altijd blijven. Dat zoeken laat ik aan jouw generatie over. Maar wie is de blonde, Joe? Ik kan die kleine lettertjes in het scherm echt niet lezen.'

Joe las de tekst en begreep dat er het een of andere grote congres in de stad was. Een volgend nieuwsflits verscheen maar hij was niet voor één gat te vangen. Hij pakte zijn smartphone en tikte iets in dat hij had gelezen.

'Hè, wat doe je nou?' vroeg Steve ongeduldig.

'Rustig, Opa Johnston, ik zoek iets voor je op.'

'Met je telefoon?'

'Dit is meer dan een telefoon. Het is een smartphone.'

'En die is slimmer dan jij bent zeker!' Johnston gniffelde

Joe moest lachen. 'Nee, ouwe, het is een telefoon met een computer maar ik moet hem wel bedienen en zeggen waar hij naar moet zoeken. Kijk! Bedoel je haar?'

Steve keek naar het kleine schermpje dat Joe hem voorhield en inderdaad, dat was de vrouw die hij zo-even op tv had gezien. 'Ja. Dat is haar. Maar … wie is het?'

'Even verder zoeken.' Snel bewogen de vingers van Joe over de toetsen. 'Mrs. Carlier.'

'Oké, slimpie, mooi om te weten dat ze zo heet maar wie is Mrs. Carlier?'

Een nieuwe zoekopdracht werd geplaatst. Joe las gedeelten van de tekst voor die hij onder ogen had en vroeg daarna: 'Maar … wat wil je van haar?'

'Niets, piepkuiken, alleen maar geïnteresseerd,' zei Johnston. Hij bedankte Joe, klopte hem op de schouder en ging met zijn biertje aan een tafeltje zitten in een rustig hoekje. Mrs. Carlier zo dacht hij bij zichzelf. Ze was duidelijk ouder geworden maar hij had haar herkend. Een gezicht vergeten deed hij nooit.

Zijn glas was leeg en het was tijd om naar huis te gaan. Op de stoep voor het café haalde hij zijn telefoon, door de piepkuikens een koelkast genoemd, uit zijn broekzak. Ook pakte hij het visitekaartje van de private investigator die bij de taxicentrale was geweest uit zijn borstzak. Met zijn leesbril op het puntje van zijn neus las hij het nummer en tikte dat in op de toetsen. 'Met Steve Johnston,' sprak hij toen aan de andere kant werd opgenomen. 'Ik weet wie het is.'


***

Het weer was half juni prachtig. Richard lag uitgestrekt op een luchtbed in het water van het zwembad bij het huis van de Drummonds. Volgens iedereen die hij had gesproken over het weer was het uitzonderlijk mooi dit jaar. Richard vond het prima. Hij genoot er volop van en was al flink bruin. Eerder had hij rustig wat gezwommen maar nu wilde hij zich lekker laten opdrogen in de zon. Ook Stan genoot van het zwembad en lag er zodra het maar even kon in. Het strand boeide hem ook enorm en dat vooral omdat Nathan hem had leren surfen. Richard had het nog niet aangedurfd om op een surfboard te gaan staan. Dokter Jarvis had hem nog niet ontslagen van controle. De pijn in zijn ribbenkast was volledig verdwenen. Hij kon al weer hardlopen zonder dat het pijn deed. Vanwege zijn arm hield ze hem echter nog steeds in de gaten. Hij kon hem optillen en op schouderhoogte krijgen. Verder wilde het nog niet. Bovendien had hij nog moeite met het stevig vastpakken van dingen. Een directe aanleiding was er volgens haar niet en op de MRI die gemaakt was waren geen afwijkingen te zien geweest. Fysiotherapie en oefeningen om dagelijks te doen wierpen nu, zo had hij gemerkt, wel vrucht af. Zelf had hij opgemerkt, en ook aan zijn arts doorgegeven, dat de beweeglijkheid van zijn arm minder werd als hij moe werd en als hij te veel aan het denken was geweest.

Nog steeds maakte hij veel gebruik van de mogelijkheid om van zich af te praten. Aan drie personen wist hij dat hij alles kon toevertrouwen: Max, Edith en Jocelyn. Hij had zich aangeleerd – zij het met de nodige moeite – dat hij zodra er iets opkwam er meteen over praatte. Edith was vaak de klos omdat zij het meest thuis was. Jocelyn zag hij twee keer in de week op afgesproken tijden: therapie. Het was al een paar keer gebeurd dat hij op school ineens moest praten. Dan ging hij naar het kantoor van Max. Als die er was kon hij vaak meteen zijn ei kwijt. Was Max er niet, dan bracht mevrouw Lopez hem naar huis. Met Jo tanglede hij en dat gaf een enorm stuk ontspanning. De eerste keer had hij gevraagd om een stukje gum en een liniaal. Beide had ze hem niet gegeven. Volgens hem zou het resultaat een stuk beter worden met die twee attributen. "Je bent Canadees. Spreek je Frans?" had ze gevraagd. Een bevestiging van zijn kant was gevolgd. "Le mieux est l'ennemi du bien", had ze bijna plechtig gezegd en hij wist wat het betekende en ook van wie de uitspraak was. De betekenis was 'Beter is de vijand van Goed' en Voltaire had het uitgesproken. Volgens Jo waren heel veel mensen bang dat ze het niet goed genoeg zouden doen, en daarom hadden ze een gummetje nodig om een foutje weg te halen en een liniaal om in elk geval de lijnen recht te krijgen. Het bekende streven naar perfectie dat volgens haar de doodsteek voor het plezier was. En dat laatste … dat kon hij best begrijpen eigenlijk. En … het zou ook zomaar het einde van een leuke nieuwe hobby kunnen zijn, zo had hij gedacht en haar gezegd. Want … wat als je volgens jezelf nou eens een perfecte tangle gemaakt had. Wat dan? Nooit zou het meer beter worden dan die perfecte en … tja … dan kon je wel stoppen dus. Ze had hem diep in zijn ogen aangekeken en vervolgens haar armen om hem heen geslagen en geknuffeld. "Je bent geweldig wijs!" had ze hem in zijn oor gefluisterd. Maar toch … om het zo goed mogelijk te doen had hij zich heel bewust voorgenomen om zich te richten op dat wat hij aan het doen was en het niet te vergelijken met het werk van Jo. Hij tanglede niet alleen tijdens zijn niet-betaalde lessen maar ook thuis en beleefde er plezier aan. De vertaling van het Nederlandse liedje dat ze hem had laten horen, kende hij uit zijn hoofd. Het was een prachtige tekst. Maar … het helemaal kunnen toepassen vond hij nog wel moeilijk. Ook dat zou hij, zo was hij van mening, moeten leren en wel streepje voor streepje.

---

ALS JE LOS BENT…

Als je los bent van jezelf,
los van je verleden…
Als je los bent van de angst
op een dag niet meer te zijn…
Als je status niet meer telt…
Als je los bent van je geld
en los van schone schijn,
dan zie je toch weer nieuwe dingen
hoor je overal muziek in,
je muzikaliteit voorbij…
kun je blij zijn met de regen
of met een goeie paraplu…
kun je leven in het 'nu'…

Als je los bent van jezelf,
en je zorgen om de toekomst…
Als je los bent van de angst
voor onbestemde pijn…
Als je stil bent en je kijkt
naar alles tegelijk
en je niets meer hoeft te zijn,
dan hoef je niemand meer te volgen,
ben je zelf je eigen boek,
heb je niets meer te verliezen,
vind je zonder veel gezoek…
kun je lachen om je tranen
en krijg je tranen van de lach…
leef je nu van dag tot dag…

Als je los bent van jezelf
los van alle mooie praatjes…
Als je los bent van je denken,
van 'hoe red ik mijn gezicht?'
Als je los bent van wat moet,
geen woord dat er nog toe doet
en je bent je eigen licht,
dan zing je zelf je eigen liedjes,
raak je nooit meer van de wijs,
zie je van alles in de verte,
maar ook de schoonheid van de reis,
zie je telkens als je loslaat
na elk eind weer een begin…
krijgt alles zijn eigen zin!

Tekst en muziek: Chris Winsemius

---

Hij was blij met de hem geboden mogelijkheden en greep ze met beide handen aan. De woede – die hij heel vaak nog voelde – wilde hij onder controle zien te krijgen. Met de twijfel – aan van alles en nog wat – had hij meer moeite. En ja … dan was er nog dat ene … dat ene dat hij …

Het onderzoek dat Max deed naar het verleden van Stan vorderde gestaag zo had hij het idee want regelmatig lagen er grote enveloppen van onderzoeksbureaus op het tafeltje in de hal. Vrijwel meteen in het begin had hij voorgesteld dat er pas iets onthuld zou worden als alle gegevens binnen zouden zijn. Hij wilde geen halve antwoorden. Daar had helemaal niemand iets aan. Bij één gelegenheid waren ze daarvan afgeweken: die ochtend of beter gezegd nacht toen hij en Max naar Jocelyn en Jo gereden waren. Toen had hij gevraagd of alles goed met haar was. Het antwoord was geweest dat zij bij hem weg was en dat het naar omstandigheden goed ging. Ze was opgevangen door familie. Dat er familie van haar was had hem verbaasd. Maar … dat hadden meer dingen die hij te weten was gekomen over haar. De broodtrommel, de door haar afgegeven verklaring bij de politie en toen dat. Verklaren kon hij het nog steeds allemaal niet, maar – zo had Jocelyn hem geleerd – dat hoefde ook niet. Niet nu. Daarvoor zouden er antwoorden moeten komen, eventueel van haar kant. En … hij wist niet of hij op haar antwoorden zat te wachten..

Ineens schrok hij op uit zijn overpeinzingen. Een plons werd gevolgd door een enorme golf water over hem heen en zijn voornemen om dit keer eens opgedroogd uit het zwembad te komen ging ten onder. Zeker toen Stan hem van het luchtbed kieperde om hem daarna meteen onder water te duwen. Zich verzetten deed hij niet. Stan zou dan zijn grote, sterke armen om hem heen slaan om zijn greep op hem te verstevigen en dat voelde vast niet prettig. Dus liet hij zich onderduwen en probeerde hij zich te redden met de lucht die nog restte in zijn longen. Toen zijn broer hem losliet schoot hij bliksemssnel naar de oppervlakte om daar zijn longen vol te zuigen.

'Had ik je mooi te pakken, hè!'

'Ja, dat had je, broertje,' kreeg Richard uit zijn mond nadat hij nog wat lucht had gehapt. 'Maar niet leuk, Stan! Ik was bijna droog, man!'

'Nou en? Er zijn handdoeken genoeg hoor!'

De logica was duidelijk. Inderdaad, handdoeken genoeg dus waarom zou je droog uit het zwembad willen komen? 'Was het leuk vandaag voor jou?'

'Ja. Er was iemand die me allerlei vragen heeft gesteld. Maar ik wist niet alles hoor.'

'Dat hoeft toch ook niet?'

'Jij weet wel altijd alles.'

'Nee, dat is niet waar. Ook ik weet niet alles.'

'Maar wel veel. Meer dan ik weet.'

'Dat is niet belangrijk, Stan,' zei Richard en zwom naar hem toe.

'Echt niet?'

'Nee, echt niet!' Richard voelde hoe Stan zijn armen om hem heen sloeg maar wel voorzichtig. 'Kennis is iets wat niet belangrijk is. Veel belangrijker is hoe je als mens bent, Stan. En jij bent een goed mens.'

'Vind je?'

'Ja!' Richard wijdde bewust niet uit. Soms was een kort en duidelijk antwoord veel beter en in dit geval volgens hem ook. Het zou waarschijnlijk geen nieuwe vragen oproepen bij zijn broer en dat deed het ook niet, dit keer. Wel zorgden de armen om hem heen er toen ineens voor dat hij opnieuw kopje onder gaan. Proestend kwam hij even later weer boven en dat tot grote schik van Stan.

'Hahaha, die zag je niet komen, hè?'

'Je bent een plaaggeest, Stan!'

'Ja, leuk hè!'

'Ja, leuk hoor! Richard zuchtte eens diep. Stan deed een nieuwe poging zijn armen om hem heen te slaan maar dit keer ontkwam hij en zwom snel naar de kant om zich daar op het droge in veiligheid te brengen. 'Jammer, broertje, een andere keer weer. Ik ga me douchen.'

'Ik wil eerst!' riep Stan.

'Bekijk het maar, bro! Ik ben sneller dan jij!' Richard rende snel het huis in en het was aan zijn razendsnelle reflexen te danken dat hij Max niet ondersteboven liep.

'Ho ho! Wat een haast!'

'Sorry, Max. Ik probeer aan dat wilde beest van een broer van mij te ontkomen.'

Max glimlachte want achter Richard verscheen de grote, eveneens kletsnatte, gestalte van Stan. 'En dat is je niet gelukt want ik heb je opgehouden.'

'Euh.'

'Dank je, Max. Nu kan ik lekker eerst onder de douche.' Snel maakte Stan gebruik van Richards verwarring en glipte langs de twee anderen het huis in.

'Laat hem maar, Richard, dan hebben jij en ik even tijd om met elkaar te praten.'

'Heb je je laatste gegevens binnengekregen?'

'Nee. Jammer genoeg nog niet. Het schiet op. Binnenkort hoop ik op nieuwe ontwikkelingen. Loop je even mee naar mijn kamer?'

'Ja. Ik droog me even snel af en kom dan naar je toe.' Hij haastte zich weg.

In hun kamer hoorde hij Stan zingen onder de douche. Hij vond het mooi om te horen. Vroeger thuis had hij dat nooit gedaan. Sinds ze hier waren was hij dat gaan doen. Een teken dat het goed met hem ging. Bovendien kon hij goed zingen, zo vond Richard. Hij zuchtte opnieuw. Hij pakte een handdoek en droogde zich af om daarna een badjas aan te trekken en naar de kamer van Max te gaan. Wat zou hij willen bespreken? Ging het over de laatste test die Stan vandaag gemaakt had en de rapportage daarover binnenkort?

'Ga zitten, jongen,' zei Max toen hij binnenkwam. Hij wachtte tot Richard zat en stak toen van wal. Er was iets dat hij met de jongen moest bespreken maar voor hemzelf was het allemaal niet duidelijk. Het was iets dat Edith had opgemerkt. En zij vond dat hij er met Richard over moest praten. Zijn voorstel dat zij het met hem bespreken zou had ze afgewimpeld met de woorden dat hij beter van de tongriem gesneden was dan zij. En ja, misschien was dat ook wel zo maar een gesprek over iets beginnen dat hij zelf niet had geconstateerd, dat hem niet was opgevallen, vond hij wel heel moeilijk. In zijn opening verwoordde hij dit allemaal. Hij had het nooit een probleem gevonden om een gesprekspartner te laten zien dat hij ook niet alles wist. Dat hij soms volledig in het duister tastte. Het was niet een teken van zwakte, zoals men vaak dacht, maar veel meer een openheid die er heel vaak toe leidde dat degene met wie je in gesprek was zich opende. En het leek erop dat Richard dat ook zou doen. 'Herken je het, Richard?'

'Ja.' Opnieuw volgde een diepe zucht.

'Kun je het me uitleggen?'

'Ik weet niet of je het zult kunnen begrijpen.'

'Dat is niet van belang. Zo denk ik.' Max zag op het gezicht van Richard dat hij totaal niet begreep wat hij met zijn woorden bedoelde en lichtte het toe met een voorbeeld. 'Toen je mij vertelde dat …' heel zorgvuldig omzeilde hij het woord dat de jongens nooit gebruikten, 'dat hij Stan en jou terroriseerde kon ik dat ook niet begrijpen. Het ging mijn begrip volledig te boven omdat ik zelf vader ben en me niet kan voorstellen dat ik me ooit zo tegenover mijn kinderen zou gedragen. Desalniettemin wist ik dat ik iets kon betekenen voor jou. Voor jou en Stan. Ik sta, al zeg ik het zelf en ik wil mezelf absoluut niet ophemelen, open voor heel veel dingen. Ben ruim van begrip en niet geneigd snel dingen af te keuren of te veroordelen. Dat laatste zeker niet. Het is niet aan mij om een oordeel over iemand te vellen.'

'Maar stel nou eens dat het vreselijk is wat ik je zou vertellen. Wat dan?'

'Dan moeten we samen eens kijken hoe we ermee om kunnen gaan,' gaf hij zijn oprechte mening weer.

'Maar moeten wij hier dan weg?'

De blik op het gezicht van de jongen drukte ware verschrikking uit. Het verdriet, de angst die op het jeugdige gezicht te lezen waren spraken boekdelen en maakten dat Richard eensklaps vele jaren ouder leek. Deze knaap liep nog steeds met veel te veel dingen in zijn hoofd rond. Dingen die hij niet met anderen wilde bespreken, zo concludeerde Max. Hij kon nog steeds niet zover komen om alles met anderen te delen, laat staan eindelijk eens iets te vertellen dat hem en hem alleen aanging. Maar op datzelfde moment schoot hem ook iets anders te binnen. Had Richard in zijn eerste sessie met Jocelyn niet gezegd dat hij een geheim had? Zou dat wat Edith meende gezien te hebben daarmee te maken hebben? Zou hij dat woord laten vallen? Lang overwegen hoefde Max niet. 'Heeft het te maken met het geheim dat je hebt, waarvan je eerder tegenover Jocelyn aangaf dat je zoiets had?'

'Ja.' Voor Richard voelde het alsof de bodem onder hem weg viel en dat terwijl hij nog helemaal niets gezegd had over de inhoud van dat geheim. Er was nog niets onthuld en toch voelde het alsof hij in adamskostuum tegenover Max stond. Naakt en kwetsbaar als op de dag van zijn geboorte. En wat … wat als hij het zou vertellen? Hij wilde er niet aan denken. Hij kon het gewoon niet vertellen en toch voelde ook dat niet goed. De laatste tijd had hij er heel veel aan moeten denken. Gewoon omdat hij zich goed voelde en dat … dat had er waarschijnlijk voor gezorgd dat zijn pantser af en toe wat afgebrokkeld was, dat hij de ophaalbrug die hem altijd had beschermd had laten zakken, want anders had Edith nooit iets kunnen opmerken. En nu? Wat nu?

'Nee. Nooit, Richard.'

Richard schrok op uit de gedachten die hem bestormd hadden. Die het veilige kasteel dat hij om zich heen had opgebouwd aangevallen hadden.

Max zag dat dat wat hij gezegd had niet begrepen werd. 'Het is een antwoord op jouw vraag, jongen. Jij en Stan hoeven hier niet weg. Wat jouw geheim ook is, jullie zijn hier veilig. Jouw geheim is hier veilig. Jullie mogen weg als jullie dat willen maar alleen als jullie het daar aan toe hebben en wij er zeker van zijn dat jullie een goede plek hebben om te wonen en dat jullie in staat zijn om voor jezelf te zorgen. Eerder lijkt ons dat niet verstandig.'

Richard voelde tranen prikken. Weer voelde hij die onmetelijke liefde in de woorden die Max sprak. Verdomme! Waarom moest hij nou zowat weer janken! Hij wilde dat niet! Hij … verdomme! In de afgelopen weken had hij heel veel met Max en Edith gepraat. Alle ellende van thuis was inmiddels wel voor het voetlicht gekomen. Het getreiter. Het gesar. De uitdagingen. Dat ene moment dat hij het niet langer gepikt had dat hij Stan steeds maar weer kleineerde en hem werkelijk een aantal slagen had verkocht met zijn honkbalknuppel. Het was hem zo gemakkelijk afgegaan dat hij er later enorm van was geschrokken. Maar het was noodzakelijk geweest. Het kon niet anders. Hij moest op dat moment laten zien dat er een grens was bereikt omdat Stan eraan onderdoor zou zijn gegaan. Maar nu … wat nu … moest hij het Max vertellen?

Max bleef Richard aankijken en zag de grote aanvechting in hem. Hij wist dat de jongen een keuze aan het maken was maar ook dat hij het daar vreselijk moeilijk mee had. Had hij nog een handreiking nodig? Of zou het er zonder verdere hulp van zijn kant op eigen kracht uitkomen? Hij wist het niet. Wist ook even niet wat wijs was om te doen op dit moment. Toen het hem te machtig werd, gooide hij het over een andere boeg. 'Weet je nog steeds zeker dat je niets van het onderzoek tot nu toe wilt weten? Dat je wilt wachten tot ik alle gegevens binnen heb?'

'Ik weet niets meer zeker, zo voelt. Het voelt alsof ik loop op flinterdun ijs en het ijskoude, donkere water eronder mij naar beneden dreigt te trekken. Ik … ik ben bang. Bang voor alles. Ik val op jongens, ben homoseksueel, een homo. Zo, nu weet je het.'

Tot de volgende keer…



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, juni 2017
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten