Wollig (deel 1)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Amexic
Berichten: 156
Lid geworden op: wo 10 jun 2015, 20:14
Vul het getal in: 123
Locatie: Antwerpen

Wollig (deel 1)

Bericht door Amexic » vr 21 jul 2017, 21:22

Wollig (deel 1)

'Je bent wollig...' zei Eric. Ik kwam terug thuis na het volleyballen, had gedoucht en hing naast hem in de zetel voor we gingen slapen. Hij zat televisie te kijken terwijl ik, afwezig na genoot van m'n gelukte smashes en technische fantasietjes. Wollig zijn, kon verschillende betekenissen hebben. Het betekende: 'Is er iets mis?' Of gewoon: 'Wat ben je aan het denken?' In de loop van de jaren ontwikkelden we een soort tweelingen taal. Hij noemde me vaak 'schaapje' als koosnaam. Ik had heel wat van m'n pluimen verloren. Vroeger had ik een krullenbol, vandaar.
Hem noemde ik dan steevast varkentje als tegenreactie. We bouwden een hele woordenschat aan lieve woordjes op die soms heel subtiel waren en alleen wij begrepen.
'Gewoon aan het nagenieten, varkje.'
'Goede match gespeeld?'
'Ik was God vandaag. Lang geleden dat ik me nog eens God gevoeld heb.'
'Ouwe man.'
'Zwijg jonkie.'
Hij sloeg me vriendschappelijk op de dij. 'Heb je nog energie over?'
'Voor jou altijd.'
Ik mocht tevreden zijn over mijn conditie. Ik zag heel wat mensen van mijn van mijn leeftijd bij me passeren en dacht vaak: ' Ik mag niet klagen.'
Het relatieve leeftijdsverschil tussen ons was in de loop van de meer dan 25 jaar dat ik Eric kende uitgevlakt.

Na m'n studies begon ik een praktijk in het dorp waar ik het gat opvulde dat m'n voorganger bij z'n pensioen achterliet.
Het kostte me zowat een jaar om het vertrouwen te winnen van de dorpelingen en om m'n draai te vinden.
Ik kreeg vervanging geregeld, voor drie weken, verlof dat ik na een jaar hard werken gemist had.
Omdat ik krap bij kas zat schreef ik me in voor een werkvakantie waar ik de medische dienst zou vertegenwoordigen in een Zwitsers hotel in Belgische uitbating.
We vertrokken in Leuven met de 'personeelsbus', een reisbus vol Vlaams personeel: koks, animatoren, kuispersoneel... en ikzelf als vreemde eend in de bijt.
Ik installeerde me naast een wat oudere man die ook alleen vertrok. Aan de hartelijke begroetingen te zien voor het vertrek, kenden velen elkaar van voordien.
Contact met de man naast me verliep niet vlot. Ik hoopte vooral wat te kunnen slapen tijdens deze nachtreis.
Ik had zicht op een jonge man die een paar rijen voor mij schuin tegenover me zat. De bus had vooraan enkele vier persoonsplaatsen. Hij zat tegen de rijrichting in.
Hij was in een levendig gesprek verwikkeld met z'n drie buren.
Ik probeerde te vermijden dat het hem opviel dat ik hem in het oog hield maar ik kon het niet helpen mijn ogen voortdurend naar hem te laten afdwalen.
Het gesprek van de vier viel stil toen een video werd aangezet. Nu zat hij op z'n smartphone te tokkelen. Hij kon onmogelijk het videoscherm zien vanuit zijn positie.
Ik keek naar z'n sportieve kledij. Hij was de een van de weinigen op de bus in short.
Ik had het plan om tegen slaaptijd de jogging aan te trekken die in m'n rugzak zat.
Hij had iets in z'n bewegingen. Hij had een groot 'kijken mag, maar aankomen niet' gehalte.
Ik raakte het stilaan gewoon geen partner te hebben en legde me er bijna bij neer dat ik nooit een levensgezel zou vinden.
Een zoekertje plaatsen met boodschappen als: 'Jongeman van 27 zoekt vriend van ongeveer dezelfde leeftijd voor een stabiele relatie.' daar huiverde ik van.
Met veel wantrouwen bezocht ik een bar maar vluchtte voor het soort aandacht dat ik er kreeg.
"Wie wanhopig op zoek gaat, vindt de verkeerde.' werd zo'n beetje mijn motto. De tijd tikte weg.
Die ene onbeantwoorde liefde heeft me destijds erg pijn gedaan. Misschien viel het als een kalverliefde te beschouwen, het doet er niet toe, het deed pijn destijds.
Ik grifte de ervaring in m'n geheugen.
Deze jongen maakte iets in me wakker. Helaas stond het vooraf zo goed als vast dat ik nooit iets zou wagen bij hem. Daar was ik veel te voorzichtig voor, daarenboven achtte ik hem veel te jong voor mij.
Ik had zicht op zijn glanzende knieën en quadriceps tot zover zijn bermuda het toeliet en zuchtte. De flauwe film keek ik met halve aandacht uit.
Na de film wrong ik me moeizaam uit m'n lange broek, trok m'n jogging aan en stond mezelf toe een klein slaappilletje te slikken om toch wat te kunnen indutten.
Het bescheiden aantal uurtjes nachtrust volstonden om me de volgende ochtend voldoende 'mens' te voelen.
Bij het wachten op mijn eigen valies, zag ik de jongen sjouwen met een koffer en een ronde zak waar hij zonder twijfel een gedemonteerde fiets in opgeborgen had.
In het hotel werd ik vriendelijk ontvangen door de directeur die me de infirmerie toonde en me voor m'n kamersleutel doorverwees naar de receptie.
Ik nam de tijd om de infirmerie van het hotel, mijn terrein de volgende drie weken, te verkennen. De voorraad aanwezige medicatie stelde me tevreden. Ik zou later uit voorzorg een kleine bestelling plaatsen. Aan de info die ik vooraf per post ontving had ik voldoende om hier de komende weken mijn plan te trekken.
Het overige personeel kreeg een vergadering om de taakverdeling te bespreken. Ik, geval apart, werd tegen 12 uur in het personeelsrestaurant voor het middagmaal verwacht.
De jongen verscheen opnieuw voor het middagmaal en zat vrolijk te wezen in hetzelfde gezelschap als op de bus. Intussen had hij zich in koerstenu getooid, net als een van z'n collega's.
'Mag ik er bij komen zitten?' Ik wilde me niet als een 'cavalier seul' gedragen. Mijn beroep opent vele deuren, het op een verhoog geplaatst worden, stoorde me vaak.
'Natuurlijk.' antwoordde één van de vier.
Ik wisselde aan tafel beleefdheden uit. Een jonge kerel, Hendrik, zijn naamplaatje verraadde dat, bleek monitor van de adolescenten. Op deze gezinsvakantie werden families verwacht : ouders en hun kinderen uiteraard. Ik leerde dat voor elke leeftijdsgroep kinderen, monitoren ter beschikking waren.
Wandelgidsen zoals Kurt, allemaal vrijwilligers, gingen tochten begeleiden. Dirk en Eric waren de sportmonitoren. Dirk begeleidde de mountainbikers overdag en organiseerde 's avonds activiteiten als kubb. Eric, de jongen die ik in het vizier kreeg, stond in voor het wielrennen en moest 's ochtends om 7 uur ook 'start to run' leiden.
'Het is je gegund.' lachte ik. Eric antwoordde met een geforceerd droevige blik.
'En jij, wat doe jij?'
'Eén van de zeven werken van barmhartigheid.'
'Je spreekt in raadsels.'
'De zieken genezen.'
'Ach goed, dan kom ik zeker eens langs.' zei Eric.
'Hopelijk is dat niet nodig.' voegde ik toe.
'Heb je schrik om te werken?'
'Altijd welkom.' antwoordde ik ietwat vormelijk.
Hij boog vrolijk spottend het hoofd.
'Om half twee op min één?' stelde Dirk aan Eric voor.
'Goed. Als ik tegen dan mijn fiets in elkaar gevezen krijg.'
De twee verlieten als eersten de tafel. Ze gingen inrijden en de streek verkennen. Er waren 500 gasten onderweg waaronder blijkbaar nogal wat wielerliefhebbers. Voor Dirk en Eric begon het werk de volgende dag.
Ik verkende die namiddag in m'n eentje het dorp. 's Avonds hield ik m'n eerste consultatie. Ik probeerde wat reisongemakken te verhelpen. Elke dag tussen acht en negen, zowel 's morgens als 's avonds werd ik verwacht m'n job te doen. Elke dag een paar uur werken en overdag permanentie via de GSM. In principe kon ik dagelijks de bergen in. Ik besefte nu pas wat een luxe job ik toebedeeld kreeg. Voor ik ging slapen, dronk ik een pint aan de bar. Niemand kende ik hier. Ik observeerde de aanwezigen zonder me eenzaam te voelen.
Vroeg kroop ik onder de wol. Ik viste toiletgerei en pyjama uit de koffer die op het tweede bed lag. Uitpakken zou ik de morgen wel.

Gesloten