MORGENSTER - hoofdstuk 6

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

MORGENSTER - hoofdstuk 6

Bericht door Lucky Eye » vr 14 jul 2017, 10:27

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



MORGENSTER

Hoofdstuk 6

'Tenminste als je het niet erg vind om nog wat te luisteren naar me.'

Het luisteren was geen probleem voor Richard want hij wilde maar wat graag weten welke kant Drummond op wilde en daarom zei hij dat hij het niet erg vond.

'Een eerste jaar zit bomvol nieuwe leerlingen. Zo is het nou eenmaal altijd. De meesten komen rechtstreeks van een high school. De meesten uit Monterey en directe omgeving maar ook wel van verder. Een aantal kennen we al. Die zijn wel eens voor een stage of een project bij ons geweest maar veel kennen we ook niet. Eén van mijn taken is om een beeld te krijgen van al die nieuwe leerlingen. Dat kan ik niet alleen. Daarom praat ik regelmatig met alle docenten. Vaak één op één maar ook in een vergadering met alle leraren bij elkaar. Dat laatste doen we om de twee maanden. Zo houden we de voortgang van onze nieuwe studenten goed in de gaten en kunnen we ingrijpen als dat nodig is. Vaak krijg ik alleen maar te maken met studenten die op de een of andere manier opvallen en vaak is dat dan in negatieve zin. Ze verzuimen, scoren slecht, zijn niet altijd even goed te motiveren of noem maar op. Toen jouw naam op een gegeven moment in een gesprek met een van jouw leraren naar voren kwam keek ik op omdat ik de naam Richard Maynard Donahue nog niet eerder had gehoord. De gemaakte opmerking zette me echter wel aan het denken en dus zocht ik jouw dossier op en bekeek dat uitvoerig.'

'Maar waarom werd ik dan genoemd? En door wie?'

'Meneer Meyers noemde je.'

'Oké. Toch niet omdat ik … nou ja … omdat ik af en toe wat meer weet dan hij?'

'Niet direct. Wat je zegt is helemaal waar volgens hem. Je weet over computers en informatiekunde meer dan je leraar. Maar, en dat verzekerde hij mij, je laat het nooit blijken in de les. Hij heeft niet geklaagd dat je hem ten overstaan van andere leerlingen voor schut zet. Wees gerust. Meyers maakte zijn opmerkingen naar mij en noemde je daarbij een uitmuntende leerling maar hij heeft wel zijn vragen waarom een zo briljante leerling op een community college rondloopt en niet op een universiteit.'

'Daar heb ik het geld niet voor.'

'En je ouders?'

'Hen kan ik daarom niet vragen.'

'Er zijn hier altijd mogelijkheden, Richard. Ik weet hoe je beurzen kunt krijgen.'

'Dank u, maar laat mij maar gewoon mijn opleiding afmaken.'

'Zoals je gepland hebt.'

'Hoe bedoel je?'

'Precies zoals ik het zeg. Volgens mij werk jij je te pletter om een vast omlijnd plan uit te voeren. Je hebt alles in dat hoofd van je,' en hij tikte daarbij tegen de zijkant van zijn eigen hoofd, 'en van dat pad wil je niet afwijken.'

'Is daar iets mis mee? Is het niet goed dat ik precies weet wat ik wil?'

Drummond vond het verweer van de jongen fijn. Zo kon je samen door te praten verder komen. 'In principe is weten wat je wilt een heel goede zaak. Maar volgens mij gooien we wat jou betreft paarlen voor de zwijnen.'

'Sorry, maar die uitdrukking snap ik niet.'

'We proberen onze leerlingen iets bij te brengen maar ik heb het idee dat dat weggegooid geld i… '

'Wil je dat ik stop?' Het klonk heel paniekerig, zo merkte Richard zelf ook meteen op. Hij kon niet stoppen! Hij moest zijn opleiding afmaken zodat … zodat … Verdomme! Dit mocht niet! Dit kon niet!

'Richard, het is goed om rustig te blijven. Ik bespeur wat paniek bij jou op dit moment maar dat is nergens voor nodig. Als jij vindt dat je hier op de juiste plaats bent om je opleiding af te maken, dan vind ik dat prima. Maar … ik ben altijd geïnteresseerd geweest in jonge mensen. Ik heb het huis ermee vol gehad. Je hebt de foto's gezien. Vijf kinderen van onszelf, daarnaast een aantal kinderen die hier korter of langer gewoond hebben omdat dat thuis voor hen even niet mogelijk was, de aanhang van onze eigen kinderen, en toen onze eigen kinderen kinderen kregen en buitenlandse betrekkingen aannamen en vonden dat hun kinderen toch beter in Amerika konden blijven, hebben Edith en ik hen opgenomen en opgevoed alsof het onze eigen kinderen waren. En dat alleen maar omdat we belang hechten aan de jongere generatie. De jeugd heeft de toekomst en als wij daaraan mogen meewerken, voelen we ons nog nodig. Nog … tja … ik weet het even niet precies in woorden te vatten. Voor mij, en Edith ook, zijn jongeren belangrijk. We zien graag dat zij zich ontplooien tot … nou ja … gewoon ontplooien. En als we dan zien dat er dingen zijn die bijzonder of opvallend zijn dan … dan gaan de antennes uit en proberen we te kijken of er hulp nodig is.'

'En je denkt dat er bij mij iets aan de hand is.' Het was geen vraag.

'Ja, Richard. Ik zie en heb gehoord hoe jij van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat werkt. Hoe je ondanks dat alles toch steeds al je werk voor school af hebt en niet anders dan goede resultaten boekt. Je helpt je medeleerlingen daar waar je kan. Maar … wanneer neem jij rust?' Heel bewust stopte hij de woordenvloed die hij over de jongen had uitgestort.

Richard dacht dat er nog meer zou komen maar toen dat niet kwam, voelde hij de ogen van Max prikken in die van hem. Hij sloeg zijn ogen neer. 'Als ik slaap.'

'Hoeveel uren per dag?'

'Wat maakt dat nou uit! Ik voel me prima! Met mij is er niets aan de hand!' Hij had het fel uitgesproken. Waar bemoeide die man zich mee! Een ander had zijn avondwerk overgenomen opdat hij hier meer geld kon verdienen. Geld dat hij nu met goed fatsoen niet meer in rekening durfde brengen omdat hij hier als een gast was ontvangen en meegegeten had. Waarom bleef hij hier eigenlijk nog zitten!

'Spreek je gedachten eens uit, Richard,' klonk het kalm.

'Nee. Liever niet.'

'Ben je bang voor je eigen gedachten?'

Richard beet op zijn onderlip. Er werd geknaagd aan zijn zekerheid, zo voelde het voor hem. En dat knagen maakte dat hij emotioneel werd en zijn stem onvast klonk toen hij zei: 'Ik wil met rust gelaten worden. Ik heb genoeg dingen aan mijn kop! Heb geen toezicht nodig! Kan alles zelf!'

'En dat vraag ik mij dus af. Zeker als je het zo stellig in woorden vat maar toch ook met een trillende stem uitspreekt. Het is namelijk geen boosheid die ik bespeur in je stem maar meer een stukje onmacht. De sterke, moedige donkere strijder en onmacht? Dat rijm ik niet.'

'Het spijt me. Maar … privé is privé, vind ik.'

Max gaf aan dat hij het daarmee alleen maar eens kon zijn en dat hij zou stoppen als Richard vond dat hij te ver was gegaan. Toch vroeg hij toestemming om nog één bijzonderheid aan te mogen kaarten. 'Mag ik?' Hij zag Richards gezicht dat nu bleker was dan voorheen en merkte het kleine knikje op. 'Je gaat elk weekend naar huis.'

'Ja.'

'Zijn er problemen thuis dat je er elk weekend heen moet?' Max wachtte niet op een antwoord maar ging meteen verder en haalde iets uit zijn eigen jonge leven aan. 'Ik weet nog heel goed toen ik studeerde. Ik kwam uit de bergen van Californië uit een klein dorpje en vond Los Angeles geweldig. Eerst ging ik wel elk weekend naar huis maar na een tijdje niet meer. Ik genoot van mijn vrij zijn, van het op mezelf wonen en leven. En jij? Van Nancy heb ik begrepen dat jij zowat nooit uitgaat. Ze heeft je een paar keer mee moeten slepen omdat ze vond dat je gewoon niet kon wegblijven. Die ene keer is mij heel goed bijgebleven omdat het nog een staartje had. Je had toen een uitnodiging gekregen van … euh… en de naam kwijt.'

'Welk feestje bedoelt u?'

'Euhh… ' Even zocht Max in zijn geheugen, 'een week voor Kerstavond.'

'Jacob.'

'Ja. Die was het. Waarom ga je nooit eens uit? Waarom geniet je niet van het leven? En dan meer dan vijftienhonderd kilometer van huis en toch elk weekend naar huis met de auto. Je verrekt nu van de pijn en wilt toch morgen naar huis rijden. Hoe lang is het wel niet rijden?'

'Ik moet naar huis.'

'Ja. Dat zei je eerder ook al. Maa… hè verdomme!' Max sprong op uit zijn stoel en liep naar het raam. Hij raakte niet snel gefrustreerd maar nu had hij het idee alsof hij tegen een muur aan het praten was! Alsof hij geen enkele vordering maakte en dat was hij niet gewend. Hij wist van zichzelf dat hij een goede prater was en dat hij de kwaliteiten had om mensen aan het praten te krijgen maar waarom wilde het dan niet lukken met deze stijfkop! Het donker buiten zorgde ervoor dat hij iets rustiger werd. Hij draaide zich om en vroeg: 'Wat is er aan de hand met jou, Richard? Ik kan je niet volgen. De stad Victoria heeft, zo weet ik, een heel goede universiteit waar jij met jouw cijferlijst zonder meer zou zijn toegelaten. In welke richting je ook had willen studeren. En anders had je naar Vancouver kunnen gaan maar jij kiest meer dan vijftienhonderd kilometer zuidwaarts een community college in een vreemd land.'

'Ik … '

'Ja, je bent in de USA geboren, ook nog eens vanwege je beide ouders Amerikaans staatsburger en je bent hier van harte welkom maar waarom? Waarom zover van huis en dan zover onder je niveau?'

Richard keek weg van de ogen van Max die leken te branden. 'Ik praat daar liever niet over.'

'Heb je er ooit over gepraat? Heb je ooit iemand anders deelgenoot gemaakt van dat wat jou dwars zit?'

'Ja.'

'En?'

Richard was in tweestrijd. Moest hij het vertellen of niet. Hij werd gered door de bel. Eigenlijk was het meer een klok die ergens in huis begon te slaan maar de klokslagen brachten ook meteen een golf van paniek teweeg. 'Shit! Hoe laat is het?' Hij checkte meteen zijn horloge en zag dat het bijna negen uur was.

Aan de uitdrukking op het gezicht van de jongen te zien was het meer dan duidelijk dat er iets aan de hand was. 'Negen uur, Richard. Is er iets?' Negen uur moest iets voor hem betekenen, zo schoot het door het hoofd van de man.

Richard stond veel te snel op vanuit zijn stoel. Pijn schoot door zijn ribbenkast. Hij klapte zowat dubbel en slaakte een kreet. Desondanks haastte hij zich zo snel hij kon naar zijn rugzak die bij het bureau van Drummond stond. Hij opende een rits en begon in de tas te zoeken.

'Zoek je iets?'

'Mijn telefoon! Ik moet bellen!'

'Je mag die van mij wel gebruiken?'

'Nee!' Hij voelde aan dat het bits klonk en verontschuldigde zich ervoor. Hij trok een ander vak open maar ook daar kon hij zijn mobieltje niet vinden. 'SHIT! SHIT! SHIT!'

'Je broekzak misschien?'

'Daar berg ik hem nooit op,' klonk het wrevelig als reactie maar toch stak hij zijn hand in zijn rechter broekzak en vond het apparaat.

Lijden. Groot lijden. Dat was wat Max Drummond vervolgens zag op het gezicht van de student die hij heel bewust die avond had uitgenodigd om iets over zijn achtergrond te achterhalen. Het kwam niet door de pijn die het gevolg was van zijn val in de fietsenkelder. Nee. Het was geestelijk lijden. Snel liep hij op hem toe. 'Wat is er, Richard?' En toen de jongen hem het toestel liet zien, zag hij wat er aan de hand was. Het scherm vertoonde een paar flinke barsten.

'Verdomme! Ik moet bellen!' De toon van zijn stem was gevuld met tranen. Tranen die nog net niet uit zijn ogen rolden maar het scheelde niet veel.

'Probeer het eens. Misschien werkt het toestel nog.'

Richard voelde zich stom. Waarom had hij het zelf niet eerst geprobeerd. Maar … hij had het kunnen weten het apparaat gaf geen sjoege. Vandaag ging alles fout!

'Je mag ons toestel gebruiken, Richard,' zei Max toen hij begreep dat het apparaat echt stuk was.

'Nee. Dat werkt niet. Hij zal niet antwoorden.'

'Wie wil je bellen en waarom zal hij niet antwoorden als je onze telefoon daarvoor gebruikt?' Drummond bleef ontzettend rustig. Richard was in paniek. Dat was duidelijk en dus moest hij het overzicht en de kalmte zien te bewaren. Bovendien was het allemaal nog steeds een puzzel voor hem.

'Ik moet mijn broer bellen.'

Het was slechts een gedeeltelijk antwoord. 'En?'

Opnieuw voelde het aan alsof hij in een spagaat zat. Het deed pijn. En dat wilde hij niet. En als hij zou vertellen over Stan, dan zou hij heel veel dingen moeten uitleggen en toch … toch moest hij bellen. 'Hij zal het nummer van u niet herkennen op zijn mobiele telefoon en niet opnemen. Hij neemt alleen maar op als hij mijn nummer ziet.'

Bijzonder, zo schoot het door het hoofd van Max, maar ook wel te begrijpen. Als hij op zijn mobieltje gebeld werd, nam hij ook niet altijd op als er "anoniem" stond of als hij het nummer niet herkende. 'Ga zitten.'

'Maa… '

'Alleen kalmte kan je redden, Richard, dus ga zitten en luister naar wat ik je voorstel.' Toen Richard heel voorzichtig was gaan zitten op de bank nam hij plaats naast hem. 'Kunnen we die kleine kaartjes wisselen? Die van jou in mijn toestel bedoel ik.'

'Hebt u prepaid of een abonnement?' Drummond bleek een abonnement te hebben en dus kon het niet.

Maar Max was niet voor één gat te vangen. 'Als je nou vanaf mijn mobiele telefoon je broer een SMS stuurt dat je hem straks vanaf dit nummer belt. Zal hij dan wel reageren?'

Richard overdacht dat wat Max had gezegd. Hij had wel vaker een SMS naar Stan gestuurd en die wist hoe zoiets werkte. Maar het bleef een onbekend nummer. 'Ik kan het proberen.'

Max haalde zijn toestel tevoorschijn, haalde de beveiliging er af en gaf het aan Richard. Hij zag hoe de jongen met trillende vingers een nummer probeerde in te toetsen. Dit ging niet lukken. 'Zal ik het doen?'

'Ja. Graag.' Hij noemde het nummer en gaf daarna de tekst op voor het bericht. Daarna liet Drummond hem het bericht zien. 'Graag bovenaan nog zijn naam beginnend met een hoofdletter en een uitroepteken erachter. En onderaan niet richard maar Rich.'

Max maakte de opgegeven correcties, liet de tekst nogmaals lezen en toen hij een knikje kreeg, drukte hij op de toets om de SMS te verzenden. En nu was het afwachten geblazen. De spanning was heel duidelijk van Richards gezicht af te lezen. Hij beet op zijn onderlip en regelmatig schoot zijn tong over zijn lippen heen en weer. Dit moest op de een of andere manier vreselijk voor hem zijn en toch snapte hij nog niet precies waarom. De melodie van "Für Elise" weerklonk. Hij opende het bericht en liet het Richard lezen.

'Pfffff,' klonk het toen hij zijn ingehouden adem door zijn lippen naar buiten blies. 'Gelukkig! Hij heeft het begrepen. Mag ik hem nu meteen bellen?'

'Natuurlijk. Ik laat je even alleen.'

'Nee,' het was er uit voor hij er erg in had maar het gaf niet. Hij wist nu dat hij dingen uit te leggen had. Er moest gepraat worden en dat zou nog vanavond gebeuren. 'Je mag er gerust bij blijven.'

'Zeker weten? Iedereen heeft recht op privacy, dat weet je.'

'Ja. Maar … het doet er niet toe. Wil je blijven?'

Max ging opnieuw naast Richard op de bank zitten. Hij had het idee dat er een doorbraak was. Maar toch was hij nog aan de voorzichtige kant. Voor hetzelfde geld zou de jongen straks na het gesprek met zijn broer de verdedigingslinies weer optrekken en weer even gesloten zijn als voordien. Maar … dat kon hij zich eigenlijk niet voorstellen.

Wordt vervolgd …



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, juni 2017
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten