Drempelvrees

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
caprys
Berichten: 23
Lid geworden op: zo 04 jun 2017, 03:19
Vul het getal in: 123

Drempelvrees

Bericht door caprys » wo 07 jun 2017, 23:32

Net als vele andere avonden zit ik hier te kijken naar de homobar aan de overkant van de straat. Ik was dolenthousiast toen ik het stapeltje flyers van de opening toevallig tegenkwam in een broodjeszaak. Zo onopvallend mogelijk had ik er eentje in mijn broekzak weggestopt om het thuis eens goed na te lezen. Ik schaamde me toen toch wel dat iemand het zou zien. Ik krijg al genoeg oordelende blikken in mijn leven. Bekend staan als homo zou dat alleen maar erger maken.
Ik weet al lang dat ik op mannen val, maar ik ken geen homo’s in mijn omgeving. Daarom trok deze bar me dan ook aan als een magneet sinds de dag dat het zijn deuren opende. Dat is nu al zeven maanden geleden. Het is een succesvolle zaak zover ik hier vanaf mijn uitkijkpost kan opmaken. Na al die tijd ben ik er nog altijd niet binnen geweest.
Het is geen opvallende homobar, er hangen geen flitsende roze neonlichtjes buiten. Geen eenhoorns en regenbogen. Het ziet er een nette zaak uit. Gewoon een normale ontmoetingsplaats voor homo’s. Verschillende soorten mensen zie ik over de drempel stappen. Vaak zijn het wat oudere mannen, maar er komt ook wel redelijk veel volk van mijn leeftijdscategorie.

Ik ben zelf achttien jaar. Ik zou mezelf niet als aantrekkelijk beschrijven. Al vind mijn vader dat complete onzin. Hij vind dat ik een knappe vent ben, want ik lijk op hem. Zegt hij dan lachend. We hebben een hechte band met elkaar. Zeker sinds het overlijden van mama zijn we steeds meer naar elkaar toegegroeid. Recent heb ik hem verteld dat ik homo ben. Hij is tot nu toe de enige die het weet. Hij had het er toch wel moeilijk mee, vooral omdat hij bezorgt was. Hij waarschuwde me dat de kans klein is dat iemand zoals ik een jongen zal ontmoeten die ook echt interesse in mij zal hebben. Zo is mijn vader. Rechtuit, eerlijk, niet geneigd om je valse hoop te geven. Dat waardeer ik, maar toch doet het pijn als hij zoiets zegt. Ik had gehoopt dat hij mijn groeiende onzekerheid zou tegenspreken, maar hij wees me bikkelhard op de realiteit. Soms wou ik dat hij de waarheid wat verbloemde. Al was het maar om me even te laten geloven dat er voor iemand zoals ik ook plaats is in dat wereldje.

Voor de openingsdag was ik er nog van overtuigd dat ik ook echt naar binnen zou gaan. Ik was nerveus, maar ik verheugde me er ook op. Eindelijk zou ik andere homo’s ontmoeten. Misschien zou ik wel iemand leren kennen die mij leuk vind fantaseerde ik toen nog naïef. De wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Ik keek er echt naar uit en dat gevoel bleef tot ik de homobar in het echt zag. De moed zonk me meteen in de schoenen. Al die mannen die met gemak naar binnen stapten, maar voor mij was de drempel te hoog. Ik kon het niet. Ik zou daar nooit alleen kunnen binnengaan. Misschien had iemand me wel willen helpen als ik het vroeg, maar ik durfde niet. Te bang om afgewezen of bespot te worden. Dus ik bleef op afstand. Kijkend, verlangend en mezelf vervloekend om mijn zwakte.

Ik zie een koppel de bar verlaten. Eén van hun struikelt de drempel af en word nog net opgevangen door zijn partner voor hij met zijn gezicht op de stoep beland. Ze lachen samen om zijn onhandigheid. Met hun armen om elkaar heen geslagen komen ze dichter bij elkaar staan en beginnen te zoenen. Ik vind het vreselijk om dit te zien. Het maakt me zo jaloers en kwaad. Ik zal nooit iemand zijn die over die drempel struikelt om dan opgevangen te worden door een geliefde. Ik kan enkel vanop een afstand verlangend kijken naar wat ik nooit zal hebben. Nooit zal ik wederzijdse liefde ervaren of zelfs maar de aanraking van een andere man voelen. Dat is zo moeilijk om te aanvaarden, maar ik begin steeds meer te beseffen dat het de harde waarheid is. Dit is niet voor mij weggelegd.
Ik weet niet waarom ik mezelf op deze manier blijf kwellen, al zeven maanden lang. Altijd weer kom ik naar deze plek toe en steeds vaker vertrek ik met een pijnlijke steek in mijn hart.
Ook nu bij het zien van die kus van het koppel word het me te veel. Ik voel de tranen over mijn wangen rollen en veeg ze snel weg. Tijd om te gaan. Met een onmachtig gevoel haal ik de rem van het wiel en breng mijn rolstoel in beweging. Weg van de homobar en zijn te hoge drempel.

Gesloten