Groen licht (deel 27)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Amexic
Berichten: 156
Lid geworden op: wo 10 jun 2015, 20:14
Vul het getal in: 123
Locatie: Antwerpen

Groen licht (deel 27)

Bericht door Amexic » zo 05 feb 2017, 12:45

Groen licht (deel 27)

Steven en ik studeerden samen af. Steven tekende zijn contract en ging aan het werk in een Gents ziekenhuis zoals ik gevreesd had. Ik vertrok eerst voor een zalige werkvakantie als verpleegkundige naar Zwitserland. Samen met een tweede verpleegkundige en een arts hadden we een grote groep kinderen onder onze hoede. Er gebeurde elke dag iets verrassend maar gelukkig waren het meestal banale ongelukken en verdrietjes.
Onmiddellijk aansluitend op het kamp volgde mijn 12 maanden legerdienst.
Ik zou er bloed prikken of thoraxfoto's nemen bij zo'n 20.000 Vlaamse jongemannen, nieuwe rekruten bij het Belgische leger. Tijdens de week bleef ik noodgedwongen in de kazerne overnachten.
In het weekend pendelde ik van Brussel naar m'n ouders en daarna naar Gent om Steven voor een te korte tijd te zien. Op maandagmorgen werd ik alweer in de kazerne verwacht.
Ik vond het verre van ideaal mezelf in stukken te moeten knippen. Ik werd door m'n ouders thuis verwacht, al was het voor de was die moest gebeuren. Er restte me dan ongeveer één dag Steven per week.
Van binnen wist ik al lang dat onze relatie een lege doos geworden was. Die legerdienst deed de rest.
Steven leefde zijn leven in de week. Ik zag restanten van feestjes in de vuilnisbak en in de vorm van wallen onder Steven's ogen.
Hij bleef een goede minnaar al vrijden we vaak wat heftiger, een manier van afreageren, denk ik.
Maar seks was alles wat er overbleef. Ergens onderweg waren we elkaar verloren.
De twijfel vrat aan me maar eigenlijk wachtte ik slechts op het juiste moment om onze relatie te verbreken.
Dat juiste moment, zelfs een ruzie, kwam niet. Ik raapte uiteindelijk de moed bij elkaar om te zeggen:
'Ik zie het niet meer zitten tussen ons.'
Steven staarde wezenloos voor zich uit. Ik kan me niet herinneren dat ik iets heb vermeld over de reden waarom.
Ik bleef een allerlaatste nacht bij hem slapen, 't Ja, slapen. Steven lag de hele nacht te woelen. Ik ging tenslotte in de zetel op de morgen liggen wachten.
Ik heb drie treinritten nodig gehad om al m'n spullen met de trein van Gent naar m'n ouders te verhuizen. Wat een mens op drie jaar tijd verzamelt!
Toen ik definitief afscheid nam, barstte Steven in snikken uit. Ik nam hem troostend in mijn armen. Het was de eerste keer dat ik hem zag huilen.
Wat ik hem aandeed, verdroot me. Ik liet hem hulpeloos achter en voelde vreemd genoeg enkel opluchting. De kogel was door de kerk.
Mijn moeder wees me erop dat ze Steven nooit een geschikte jongen voor me had gevonden. Ik gaf ze ongelijk, werd er kwaad van. Ik had te veel mooie herinneringen met Steven.
Steven liet een leegte achter. Opnieuw voelde ik me enig kind.
Zou hij het redden zonder mij? Ik dacht van wel. Hij ging niet zitten wegkwijnen in een hoekje. Steven zou gewoon doorgaan met zijn leven. Alleen ik was daar uit verdwenen.

'Hoe zou Dieter het stellen?' Sinds hij met leiding in de jeugdbeweging stopte, hoorde ik niets meer van hem. Hij was nooit helemaal uit mijn hoofd verdwenen.
Hem contacteren toen ik met Steven was, zou ik nooit gedaan hebben, buiten die ene keer dan dat ik Dieters' schoolboeken ging inkijken.
Het verdwijnen van Steven uit mijn leven opende een gesloten deur.
Ik had zijn telefoonnummer ooit in mijn boekje genoteerd.
Ik maakte het nauwelijks een paar maanden eerder met Steven uit, toen ik Dieter belde puur omdat ik me verveelde en toevallig aan hem dacht.
Ik kreeg zijn verraste moeder aan de telefoon.
'Pieter? Ik moest even nadenken wie je bent. Ja, je bent ooit bij ons geweest. Nu weet ik het weer.
'Dieter is gaan werken. Ik zal hem laten terugbellen. Geef je je nummer voor de zekerheid?'
Ik kreeg Dieter de volgende dag al aan de lijn. Zijn legerdienst had hij achter de rug vertelde hij. Hij werkte intussen in het plaatselijke ziekenhuis.
'Mag ik eens bij je op bezoek komen?'
'Natuurlijk mag je dat. Volgend weekend ben ik vrij. Zeg maar wanneer je er zal zijn.'
Nerveus stond ik een week later aan zijn voordeur. Onderweg passeerde ik de straat waar ik vroeger veel op Steven wachtte toen we nog samen naar school fietste en liet die uiteraard rechts liggen.
Dieter schudde met de hand toen hij me binnen liet.
Weer kreeg ik met een verlegen Dieter te maken en werd er zelf door aangestoken. Weer begon het gesprek haperend en moest eerst het ijs gebroken worden.
Gelukkig viel er veel te vertellen. We hadden elkaar lang niet gezien.
We zaten in de living. Zijn moeder stak even haar hoofd binnen om goedendag te zeggen en te melden dat ze naar de winkel vertrok.
'Hoe is het met Steven?' vroeg Dieter.
Die vraag ging onvermijdelijk komen.
'Ik heb het uit gemaakt.'
Hij keek verwonderd. 'Ik heb jullie altijd een mooi koppel gevonden. Is er iets gebeurd?
'Nee, er is niets gebeurd.' Ik had even geen woorden meer.
'Sorry. Ik vraag te veel. Ik mag je dit niet vragen.'
'Niet erg dat je het vraagt. Onze relatie doofde langzaam uit.' Ik ging er niet verder op in.
Ben je met een bedoeling gekomen?'
De vraag klonk te sterk, te weinig tactvol. Dat had Dieter zelf door want hij liep rood aan.
'Nee, ik heb helemaal geen bijbedoelingen. Jou ken ik en daarom ben ik gekomen.' antwoordde ik verrast maar nogal ferm. Een golf van ongemakkelijkheid overspoelde me.
'Ik ken jou ook. Ik dacht je nooit meer terug te zien.' reageerde de opnieuw verlegen Dieter. De manier waarop hij dat zei, ontroerde me.
'Spreken we nog eens af?' vroeg hij.
'Graag. Zeg maar wanneer. Ik ben elk weekend vrij.'
'Ik werk om de beurt het weekend. volgende week heb ik nachtdienst. Het weekend daarna doen we beheerswerken in de Karekiet.'
'Spijtig. Dan contacteer ik je later als ik mag.'
Ik keek tevreden terug op de namiddag. Weer passeerde ik tijdens het naar huis rijden in de buurt van Steven's ouderlijk huis. Ik had nooit afscheid genomen van zijn ouders. Ik mocht hen wel.
Het belachelijke idee om even langs te rijden, onderdrukte ik. Ik had niets meer te zoeken bij deze mensen en stel je voor dat Steven thuis op bezoek was.
Ik wilde best nogmaals met Dieter afspreken maar twijfelde of ik dat op korte termijn mocht doen. zou hij het storend vinden.
Hij belde me zelf een week later al: 'Heb je zin om volgende zaterdag de handen uit de mouwen te steken? Je bent geen lid van de vereniging maar alle hulp is welkom.'
'Ik kom.' zei ik spontaan.'Waar moet ik zijn?'
'Zaterdag om 9 uur aan de ingang van Daens blijk. Je boterhammetjes moet je zelf meebrengen.'
Dat natuurgebied kende ik. De frisse novemberochtend gebood me handschoenen aan te trekken tijdens het fietsen. De zon vrat aan het laagje rijp op het gras toen ik arriveerde.
Een twintigtal mensen waaronder Dieter was verzameld rond het chaletachtig gebouwtje aan de ingang.
Een bont allegaartje stond het plan van aanpak te bespreken. Sommigen waren van het geitenwollen-sokken-type. Er waren wat oudere mannen bij, duidelijk doorwinterde natuurliefhebbers. De kinderen van een paar gezinnen dartelden in de omgeving rond.
Ik zag ook enkele jongelingen van onze leeftijd. Het leek logisch dat ik met Dieter een werk duo vormde. We verwijderden de opslag van Amerikaanse vogelkers, een ongewenste indringer in vele bossen die de natuurlijke ondergroei verdrong.
Dieter hanteerde een bijltje, ik de schop. Er werd weinig gepraat en hard gewerkt. Op de achtergrond klonk het klagende geluid van een kettingzaag, elders hanteerde iemand de bosmaaier De middagpauze deed deugd wegens hele grote honger. Iemand gaf een rolletje tape door. We tapeten elkaars blaren. Dieter had er een paar en ik ook, eeltloze verplegershanden. Zo konden we zonder hinder de namiddag aan.
Ik zag een Dieter in zijn sas. Hij gedroeg zich totaal niet teruggetrokken. Heel wat van de vrijwilligers kwamen een kennismakingspraatje met me maken.
'Of ik een nieuw lid was?'
'Hij doet op het moment legerdienst. Ik stelde hem voor om dit weekend eens iets nuttigs te doen. Hij is daar niet veel gewoon, kijk hij heeft al blaren.' plaagde Dieter.
'Zie naar je eigen handen.' kaatste ik terug.
'Heb je je fototoestel bij?' vroeg iemand anders. 'We moeten foto's voor in het blaadje.'
'Morgen.' antwoordde Dieter. 'Zorg dat je morgen iets fatsoenlijks aantrekt voor de foto. Je komt morgen toch ook?' richtte hij zich tot mij.
Ik besloot de zondag terug te komen helpen voor de grote opruim.
We lieten 's avonds een bos achter vol omgehakt struikgewas.
Weer fietste ik op de terugweg niet ver van Stevens' huis voorbij en dacht aan hem met een gevoel van heimwee. Ik miste hem soms, wilde hem dicht bij mij. Ik zou hem zo in m'n armen nemen, mocht hij voor me staan, meer zelfs. Regelmatig droomde ik nog over hem.
Ik nam zelf de beslissing om de relatie af te breken, spijt kwam niet in me op. Vreemd misschien, want we hadden vele goede herinneringen.
Met half Dieter en half Steven in gedachten arriveerde ik thuis.
Natuurlijk kreeg ik van m'n ouders commentaar. 'Morgen ben je weer weg? Voor wiens kar laat je je nu weer spannen? Je zou beter de zieke appelboom in onze tuin uit doen.'
Na vier jaar half uit huis te zijn geweest, hadden ze nog weinig invloed op mijn doen en laten. Die appelboom moest wachten.
Dag twee sleurden we het omgehakte materiaal op een grote hoop. Met een hakselaar zou het later vermalen worden.
We genoten van de erwtensoep met spek die iemand voor de hele bende kookte.
'Volgende afspraak?' vroeg ik Dieter.
'Dat is dan binnen 2 weken?' stelde hij voor.

Het werd een gewoonte om samen dingen te doen. We gingen de stad in, iets drinken, iets eten, winkelen, een film zien... Dieter woonde eens een volleybalmatch bij en hij kwam daarna tot bij ons thuis.
Beduusd maakte hij kennis met m'n ouders. Ik had die houding van hem verwacht. Ze maakten geen heisa, die tijd was lang achter de rug.
Vaak gingen we wandelen bij voorkeur in een natuurgebied. Hij nam steevast zijn verrekijker mee om vogels te spotten. Ik kende veel van flora maar in de winter kon ik weinig indruk maken met mijn kennis.
Er gebeurde niets boeiends waar over te schrijven valt tot het moment Dieter me een brief onder de neus duwde.
Het was een lange brief van Steven gericht aan Dieter.
Ik las hem met versnellende hartslag.
Beste Dieter.... Ik zag je met Pieter wandelen, veel geluk met hem. Er volgde een uitgebreide 'gebruiksaanwijzing' van mezelf.
Terwijl ik zat te lezen voelde ik Dieters observerende ogen op me branden.

Gesloten