Het droomhuisje van Jip, deel 12

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Luuk
Berichten: 24
Lid geworden op: ma 29 feb 2016, 19:22
Vul het getal in: 123

Het droomhuisje van Jip, deel 12

Bericht door Luuk » za 05 mar 2016, 13:26

Deel 12, Onverwachts bezoek

Vol met tranen in de ogen stonden de twee vrienden in het oude huisje. De storm had goed huis
gehouden! De schoorsteen was er helemaal afgewaaid. Meer dan de helft van het dak lag er af. Op de
zolder waren hun matrassen bedolven door een stuk muur, welke omlaag was gekomen. 'Ben ik blij dat
wij afgelopen nacht bij Marie hebben mogen slapen' zei Tom zacht. 'Jip' zei Jip. 'Daar hadden wij mooi
onder terecht kunnen komen, met alle gevolgen van dien' zei hij zacht. Beneden was de kachelpijp van
het kacheltje omlaag gekomen; boven op het kacheltje. De ruitjes waren kapot. Nog meer scheuren
waren te zien in het huisje. 'Nou moeten jullie nog meer gaan oppassen dat het huisje niet gaat
instorten' zei een heel bezorgde Marie. Tom keek naar Jip; Jip keek naar Tom. 'Jip' zei Jip. De grote
regenton liep over. Veel regenwater lag op de grond. De oude mat was door- en doornat. 'Die kan
weg gegooid worden' bromt Tom. 'Jip' zei Jip, en keek er mistroostig naar. 'Hoe in vredesnaam gaan
jullie dit allemaal schoon krijgen?' riep Marie. Geen van beiden wisten daar een antwoord op te geven.
Zwijgend keken ze rond. 'Ik ga papa bellen' zei Jip, even later. Flip schrok geweldig bij het horen van
het nieuws. 'Ik zou daar voorlopig maar niet blijven slapen' zei hij bezorgd. Nu moest er wel snel actie
worden ondernomen, om het huisje te redden! Flip vond het bijzonder vervelend dat hij zo ver weg van
huis was, om direct te kunnen handelen. Om ervoor te zorgen dat het huisje niet zou instorten moest
de boel gestut worden. Het was vreselijk! Nog geen uur later belde hij terug, dat er een aannemer op
weg was om te komen kijken. 'Als dat maar niet diezelfde van gisteren is' bromde Tom 'Want dan kan
hij mooi rechtsomkeer weer vertrekken. Straks vraagt hij twee duizend euro voorschot' gromde Tom
weer. 'Jip' zei Jip. Bikkel liep rond en snuffelde overal. 'Kom Tom' zei Jip 'Wij gaan schoonmaken'.
Eerst werd de kachelpijp naar buiten gedragen, daarna het kapotte kacheltje. Die was loodzwaar.
Vervolgens sleepten ze de vieze, natte oude mat ook naar buiten. Het bankje volgde. Daarna tilden ze
de oude stoel van Caspar op en droegen deze ook naar de achterkant van het huisje. Gelukkig scheen
de zon, dus kon alles een beetje drogen. Ook de tafel met twee stoelen vergaten ze niet. Ten slotte
was de oude regenton aan de beurt. Zuchtend en puffend schoven ze deze naar de achterdeur.
Plenzen water liep op de grond. Toen was het oude huisje beneden helemaal leeg. Boven werden de
stenen van het omgevallen muurtje van de matrassen gehaald. De matrassen en dekbedden droegen
ze naar beneden. 'Die mogen jullie wel zolang in mijn schuurtje wegzetten' zei Marie behulpzaam.
Met dweilen werd het regenwater opgedweild. Zelfs Marie hielp. Ze was echt heel lovend hoe de twee
vrienden met elkaar samenwerkten. 'Jullie zijn een goed team samen' lachte ze telkens.

Jip en Tom waren druk aan de slag gegaan om alles schoon te maken. Af en toe gaven ze elkaar een
kusje, of stonden even te vrijen. Ook op het moment toen ze ineens de schrik van hun leven kregen.
Plotseling stond Sander in het huisje binnen. 'Kijk eens aan!' riep hij ineens. 'Ik heb altijd al gedacht
dat hij een flikker ben' lachte hij heel gemeen. Verschrikt keken de twee vrienden hem aan. 'Hoe kom
jij hier terecht?' riep Tom naar hem. 'Kwestie van slim wezen' zei hij met genepen ogen. Onderzoekend
keek hij naar Jip. 'En wat voor een raar geval heb je nou weer opgeduikeld?' vroeg hij Tom, en bleef
Jip alsmaar aankijken. 'Wat een yuppie!' zei hij weer. 'Hou je bek man!' riep Tom, en kwam tussen Jip
en Sander in staan. 'Jip!' riep Jip. 'Och, och. Ons yuppie kan ook nog praten' zei Sander gemeen.
Dreigend keek Tom hem aan. 'Rot op!' gilde hij. Sander keek hem aan. 'Wat is dit voor een krot?' riep
hij daarna 'Je bent wel heel diep gezonken' lachte hij daarna. 'Sodemieter op!' gilde Tom weer. Een
grommende Bikkel kwam kijken. 'O nee toch? Ze hebben ook al een hond!' ging Sander onverstoord
verder. Bikkel kwam bij Tom staan en liet zijn tanden zien. 'Moet ik nou bang worden?' vervolgde
Sander opnieuw. 'Wat een stomme hond! Hij kan nog geen bot kapot bijten, hahaha' lachte hij Bikkel
uit. De twee vrienden stonden voor Sander, en keken hem heel kwaad aan. 'Wegwezen uit ons huis!'
riep Jip. 'Ons huis? Is dit jullie huis?' riep Sander, die totaal niet onder de indruk was. 'Jullie krot zal
je bedoelen?' grijnsde hij naar Jip. 'Krakers!' riep hij weer. 'Ik zal de politie eens bellen, om jullie aan te
geven, dat jullie dit krot kraken' 'Sodemieter op! Idioot! Rotzak!' bleef Tom gillen naar zijn broer. Sander
pakte zijn mobiel. Hoe Tom ook probeerde het hem te beletten; hij belde inderdaad de politie! Ook Jip
lukte het niet. Sander was te sterk voor hem. 'Gemene rotzak' krijste Tom huilend. Sander lachte hem
vierkant uit. En om het nog erger te maken vertelde, hij heel gemeen dat ze de vorige avond heerlijk
hadden gesmuld van een lekker mals konijntje. Tom trok helemaal wit weg van schrik. 'Neeee!!!' gilde
Tom weer. 'Dierenbeul!' riep Jip ook. 'Het konijntje smaakte voortreffelijk! Je hebt hem lekker vet
gemest' bleef Sander zijn broertje sarren. Huilend van verdriet viel Tom tegen Jip aan. Jip troostte hem
zacht. 'Ooooh Wat een dikke liefde met die twee' bleef Sander nog steeds doorgaan. 'Vieze flikkers!'
riep hij daarna. Bikkel gromde en blafte constant. 'Hou je vlooienhond bij je!' riep Sander, toen Bikkel
hem iets te dichtbij kwam. De ogen van Bikkel beviel hem totaal niet. En hij was ook erg bang van hem.
Nog altijd bleef Sander rond staan kijken. 'Valt mee dat het nog overeind staat. Kijk die muren nou eens!
Eén duwtje, en alles stort in hahahaha' bleef hij gemeen doorgaan. 'Wat een krot!' Het was vreselijk!
Intussen was er een politieauto gestopt voor het huisje. Een agent kwam naar binnen. 'Klopt het dat er
een melding is doorgegeven van het kraken van deze woning?' vroeg hij met barse stem. 'Zij!' wees
Sander lachend. Doordringend keek de agent naar Jip en Tom. De agent keek rond.in het lege huisje.
Daarna naar de twee vrienden. 'Van wie is dit huisje?' vroeg hij daarna. 'Van Caspar' zei ineens een
vrouwenstem achter hem. Marie was op het lawaai en geblaf van Bikkel afgekomen. 'Wat voor een
kenau komt daar nou binnen?' riep Sander. 'Hou je bek!' gilde Tom. Verbaasd keek ze naar de agent
en naar Sander. 'Mijn broertje is een kraker' zei Sander haar met een brede grijns. 'Kraker?' vroeg
Marie niet begrijpend. 'Mijn broertje heeft samen met zijn flikkervriendje dit krot zich toegeëigend' sprak
Sander heel gemeen. 'Helemaal niet!' gilden Jip en Tom tegelijk. De agent begreep er niks van. 'Wie
heeft hem gebeld?' vroeg Marie aan Tom en Jip. 'Hij!!' wees Tom. Marie keek naar Sander. 'Wie bent
jij?' vroeg ze Sander. 'Het lieve, zorgzame broertje van Tom' zei Sander met een grijns haar. 'Rot op!'
gilde Tom weer. Marie had al meteen door dat het niet klikte tussen de twee. 'Ik ben gebeld, omdat die
twee jongens daar dit huisje zouden kraken' sprak de agent weer bars. 'Jouw broertje heeft meer lef
in zijn donder dan jij in je kont' zei Marie tegen Sander. 'Mijn broertje MOET naar huis komen!' siste
Sander haar. 'Zijn moeder is doodongerust' Zwijgend keek Marie naar Tom. Zijn gezicht stond op
onweer. 'Ik MOET niks!' zei hij 'Moeder heeft nooit naar mij omgekeken. En nou moet ik ineens naar
huis komen? Dacht het niet!' zei Tom weer. 'En nou allemaal je mond dicht!' riep de agent nog barser.
Verschrikt keek iedereen naar hem. 'Is dit huisje nou wel of niet gekraakt?' vroeg hij aan Jip en Tom.
Marie wilde iets zeggen, maar kreeg een teken van zwijgen. 'Nee! Caspar ligt in het ziekenhuis, en
wij passen op dit huisje' zei Tom heel kalm. 'Ja ja! Maak dat de kat wijs' riep Sander. De agent keek
niet begrijpend naar de twee vrienden. 'En in welk ziekenhuis ligt hij?' vroeg hij, en pakte zijn boekje.
Rustig vertelde de twee vrienden wat er allemaal gebeurd was. 'Wat een sukkel' zei Sander telkens
tussendoor. Boos keek de agent hem aan. Marie vulde het verhaal aan, en zei wist ook waar Caspar
naar toe gebracht was. De agent schreef alles op. Ook de namen en adressen van iedereen noteerde
hij erbij. 'Ik ga het uitzoeken' zei hij daarna bars. Hij groette iedereen en liep het huisje uit. 'En nu mee
naar huis komen, jij!' zei Sander tegen Tom. Tom gilde dat hij niet mee wilde. Sander trok Tom aan
zijn arm. Jip kwam direct zijn vriend te hulp. 'Opzouten yuppie!' riep Sander en gaf Jip een klap in zijn
gezicht. Ook Marie wilde helpen, maar met een elleboog in haar buik, moest ze afhaken. Tom gilde
hard dat hij niet meeging. Sander pakte zijn broertje beet en wilde hem het huisje uit sleuren. Alleen had
hij niet op Bikkel gelet. Bikkel zag zijn nieuwe vriend op de grond liggen roepen en gillen. Juist op het
moment dat Sander Tom voor de laatste maal wilde pakken, sprong Bikkel naar hem. Met een flinke
bijtwond in zijn been, en gillend van de pijn vluchtte Sander het huisje uit. Hij riep dat hij wraak zou
nemen op zijn broertje en diens vriend. Geschrokken bleven de twee vrienden achter in het huisje.

Gesloten